Beschrijvingen: Geef een minimumlengte voor systeemwachtwoorden en hard disk passwords op. Als er
een supervisorwachtwoord is ingesteld, kunt u de minimumlengte pas wijzigen nadat u zich hebt
aangemeld als supervisor.
• Power-On Password
Waarden: Disabled, Enabled
Beschrijvingen: Stel een systeemwachtwoord in om de computer te beveiligen tegen onbevoegd gebruik.
Meer informatie vindt u in 'Inleiding tot wachtwoorden' op pagina 47.
• Hard Disk x Password
Waarden: Disabled, Enabled
Beschrijvingen: Stel een hard disk password in om te voorkomen dat gebruikers toegang krijgen tot
gegevens op het interne opslagstation. Meer informatie vindt u in 'Inleiding tot wachtwoorden' op pagina
47.
Fingerprint
• Predesktop Authentication
Waarden: Disabled, Enabled
Beschrijvingen: Schakel vingerafdrukverificatie in of uit voordat het besturingssysteem wordt geladen.
• Reader Priority
Waarden: External ➙ Internal, Internal Only
Beschrijvingen: Als uw computer een ingebouwde vingerafdruklezer en een aangesloten externe
vingerafdruklezer heeft, gebruikt u deze optie om de prioriteit voor de vingerafdruklezers op te geven.
• Security Mode
Waarden: Normal, High
Beschrijvingen: Als de vingerafdruk niet wordt geverifieerd, kunt u in plaats daarvan een wachtwoord
opgeven. Als u Normal hebt geselecteerd, voert u het systeemwachtwoord of het supervisorwachtwoord
in; als u High hebt geselecteerd, voert u het supervisorwachtwoord in.
• Password Authentication
Waarden: Disabled, Enabled
Beschrijvingen: Schakel deze optie in om wachtwoordverificatie te gebruiken als er geen vingerafdrukken
beschikbaar zijn. Dit item wordt weergegeven als Security Mode op High is ingesteld.
• Reset Fingerprint Data
Beschrijvingen: Gebruik deze optie om alle vingerafdrukgegevens die in de lezer zijn opgeslagen, te
wissen en de fabriekinstellingen te herstellen. Hierdoor werken de functies voor de beveiliging bij
inschakelen die eerder waren ingeschakeld, pas weer nadat u deze in de vingerafdruksoftware hebt
ingeschakeld.
Security Chip
• Security Chip Type
Waarden: TPM 2.0
Beschrijvingen: u kunt een aparte Trusted Platform Module (TPM)-chip met de TPM 2.0-modus gebruiken.
• Security Chip Selection
Waarden: TPM 2.0, TPM 1.2
Beschrijvingen: met deze optie kunt u een TPM-werkstand selecteren in een Discrete TPM-chip.
Opmerking: De modus TPM 2.0 kan worden gebruikt met het Microsoft Windows 10-besturingssysteem.
66
P71 Gebruikershandleiding