281
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ATTENTIE
ATTENTIE
Start de motor niet als de auto wordt gesleept.
ATTENTIE
Houd er rekening mee dat de
rembekrachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken zolang de
motor niet is aangeslagen, waardoor meer
kracht nodig is voor de bediening van het
rempedaal en het stuur. Gebruik voor het
slepen geen elastische kabels en rijd zo
gelijkmatig mogelijk. Controleer tijdens het
slepen of de sleepkabel geen
carrosseriedelen kan beschadigen. Houdt u
bij het slepen van een auto aan de wettelijke
voorschriften. Dit geldt zowel voor het
slepen zelf als voor het gedrag naar andere
weggebruikers.
SLEEPOOG BEVESTIGEN
Ga als volgt te werk:
❒ verwijder het sleepoog B uit de houder;
❒ draai het sleepoog geheel op de schroefdraadpen voor of achter.
L0D0204m
L0D0205m
Draai voor het slepen de sleutel in stand
MAR en vervolgens in STOP zonder de
contactsleutel uit het slot te verwijderen.
Als de contactsleutel uit het contactslot
wordt genomen, schakelt automatisch het
stuurslot in waardoor het onmogelijk
wordt de auto te besturen.