15
Het telematica-infosysteem CON-
NECT van de THESIS bevat, in de
meest uitgebreide versie, een kleuren-
tv, een autoradio met cassettespeler,
CD-ROM-/Audio-CD-speler, CD-wis-
selaar, mobiele GSM-telefoon, navi-
gatiesysteem, boordcomputer en
spraakbediening (voor het beheer van
enkele functies van de telefoon, het
audio- en het navigatiesysteem).
Hierna zijn de bedieningsknoppen
en de belangrijkste functies opgeno-
men. Bij de auto wordt een specifiek
boekje geleverd waarin het telema-
tica-infosysteem CONNECT wordt
beschreven. In dit boekje vindt u alle
belangrijke aanwijzingen en voor-
zorgsmaatregelen voor een veilig ge-
bruik van het systeem. Wij raden u
aan dit boekje aandachtig en volledig
te lezen en altijd onder handbereik te
bewaren (bijv. in het dashboard-
kastje).
BELANGRIJK Voor het CON-
NECT-navigatiesysteem mag u uit-
sluitend de CD-ROM gebruiken die
oorspronkelijk bij de auto is geleverd
of een andere CD-ROM van hetzelfde
merk.
Een te hoog volume tij-
dens het rijden kan zowel
uw leven als het leven van
anderen in gevaar brengen. Wij
raden u dan ook aan om het vo-
lume altijd zo te regelen dat gelui-
den van buiten (bijv. claxons, sire-
nes van ambulance, brandweer,
politie e.d.) hoorbaar blijven.
BEDIENINGSKNOPPEN OP HET
CONNECT (fig. 2)
Voor de bediening van het CON-
NECT Nav+ zijn 29 toetsen en 2
draaiknoppen aanwezig. Enkele be-
dieningsknoppen hebben meer dan
één functie afhankelijk van de actieve
werkingsstatus van het systeem.
De activering van de geselecteerde
functie is in enkele gevallen afhanke-
lijk van hoelang een toets wordt inge-
drukt (kort indrukken of even inge-
drukt houden), zoals in onderstaande
tabel is aangegeven.
Het navigatiesysteem is
een hulpmiddel voor de
bestuurder tijdens het rij-
den; het geeft door middel van ge-
sproken en grafische aanwijzingen
de optimale route aan om de
vooraf ingestelde bestemming te
bereiken. Bij het uitvoeren van elke
door het navigatiesysteem aanbe-
volen handeling ligt de verant-
woordelijkheid voor het rijden met
de auto in het verkeer volledig bij
de bestuurder die ook de verkeers-
regels alsmede andere verkeers-
voorschriften in acht moet nemen.
De verantwoordelijkheid voor de
verkeersveiligheid ligt altijd en
overal bij de bestuurder van de
auto.