812109
66
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/80
Pagina verder
LEDA 6036-00579 V15 0420 COLONA Installatie- en bedieningsaanwijzing
INSTALLATIE- EN
BEDIENINGSAANWIJZING
Accumulerende kachel COLONA
COLONA
accumulerende
kachel -
zwart gelakt
Beschrijving Ident.-nr.
COLONA – Onderkachel met vlakke deur, zwart gelakt 1003-01993
COLONA – Onderkachel met ronde deur, zwart gelakt 1003-01999
COLONA – Onderkachel met vlakke deur, wit
geëmailleerd
1003-01994
COLONA – Onderkachel met ronde deur, wit
geëmailleerd
1003-02000
COLONA – Onderkachel met LT3, met vlakke deur,
zwart gelakt
1003-01996
COLONA – Onderkachel met LT3, met ronde deur,
zwart gelakt
1003-02002
COLONA – Onderkachel met LT3, met vlakke deur,
wit geëmailleerd
1003-01997
COLONA – Onderkachel met LT3, met ronde deur,
wit geëmailleerd
1003-02003
COLONA – Opzetstuk, zwart gelakt, uitgang achteraan 1004-00829
COLONA – Opzetstuk, zwart gelakt, uitgang boven 1004-00827
COLONA – Opzetstuk, wit geëmailleerd, uitgang
achteraan
1004-00828
COLONA – Opzetstuk, wit geëmailleerd, uitgang boven 1004-00826
COLONA
accumulerende
kachel –
wit geëmailleerd
COLONA
Installatie- en bedieningsaanwijzing
Protocol voor ingebruikname voor de installateur
LEDA accumulerende kachel COLONA
Uitvoering COLONA – zwart gelakt COLONA – wit geëmailleerd
Rookbuisuitgang boven Rookbuisuitgang achter/horizontaal/zijkant
met LEDATRONIC 3 (LT3) zonder LEDATRONIC (manueel)
ronde deur vlakke deur
Installatiedatum Serienummer (zie ) A -
Exploitant
Straat
Postcode / plaats Telefoon- of gsm-nr.
Eventuele vragen – ook over garantie of waarborgclaims – worden alleen maar
behandeld bij vertoon van dit ingebruiknameprotocol!
Schoorsteen rond: Ø ______ cm vierkant: _____ cm rechthoekig: _____ x _____ cm
Schoor-
steentype drieschalig, gedempt tweeschalig eenschalig, ingemuurd
roestvrij staal, gedempt andere: _________________________________
Configuratie alleen met deze kachel (enkelvoudig) samen met andere kachels
Schoorsteenhoogte effectief ca. _________ m daarvan buiten/in de koude ca. _____ / _____ m
trekluchtinrichting voorhanden ingesteld op ca. ______________ Pa
attest van geschiktheid en gebruiksveiligheid opgesteld door schoonsteenveger beschikbaar
Verbin-
dingsstuk
gestr. lengte: ___________ m werkz. hoogte: ___________ m diam. Ø __________ cm
Aantal en type omleidingen: ________________________________________________
Regelklep aanwezig ja nee Schoorsteenaansluiting onder 90° 45°
Verbrandingsluchttoevoer via leiding van buiten uit de installatieruimte
gestrekte lengte van de leiding: _________ m Diameter: Ø _____ cm
Soort leiding/materiaal Aantal omleidingen: _____________
Verluchtingsin-
stallatie Verluchtingsinstallatie in gebouw aanwezig ja nee
Andere luchtafvoerapparaten aanw. ja nee
LUC aanwezig ja nee andere veiligheidsinrichtingen: _______________________
Exploitant
De exploitant heeft de technische documentatie ontvangen. Hij of zij
werd ingelicht over de veiligheidsaanwijzingen, de bediening en het
onderhoud van de hierboven vermelde installatie.
Installatiebedrijf / stempel
Datum en handtekening Datum en handtekening
Protocol voor ingebruikname voor de exploitant (wordt in deze aanwijzing bewaard)
LEDA accumulerende kachel COLONA
Uitvoering COLONA – zwart gelakt COLONA – wit geëmailleerd
Rookbuisuitgang boven Rookbuisuitgang achter/horizontaal/zijkant
met LEDATRONIC 3 (LT3) zonder LEDATRONIC (manueel)
ronde deur vlakke deur
Installatiedatum Serienummer (zie ) A -
Exploitant
Straat
Postcode / plaats Telefoon- of gsm-nr.
Eventuele vragen – ook over garantie of waarborgclaims – worden alleen maar
behandeld bij vertoon van dit ingebruiknameprotocol!
Schoorsteen rond: Ø ______ cm vierkant: _____ cm rechthoekig: _____ x _____ cm
Schoor-
steentype drieschalig, gedempt tweeschalig eenschalig, ingemuurd
roestvrij staal, gedempt andere: _________________________________
Configuratie alleen met deze kachel (enkelvoudig) samen met andere kachels
Schoorsteenhoogte effectief ca. _________ m daarvan buiten/in de koude ca. _____ / _____ m
trekluchtinrichting voorhanden ingesteld op ca. ______________ Pa
attest van geschiktheid en gebruiksveiligheid opgesteld door schoonsteenveger beschikbaar
Verbin-
dingsstuk
gestr. lengte: ___________ m werkz. hoogte: ___________ m diam. Ø __________ cm
Aantal en type omleidingen: ________________________________________________
Regelklep aanwezig ja nee Schoorsteenaansluiting onder 90° 45°
Verbrandingsluchttoevoer via leiding van buiten uit de installatieruimte
gestrekte lengte van de leiding: _________ m Diameter: Ø _____ cm
Soort leiding/materiaal Aantal omleidingen: _____________
Verluchtingsin-
stallatie Verluchtingsinstallatie in gebouw aanwezig ja nee
Andere luchtafvoerapparaten aanw. ja nee
LUC aanwezig ja nee andere veiligheidsinrichtingen: _______________________
Exploitant
De exploitant heeft de technische documentatie ontvangen. Hij of zij
werd ingelicht over de veiligheidsaanwijzingen, de bediening en het
onderhoud van de hierboven vermelde installatie.
Installatiebedrijf / stempel
Datum en handtekening Datum en handtekening
Inhoudsopgave
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 3
1.1 Brandbescherming en veiligheidsafstanden 3
1.2 Verbrandingsgevaar 5
1.3 Gevaar door niet-gesloten vuurdeur 6
1.4 Gevaren door onvoldoende verbrandingslucht 6
1.5 Gevaren door ongeschikte brandstoffen 8
1.6 Gevaren door sluiten van de luchtschuif. 8
1.7 Gevaren door slecht functionerende schoorsteen 8
1.8 Juiste handelwijze bij schoorsteenbrand 9
2. PLANNINGSDATA 10
2.1 Leveringsomvang + toebehoren 10
2.2 Berekening van de verwarmingslast (van de verwarmingsbehoefte) 13
2.3 Vereisten voor de schoorsteen 13
2.4 Bepaling van de totale opvoerdruk 15
2.5 Verbrandingsluchttoevoer 16
3. OPSTELLEN EN EERSTE INGEBRUIKNAME 18
3.1 Nodige gereedschap 18
3.2 Brandbeschermings- en veiligheidsafstanden 18
3.3 Geschiktheid van de opstellingsvlakken 18
3.4 Verlichting van het transport 19
3.5 Montage van de voetjes, uitlijnen van de onderkachel 19
3.6 Voorbereiding op de verbrandingsluchtaansluiting 20
3.7 Vuurkamerbekleding (binnenbekleding) 22
3.8 Vuurdeur uitbouwen 22
3.9 Deurveer inbouwen, ombouwen naar zelfsluitende vuurdeur 23
3.10 Draaiconsole en draaibare rookgasaansluiting 26
3.11 Opbouw van de COLONA, onderkachel en opzetstuk 33
3.12 Aansluiten op de schoorsteen 35
3.13 Verbindingsstuk en aansluiting op de schoorsteen 36
3.14 LEDATRONIC 37
3.15 Eerste ingebruikneming 37
3.16 Normen en richtlijnen 39
4. BEDIENING 40
4.1 Brandstoffen 40
4.2 Bedieningselementen 46
4.3 Werking en regeling van de verbranding 48
4.4 Reiniging en onderhoud 51
4.5 Checklist bij storingen 55
4.6 Instructies voor de afvalverwijdering van toestellen met LEDATRONIC 57
5. WISSEL- EN SLIJTSTUKKEN 58
5.1 Reserve- en slijtonderdelen – algemeen 58
5.2 Reserve- en slijtonderdelen – vuurkamer 59
5.3 Reserve- en slijtonderdelen – LEDATRONIC 60
6. TECHNISCHE GEGEVENS 61
7. WAARBORG EN GARANTIE 63
8. PRESTATIEVERKLARING 64
9. IDENTIFICATIEPLAATJE 66
10. ENERGIELABEL EN PRODUCTFICHE 68
1
Belangrijke informatie voor de gebruiker
Gefeliciteerd met uw aanschaf!
Met de COLONA hebt u een zowel op technisch als esthetisch vlak moderne en bijzondere accumulerende
kachel aangekocht.
Naast het design hechten we bijzonder veel waarde aan een geperfectioneerde verbrandingstechniek,
hoogwaardig materiaal en een goede verwerking. De COLONA werd volgens de nieuwste technieken
opgebouwd en werd volgens de geldende normen en technische regels getgetest.
Belangrijkste kenmerken COLONA
goedkeuringsbasis, bouwrechtelijke toepasbaarheid CE-kenmerking per DIN EN 15250
Energieklasse A+
HKI kwaliteitslabel
Naleving eisen volgens 1e BImSchV
2e stap (als verwarmingsinstallatie voor
individuele kamers)
bruikbare brandstoffen gekliefd hout, houtbriketten
geschikt voor een meervoudig gebruik van de schoorsteen
(met zelfsluitende deur)
gesloten of open werking uitsluitend gesloten
beperking in de tijd van de gebruiksduur geen ononderbroken werking voorzien
voorzien gebruik
kachel voor kortstondige brand
accumulatiewerking
(geen gesmoorde werking,
geen toevoeging voorzien)
Meer technische eigenschappen en gegevens vindt u in hoofdstuk „6. Technische gegevens“ vanaf pagina
52.
De prestatieverklaringen volgens verordening bouwproducten, evenals het
energielabel vindt u in deze handleiding
(„8. Prestatieverklaring“ vanaf pagina 55, „10. Energielabel en productfiche“ vanaf pagina 59)
§
2
Vul samen met uw vakman het ingebruiknameprotocol in duplicaat in. Een exemplaar wordt in deze
handleiding bewaard en dient om later te helpen bij vragen in verband met uw kachel.
Volg bij het opstellen, aansluiten en gebruiken van de accumulerende kachel de instructies van deze
handleiding en de aparte handleidingen voor de LEDATRONIC (bedienings- en montagehandleiding bij
apparaten met LEDATRONIC). De geldende wetten, vooral de bouwwetten, de plaatselijke bouwvoor-
schriften en de vereisten betreffende emissies moeten in acht genomen worden. Er moet worden voldaan
aan de nationale en regionale bepalingen.
De levensduur en de goede werking van uw accumulerende kachel hangt af van de correcte opbouw, juiste
bedieningswijze en de nodige zorg en onderhoud.
Als de installatie- en bedieningshandleiding niet wordt gevolgd, vervalt de garantie.
De exploitant van de installatie mag in geen geval de constructie van de COLONA wijzigen!
Let op de veiligheidsaanwijzingen (“1. Veiligheidsvoorschriften” op pagina 3) en volg
deze belangrijke richtlijnen als u uw kachel bedient!
Veiligheidsvoorschriften
3
1. Veiligheidsvoorschriften
1.1 Brandbescherming en veiligheidsafstanden
Veiligheidsafstanden naast en achter de accumulerende kachel
Voor de accumulerende kachel
moeten er langs achter en aan
de zijkanten minimale afstanden
tot temperatuurgevoelige of
brandbare materialen of
bouwelementen met brandbare
bestanddelen worden
gerespecteerd.
Houd absoluut rekening met de brandbeschermings- en veiligheidsafstanden!
80 cm
15 cm
30 cm
30 cm
Afb. 1.1 Minimale afstanden tot brandbare materialen of onderdelen
De aangegeven veiligheidsafstanden tot brandbare materialen, onderdelen, meubels enz.
zijn minimumafstanden. Bij bijzonder temperatuurgevoelige materialen, bij bijzonder
thermisch geïsoleerde muren en dergelijke zijn mogelijk grotere afstanden vereist.
Veiligheidsvoorschriften
4
Bescherming in het gebied
voor de vuurkameropening
De vloer 50 cm voor en telkens 30 cm
naast de vuurkameropening moet uit
niet-brandbaar materiaal bestaan of
een niet-brandbare bedekking hebben
(verwarmingsrichtlijnen).
In het gebied voor en naast de
vuurkameropening mogen er zich geen
brandbare voorwerpen bevinden en er
mag vooral ook geen brandstof bewaard
of neergezet worden.
Een voldoende niet-brandbaar gebied
voor en naast de vuurdeur van uw accumulerende kachel is ook al beslist noodzakelijk voor de inspectie van
uw kachel door de bevoegde schoorsteenveger.
ca. 83 cm
50 cm
39 cm
30 cm
30 cm
Afb. 1.2 Niet-brandbare vloerbedekking voor en naast de vuurkameropening
Veiligheidsvoorschriften
5
Bescherming in het stralingsgebied van het kijkglas
Omwille van de hoge warmtestraling
via het kijkglas van uw verwarmings-
eenheid moet u in dit gebied voor de
veiligheid voldoende afstand voorzien
tot bouwelementen met of in brandbare
materialen of inbouwmeubelen.
In dit gebied mogen er zich geen
brandbare voorwerpen bevinden en mag
er geen brandstof bewaard of neergezet
worden.
1.2 Verbrandingsgevaar
De accumulerende kachel, vooral de deur en de voorkant, de kacheloppervlakken en de uitlaatbuizen,
worden in gebruik zeer heet. Via het kijkglas van de vuurdeur straalt er ook veel hitte uit. Om het apparaat
zonder gevaar te bedienen, moet u de meegeleverde veiligheidshandschoen dragen. Let erop dat vooral
kinderen tijdens en na het stoken voldoende afstand houden van de kachel.
80 cm
15 cm
30 cm
30 cm
Afb. 1.3 Stralingsgebied van het kijkglas
Hete delen, hete gebieden, verbrandingsgevaar!
Veiligheidsvoorschriften
6
1.3 Gevaar door niet-gesloten vuurdeur
Tijdens het stoken moet de vuurdeur gesloten blijven om te voorkomen dat er onnodig veel of zelfs
gevaarlijk veel stookgas vrijkomt.
Door het sterke ontgassingsproces van brandhout en door een zwakke schoorsteentrek kan er bij het
openen van de vuurdeur rook en stookgas uit de kachel komen. Daarom raden we ten stelligste aan om de
vuurdeur in principe niet te openen voordat de brandstof is afgebrand tot een gloed.
1.4 Gevaren door onvoldoende verbrandingslucht
Indien de kachel lucht uit de woonkamer of het gebouw trekt voor de verbranding, moet er altijd voldoende
luchtinstroom in deze ruimtes zijn. Verluchtingsinstallaties of andere kachels mogen de luchttoevoer daarbij
niet verstoren of beperken.
Tijdens het stoken mag de voorziene verbrandingsluchtopening niet gesloten, gesmoord, vernauwd,
afgedekt of dichtgemaakt worden.
De vuurdeur moet tijdens het stoken gesloten zijn!
De kachel moet altijd voldoende verbrandingslucht toegevoerd krijgen!
Veiligheidsvoorschriften
7
Luchtafzuigende installaties (bijv. verluchtingsinstallatie, afzuigkap, wasdroger op basis van afvoerlucht,
centrale stofzuiginstallaties), die samen met de kachel in dezelfde kamer of via luchtkanalen verbonden is
met dezelfde kamer worden gebruikt, kunnen de luchttoevoer en uitlaatgasafvoer aanzienlijk verstoren.
Om de kachel toch nog veilig te kunnen gebruiken, raden we u aan om onze algemeen volgens de
bouwwetten toegelaten veiligheidsinrichting LEDA-Unterdruck-Controller LUC 2 te installeren. Dit apparaat
bewaakt voortdurende de drukverhoudingen en schakelt indien nodig de verluchtingsinstallatie uit voordat
er gevaarlijk veel uitlaatgas in de woonruimte terecht kan komen.
Als er in gebouwen veranderingen in dat verband worden gepland en uitgevoerd, kunnen de
omstandigheden voor een veilige en voorziene werking van de bestaande kachel aanzienlijk verstoord
worden. De nodige voorwaarden voor een goedgekeurde en probleemloze werking moeten daarom in geval
van toekomstige veranderingen door een bevoegd vakman opnieuw worden gecontroleerd.
Dergelijke veranderingen zijn bijv.:
Installatie van nog een kachel aan dezelfde of aan een andere schoorsteen.
constructieve veranderingen van de schoorsteen,
Installatie of ombouw van verluchtingsapparaten, bijv. afzuigkappen, wc- of badkamerverluchting,
gecontroleerde verluchtingen en ontluchtingen,
Inbouw of ombouw van overeenkomstige huishoudapparaten, bijv. wasdrogers met afvoerlucht,
centrale stofzuiginstallaties,
Veranderingen aan de dichtheid van het gebouw, bijv. door het inbouwen van nieuwe vensters of
deuren, isolatie van het dak, aanbrengen van verbeterde isolatie.
Luchtafzuigingsinstallaties kunnen de toevoer van lucht naar de kachel verstoren!
Veiligheidsvoorschriften
8
1.5 Gevaren door ongeschikte brandstoffen
De COLONA is uitsluitend getest en voorzien voor gekloofd hout en houtbriketten. Uitvoerige informatie
over de voorziene brandstoffen vindt u in “4.1 Brandstoffen” op pagina 40.
1.6 Gevaren door sluiten van de luchtschuif.
De verbrandingslucht mag in geen geval volledig afgesloten worden zolang er nog overwegend geelachtige
vlammen te zien zijn. (Uitgezonderd in geval van schoorsteenbrand, zie “1.8 Juiste handelwijze bij
schoorsteenbrand” op pagina 9).
1.7 Gevaren door slecht functionerende schoorsteen
Voor een juiste en veilige werking van de kachel, moet de schoorsteen voldoende trekken. Vooral in de
overgangstijd – herfst of lente – of bij ongunstige weersomstandigheden (bijv. sterke wind, nevel, slecht
weer enz.) kan het zijn dat de schoorsteen niet voldoende lucht opvoert. Hiermee moet u absoluut rekening
houden als u een kachel gebruikt.
Bij vrieskou kunnen zeer koude uitlaatgassen aan de schoorsteenmond condenseren en vastvriezen. Dat
geldt vooral bij uitlaatgassen van gaskachels. Let er daarom bij de ingebruikname van de COLONA op dat
de schoorsteenmond vrij is en de uitlaatgassen voldoende goed kunnen wegtrekken.
Bij langdurige onderbreking van het gebruik kunnen er in de schoorsteen, in de uitlaatgaspijp of in de
verbrandingsluchtleiding verstoppingen ontstaan. Let er bij het opstoken op dat er al van in het begin een
goede afbrand en rookafvoer is.
Er mogen alleen maar geschikte brandstoffen worden gebruikt!
Het verbranden van afval of ongeschikte brandstoffen is niet toegelaten, schadelijk voor
het milieu en gevaarlijk.
Veiligheidsvoorschriften
9
1.8 Juiste handelwijze bij schoorsteenbrand
Sluit de verbrandingslucht af!
Bel de brandweer en de bevoegde schoorsteenveger (gevolmachtigde schoorsteenveger van uw
woongebied!)
Zorg dat de reinigingsopeningen goed toegankelijk zijn (bijv. kelder en zolder)!
Plaats geen brandbare materialen (bijv. ook meubels) in de buurt van de schoorsteen in het volledige
gebouw, op alle verdiepingen!
Informeer voor een nieuwe ingebruikname van de kachel uw schoorsteenveger en laat de schoorsteen
op schade controleren!
Laat de schoorsteenveger ook de oorzaak van de schoorsteenbrand zo goed mogelijk vaststellen en
verhelpen of uit de weg ruimen!
Houd u aan de juiste handelingen in geval van een schoorsteenbrand
en onthoud de volgende punten goed!
Planningsdata
10
2. Planningsdata
De kamerverwarming wordt door uw vakman geïnstalleerd.
2.1 Leveringsomvang + toebehoren
Systeemopbouw
De COLONA bestaat uit twee basisbouwgroepen,
onderkachel met vuurkamer, vuurdeur, onderstel, stelvoetjes, gegoten mantel –
volledige onderste bouwgroep van de accumulerende kachel, als de LEDATRONIC
ook wordt besteld, zijn alle onderdelen die daarvoor nodig zijn al volledig of
gedeeltelijk inbegrepen,
opzetstuk met accumulerende ringen uit chamotte en gietmantel – volledige bovenste
bouwgroep van de accumulerende kachel, er is een rookbuisuitgang boven- en
achteraan (horizontaal) beschikbaar als gescheiden uitvoering van het opzetstuk.
Leveringsomvang
Onderkachel COLONA, opgebouwd uit:
Onderkachel met vuurkamer, vuurdeur, vuurkamerbekleding (vermiculietsegmenten voor de zijkant en
bodemsteen uit chamotte)
Deurveren, set
Bedienings- en montagehandleiding (6036-00579)
Kachelpass
Beschermende handschoen (1005-01982)
Opzetstuk COLONA, opgebouwd uit:
6 gegoten ringen
7 warmte-accumulerende elementen
Vermiculietset
Buisaansluitingen (alleen bij uitgang boven)
Blinddeksel (alleen bij uitgang achter)
2 patronen ijzerkit
Planningsdata
11
Extra’s bij de levering van apparaten met vooraf ingebouwde
LEDATRONIC
LEDATRONIC-displayeenheid met inbouwbehuizing,
LEDATRONIC-regeleenheid, in de fabriek in de accumulerende kachel gemonteerd
thermo-element, in de fabriek in de accumulerende kachel gemonteerd,
deurschakelaar, in de fabriek in de accumulerende kachel gemonteerd,
motorische verbrandingsluchtklep, in de fabriek in de accumulerende kachel gemonteerd,
gegevensbusleiding, 6/6, 7 m, stekkerklaar gemonteerd,
voeding, 24 V DC, 1,5 m aansluitkabel,
LEDATRONIC bedienings- en montageaanwijzing
Noodzakelijke toebehoren
Buismateriaal voor het verbindingsstuk met de schoorsteen (meegeleverd)
evt. onder- of voorlegplaat (meegeleverd)
Optionele toebehoren
Draaiconsole (enkel voor versies met bovenuitlaat)
1004-01018 Draaiconsoleset voor COLONA, incl. draaibare buisaansluiting Ø 150 mm
1003-01720 LEDA onderdrukregelaar, LUC
veiligheidsinrichting met grafisch beeldscherm voor de gezamenlijke werking van
een luchtafzuigingsinstallatie en vaste brandstofkachel, algemeen toegelaten door
bouwwetgeving
1003-01738 LEDA onderdrukregelaar, LUC hollewandset
zoals hiervoor, maar met overeenkomstige UP-behuizing voor inbouw in lichte
tussenmuren
1003-01724 LEDA-onderdrukregelaar, LUC Light-set
zoals voorheen, maar zonder beeldscherm, enkel in combinatie met LEDATRONIC
Planningsdata
12
LEDATRONIC-toebehoren voor toestellen met LT3 WiFi
1004-00542, Grafisch display LT3, incl. databuskabel 6 m
1004-00534, Inbouwbehuizing voor grafisch display,
1004-00815, Hollewandbehuizing voor grafisch display,
1004-00885, Radiomoduleset FM-1 in voor draadloze datatransmissie binnenin de databuskabel
(2 radiomodules),
1004-00476, Databuskabel 5 m,
1004-00477, Databuskabel 10m,
1004-00546, Databuskabel 15m,
1004-00835, Databuskabel 20m,
1004-00836, Databuskabel 25m,
1004-00855, Databuskabel 30m,
1004-00539, Databuskabel per lpm., individuele lengte vanaf 15m
1004-00533, Busschakelaar voor aansluiting van KS04 of LUC met LT3,
1004-00540, Verlengkabel 3 m voor motor, incl. aansluitklemmen,
1004-00541, Verlengkabel 3 m deurcontactschakelaar of thermoleiding incl. aansluitklemmen,
1004-00532, Relaismodule voor aansluiting van andere bedieningscomponenten, incl.
aansluitkabel 2 m
Planningsdata
13
2.2 Berekening van de verwarmingslast (van de
verwarmingsbehoefte)
De LEDA accumulerende kachel COLONA stelt volgens de 1e BImSchV (Duitse verordening ter bescherming
tegen immissie) een verwarmingsinstallatie voor individuele kamers voor, die bij voorkeur wordt gebruikt
om de ruimte waarin ze is opgebouwd te verwarmen. Aangrenzende ruimtes kunnen ook mee worden
verwarmd.
Het verwarmingsvermogen van de individuele kamerverwarmingsinstallatie moet daarbij echter worden
afgestemd op de ruimte waarin deze is opgebouwd (verwarmingslast). Er is geen overeenkomstige
bewijsplicht in de zin van de 1e BImSchV voor de accumulerende kachel COLONA (nominaal thermisch
vermogen van afzonderlijke accumulerende kachels volgens DIN EN 15250 tot 15 kW).
De COLONA kan echter ook pas goed en efficiënt worden gebruikt als het verwarmingsvermogen is
afgestemd op de betreffende warmtevraag (verwarmingslast) en de behoeften van de exploitant.
Daarom moet een verwarmingslastberekening door de installateur worden uitgevoerd of moet er een
bestaande berekening worden gebruikt. Naast de uitvoerlijke berekening volgens DIN EN 12831 kan
de verwarmingsvraag ook voldoende nauwkeurig worden bepaald met de LEDA BImSchV-calculator
(berekeningstool).
Het vermogen kan ook onafhankelijk van de daadwerkelijke verwarmingslast worden overeengekomen met
de opdrachtgever.
2.3 Vereisten voor de schoorsteen
Voor de montage en aansluiting van de accumulerende kachel moet er worden gecontroleerd of de
schoorsteen wel geschikt is. De schoorsteen moet geschikt zijn en over de juiste afmetingen beschikken om
het apparaat probleemloos te kunnen gebruiken.
Bouwrechtelijke geschiktheid van de schoorsteen: Leef de vereisten van de geldende voorschriften na
(vooral van de betreffende bouwwetten, verwarmingsvoorschriften, 1e BImSchV, DIN V 18160, DIN EN
15287-1).
De schoorsteen moet geschikt zijn voor rookgassen van vaste brandstoffen (temperatuurbestendigheid
min. T400 roetbrandbestendigheid, kenmerking G, corrosieweerstandsklasse 3).
Planningsdata
14
Fysieke/technische geschiktheid van de schoorsteen: De schoorsteen moet in staat zijn om de uitlaat-
gassen voldoende veilig af te voeren en de nodige opvoerdruk op te bouwen, evt. is het nodig om al in
de planningsfase met een berekening aan te tonen dat de schoorsteen voldoende goed functioneert,
volgens DIN EN 13384.
De specificaties voor de minimale en maximale opvoerdruk moeten absoluut worden gevolgd (zie „6.
Technische gegevens” op pagina 52 en „2.4 Bepaling van de totale opvoerdruk“ op pagina 14).
Er moet zeker rekening gehouden worden met de werkingsvoorwaarden van een warmte-accumulatie-
kachel (eenmalige invoer van brandstof, plaatsing van de volledige brandstofhoeveelheid, geen
toevoeging, telkens verwarmen in een koude kachel). Bij het bepalen van de afmetingen van de
schoorsteen (berekend werkingsbewijs volgens DIN EN 13384) moet de berekening zowel gebeuren bij
gedeeltelijke als volledige belasting.
Voor de start kan rekening worden gehouden met een gedeeltelijke belasting vooral bij een lage
afvoergastemperatuur (ong. 140°C) en een kleine massastroom van het afvoergas (ong. 4,3g/s)..
De schoorsteen moet in staat zijn om de minimale opvoerdruk op te bouwen als de kachel in gebruik
is.
Bij te lage werkdruk is het niet mogelijk om de kachel te gebruiken volgens de gestelde vereisten.
De werkdruk van de schoorsteen mag de maximale opvoerdruk niet overschrijden als de kachel in
gebruik is.
Als er een te sterke opvoerdruk is, verhoogt het brandstofverbruik, de temperatuur in de brandkamer
en het vrijgegeven vermogen. Zo verhoogt ook de belasting en de slijtage van de onderdelen,
vermindert de efficiëntie en komen er meer schadelijke stoffen vrij.
Er moet eventueel een geschikte smoorklep of tochtregeling worden voorzien (bijv. trekinrichting).
Alle op dezelfde schoorsteen uitkomende openingen, zoals bijv. andere aansluitings- en reinigingsope-
ningen moeten gesloten zijn. De COLONA is in principe geschikt voor een meervoudige configuratie.
Daarvoor moeten de schoorsteen en alle haarden die erop zijn aangesloten technisch en formeel
geschikt zijn voor een meervoudige configuratie
De schoorsteen mag geen valse trek bevatten. Buisverbindingen en schoorsteenaansluitingen moeten
voldoende dicht worden gemaakt, de onderste en evt. andere reinigingsopeningen moeten goed
functioneren en afgedicht zijn!
Zie hiervoor ook “3.13 Aansluiten op de schoorsteen” op pagina 35
Voor een mogelijk geschikte schoorsteen moet een berekend werkingsbewijs ook bij gedeeltelijke
belasting telkens een positief resultaat opleveren.
Planningsdata
15
2.4 Bepaling van de totale opvoerdruk
De nodige totale opvoerdruk van de kachel is de som van alle individuele drukwaarden. Alle betreffende
individuele waarden moeten worden gecontroleerd. De totale opvoerdruk is voor iedere kachel, afhankelijk
van de constructie van de uitlaatleiding, individueel te bepalen.
De volgende afzonderlijke waarden moeten in elk geval in aanmerking worden nagekeken:
1. Opvoerdruk voor de verbrandings-
luchttoevoer
bij verbrandingsluchttoevoer via een externe leiding
(ten stelligste aanbevolen):
nodige opvoerdruk voor de luchttoevoer uit de buitenlucht
(verbrandingsluchtleiding) wordt via overeenkomstige confi-
guratietabellen of volgens DIN EN 13384 bepaald,
bij verbrandingsluchttoevoer uit de te verwarmen ruimte of
het gebouw zelf (kamerverluchtingsstelsel):
ten minste 4 Pa volgens DIN EN 13384.
2. Minimale opvoerdruk voor de
accumulerende kachel
11 Pa voor de COLONA bij nominaal thermisch vermogen
3. Opvoerdruk voor uitlaatbuis
(verbindingsstuk)
Waardebepaling door een overeenkomstige berekening
volgens
DIN EN 13384
Om de verbrandingsluchtleiding te configureren, kunnen eenvoudige werktabellen worden gebruikt
(zie LEDA-productcatalogus op www.leda.de op de serviceportal).
Planningsdata
16
2.5 Verbrandingsluchttoevoer
Principiële aanwijzingen
De verbrandingslucht moet indien mogelijk altijd via een eigen leiding rechtstreeks uit de buitenlucht naar
de kachel stromen.
Afhankelijk van hoe dicht het gebouw is, kan er mogelijkerwijs voldoende verbrandingslucht de opstellings-
ruimte instromen. Precies in nieuwbouw of in gerenoveerde gebouwen is het in dat opzicht dringend
aangeraden om een verbrandingsluchtleiding te voorzien.
Let erop dat bij het installeren van de verluchtingskanalen voor sanitaire ruimtes in een gebouw of woning
de verbrandingslucht voor kachels of haarden in de regel niet in beschouwing wordt genomen.
De gemeenschappelijke werking van verluchtingsinstallaties en kachels is daarom niet toegestaan zonder
overeenkomstige geschikte maatregelen, zie daarvoor absoluut ook “1. Veiligheidsvoorschriften” op
pagina 3.
Volgens de verwarmingsverordening zijn er extra veiligheidsinrichtingen voorzien. Voor de bewaking raden
we als bouwkundig toegelaten veiligheidsinrichting de LEDA-onderdrukregelaar LUC aan.
Verbrandingsluchttoevoer via rechtstreekse leiding van buiten
De leiding wordt rechtstreeks op de kachel aangesloten. De leiding kan langs onder (in de bekleding van de
kachel) of langs achter (door de overeenkomstige uitsparing aan de achterkant) worden doorgevoerd.
De COLONA trekt alle verbrandingslucht uitsluitend aan via de verbrandingsluchtaansluiting onder de
bodem van de vuurkamer – in de kachelbekleding.
Controleer altijd of er voldoende luchttoevoer is voor de verbranding!
Luchtafzuigingsinstallaties kunnen de toevoer van lucht naar de kachel verstoren!
Planningsdata
17
In ieder geval is het aan te raden om een rechtstreekse en doorlopende leiding uit de buitenlucht naar de
kachel aan te leggen.
De verbrandingsluchtleiding moet worden geïsoleerd tegen condensvorming in de gebieden waarin de
leiding aan de buitenkant is omgeven door kamerlucht. De gebruikte isolatiematerialen moeten dienover-
eenkomstig vochtafwerend zijn of van een dampafwerende laag voorzien zijn.
Verbrandingsluchttoevoer uit de kamer
Indien de verbrandingslucht uit de te verwarmen kamer zelf komt, moet er zeker voldoende luchttoevoer in
de kamer zijn. De minimale luchtverversing voor hygiëne in het gebouw mag in geen geval beperkt worden
door de werking van de kachel.
Verdere kachels of luchtafvoerinrichtingen in de opstellingsruimte of het verbrandingsluchtstelsel moeten in
beschouwing worden genomen, zie absoluut “1.4 Gevaren door onvoldoende verbrandingslucht” op
pagina 6.
In de regel volstaat de afstand van de COLONA tot de vloer niet om voldoende verbrandingslucht aan te
trekken. Daarom moet de overeenkomstige uitsparing van de onderste afdekking aan de achterkant
verwijderd worden, zodat de kachel langs achter voldoende lucht uit de kamer trekt, zie ook paragraaf
“3.6 Voorbereiding op de verbrandingsluchtaansluiting” op pagina 20
Bij voorziening van verbrandingslucht zonder aangesloten leiding moet de
overeenkomstige afdekking aan de achterkant worden verwijderd of geopend!
Als de verbrandingslucht uit de kamer wordt getrokken, moet het paneel aan de
achterkant geopend
zijn of moet er een bodemvrijheid van minstens 10 mm zijn!
Opstellen en eerste ingebruikname
18
3. Opstellen en eerste ingebruikname
3.1 Nodige gereedschap
Schroevendraaier, plat, groot
Schroevendraaier, kruis, middelgroot
Moersleutel, zeskant, als steek- of ringsleutel, SW 12, 13, 17 en 19
Inbussleutel, in maat 2,5 mm, 3 mm, 4 mm en 5mm
3.2 Brandbeschermings- en veiligheidsafstanden
Bij het kiezen van de juiste opstellingsplaats moeten de veiligheidsinstructies in acht worden genomen,
zie “1. Veiligheidsvoorschriften” op pagina 3 of “1.1 Brandbescherming en veiligheidsafstanden” op
pagina 3.
3.3 Geschiktheid van de opstellingsvlakken
De statische eigenschappen van de opstellingsvlakken moeten voldoende afgemeten en geschikt zijn. Indien
nodig moeten er maatregelen worden getroffen om de last te verdelen.
Daarbij moet men rekening houden met het hoge gewicht (massa van de warmteaccumulator) van de
COLONA
Houd absoluut rekening met de brandbeschermings- en veiligheidsafstanden!
Opstellen en eerste ingebruikname
19
3.4 Verlichting van het transport
De COLONA wordt in twee aparte eenheden geleverd.
De onderkachtel COLONA is al gebruiksklaar gemonteerd. Voor transport kan de vuurdeur en de vuurkamer-
bekleding worden verwijderd.
Verdere demontage van onderdelen is niet voorzien.
Het opzetstuk COLONA kan telkens in aparte delen (gegoten ringen en chamotte-elementen) vervoerd
worden.
Het opzetstuk mag pas worden opgebouwd als de accumulerende kachel al op de juiste plaats is
opgebouwd en uitgelijnd.
3.5 Montage van de voetjes, uitlijnen van de onderkachel
De 4 stelvoetjes van de COLONA zijn al in de
onderkant van de onderkachel geschroefd.
Voor het transport zijn de stelvoetjes volledig in de
kachel verzonken en ze moeten bij het opstellen en
uitrichten van de COLONA uitgedraaid worden –
afstelbereik van 0 tot 15 mm.
De accumulerende kachel COLONA moet altijd met
voetjes gemonteerd opgesteld worden. Met behulp
van de voetjes kan de COLONA uitgericht worden
(moersleutel, zeskant, steeksleutel, SW 13).
(zie Afb. 3.1)
Afb. 3.1 Stelvoetjes onder de bodem van het apparaat
max. 15mm
Als de verbrandingslucht via de vrije bodemruimte moet worden aangetrokken,
moet de vrije bodemruimte minstens 10mm bedragen!
Opstellen en eerste ingebruikname
20
Om de stelvoetjes gemakkelijker te kunnen
verstellen, kan de afdekking aan de achterkant
worden verwijderd.
De 4 stelvoetjes zijn bereikbaar via de uitsparing.
De stelvoetjes moeten in ieder geval voor de
opbouw van de opzetstukken afgesteld worden.
3.6 Voorbereiding op de verbrandingsluchtaansluiting
De buitenluchtaansluiting (verbrandingsluchtaan-
sluiting) bevindt zich onder de vuurkamervloer –
in de kachelbekleding.
Om een verbrandingsluchtleiding aan te sluiten zijn
er geen verdere toebehoren voor de COLONA nodig.
Een verbrandingsluchtleiding kan langs onder
door de bodemuitsparing van de COLONA worden
doorgevoerd.
De inspectieplaat kan worden verwijderd om de
verbrandingsluchtleiding te monteren.
Afb. 3.2 Stelvoetjes onder de apparaatbodem, afgenomen
afdekking
Afb. 3.3 Inspectieplaat aan de achterkant van de kachel
Opstellen en eerste ingebruikname
21
Om een verbrandingsluchtleiding langs achter aan te sluiten, moet de voorziene opening in de afdekking
worden geopend.
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
De inspectieplaat achteraan losmaken en
afnemen – 2 bouten rechts en links (2
inbusbouten, 4 mm),
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
voorziene opening voor de luchtleiding uit de
inspectieplaat losbreken,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
de inspectieplaat over de luchtleiding
schuiven,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
de leiding in de COLONA op de verbran-
dingsluchtaansluiting steken en bevestigen
en dan
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
de inspectieplaat weer vastschroeven op de
achterkant van de kachel.
Bij verbrandingsluchttoevoer uit de kamer (zonder aangesloten leiding) moet de overeenkomstige afdekking
aan de achterkant worden verwijderd of geopend of moet er met de stelvoetjes een vrije bodemafstand van
ten minste 10 mm worden voorzien.
Afb. 3.4 Inspectieplaat aan de achterkant van de kachel met
uitsparing voor de leiding
Als de verbrandingslucht uit de kamer wordt getrokken, moet het paneel aan de
achterkant geopend zijn of moet er een bodemvrijheid van minstens 10 mm zijn!
Opstellen en eerste ingebruikname
22
3.7 Vuurkamerbekleding (binnenbekleding)
Alle onderdelen van de vuurkamerbekleding zijn
in de levering van de COLONA inbegrepen. De
vermiculietsegmenten aan de zijkanten en de
bodemsteen werden in de fabriek geplaatst.
De vuurkamerbekleding van de COLONA wordt
zonder mortel geplaatst, dus los.
Alle delen van de vuurkamerbekleding kunnen via
de vuurdeur worden in- en uitgebouwd.
3.8 Vuurdeur uitbouwen
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Open de vuurdeur en hef hem aan scharnierzijde een beetje op – bij zelfsluitende vuurdeuren moet
eerst de deurveer worden ontspannen, zie Afb. 3.11 en Afb. 3.12,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
haal de vuurdeur van onder naar voor uit het scharnier, houd hem daarbij van onder vast,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
verwijder de vuurdeur naar onder toe.
Afb. 3.5 Vuurkamerbekleding
Er mogen alleen originele onderdelen of reserveonderdelen van de fabrikant worden gebruikt!
Benodigde toebehoren en reserveonderdelen zijn verkrijgbaar via uw vakman.
Bij het uitbouwen van de vuurdeur wordt de deurveer ontspannen. De veer moet niet worden
uitgebouwd maar wel opnieuw worden opgespannen als de deur terug wordt ingebouwd
(zie ook Afb. 3.11 op pagina 25).
Opstellen en eerste ingebruikname
23
3.9 Deurveer inbouwen, ombouwen naar zelfsluitende vuurdeur
De COLONA wordt standaard geleverd met
niet-zelfsluitende vuurdeur. Bij de levering zit een
deurveer en de bijhorende bevestigingsbouten.
De vuurdeur kan tot een zelfsluitende deur worden
omgebouwd:
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
demonteer de vuurdeur (zie vorige paragraaf
3.8),
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
maak de stelschroef van de onderste
scharnierpen los,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
neem de scharnierpen eruit,
Afb. 3.6 deurveer, stelschroef en spanschroef
Afb. 3.7 onderste scharnierpen verwijderen
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Opstellen en eerste ingebruikname
24
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
plaats de deurveer in het boorgat,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
draai de deurveer daarbij lichtjes, tot de
rechte veerdraad aan het uiteinde van de
deurveer in de daartoe voorziene kleine
boring kan worden gestoken en de deurveer
bijna volledig kan worden ingeschoven,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
maak de deurveer vast met de tweede
stelschroef,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
controleer of de deurveer vastzit.
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Breng de scharnierpen in het midden van de deurveer in tot aan de aanslag – de deurveer mag
daarbij niet op de omlopende rand van de scharnierpen liggen,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
de scharnierpen weer met de bijhorende stelschroef vastzetten,
Afb. 3.8 deurveer plaatsen
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Afb. 3.9 deurveer borgen
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Afb. 3.10 scharnierpen en deurveer
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Opstellen en eerste ingebruikname
25
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
de vuurdeur terugplaatsen – eerst boven, dan onder,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
de deurveer met spanschroef bij gesloten vuurdeur op het kader van de vuurdeur schroeven en zo
aanspannen.
Afb. 3.11 deurveer spannen
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Afb. 3.12 gespannen deurveer
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Opstellen en eerste ingebruikname
26
3.10 Draaiconsole en draaibare rookgasaansluiting
De draaiconsoleset is beschikbaar als optie voor de COLONA-versies met bovenaansluiting. De set bestaat
uit de draaiconsole zelf (toestelbasis) en de draaibare rookgasaansluiting.
Beide onderdelen worden voorgemonteerd geleverd.
Draaibare rookgasaansluiting
De draaibare rookgasaansluiting wordt gemonteerd
op de plaats van de vaste rookgasaansluiting die bij
het toestel wordt geleverd.
De draaiconsole kan alleen gemonteerd worden op de modellen met een bovenuitlaat.
Het installatiegebied moet vlak zijn en de plaatsing loodrecht, de draaiconsole kan slechts beperkt
uitgelijnd worden. De aansluiting van een verbrandingsluchtleiding is alleen mogelijk van onderaf..
Wegens zijn hoog eigengewicht mag de COLONA met draaiconsole niet op trillende
vloeren of structuren worden geplaatst!
Afb. 3.13 Vervang de rookgasafvoer aan de bovenzijde door een
draaibare rookgasafvoer
Opstellen en eerste ingebruikname
27
Draaiconsole monteren
De draaiconsole bestaat uit
een bodemplaat met 8 verstelbare voeten
Bovengedeelte van de draaiconsole
Meegeleverde toebehoren:
3 schroeven M5x 12mm,
3 stelschroeven
3 U-ringen en moeren M5
Montage van de draaiconsole
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Voor de voorbereiding dient u het achterste
inspectiepaneel los te maken en te
verwijderen -
2 schroeven rechts en links (2 schroeven, inbus, 4mm),
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Plaats de bodemplaat en het bovengedeelte
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
van de draaiconsole op elkaar en schroef ze van
onderaf in elkaar - 3 schroeven
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
M5x 16mm, inbus, 4mm,
Afb. 3.14 Draaiconsole met bodemplaat en bovengedeelte
Afb. 3.15 Inspectiepaneel aan de achterzijde van het toestel met
uitsparing voor de kabel
Afb. 3.16 Draaiconsole met bodemplaat en bovengedeelte
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Opstellen en eerste ingebruikname
28
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Schroef de 3 stelschroeven in het bovengedeelte van de draaiconsole - M5 x 25 mm, inbus (inbus)
2,5 mm,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
kantel de kantelonderbouw voorzichtig op
de beoogde plaats - deze stappen moeten
door twee personen worden uitgevoerd - en
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
schroef de 4 stelvoeten los van de
toestelbodem,
Afb. 3.17 Stelschroef met bovengedeelte van de draaiconsole
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Afb. 3.18 Stelschroef met bovengedeelte van de draaiconsole
(bovenaanzicht)
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Afb. 3.19 4 Verstelbare voetjes van de colona
Om ervoor te zorgen dat de draaiconsole zonder aanslag kan worden gedraaid nadat de COLONA is
opgesteld, moet de aanslagschroef vóór de montage worden losgedraaid!
Opstellen en eerste ingebruikname
29
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Plaats de gemonteerde draaiconsole onder de toestelbodem met behulp van de bevestigings-
schroeven - de markering op het bovengedeelte van de draaiconsole
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
moet naar voren, de
voorkant van het toestel, wijzen - en
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
bevestig de draaiconsole van bovenaf aan de 3 stelschroeven
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
, elk met moer en sluitring - M5,
SW 8 mm.
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Plaats de kachelonderbouw met de gemonteerde draaiconsole op de beoogde plaats en
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
stel de hoogte nauwkeurig af - om dit te doen, stelt u eerst elke 2e stelvoet af, tot de kachelon-
derbouw precies en stevig staat - de COLONA mag in geen geval wiebelen,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
schroef vervolgens de resterende 4 stelvoeten van de bodemplaat los, totdat alle 8 stelvoeten bijna
gelijkmatig op het montagevlak zijn bevestigd.
Afb. 3.20 Markering “vooraan” op het bovengedeelte van de
draaiconsole
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Afb. 3.21 Bevestig de draaiconsole onder de Colona
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Opstellen en eerste ingebruikname
30
De zijdelingse eindaanslag instellen
De draaiconsole heeft telkens één eindaanslag voor de rotatie naar links en naar rechts. De eindaanslagen
kunnen worden afgesteld na montage van de draaiconsole onder de COLONA.
De afstelling gebeurt via de inspectieplaat aan de achterzijde.
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Verwijder het bovengedeelte van de draaiconsole,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
draai daartoe de 3 schroeven los - M5 x 13 mm, inbus, 3 mm,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
draai de aanslagschroef los - zeskant, SW 13 mm,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
schroef de 2 stelschroeven in een van de daarvoor bestemde gaten, afhankelijk van de gewenste
zijdelingse draaiaanslag - M5 x 10, inbus, 2,5 mm,
draai de stelschroeven slechts lichtjes aan, daarbij moet ong. 4 mm van de stelschroef uitsteken.
Om de eindaanslagen in te stellen, kan de achterzijde van de COLONA naar voren worden gedraaid,
zodat de inspectieopening gemakkelijk toegankelijk is.
Afb. 3.22 Bovenste deel van de draaiconsole
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Afb. 3.23 Stoppennen, het instellen van de linker en rechter
eindaanslagen
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Opstellen en eerste ingebruikname
31
Na de montage kan de COLONA
tussen de twee stelschroeven
draaien.
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Plaats vervolgens het bovengedeelte van de
draaiconsole terug en maak het vast aan het
onderste deel met de 3 schroeven - M5 x 13
mm, inbus, 3 mm,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
schroef de aanslagschroef (M8, SW 13 mm)
helemaal vast om de zijdelingse aanslag van
de draaiconsole te activeren - als de
aanslagschroef nog ietwat is losgedraaid,
kan de COLONA zonder de zijdelingse
aanslag worden gedraaid (bijv. voor
onderhoudsdoeleinden); als de aanslag-
schroef volledig is vastgedraaid, kan de
draaibconsole alleen tussen de twee
zijdelingese aanslagen worden gedraaid.
Afb. 3.24 Aanslagpennen, instellen van de linker en rechter
eindaanslag
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Afb. 3.25 Montage van het bovengedeelte van de draaiconsole
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Wanneer u een verbrandingsluchtleiding van onderen aansluit, raadpleeg dan ook het volgende
hoofdstuk „De verbrandingsluchtleiding aansluiten“ op blz. 33, voordat u het toestel weer in
elkaar zet.
Opstellen en eerste ingebruikname
32
De verbrandingsluchtleiding aansluiten
De draaiconsole kan op een verbrandingsluchtleiding worden aangesloten, als deze centraal onder de
COLONA.
De draaiconsole kan op de verbrandingsluchtleiding worden aangesloten voordat de draaiconsole onder de
COLONA wordt gemonteerd.
De verbrandingsluchtleiding kan echter ook later
worden aangesloten.
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Verwijder het bovengedeelte van de
draaiconsole - hiervoor draait u de 3
schroeven
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
los - M5 x 13 mm, inbus,
3 mm,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
verwijder de stelschijf voor de zijdelingse
aanslagen - draai daartoe de 3 schroevenn
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
los - M5 x 13mm, inbus, 3 mm,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
verwijder vervolgens de verbrandingslucht-
leiding van bovenuit en sluit de leiding aan. Afb. 3.26 Verwijderen van het bovengedeelte van de draaiconsole
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Afb. 3.27 Verwijderen van de stelschijf voor de zijdelingse
aanslagen
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Afb. 3.28 Verbrandingsluchtleiding, van onder
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Opstellen en eerste ingebruikname
33
3.11 Opbouw van de COLONA, onderkachel en opzetstuk
De COLONA bestaat altijd uit een onderkachel en
een opzetstuk.
Het opzetstuk van de COLONA heeft al naargelang
de gekozen variant een afvoeraansluiting aan de
bovenkant of aan de zijkant.
De afvoeraansluiting aan de zijkant moet niet
noodzakelijk naar achter gericht worden. De
zijdelingse afvoeraansluiting in de bovenste gegoten
ring kan al naargelang de bouwomstandigheden
door de passende opbouw van het opzetstuk gericht
worden.
Het opzetstuk met de accumulerende elementen
wordt op de correct geplaatste en gerichte
onderkachel geplaatst.
Afb. 3.29 Opbouw van het opzetstuk
Voor de opbouw van het opzetstuk is er een afzonderlijke beknopte handleiding voorzien bij de
levering.
Opstellen en eerste ingebruikname
34
Rookgasaansluitingen
Bij gasafvoeraansluiting bovenaan moet u de rookgasaansluiting op de gegoten afdekking vastschroeven.
Bij zijdelingse gasafvoeraansluiting moet het blinddeksel in de gegoten afdekking worden vastgeschroefd -
de rookgasaansluiting is op de bovenste gegoten ring bevestigd.
Rookgasaansluitingen of blinddeksels zijn inbegrepen bij de levering.
Afb. 3.30 Rookgasaansluiting monteren Afb. 3.31 Blinddeksel monteren
Op toestellen met een draaiconsole kan alleen de bovenste uitlaat worden gebruikt. Gebruik in dat
geval de draaibare rookgasaansluiting uit de draaiconsoleset.
Opstellen en eerste ingebruikname
35
3.12 Aansluiten op de
schoorsteen
De gasafvoeraansluiting bevindt zich achter aan de
kachel, diameter 150 mm.
Als de afvoerbuis rechtstreeks naar achter door
een muur met brandbare bouwmaterialen wordt
gevoerd, moet men de nodige afstanden tussen
de afvoerbuis en brandbare materialen volgens de
brandveiligheidsverordening absoluut nakomen.
Er zijn 2 versies van het opzetstuk verkrijgbaar:
afvoer boven
afvoer onder
Het instelbereik van de stelvoetjes gaat tot
maximaal 15mm.
De hoogte van de horizontale of zijdelingse afvoer is
max. verstelbaar met deze 15mm.
Houd rekening met de verschillende bouwhoogte
van de wit geëmailleerde en zwarte COLONA:
als maat voor de hoogte van de afvoer aan de zijkant of achterkant (midden), geldt:
wit geëmailleerd, ca. 1680 mm tot 1695 mm
zwart gelakt, ca. 1670 mm tot 1685 mm
E
D
C
B
A
8
7
6
5
4
321
A
B
C
D
E
F
1 2 3
4
LEDA
Heiztechnik - Industrieguss
1670 - 1685
1680 - 1695
115 - 130
484
150
150
1758
212
392
492
242
40
58
100
Dateiname des Zeichnungsobjektes:
KO_050_S
Dateityp:
ASSEM
Dateiname der Zeichnung:
MASSZEICHNUNG
LEDA WERK GmbH & Co.KG
Boekhoff & Co.
Groninger Str. 10
D- 26789 Leer
Maßstab
1:10
Gew.:
499.995
kg
Werkstoff:
-
Oberfläche:
Änderung verwendet bei Gerät
Benennung:
SP-Ofen
Colona
Änderung
Änderung
Änderung
Änderung
Änderung
Identnummer:
-
Zeichnungsnummer:
KO 050
Blatt
1
Änderung
gez. 2014-08-04 1
Bl.
Name Datum (Urspr.) (Ers.f.:) (Ers.d.:)
Afb. 3.32 Mogelijkheden van de uitlaatgasaansluiting
De versies ‘wit geëmailleerd’ en ‘zwart gelakt’ verschillen in hoogte.
Opstellen en eerste ingebruikname
36
3.13 Verbindingsstuk en aansluiting op de schoorsteen
De gasafvoerbuis (verbindingsstuk) moet veilig op de rookgasaansluiting worden bevestigd. De
dwarsdoorsnede zou in de buis zo mogelijk niet verkleind mogen worden.
De gasafvoerbuis (verbindingsstuk) mag niet met een helling ten opzichte van de schoorsteen worden
aangelegd.
De gasafvoerbuis (verbindingsstuk) mag niet in de vrije doorsnede van de schoorsteen komen.
De aansluiting op de schoorsteen moet met een geschikt aansluitstuk gebeuren. Afhankelijk van de
bouwwijze of de vergunning van de schoorsteen kunnen dit bijv. overeenkomstige vormstukken in
aardewerk of wandvoeringen (bijv. dubbelewandvoeringen) zijn.
De afvoerleiding moet roetbrandbestendig en geschikt zijn voor rookgassen van kachels op vaste
brandstof (overeenkomstige corrosieweerstandsklasse), bijv. stalen buis met min. 2 mm dikke wand.
Bij meervoudig gebruik van de schoorsteen moet de verticale minimumafstand tussen twee schoors-
teenaansluitingen ten minste 60 cm bedragen, resp. ten minste 30 cm wanneer de aansluitingen
telkens met 90° verspringend worden voorzien of alle aansluitingen onder 45° op de schoorsteen
worden aangesloten.
Bij meervoudige configuratie moeten alle kachels, die op dezelfde schoorsteen worden aangesloten,
geschikt zijn voor een meervoudige configuratie.
Bij meervoudige configuratie mag de afstand tussen de aansluitingen max. 6,5 m bedragen.
Bij meervoudige configuratie moet de gasafvoerbuis (verbindingsstuk) van de kachel op vaste
brandstof over een loodrecht aanvoerkanaal van ten minste 1 m beschikken alvorens het rookgas naar
de schoorsteen wordt gevoerd - bij een gemengde configuratie met kachels op vloeibare brandstof is
een overeenkomstig aanvoerkanaal absoluut noodzakelijk.
Er mag geen valse trek in de schoorsteen toestromen. Buisverbindingen, reinigingsopeningen en
schoorsteenaansluitingen moeten voldoende en permanent worden dichtgemaakt, alle reinigingsope-
ningen in de gasafvoerbuizen en in de schoorsteen moeten goed functioneel en afgedicht zijn!
De vereiste of voorgeschreven afstanden tussen de gasafvoerbuis en brandbare bouwmaterialen
moeten in acht worden genomen.
De aansluiting op de schoorsteen moet gebeuren op dezelfde verdieping als deze waar de kachel
is opgesteld. De gasafvoerbuis mag niet op andere verdiepingen of in andere wooneenheden
nutseenheden worden geleid. Afvoerbuizen (verbindingsstukken) mogen niet door plafonds worden
geleid.
Gasafvoerbuizen (verbindingsstukken) mogen niet in plafonds, muren of ontoegankelijke holten
worden geplaatst.
Voor meer richtlijnen over de schoorsteen zie „2.3 Vereisten voor de schoorsteen“ op pagina 12.
Opstellen en eerste ingebruikname
37
3.14 LEDATRONIC
Als de COLONA samen met de complete set LEDATRONIC wordt besteld, zijn de stelmotor van de verbran-
dingsluchtklep, deurschakelaar en het themo-element al in de fabriek ingebouwd. Voor de aansluiting van
de LEDATRONIC en de inbouw van de displayeenheid moet men de aparte handleidingen voor LEDATRONIC
(bedienings- en montagehandleiding) volgen.
Werking van de kachels onder testomstandigheden
De verbrandingsluchtregeling past de instelling van de verbrandingsluchtklep tijdens de afbrand constant
aan de betreffende verbrandingstoestand aan.
Onder normtestomstandigheden (product-, bouwmonstertest) volgens DIN EN 15250 moet de verbran-
dingsluchtklep gedurende de volledige afbrand dienovereenkomstig afgesteld worden en dan onveranderd
blijven.
Deze functie van de normtestomstandigheden kan bij de LEDATRONIC worden ingesteld. Verdere
aanwijzingen over instellingen vindt u in de montagehandleiding voor LEDATRONIC.
3.15 Eerste ingebruikneming
Wij raden aan om bij de eerste 3 tot 4 gebruiksdagen na de eerste ingebruikname van de kachel alleen met
telkens minder brandstof (2,0 tot 2,5 kg, klein gekloofd) te verwarmen.
Eventuele condensvorming aan de kachel of aan de bekleding moet onmiddellijk zorgvuldig worden
weggeveegd, voordat er vreemde deeltjes in de lak kunnen inbranden.
Tijdens de eerste ingebruikname en gedurende de eerste stookuren kunnen er lichte geurtjes
ontstaan door het inbranden van de lak. Zorg er tijdens de eerste ingebruikname voor
dat de opstellingsruimte voldoende verlucht is en vermijd rechtstreeks inademen.
Opstellen en eerste ingebruikname
38
Bij de eerste paar keer dat de verwarming wordt gebruikt, zal altijd het restvocht uit de afzonderlijke
accumulerende elementen verdwijnen. Hierbij kan men ‘kookgeluiden’ horen, wanneer dit vocht in de
kleine spleet tussen de accumulerende elementen en gegoten ringen ontsnapt. In het beste geval treedt het
resterende vocht zo traag uit het chamottemateriaal, dat de droging ervan bijna onopgemerkt verloopt.
Om een te snelle ontsnapping van te veel vocht te voorkomen, mogen de accumulerende elementen indien
mogelijk alleen droog in de COLONA worden gelegd en moeten ze ook bij transport en opslag droog
worden gehouden.
Na opbouw van de COLONA is het in uw voordeel om voor de eerste langdurige verwarmingsbeurt de
vuurdeur op een kier te laten staan en de verbrandingsluchtschuif geopend te houden – dat zorgt er in de
regel voor dat de accumulerende elementen nog beter drogen, al voor de eerste ingebruikname.
Metaal zet uit bij verwarming en trekt terug samen in de afkoelfase. Door de speciale constructie van het
apparaat en door het gebruik van hoogwaardige materialen, werden de geluiden die in werking voorkomen
ten gevolge van de thermische uitzetting geminimaliseerd, maar niet volledig weggewerkt.
Bij het eerste afbranden kunnen er door het inbrandproces van de lak lichte gasafscheidingen ontstaan
in de brandkamer uit chamotten, afdichtingen, lakken en de omleidingssteen. Daardoor kan er zich een
witachtige laag in de brandkamer vormen – op de stenen, op delen uit gegoten metaal of op het kijkglas.
Deze laag kan gemakkelijk (droog) worden afgeveegd en is niet schadelijk.
Houd er rekening mee dat de opslagelementen opgebouwd zijn uit een dunnere ring en een massief deel
van de schuine omleiding. In de overgangszone van de ring naar de massieve omleiding zullen door
temperatuurbelasting waarschijnlijk scheuren ontstaan.
Dit is geen fabricagefout maar een ongevaarlijk verschijnsel door het gebruik. De opslagelementen worden
zo vervaardigd dat ze ondanks zulke scheuren perfect op hun plaats blijven.
De werking en veiligheid van de kachel komt hierdoor zeker niet in het gedrang.
Bij de bediening moet u in eerste instantie rekening houden met de aanwijzingen van uw
vakman!
De opslagelementen uit chamotten zijn zo vervaardigd dat gebruiksscheuren geen werkings- of
veiligheidstechnische nadelen veroorzaken. De opslagelementen zullen bij een normale werking van
de kachel scheuren vertonen..
Opstellen en eerste ingebruikname
39
3.16 Normen en richtlijnen
De volgende rechtsvoorschriften, technische regels, normen en richtlijnen moeten voor de planning en opstelling
en voor het gebruik van vuurhaarden en verwarmingssystemen, met bijzondere aandacht worden gevolgd:
LBO ‘Landesbauordnung’ (Duitse bouwverordening per deelstaat) van de betreffende
deelstaat
FeuVo ‘Feuerungsverordnungen’ (verwarmingsverordeningen) van de betreffende deelstaten
EnEV ‘Energieeinsparverordnung’ (energiebesparingsbesluit)
1. BImSchV 1. ‘Bundesimmissionsschutzverordnung’ (verordening voor immissiebescherming), VO
over kleine en middelgrote verwarmingsinstallaties
DIN V 18160-1 Rookafvoersystemen, deel 1: Planning, uitvoering en kenmerking
DIN EN 15287-1 Rookafvoersystemen, deel 1: Rookafvoersystemen voor vuurhaarden met luchttoevoer
uit het interieur
DIN EN 13384 Rookafvoerinstallaties – warmte- en stromingstechnische berekeningsprocessen
DIN EN 12831 Verwarmingsinstallaties in gebouwen – berekeningsproces voor de norm-verwarmingslast
DIN 4102 Brandverloop van bouwmaterialen en onderdelen
DIN 4108 Hittebescherming in hoogbouw
DIN 4109 Geluidsbescherming in hoogbouw
Regionale richtlijnen, brandstofverordeningen, bebouwingsplannen enz. moeten worden nageleefd!
Er moet worden voldaan aan de nationale en regionale bepalingen.
Bediening
40
4. Bediening
4.1 Brandstoffen
Voorziene en toegelaten brandstoffen
De COLONA is ontworpen voor gekloofd hout en houtbriketten.
Volgens de 1e verordening voor de uitvoering van de deelstaatswet op immissiebescherming (1eBImSchV,
§3 alinea 1, nr. 4 – natuurlijk gekloofd hout en 5a – geperste houtblokken) mogen alleen deze brandstoffen
worden verbrand, in een voldoende droge en zuivere toestand.
De juiste brandstofhoeveelheden
Uw COLONA is een accumulerende kachel. Hij is ontworpen voor langdurige warmteaccumulatie of
-uitstraling bij zeer korte brandduur. De accumulerende kachel mag daarom maar tot een maximale
brandstofhoeveelheid verbranden. Na de verbranding geeft de COLONA de warmte over vele uren af.
Pas na de voorziene tijd van warmteuitstraling (ca. 9 uur) mag de accumulerende kachel weer gebruikt
worden om hout te verbranden.
In de volgende tabel vindt u telkens de juiste brandstofhoeveelheid voor ca. 9 uur opgeslagen warmte.
accumulerende kachel Type COLONA
Hoeveelheid brandstof voor gekloofd hout [kg] 4,2
Brandstofverbruik gekloofd hout [kg/h] 3,2
Hoeveelheid brandstof voor houtbriket [kg] 4,0
Brandstofverbruik houtbriket [kg/h] 3,0
Gebruik alleen zuiver, onbehandeld, natuurlijk, gekloofd en droog brandhout of geschikte
houtbriketten in de geschikte formaten, lengtes en hoeveelheden.
Bediening
41
Aanbevelingen voor de brandstof gekloofd hout
Alleen droog hout kan doeltreffend en zonder veel schadelijke stoffen branden!
Optimaal brandhout is daarom altijd:
natuurlijk –
dus niet gelakt, ingelegd of geïmpregneerd, o.a.
niet gelijmd, dus geen stapelhout, lijmbinder, spaanplaat of multiplex, o.a.
het mag schors bevatten,
alle kunstmatige of chemische additieven kunnen bij het verbranden zeer giftig zijn en schaden niet
alleen het milieu maar ook de bouwmaterialen van de kachel en de schoorsteen,
gespleten en per stuk –
alleen hout met voldoende groot oppervlak kan goed, effectief en zuiver verbranden, compacte ronde
blokken daarentegen branden langzaam en slecht. De temperaturen die daarbij ontstaan zijn in de
regel nauwelijks voldoende om tot een zuivere verbranding te komen. Vuile brandkamers en kijkglazen
zijn dan ook vaak tekenen van niet-optimale afbrandomstandigheden,
droog –
dus hout met een maximale restvochtigheid van 20 % (met betrekking tot het drooggewicht).
Vochtig hout brandt aanzienlijk slechter en minder zuiver. Bovendien wordt veel van de verwarmings-
energie in de brandstof gebruikt om het hout te drogen en om vocht te verdampen, zodoende gaat er
veel energie voor de verbranding en het verwarmen verloren.
Gekloofd hout is in de regel pas na een bewaartijd van twee à drie jaar op een goed verluchte plaats
voldoende droog.
Optimaal gekloofd hout voor de accumulerende kachel COLONA:
lengte van houtblokken: optimaal 20 cm, maximaal ca. 25 cm
maximale grootte: ca. 30 cm
Aantal keer gekliefd: 4 grotere, gekloofde blokken,
en kleiner gespleten hout
maximale restvochtigheid: 20 %
Bediening
42
Aanbevelingen voor de brandstof houtbriket
Als u met geperste houtblokken of houtbriketten verwarmt, gebruik dan uitsluitend briketten die uit zuiver
hout bestaan. Geperste blokken uit andere grondstoffen zijn niet geschikt. Gebruik geperste houtblokken
per DIN 51731 (houtbriket), bijv. achthoekige blokken of ronde blokken.
Zorg voor een droge bewaarplaats. Afhankelijk van het product kunnen houtbriketten zeer gemakkelijk en
snel vocht opnemen.
Denk eraan dat geperste houtblokken in het vuur uitzetten! Let op de betreffende productaanwijzingen als
u deze brandstof gebruikt.
Niet-toegelaten brandstoffen
De immissiebeschermingswet van de deelstaat stelt uitdrukkelijk dat het verbranden van afval en reststoffen
in de huiselijke kachel strafbaar is. Afval, houtspaanders, frees- en zaagspaanders, bast- en spaanplaatafval,
gelaagd, gelakt, geïmpregneerd of gefineerd hout mag niet verbrand worden.
Optimale houtbriket voor de accumulerende kachel COLONA:
lengte: optimaal 20 cm, maximaal ca. 25 cm
aanbevolen diameter: ca. 7 à 10 cm
aantal keer gekliefd: 2 à 3 keer doorgebroken
maximale restvochtigheid: 15 %
Het verbranden van afval is niet toegestaan en schadelijk voor milieu en kachel. Als u
ongeschikte brandstoffen of afval verbrandt, vervalt de garantie!
Het is verboden en gevaarlijk om vloeistoffen, vloeibare brandstoffen en vloeibare
aanmaakmiddelen te verbranden!
Bediening
43
Verkeerde brandstoffen leiden door hun verbandingsresten tot lucht- en milieuvervuiling en hebben een
negatieve invloed op de functie en levensduur van de schoorsteen en de kachel. Daardoor zijn er vaak
defecten en een onnodig snelle slijtage. Dure saneringen of zelfs een vervanging van de kachel kunnen de
onaangename gevolgen hiervan zijn.
Schoorsteenvegers hebben bovendien een goed oog voor sporen van dergelijke milieufouten. De
schoorsteenveger controleert de schoorsteen één tot vier keer per jaar. Als de kachel correct bediend
en uitsluitend met droog brandhout wordt gebruikt, voorkomt men een overmatige roetafzetting en
minimaliseert men zo ook de reinigingskosten en de daaraan verbonden kosten van de nodige keerwerken.
In het kader van tests volgens de 1e immissiebeschermingsverordening (1e BImSchV) wordt bovendien de
brandstof en de opslagplaats daarvan door de schoorsteenveger gecontroleerd.
Aansteekhulp
Voor het aansteken raden we rijshout, klein hout en onze praktische aansteekblokjes LEDA FeuerFit aan!
Kloof brandhout voor het aansteken klein genoeg (geen ronde blokken). Smalle houtblokken, vooral uit
splinthout, branden weliswaar kort, maar zijn zeer goed om de kachel aan te steken.
Vele aanmaakhulpmiddelen (bijv. diverse grilleaanstekers) bevatten zeer vluchtige bestanddelen, die niet
geschikt zijn om in gesloten ruimtes te gebruiken. Deze stoffen belasten de lucht in de kamer en zijn onder
bepaalde omstandigheden schadelijk voor de gezondheid.
Bediening
44
Houtverwarming – gebruiken tot laatste vlammen
De COLONA bezit een gesloten vuurkamerbodem uit chamotte en de zijkanten zijn bekleed met vermiculiet.
De brandstof wordt op een gesloten brandkamerbodem in het as- of gloeibed afgebrand.
De brandstof wordt via de vuurdeur in de kachel geplaatst.
Bij nominaal thermisch vermogen wordt de verbrandingslucht via de deur als primaire verbrandingslucht en
secundaire lucht toegevoerd naar de brandstof.
Daarbij wordt een deel van de lucht via de luchtkanalen voor de inspectieruit geleid. Daardoor blijft het
zicht op de verbrandingsruimte zo lang mogelijk onbelemmerd.
In een met vermiculiet beklede vuurkamer worden de resterende brandbare gassen zonder schadelijke
stoffen uitgebrand.
De verwarmingsgassen die daarbij ontstaan, worden in het bovenste gebied van de brandkamer in de
accumulerende elementen uit chamotte geleid en geven daar de resterende thermische energie op zeer
efficiënte wijze af. Dit verhoogt het rendement.
De verbranding, arm aan schadelijke stoffen, gebeurt in een hoofd- en naverbrandingszone. De brandstof
en de brandgassen doorlopen daarbij 3 fysiek-chemische fasen of trappen, die speciaal in COLONA voor de
brandstof hout geoptimaliseerd werden.
Daartoe wordt de nodige verbrandingslucht verdeeld en in de juiste mate naar de brandstof gevoerd –
precies op de juiste plaatsen, telkens in de juiste hoeveelheid en aan de juiste snelheid en bij voldoende
hoge temperaturen.
Trap 1 – hoofdverbranding en ontgassing:
De verbrandingslucht wordt via de luchtklep in het lichaam van het apparaat in de luchtvoorverwar-
mingskamer van de brandkamerbodem gestuurd. Via voorverwarmingskanalen stroomt de verbran-
dingslucht naar spuitmonden en openingen en zo geraakt de lucht op precies vastgelegde plaatsen
optimaal vermengd met het verbrandingsgas.
Door de zo in de verbrandingskamer geleide verbrandingslucht is er een constant stabiele ontgassing.
Bediening
45
Trap 2 – verwarmingsgas-voorbereiding:
Kort voor en in de naverbrandingszone in het bovenste gebied van de brandkamer wordt nog meer lucht
aan het verwarmingsgas toegevoegd. In dit gebied wordt het energierijke verwarmingsgas nog een keer
met opgewarmde verbrandingslucht gevoed. Door de vorm en de uitvoering van de luchtinlaten en de
geometrie van de brandkamer wordt de gewenste vermenging van brandgas en lucht bereikt.
Trap 3 – naverbranding:
In het middelste en bovenste gebied van de brandkamer zorgen hoge temperaturen en de goede
vermenging van brandbare verwarmingsgassen met verbrandingslucht voor een mooie vlam en een
rendabele en daarmee ook zuivere verbranding.
Let voor de bediening steeds op:
Gebruik bij iedere stookbeurt van uw accumulerende kachel voor uw gezondheid en die van uw omgeving
alleen goed brandhout.
De vuurdeur moet tijdens het stoken gesloten zijn!
Houd de vuurdeur en verbrandingsluchtschuif ook gesloten als het apparaat niet wordt
gebruikt!
Hout bijleggen of constant stoken is bij deze accumulerende kachel niet voorzien!
Bediening
46
4.2 Bedieningselementen
Vuurdeur en deurgreep
De deurgreep van de vuurdeur is in werking altijd
gesloten (de deurgreep staat loodrecht voor de deur,
zie Afb. 4.1). De greep heeft een haaksluiting, die
wordt geopend door aan de deurgreep te trekken.
Als er in de kachel wordt gestookt, wordt de
deurgreep zeer heet. Gebruik daarom altijd de
meegeleverde bedieningsgreep en indien nodig de
beschermende handschoen.
Verbrandingsluchtschuif
De bedieningsgreep voor de instelling van de
verbrandingslucht (“verbrandingsluchtschuif”)
bevindt zich in het midden onder de vuurdeur.
De bedieningsgreep kan naar rechts (volledig
geopend) of links (volledig gesloten) worden
geschoven.
Afb. 4.1 Vuurdeur, deurgreep en asdeur
Afb. 4.2 Verbrandingsluchtschuif
Bediening
47
Als er in de COLONA wordt gestookt, wordt de bedieningsgreep heet. Daarom moet u voor instellingen te
veranderen als de kachel in werking is de meegeleverde handschoen gebruiken.
Bij de bediening moet u in eerste instantie rekening houden met de aanwijzingen van uw
vakman!
Afb. 4.3 verbrandingsluchtschuif, links, volledig gesloten Afb. 4.4 verbrandingsluchtschuif, rechts, helemaal geopend
Bediening
48
4.3 Werking en regeling van de verbranding
Voor het aanmaken
Op de bodem van de vuurkamer bevinden zich in het asbed in de regel nog koolresten van vorige verbran-
dingen, deze moet u niet verwijderen. De houtskool verbrandt bij het volgende gebruik mee en helpt het
apparaat al in de aanmaakfase goed op te warmen tot de bedrijfstemperatuur.
In het beste geval bevindt zich op de bodem van de vuurkamer een asbed van de laatste stookbeurt.
Alleen als er te veel voorwerpen in de vuurkamer liggen, moet de losse as verwijderd worden (zie hiervoor
ook “Ontassen” op pagina 52). Het asbed werkt als een thermische isolatie bij het aanmaken en houdt
het aanmaakhout van het begin op hoge temperatuur.
Voor het aansteken moeten de omstandigheden in de schoorsteen gecontroleerd worden. Open daartoe de
vuurdeur een klein beetje en houd een vlam (lucifer of aansteker) dicht bij deze spleet.
Als de vlam niet door de spleet wordt aangezogen, moet de opwaartse trek door een ‘lokvuur’ op
gang worden gebracht. Als dit niet lukt, mag u de kachel niet gebruiken!
Als er lucht uit de vuurkamer stroomt en als de vlam daardoor zelfs in de richting van de woonkamer
wordt geleid, mag de kachel ook niet in gebruik worden genomen – er is overdruk in de schoorsteen
en het af te voeren gas zou daardoor niet kunnen worden afgevoerd.
Als de vlam in de richting van de vuurkamer trekt, zorgt de schoorsteen voor onderdruk. In dit geval
kan de kachel aangemaakt worden :
Gebruik bij iedere stookbeurt van uw kachel alleen de juiste brandstoffen, let op kwaliteit, zuiverheid en
droogheid – goed voor uzelf en het milieu.
Als er voor de bewaking van de gemeenschappelijke werking van kachel en verluchtingsinstallatie
een LEDA-onderdrukregelaar (LUC) is geplaatst, kan de onderdruk van de schoorsteen rechtstreeks
worden afgelezen.
Bediening
49
Aanmaken
Het aanmaken is identiek voor gekloofd hout en
houtbriketten.
Open de verbrandingsluchtleiding volledig –
luchtschuif helemaal naar rechts schuiven (zie
Afb. 4.5),
leg best vier grote, gekloofde houtblokken van
in totaal 4kg klaar,
leg 2 gekloofde houtblokken op het asbed,
leg daar nog eens twee gekloofde houtblokken
dwars op,
leeg daar meervoudig gekloofd, kleiner
aanmaakhout op en
leg aanmaakblokjes tussen het aanmaakhout
– bijv. LEDA FeuerFit,
steek de aanmaakblokjes aan,
laat de deur van de vuurkamer ongeveer 3 tot 5 minuten op een kier openstaan.
Zodra er een goed vuurtje zichtbaar is en het eerste vocht (condens) op de ruit verdampt is, sluit u de
deur van de vuurkamer volledig.
Met een vulling van hout zal de afbrand bij geschikte instellingen en randvoorwaarden ongeveer een uur
duren. Dat zijn de beste voorwaarden voor een afbrand die vrij is van schadelijke stoffen.
Voeg in ieder geval niet te vaak brandstof toe, anders wordt de ‘energiestoot’ te groot en is er onnodig veel
verlies van afvoergas.
Leg geen hout bij, laat de accumulerende kachel niet constant branden.
Zo is het ook niet mogelijk om hout ‘op een laag pitje’, met sterk gesmoorde luchttoevoer, te verbranden
(continue brand). Als de luchttoevoer voor de verbranding te fel beperkt wordt of als de schoorsteen te
weinig trekt, vindt er door dit luchtgebrek een onzuivere en niet efficiënte verbranding plaats. Dat leidt tot
een sterkere vorming van condens en teer in de vuurkamer en bijzonder snel tot vervuiling op het kijkglas,
sterke roet- en rookvorming en zelfs ontploffingsgevaar.
Afb. 4.5 verbrandingsluchtschuif, rechts, helemaal geopend
Bediening
50
Bijleggen en verwarmen
Hout bijleggen is bij deze accumulerende kachel niet voorzien. Na de afbrand van de eerste hoeveelheid
brandhout, wordt de afbrand beëindigd.
Einde van het afbranden
Zodra er geen gelig-witte vlammen meer te zien
zijn, wordt de verbrandingslucht volledig afgesloten.
Dat voorkomt dat er onnodig verbrandingslucht
doorstroomt en de installatie zal afkoelen.
Daartoe wordt de luchthendel helemaal naar links
geschoven.
Als de verbrandingslucht op tijd gesloten
wordt, blijven er in de regel resten van de laatst
opgestookte houtmassa als houtskoolstukken in
de brandcilinder liggen. Dit is geen fout, maar
een teken dat de verbrandingslucht op het juiste
moment is afgesloten.
Sluit altijd de deur van de accumulerende kachel als
u klaar bent met stoken en als de kachel niet in gebruik is en sluit ook de verbrandingslucht af.
Hout bijleggen is bij deze accumulerende kachel niet voorzien! Pas als alle warmte
uitgestraald is, kan er opnieuw gestookt worden.
Afb. 4.6 verbrandingsluchtschuif, links, volledig gesloten
Houd de vuurdeur en verbrandingsluchtschuif ook gesloten als het apparaat niet wordt
gebruikt!
Bediening
51
Buitenbedrijfstelling in geval van storing
Als er zich grote problemen voordoen, kan het nodig zijn om de accumulerende kachel buiten bedrijf te
stellen.
Sluit de verbrandingsluchtleiding niet volledig. In geval van storingen kan het zeer moeilijk en gevaarlijk zijn
om brandstof en gloeibed uit de brandkamer te halen. Als u toch het grootste deel van de brandstof en
gloeibed wilt verwijderen, gooi deze resten dan in een geschikte metalen emmer.
Zet deze metalen emmer absoluut buiten, let erop dat de emmer voldoende van brandbare voorwerpen
af staat, plaats hem op een niet-brandbare ondergrond, bijv. asfalt, steen of beton. Vermijd zo ook andere
gevaren en schade door de hete emmer en mogelijk nog brandende stukken.
In geval van een schoorsteenbrand moet u absoluut de aanbevolen richtlijnen volgen, “1.8 Juiste
handelwijze bij schoorsteenbrand” op pagina 9.
4.4 Reiniging en onderhoud
Naast de dagelijkse bediening en reiniging van uw COLONA, moet de verwarmingsgasweg door de
accumulerende segmenten in het opzetstuk van de accumulerende kachel en de gasafvoerbuis minstens
een keer per jaar of indien nodig vaker worden gereinigd en onderhouden, zodat de kachel rendabel en
probleemloos blijft werken. Deze werken moeten worden uitgevoerd door vaklui.
We raden u hiervoor aan om een onderhoudscontract af te sluiten met een vakman.
Blus de afbrand nooit met water!
Het apparaat mag alleen worden gereinigd en onderhouden als het koud is!
Bediening
52
Ontassen
Alleen als er te veel voorwerpen in de vuurkamer
liggen, moet de losse as verwijderd worden. Het
asbed mag ten hoogste tot aan de onderkant van
de vuurkameropening
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
opbouwen. Losse
stukken houtskool kunnen ook hoger liggen dan dit,
voor zover ze er niet uitvallen.
De as mag echter nooit volledig weggenomen
worden, in het beste geval is de laag 3-4 cm hoog
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
.
De as kan van de vuurkamerbodem (chamottesteen,
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
) worden verwijderd met een keerblik uit metaal of een as- of kolenschop.
De brandkamerbodem verwijderen
Om het gebied van de luchtvoorverwarmingskamer, onder de brandkamerbodem en het luchthendelme-
chanisme te reinigen en onderhouden, kunnen de bodemsteen en de bodemplaat uit het apparaat worden
genomen.
De accumulerende segmenten in het opzetstuk reinigen
De verwarmingsgasweg door de accumulerende elementen moet een keer per jaar worden gecontroleerd en
gereinigd van stuifas.
Door de speciale vorm van de openingen in de accumulerende elementen kunnen normaliter 3 tot 4
omleidingen gereinigd worden met een passende borstel. Daardoor is het nodig om de accumulerende
elementen van de brandkamer en van boven te reinigen.
Afb. 4.7 Asbed, ashoogte
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Bediening
53
Als er amper afzettingen of stuifas aanwezig zijn,
kan het reinigingsinterval bij gelijkblijvend gebruik
eventueel ook langer gemaakt worden.
Let erop dat de accumulerende elementen uit een
dunnere ring en een massief gebied van de schuine
omleiding bestaan. Bij de overgang van een ring op
de massieve omleiding kunnen er door thermische
belasting waarschijnlijk scheuren ontstaan.
Dat is geen fout, maar een normaal gebruiks-
verschijnsel dat geen problemen veroorzaakt.
De accumulerende elementen zijn daarom zo
ontworpen dat ze ondanks dergelijke scheurtjes op
de voorziene plaats blijven liggen.
De werking en veiligheid van de kachel komen
daardoor niet in het gedrang.
Afb. 4.8 Verwarmingsgasweg in het opzetstuk
De accumulerende elementen uit chamotte zijn zo ontworpen dat er gebruiksscheuren ontstaan
die geen nadelen voor de werking of veiligheid vormen. In de regel zullen er in de accumulerende
elementen scheuren ontstaan.
Bediening
54
Reinigen van het kijkglas
Het is op lange termijn niet te voorkomen dat het glas gaat beslaan. De COLONA bezit echter een afblaas-
inrichting voor het glas, die voorkomt dat de glaskeramiekruit gemakkelijk verontreinigd wordt.
Bij het aanmaken en bij gebruik van vochtig hout, te grote houtblokken of in geval van een onvoldoende
trekkende schoorsteen, slaat condens uit de brandgassen tegen de ruit aan en zetten er zich meer
roetdeeltjes vast. Hierdoor wordt de ruit merkbaar sterker en sneller vuil.
De glaskeramiekruit mag alleen maar met in de handel verkrijgbare glasreiniger (bijv. vaatwasmiddel of
kookplaatreiniger) worden behandeld.
Het glas mag alleen koud worden gereinigd.
Na reinigingsmiddelen te hebben gebruikt, is het aangeraden om het glas vochtig af te vegen, zodat er
geen eventuele resten van het reinigingsmiddel op het glas blijven. Reinigingsmiddelresten kunnen bij het
stoken onder bepaalde omstandigheden leiden toe aantasting van het glasoppervlak of vlekken of randjes.
De glaskeramiekruit mag in geen geval worden behandeld met bijtende of schurende middelen.
Hierbij moet er op worden gelet dat het oppervlak van de glaskeramiekruit relatief licht bekrast kan worden.
De afdichting van de ruit moet bij het reinigen indien mogelijk droog blijven, zodat deze haar elasticiteit
behoudt. Afdichtingen die door condens of reinigingsmiddel hard zijn geworden, kunnen nauwelijks de
nodige bewegingsvrijheid voor de glaskeramiekruit garanderen.
Bediening
55
4.5 Checklist bij storingen
Storing Oorzaak Herstel
het vuur brandt niet
goed of inspectieruit
vervuilt snel
hout te vochtig controleren; max. restvocht 20 %
verkeerde of te weinig brandstof Alleen brandstof gebruiken die voor het
apparaat geschikt en toegelaten is
Brandstofhoeveelheid baseren op de
instructies in deze handleiding
(zie “4.1 Brandstoffen” op pagina 40)
houtblok te groot houtblokken moeten ten minste twee
maar liefst meerdere kloven vertonen
geen ronde blokken gebruiken,
niet slechts één stuk gebruiken,
max. grootte van de blokken volgens
de aanwijzingen controleren
schoorsteen trekt niet sterk
genoeg:
(minimale opvoerdruk:
11 Pa aan gasafvoeraansluiting)
sondetest uitvoeren en onderdruk
meten
gasafvoerinstallatie controleren op
dichtheid
lokvuur in de schoorsteen aansteken
openstaande deuren van andere op de
schoorsteen aangesloten apparaten
sluiten
verbrandingsluchtopeningen van niet in
werking zijnde andere haarden/kachels
op dezelfde schoorsteen sluiten
ondichte reinigingsopeningen van
schoorsteen afdichten
verbindingsstukken controleren en evt.
reinigen
onvoldoende verbrandingslucht verluchtingsinstallatie of afzuigkap in de
woning controleren, evt. venster openen
evt. uw vakman inlichten
Bediening
56
Storing Oorzaak Herstel
het vuur brandt niet
goed of inspectieruit
vervuilt snel
schoorsteen trekt te sterk: (max.
20 Pa aan gasafvoeraansluiting,
voor een optimaal rendement)
sondetest uitvoeren en onderdruk
meten
trekbegrenzing in de schoorsteen laten
inbouwen, bijv. tochtkanaal
smoorklep voor schoorsteeningang
laten installeren
éénhandsluchtregelaar te vroeg
of te ver gesloten
niet sluiten voordat het vuur afgebrand
is
verbrandingsluchtregelaar een beetje
verder openen
niet smoren als de kachel in werking is
condensvorming hoog temperatuurverschil in de
vuurkamer
deur in de aanmaakfase op een kier
zetten apparaat daarbij niet onbewaakt
achterlaten!
te lang durende aanmaakfase te groot, te weinig gekloofd hout
hout te vochtig houtvochtigheid controleren; max. 20 %
rooklast schoorsteen trekt niet sterk
genoeg:
(minimale opvoerdruk:
11 Pa aan gasafvoeraansluiting)
sondetest uitvoeren en onderdruk
meten
gasafvoerinstallatie controleren op
dichtheid
lokvuur in de schoorsteen aansteken
openstaande deuren van andere op de
schoorsteen aangesloten apparaten
sluiten
verbrandingsluchtopeningen van niet in
werking zijnde andere haarden/kachels
op dezelfde schoorsteen sluiten
ondichte reinigingsopeningen van
schoorsteen afdichten
verbindingsstukken controleren en evt.
reinigen
brandstof niet afgebrand geen brandstof bijleggen, pas nadat
alle opgeslagen warmte afgegeven is
opnieuw stoken.
Bediening
57
4.6 Instructies voor de afvalverwijdering van toestellen met
LEDATRONIC
Om het milieu te beschermen, mogen de onderdelen van de
LEDATRONIC niet bij het ongesorteerd huisvuil worden afgevoerd.
Deze onderdelen moeten volgens de plaatselijke voorschriften worden
afgevoerd. Deze onderdelen zijn gemaakt van materialen die door
de recyclagepunten kunnen worden gerecycleerd. Wij hebben hiertoe
de elektronische onderdelen zo ontworpen dat zij gemakkelijk te
sorteren zijn. Er worden ook recycleerbare materialen gebruikt in het
productieproces.
Als u niet over de middelen beschikt om het oude toestel of de onderdelen van de LEDATRONIC op een
professionele manier te verwijderen, verzoeken wij u contact op te nemen met uw vakhandelaar of met ons
om u te informeren over de mogelijkheden om de LEDATRONIC-onderdelen af te voeren of terug te nemen.
Wissel- en slijtstukken
58
5. Wissel- en slijtstukken
Er mogen alleen originele reserveonderdelen van de fabrikant worden gebruikt! U kunt reserveonderdelen
via uw vakhandelaar of de fabrikant van uw installatie bestellen.
5.1 Reserve- en slijtonderdelen – algemeen
accumulerende kachel Type COLONA
Deurgreep, kijkglas, vuurdeur, divers vlakke deur ronde deur
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Deurgreep, roestvrij staal, volledig 1005-03236 1005-04226
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Set bouten voor deurgreep 1005-03909 1005-04227
Sluithoek, volledig (tegenstuk voor deurgreep) 1005-03237 1005-04228
Deurveer (alleen vuurdeur), volledig 1005-04098 1005-04098
Vuurdeur, volledig gemonteerd, lijsten in zwart 1005-04102 1005-04229
Vuurdeur, volledig gemonteerd, lijsten in roestvrij staal 1005-04103 --
Kijkglas, binnen, ca. 411 x 228 x 4mm 1005-03354 1005-03354
Kijkglas, buiten 1005-03358 1005-04230
Deur- en glasafdichtingsset 1005-04471 1005-04471
Afb. 5.1 deurgreep
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Wissel- en slijtstukken
59
5.2 Reserve- en slijtonderdelen – vuurkamer
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Bodemsteen uit chamotte,
1x nodig
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Steensegment voor links- en
rechtsvoor, uit vermiculiet,
2x nodig
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Steensegment, uit vermiculiet,
7x nodig
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Vezelmat voor vermiculietseg-
menten,
1x nodig, ca. 50x90 cm
accumulerende kachel Type COLONA
Vuurkamer
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Bodemsteen chamotte (1x) 1005-04099
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Steensegment, voor links-/rechtsvoor, vermiculiet (2x nodig) 1005-04100
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Steensegment, vermiculiet (7x nodig) 1005-04101
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Vezelmat (COLONA) (1x) 1005-04369
Afb. 5.2 Bekleding van brandkamer en omleiding
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
20
21
22
23
24
25
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
45
46
47
48
49
50
44
43
42
41
40
39
38
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
Wissel- en slijtstukken
60
5.3 Reserve- en slijtonderdelen – LEDATRONIC
accumulerende kachel Type COLONA
LEDATRONIC
Deurschakelaar LEDATRONIC LT3 1005-03346
Insteekbaar thermo-element LT3 1005-01425
Verbrandingsluchtklep met stelmotor LT3, Ø = 100mm 1005-04108
Technische gegevens
61
6. Technische gegevens
accumulerende kachel Type COLONA
goedkeuringsbasis, bouwrechtelijke toepasbaarheid CE-kenmerking per DIN EN 13240
Energieklasse A+
CO in verhouding tot 13% O2[mg/m3
N]≤ 1250
Stofgehalte in verhouding tot 13% O2[mg/m3
N]≤ 40
CnHm in verhouding tot 13% O2[mg/m3
N]≤ 120
NOx in verhouding tot 13% O2[mg/m3
N]≤ 200
Rendement [%] ≥ 81
Afvoergastemperatuur bij gekliefd hout en houtbriketten [°C] 176
I. Gebruiksgegevens
Prestatiegegevens
Nominaal thermisch vermogen (in verhouding tot de uitstra-
lingsduur), QN
[kW 1,7
Warmteafgifte [Wh 14.965
Warmteafgifte [kJ] 53.874
gemiddelde afbrandduur [h] 1,3
Tijdspanne (tot max. warmteafgifte) [h] 1,8
Accumulatieduur (tot afgifte van 50 % van de warmte) [h] 6,4
Thermische accumulatieduur (tot afgifte van 25% van de warmte) [h] 10,7
Gegevens voor de schoorsteenmeting volgens DIN EN 13384 deel 1 en deel 2
Gebruik met gekliefd hout of houtbriketten
Temperatuur gasafvoeraansluiting [°C] 211
Massastroom afvoergas [g/s] 13
Minimale opvoerdruk 1) [Pa] 11
Maximale opvoerdruk 1) [Pa] 20
Verbrandingsluchtvraag [m³/h] 37,4
Brandstoffen
bruikbare brandstoffen gekloofd hout en houtbriketten
Hoeveelheid brandstof, gekloofd hout [kg] 4,2
Brandstofverbruik gekloofd hout [kg/h] 3,2
Hoeveelheid brandstof, houtbriket [kg] 4,0
Brandstofverbruik houtbriket [kg/h] 3,1
Technische gegevens
62
accumulerende kachel Type COLONA
II. Informatie over brand- en warmtebescherming
Veiligheidsafstanden tot onderdelen met of uit brandbare materialen
Minimale afstand aan de zijkant tussen de kachel en een
brandbare wand [cm] 30
Minimale afstand aan de achterkant tussen de kachel en een
brandbare wand [cm] 15
Minimale afstand aan de bovenkant tussen de kachel en een
brandbaar plafond [cm] 50
niet-brandbare ondergrond nodig nee
Afstand in het stralingsgebied van het kijkglas
Afstand (zonder stralingsbescherming) [cm] 80
III. Afmeting, massa´s en anders
Aansluitingbuis Verbindingsstuk Ø [mm] 150
Verbrandingsluchtaansluiting Ø [mm] 100
Voorinstelling LT3-luchtklep (optioneel) [%] 100
statische positie van de LT3-luchtklep (typeproef) [%] 100
kleinste positie van de LT3-luchtklep (dynamische typeproef) [%] 30
Max. lengte van brandstof [cm] 25 tot 30
Massa accumulerende kachel – incl. vuurkamerbekleding en
accumulerende elementen, onderkachel en opzetstuk ca. [kg] 480
1) Voor een optimaal rendement mag deze waarde niet worden onder- of overschreden.
Waarborg en garantie
63
7. Waarborg en garantie
Deze informatie geldt bovenop onze ‘algemene voorwaarden’ van 2006-01-01.
Onze producten naast het gamma toebehoren zijn kwaliteitsproducten die werden gecertificeerd door
onafhankelijke testorganisaties. Ze werden geproduceerd volgens de geldende verwarmingstechnische regels
en werden zorgvuldig geconstrueerd met materialen die in de handel verkrijgbaar zijn.
Omdat het hier gaat om technische apparaten, is er voor de verkoop, plaatsing en aansluiting ervan bijzondere
vakkennis nodig. Daarom is het een vereiste dat de medewerker van het vakbedrijf tijdens de plaatsing
en het eerste gebruik de voorschriften van de fabrikant en de geldende bouwrechtelijke voorschriften en
technische regels naleeft. Door de bedieningshandleiding zorgvuldig te volgen, kunt u vele jaren lang rekenen
op een onvergelijkbaar verwarmingsgenot. Specifieke onderdelen / componenten moeten regelmatig worden
gecontroleerd en eventueel worden vervangen of bijgewerkt.
Bij nieuw geproduceerde producten bedraagt de wettelijke garantietermijn voor gebreken van de verkoper –
behalve indien er een gebrek aan een bouwdeel wordt aangegeven – ten opzichte van de eindgebruiker 24
maanden vanaf de risico-overdracht.
Naast deze wettelijke richtlijnen verleent LEDA ook een garantie van 10 jaar vanaf de productie voor alle
onderdelen in gegoten metaal voor een defectloze, met het doel overeenkomstige materiaalkwaliteit. De
garantie heeft betrekking op kostenloze reparaties van het apparaat of de onderdelen waarvan hier sprake. De
eindgebruiker kan alleen maar aanspraak maken op vervanging voor onderdelen die gebreken in het materiaal
of de werkwijze vertonen. Verdere aanspraken zijn uitgesloten. Uitgesloten van de garantie zijn delen die
onderhavig zijn aan natuurlijke slijtage. Slijtdelen hebben op basis van hun geschiktheid voor het geplande
gebruik slechts een beperkte levensduur. Slijtdelen zijn vooral delen die rechtstreeks in contact komen met het
voor, bijv. roosters, chamottestenen, afdichtingsbanden enz. Let er op dat de beperkte levensduur van slijtdelen
ook een effect kan hebben op de garantie. Slijtage door het gewone gebruik is geen gebrek en valt dus niet
onder de garantie.
Ook alle schade en gebreken aan apparaten of hun onderdelen die veroorzaakt werden door externe
chemische of mechanische inwerking tijdens het transport, de opslag, een oneigenlijke plaatsing en gebruik,
verkeerde bediening, het gebruik van ongeschikte brandstoffen en mechanische, chemische, thermische en
elektrische overbelasting.
De fabrikant is in het kader van de garantie niet aansprakelijk voor rechtstreekse of onrechtstreekse schade
die door het apparaat veroorzaakt werd. U kunt geen aanspraak maken op terugtrekking of mindering als de
fabrikant niet in staat is om de gebreken of schade binnen een passende tijd te verhelpen. Zover er sprake is
van een garantiegeval, moet u zich schriftelijk wenden tot de producent van de installatie.
Prestatieverklaring
64
8. Prestatieverklaring
Prestatieverklaring voor de accumulatiekachel COLONA volgens
Verordening bouwproducten BauPVO, (EU) Nr. 305/2011, evenals
de gedelegeerde verordening (EU) Nr. 574/2014.
LEISTUNGSERKLÄRUNG
Nr. 6036-00579-01
1. Eindeutiger Kenncode des Produkttyps:
COLONA
2. Verwendungszweck(e):
Raumheizung in Gebäuden ohne Heiz- oder Brauchwassererwärmung mit den Brennstoffen Scheitholz und
Holzbrikett
3. Hersteller:
LEDA Werk GmbH & Co.KG, Groninger Straße 10, 26789 Leer, Deutschland
Tel. +49 491 6099-0, Fax +49 491 6099-290, www.leda.de, info@www.leda.de
4.
5. System(e) zur Bewertung und Überprüfung der Leistungsbeständigkeit:
System 3
6.a) Harmonisierte Norm:
EN 15250:2007
Notifizierte Stelle(n):
RRF Rhein-Ruhr Feuerstätten-Prüfstelle GmbH
Im Lipperfeld 34b, 46047 Oberhausen, Deutschland
Kennnummer der notifizierten Stelle: 1625
Prüfbericht Nr. der Typprüfung: RRF- 50 15 3868
6.b)
Auszug aus: LEDA 6036-00579 V15 V15 COLONA Installatie- en bedieningsaanwijzing
Prestatieverklaring
65
2. Seite zur Leistungserklärung Nr. 6036-00579-01
7. Erklärte Leistungen
8.
Die Leistung des vorstehenden Produkts entspricht der erklärten Leistung/den erklärten Leistungen. Für die Erstellung der
Leistungserklärung im Einklang mit der Verordnung (EU) Nr. 305/2011 ist allein der obengenannte Hersteller verantwortlich.
Unterzeichnet für den Hersteller und im Namen des Herstellers von:
Tammo Lüken
Leer 2020-04-08
Wesentliche Merkmale Leistung Harmonisierte technische
Spezifikation
Brandsicherheit Anforderungen erfüllt
EN 15250:2007
Das notifizierte Prüflabor
hat nach System 3 die
Typprüfung durchgeführt
Brandverhalten A1
Mindestabstände zu angrenzenden brennbaren
Bestandteilen
zum Boden:
zur Seite
nach hinten:
zur Decke:
0
30 cm
15 cm
50 cm
im Strahlungsbereich der Sichtfenstertür: 80 cm
Kein Herausfallen von Glut oder Brennstoff Anforderungen erfüllt
Reinigbarkeit der Heizflächen Anforderungen erfüllt
Emission von Verbrennungsprodukten mittlerer CO -Gehalt bez. auf 13% O2 1250 mg/mN³
Abgastemperatur bei Nennwärmeleistung 176°C
Freisetzung von gefährlichen Stoffen NPD (keine Leistung bestimmt)
Oberflächentemperatur Anforderungen erfüllt
Elektrische Sicherheit NPD (keine Leistung bestimmt)
Maximaler Betriebsdruck --
Mechanische Festigkeit (zum
Tragen eines Schornsteins) NPD (keine Leistung bestimmt)
Wärmeleistung/Energieeffizienz
Wärmeabgabe:
Raumwärmeleistung:
Be- und Entladungszeit 100%
50%
25%
Wirkungsgrad:
53874 kJ
1,7 kW
1,8 h
6,4 h
10,7 h
≥ 81%
Identificatieplaatje
66
9. Identificatieplaatje
Het typeplaatje bevindt zich onder op de achterkant
van de kachel – op het revisiedeksel.
Afb. 9.1 Typeplaatje op de inspectieplaat aan de achterkant van
het apparaat
Identificatieplaatje
67
Volgende informatie vindt u op het typeplaatje. Deze komt telkens overeen met de gegevens in de
desbetreffende prestatieverklaring:
15
Kennnummer der notizierten Stelle: 1625
EN 15250:2007
Nummer der Leistungserklärung:
6036-00579-01
Wesentliche Merkmale Leistung
Brandsicherheit
Brandverhalten A1
Mindestabstände zu
angrenzenden brennbaren
Bestandteilen
zum Boden:
zur Seite links:
zur Seite rechts:
nach hinten:
zur Decke:
0
30 cm
30 cm
15 cm
50 cm
im Strahlungsbereich der
Sichtscheibe: 80 cm
Sicherheitsprüfung gegen
Heizgasaustritt und
Herausfallen von Glut
Anforderungen erfüllt
Reinigbarkeit der
Heizflächen Anforderungen erfüllt
Emission von
Verbrennungsprodukten
mittlerer CO -Gehalt bez. auf 13% O2 1250 mg/mN³
Abgastemperatur bei Nennwärmeleistung 176°C
Freisetzung von
gefährlichen Stoffen Anforderungen erfüllt
Oberflächentemperatur Anforderungen erfüllt
Mechanische Festigkeit (zur
Installation von
Abgasabzug)
Anforderungen erfüllt
Wärmeleistung/
Energieeffizienz
Wärmeabgabe:
Raumwärmeleistung:
Be- und Entladungszeit 100%
50%
25%
Wirkungsgrad:
53874 kJ
1,7 kW
1,8 h
6,4 h
10,7 h
≥ 80%
LEDA Werk GmbH & Co.KG,
Groninger Straße 10, 26789 Leer, Deutschland,
www.leda.de, info@www.leda.de
COLONA
Raumheizung in Gebäuden ohne Heiz- oder Brauchwasserer-
wärmung mit den Brennstoffen Scheitholz oder Holzbrikett.
Serien-Nr: A- XXXXXX
Diese Speicherfeuerstätte ist mit selbstschließender Tür für die Mehrfachbelegung des Schornsteins geeignet, sie ist eine Zeitbrandfeuerstätte.
weitere Angaben zu Emissionen:
Emissionen (bezogen auf 13% O2): Staub ≤ 40 mg/mN³, OGC: ≤ 120 mg/mN³, NO
x
: ≤ 200 mg/mN³ - (energiebezogen): CO: ≤ 1100 mg/MJ, Staub ≤ 35 mg/MJ, OGC: ≤ 50 mg/MJ, NO
x
: ≤ 150 mg/MJ,
Baujahr: , zul. Betriebstemperatur des Wärmeträgers: --°C, für Österreich: kein Pufferspeicher erforderlich, bei Versionen mit LT: 230V, 50 Hz, 28mA, max. 6,5W
Die Bedienungsanleitung ist zu lesen und zu beachten - es sind ausschließlich die empfohlenen Brennstoffe Scheitholz oder Holzbriketts zu verwenden.
Afb. 9.2 CE-Kennzeichnung bzw. Geräteschild
Jaar van de eerste
typeproef van het
apparaat (dit is niet
het bouwjaar!)Fabrikant van
het apparaat
Nummer van
de aangemelde
keuringsinstantie
en nummer van
de productnorm
Nummer van de
desbetreffende
prestatieverklaring
Individueel
serienummer van
het apparaat
Benaming van het
apparaat, precies
apparaattype
technische
informatie over
CO-emissies,
afvoergastempe-
ratuur, prestaties en
rendement
Vermelding of de
kachel geschikt
is voor een
meervoudig gebruik
van de schoorsteen.
Informatie over de
nodige afstanden
tot brandbare
oppervlakken of
materialen
andere nageleefde
emissiegrenswaarden
Energielabel en productfiche
68
10. Energielabel en productfiche
COLONA
Naam producent LEDA Werk GmbH & Co.KG
Modelidentificatie producent COLONA
Energieklasse model A+
Rechtstreeks verwarmingsvermogen [kW] 1,7
Onrechtstreeks verwarmingsvermogen [kW]
Energierendementsindex ≥ 107
Energierendement brandstof bij nominaal
verwarmingsvermogen [%] ≥ 80,0
Richtlijnen voor installatie / onderhoud: Lees de installatie- en bedieningshandleiding aandachtig door
en pas de hierin beschreven maatregelen toe!
A+++
A++
A+
69
10. Energielabel en productfiche
COLONA
Naam producent LEDA Werk GmbH & Co.KG
Modelidentificatie producent COLONA
Energieklasse model A+
Rechtstreeks verwarmingsvermogen [kW] 1,7
Onrechtstreeks verwarmingsvermogen [kW]
Energierendementsindex ≥ 107
Energierendement brandstof bij nominaal
verwarmingsvermogen [%] ≥ 80,0
Richtlijnen voor installatie / onderhoud: Lees de installatie- en bedieningshandleiding aandachtig door
en pas de hierin beschreven maatregelen toe!
A+
A
B
C
D
E
F
G
2015/1186
kW
ENERGIA · ЕНЕРГИЯ · ΕΝΕΡΓΕΙΑ · ENERGIJA · ENERGY · ENERGIE
A++
A+
A+++
A++
A+
A+
KG
LEDA Werk GmbH & Co.
COLONA
1,7
Uw LEDA-verkoper/professionele partner
LEDA 6036-00579 V15 0420 COLONA Installatie- en bedieningsaanwijzing
LEDA Werk GmbH & Co. KG Postfach 1160 D - 26761 Leer Tel. +49 491 6099 - 0 Fax - 290 www.leda.de info@www.leda.de
Technische Änderungen vorbehalten, Farbabweichungen sind drucktechnisch bedingt.
66

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Leda Colona bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Leda Colona in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 9.43 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Leda Colona

Leda Colona Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding - Deutsch - 80 pagina's

Leda Colona Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding - Français - 76 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info