108 / De indicaties
2.1.18 Sluitertijd
(verschijnt bij handmatige instelling onmiddellijk, d.w.z. in
de belichtingsprogramma’s
T/M, na het aantippen van de
ontspanner bij automatische instelling, d.w.z. in de belich-
tingsprogramma’s
P/A, rood na vasthouden drukpunt van
de ontspanner bij overschrijding van het minimale of maxi-
male instelbereik met de belichtingsprogramma’s
P/T/A,
anders wit)
2.1.19 Aanwijzing voor de instelling van de langste
sluitertijden met de centrale instelknop
(alleen bij instelling van de sluitertijdenknop op stand
2+
)
2.1.20 Diafragmawaarde
(verschijnt bij handmatige instelling onmiddellijk, d.w.z. in
de belichtingsprogramma’s
A/M, na het aantippen van de
ontspanner bij automatische instelling, d.w.z. in de belich-
tingsprogramma’s
P/T, rood na vasthouden druk
punt van
de ontspanner bij overschrijding van het minimale
of maxi-
male instelbereik met de belichtingsprogramma’s
P/T/A,
anders wit)
2.1.21 Aanwijzing voor de mogelijkheid van
programma-shift (programmaverschuiving)
(verschijnt alleen met belichtingsprogramma P)
2.1.22 Aanwijzing voor verschoven waarden
(verschijnt alleen met belichtingsprogramma P en
gerealiseerde verschuiving)
2.1.23 Belichtingscorrectie ingesteld, inclusief
correctiewaarde
(niet met belichtingsprogramma M en video-opnamen)
alternerend met 2.1.18–2.1.23:
2.1.24 Datum en tijd
(verschijnt alleen kortstondig na het inschakelen van de
camera, resp. na het instellen van de data)
2.1.25 Lichtschaal
(verschijnt alleen met belichtingsprogramma M)
2.1.26 Automatische belichtingsserie geactiveerd
(doorgekruist en rood knipperend bij vasthouden drukpunt
ontspanner en geplaatst, resp. ingeschakeld en geacti-
veerd flitsapparaat [functiecombinatie niet mogelijk],
anders wit, niet bij video-opnamen)
2.1.27 Belichting-meetmethode
a
2
Meting op het midden geconcentreerd
b
3
Meting van meerdere velden
c
4
Spotmeting
2.1.28 Synchronisatie op het einde van de belich-
tingstijd
(niet in combinatie met flitsprogramma’s met voorflits
2.1.2 b/d/f)
2.1.29 Aanwijzing voor ingeschakelde spot-belich-
tingsmeting
2.1.30 Spot-autofocusmeetveld
(niet bij video-opnamen)
2.1.31 Normaal autofocus-meetveld
(niet bij video-opnamen)
alternerend met 2.1.29–2.1.31:
2.1.32
A
Zelfontspanner ingeschakeld/aflopend
(tijdens de voorlooptijd blauw knipperend, anders wit)
a
Ä
2 seconden voorlooptijd
b
Z
10 seconden voorlooptijd
alternerend met 2.1.29–2.1.31:
2.1.33
y
Geluidsregistratie aan de gang
(verschijnt alleen tijdens de opname, microfoon knip-
pert blauw, driehoeken worden om de seconde
afwisselend zwart en rood)