Controleer of de optie is verbonden met de printer.
1 Zet de printer uit.
2 Trek de stekker van de printer uit het stopcontact.
3 Controleer de verbinding tussen de optie en de printer.
Controleer of de optie is geïnstalleerd.
Controleer in Print Properties (Eigenschappen) of de printer correct is geconfigureerd. Als een optie niet wordt
weergegeven in Print Properties (Eigenschappen), is deze niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de optie is geselecteerd.
Selecteer de optie in het programma dat u gebruikt. Mac OS 9-gebruikers moeten ervoor zorgen dat de printer is
ingesteld in de Kiezer.
Laders
Controleer of het papier op de juiste wijze is geplaatst.
1 Open de papierlade.
2 Controleer op papierstoringen en verkeerd ingevoerd papier.
3 De papiergeleiders moeten tegen de randen van het papier worden geplaatst.
4 Zorg ervoor dat de papierlade goed sluit.
5 Sluit de klep.
Stel de printer in op de beginwaarden.
Zet de printer uit. Wacht 10 seconden. Zet de printer weer aan.
Problemen met de papierinvoer oplossen
Papier loopt regelmatig vast
Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties:
Controleer het papier.
Gebruik het aanbevolen papier en afdrukmateriaal. Raadpleeg het hoofdsstuk over richtlijnen voor papier en speciaal
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Zorg ervoor dat er niet te veel papier in de papierlade ligt
Zorg ervoor dat u niet meer papier plaatst dan de maximale stapelhoogte die is aangegeven voor de papierlade of
universeellader.
Controleer de papiergeleiders.
Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat.
Heeft het papier in een vochtige omgeving gelegen en daardoor vocht opgenomen?
• Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak.
• Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken.
133