124
GEZICHTSDETECTIEPROGRAMMA
Met dit programma herkent de LEICA X2 automatisch gezichten in het beeld
en baseert vervolgens de scherpstelling op de dichtstbijzijnde. Als er geen
gezichten worden gedetecteerd, wordt de 11 punten-modus gebruikt.
HANDMATIG SCHERPSTELLEN
Bij bepaalde objecten en onder bepaalde omstandigheden kan het gunstig
zijn de scherpstelling zelf uit te voeren in plaats van autofocus te gebruiken
(zie de voorgaande hoofdstukken). Als bijvoorbeeld dezelfde instelling nodig
is voor verscheidene foto's en het gebruik van het meetwaardegeheugen
(zie p. 130) daarom meer inspanning zou betekenen, of als de instelling voor
bijv. landschapsfoto's op oneindig moet blijven staan, of als de lichtomstan-
digheden slecht zijn, d.w.z. zeer donker, en er dus geen of alleen een lang-
zame AF-werking mogelijk is.
Druk op de onderste richtingsknop.
AF/MF
(1.24) en selecteer dan in het
menu dat op het scherm verschijnt MF. Bevestig de instelling door op de
sluiterknop (1.8) of de
MENU/SET
-knop (1.25) te drukken.
Indien ingesteld kunt u handmatig scherpstellen door aan het stelwiel (1.20)
te draaien totdat het schermbeeld van het/de belangrijke deel/delen van
het object wordt weergegeven zoals gewenst is/zijn.
• Er verschijnt een afstandsschaal (2.1.20). Een groene balk op de schaal
geeft de diepte van het veld als gevolg van de betreffende afstandsinstel
-
ling aan (en het automatisch of handmatig ingestelde diafragma; zie ook
de hoofdstukken over "Belichtingsmeting en -regeling", p. 126). De schaal
verdwijnt ca. 5 sec. na de laatste scherpstelling.
Handmatige scherpstelling wordt bepaald door hoe snel u aan het instelwiel
draait:
- Voor grof scherpstellen: snel aan de instelknop draaien
- Voor fijn scherpstellen: langzaam aan de instelknop draaien
Hierdoor kunt u zowel sneller als nauwkeuriger scherpstellen.
U kunt de nauwkeurigheid van het handmatig scherpstellen verbeteren met
behulp van de MF Assist-functie (zie volgende hoofdstuk).