12
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Als het lampje
Y
tijdens het
rijden gaat branden
❒ Als het lampje
Y
gaat branden,
betekent dit dat het systeem zich-
zelf controleert (bijv. bij een ver-
mindering van de spanning).
❒ Als de storing blijft bestaan, wendt
u dan tot de Lancia-dealer.
WERKING
Als u bij het starten van de motor de
sleutel in stand MAR draait, dan
stuurt het Lancia CODE-systeem een
code naar de regeleenheid van de mo-
tor die, als de code wordt herkend, de
blokkering van de functies opheft. De
code wordt alleen verzonden als de re-
geleenheid van het systeem de door de
sleutel verzonden code heeft herkend.
Iedere keer als u de contactsleutel in
stand STOP zet, schakelt de Lancia
CODE de functies van de elektroni-
sche regeleenheid van de motor uit.
Als bij het starten de code niet wordt
herkend, gaat op het instrumenten-
paneel het waarschuwingslampje
Y
branden.
Bij krachtige stoten kunnen
de elektronische componen-
ten in de sleutel beschadigd
worden.
Draai in dat geval de sleutel in stand
STOP en vervolgens in stand MAR;
als de motor geblokkeerd blijft, pro-
beer het dan opnieuw met de andere
geleverde sleutels. Als de motor nog
niet aanslaat, wendt u dan tot de Lan-
cia-dealer.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een
eigen code, die in de regeleenheid van
het systeem moet worden opgeslagen.
Voor het opslaan van nieuwe sleutels
(maximaal acht) moet u zich tot de
Lancia-dealer wenden.