3 Selecteer N per vel in de keuzelijst Indeling op het tabblad Geavanceerd.
4 Selecteer hoeveel paginabeelden op één pagina moeten worden afgedrukt.
Selecteer Paginaranden afdrukken als u een rand wilt afdrukken om elke pagina.
5 Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten.
6 Klik op OK of Afdrukken.
Macintosh
1 Open het gewenste bestand en klik op Archief ª Druk af.
2 Selecteer Lay-out in het voorgrondmenu met afdrukopties.
• Geef in het voorgrondmenu Pagina's per vel het aantal paginabeelden op dat op één vel papier moet worden
afgedrukt.
• Klik bij Lay-outrichting op het pictogram dat de volgorde weergeeft waarin de paginabeelden moeten worden
afgedrukt op het vel.
• Als u een rand wilt afdrukken rond elke pagina-afbeelding, kiest u een optie in het voorgrondmenu Rand.
3 Klik op Druk af.
Documenten vanaf een geheugenkaart of flashstation afdrukken
U schakelt als volgt de functie Bestand afdrukken in:
• De printer moet zijn aangesloten op een computer met een USB-kabel of via een netwerk.
• De printer en de computer moeten zijn ingeschakeld.
• De geheugenkaart of het flashstation moeten documenten bevatten die worden ondersteund door de printer.
• Er moeten toepassingen op de computer zijn geïnstalleerd die de bestandstypen op het opslagapparaat
ondersteunen.
1 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer.
De volgende bestandstypen worden herkend:
• .doc (Microsoft Word)
• .xls (Microsoft Excel)
• .ppt (Microsoft PowerPoint)
• .pdf (Adobe Portable Document Format)
• .rtf (Rich Text Format)
• .docx (Microsoft Word Open Document Format)
• .xlsx (Microsoft Excel Open Document Format)
• .pptx (Microsoft PowerPoint Open Document Format)
• .wps (Microsoft Works)
• .wpd (WordPerfect)
Wanneer de printer het geheugenapparaat detecteert, wordt het bericht Geheugenkaart gevonden of
Apparaat voor massaopslag weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
Afdrukken
67