Voor afdrukmateriaal van 60 tot 176 g/m
2
zijn vezels in de lengterichting het beste.
Vezelgehalte
Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Papier
met deze samenstelling is zeer stabiel, zodat er minder problemen optreden bij de invoer en de afdrukkwaliteit beter
is. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld van katoen, kan dat eerder leiden tot problemen bij de verwerking.
Ongeschikt papier
Het gebruik van de volgende papiersoorten in de printer wordt afgeraden:
• Chemisch behandelde papiersoorten waarmee kopieën kunnen worden gemaakt zonder carbonpapier, ook wel
"carbonless copy paper" (CCP) of "no carbon required paper" (NCR) genoemd.
• Voorbedrukt papier dat chemische stoffen bevat die schadelijk zijn voor de printer.
• Voorbedrukt papier dat niet voldoende bestand is tegen de temperatuur in het verhittingsstation.
• Voorbedrukt papier waarvoor een registrering (nauwkeurige positionering van het afdrukgebied op de pagina)
van meer dan ± 2,3 mm is vereist, zoals OCR-formulieren (optical character recognition).
In sommige gevallen kan de registrering via een softwaretoepassing worden aangepast, waardoor afdrukken op
deze formulieren toch mogelijk is.
• Coated papier (uitwisbaar papier), synthetisch papier, thermisch papier.
• Papier met ruwe randen, papier met een ruw of grof gestructureerd oppervlak, gekruld papier.
• Kringlooppapier dat niet voldoet aan de norm EN12281:2002 (Europa)
• Papier met een gewicht van minder dan 60 g/m
2
• Formulieren of documenten die uit meerdere delen bestaan.
Papier kiezen
Het gebruik van het juiste papier voorkomt storingen en zorgt ervoor dat u probleemloos kunt afdrukken.
U kunt als volgt papierstoringen of een slechte afdrukkwaliteit voorkomen:
• Gebruik altijd nieuw, onbeschadigd papier.
• Voordat u papier plaatst, moet u weten wat de geschiktste afdrukzijde is. Dit staat meestal op de verpakking
vermeld.
• Gebruik geen papier dat u zelf op maat hebt gesneden of geknipt.
• Gebruik nooit papier van verschillend formaat, gewicht of soort in dezelfde papierbron. Dit leidt tot storingen in
de doorvoer.
• Gebruik geen gecoat papier, tenzij het speciaal is ontworpen voor elektrofotografisch afdrukken.
Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiezen
Houd u aan de volgende richtlijnen als u voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiest:
• Gebruik papier met de vezel in lengterichting voor papier van 60 tot 176 g/m
2
.
• Gebruik alleen formulieren en briefhoofdpapier die zijn gelithografeerd of gegraveerd.
• Gebruik geen papier met een ruw of grof gestructureerd oppervlak.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal
61