Uitvoerige handleiding/ De opnamefuncties / 153
Fotograferen met de zelfontspanner -
A
Met de zelfontspanner kunt naar wens een opname
met een vertraging van 2 of 10s maken. Dit is heel
handig, bijv. bij groepsopnamen waarbij u zelf ook in
beeld wilt verschijnen of wanneer u bewegingson-
scherpte bij het afdrukken wilt vermijden. In zulke
gevallen is het raadzaam de camera op een statief te
bevestigen.
Opmerkingen:
• De zelfontspanner-modus is niet in combinatie met
video-opnamen (
ü
) mogelijk.
• Bij ingeschakelde zelfontspanner zijn altijd slechts
afzonderlijke opnamen mogelijk, d.w.z. serie-opna-
men (
7
) evenals automatische belichtingsseries
(
k
) kunnen niet met de zelfontspanner-modus
worden gecombineerd. Als serie-opnamen is inge-
schakeld, verschijnt de betreffende indicatie door-
gekruist
t
(2.1.34).
Instellen en gebruiken van de modus
1. Door herhaald drukken op de bovenrand van de
kantelknop
A
(1.30) kunt u de verschillende func-
ties instellen. Ze zijn als volgt in een oneindige lus
geschakeld:
–
Z
zelfontspanning met 10s voorlooptijd
–
Ä
zelfontspanning met 2s voorlooptijd
–
zelfontspanner uitgeschakeld (= fabrieksinstelling)
• In de zoeker/monitor (1.19/32) verschijnt het
teken (2.1.32 a/b).
2. Druk de ontspanner voor de opname helemaal in.
• Als indicatie van het verloop – bij 10s voorloop-
tijd – knippert de zelfontspanner-lichtdiode (1.3)
eerst langzaam (met 1Hz) en tijdens de laatste
ca. 2s sneller (met 2Hz). De indicatie in de zoe-
ker/monitor knippert ondertussen (met 1,6Hz)
blauw.
Bij 2s voorlooptijd knipperen de indicaties als
hiervoor voor de laatste 2s is beschreven.
Tijdens de lopende voorlooptijd van de ontspanner
kan het proces altijd door indrukken van de
MENU
-
knop (1.25) worden afgebroken.
Opmerking: Door indrukken van de
MENU
-knop
wordt zowel de geactiveerde alsook de reeds lopende
zelfontspanning afgebroken.
Belangrijk: Tijdens zelfontspanning vindt instelling
van scherpte en belichting niet plaats bij het drukpunt
van de ontspanner, maar pas direct voor de opname.
Oproepen van menufuncties met de snel-instel-
knop -
FUNCTION
In de praktijk worden enkele functies veel vaker
gebruikt dan andere omdat de opnamen bijv. voor een
bepaald doel worden gebruikt. Dit heeft bijvoorbeeld
betrekking op wisselende motieven of een bepaald
tijdstip van de dag. Met de LEICA DIGILUX 2 kunt u
vier functies van het opnamemenu vastleggen die voor
u belangrijk zijn en die u voor een snelle bediening
daarna altijd direct met de
FUNCTION
-knop (1.24)
kunt oproepen.
Instellen van de functies die u met de snelkeuze-
knop kunt oproepen -
i
CUSTOM SET.
1.
Kies in het opname-basismenu
k
SETUP
2
/
3
(zie pag.
112/122 het menupunt
i
CUSTOM SET (3.19).
2. Roep het betreffende submenu op door de rechter-
rand van de kantelknop (1.30) in te drukken.
• Het submenu verschijnt. Het bevat vier regels
voor de bezetting van de vier randen van de kan-
telknop. In elke regel wordt aangegeven met
welke functie de overeenkomstige rand – door de
pijl gemarkeerd - is bezet.