9
SELECTRONIC
WEGRIJDEN MET DE AUTO
Er kan met de auto worden weggere-
den in de 1e of in de 2e versnelling
(aanbevolen op een wegdek met wei-
nig grip) of in de achteruit (R).
Inschakelen 1e versnelling
❍ trap het rempedaal in;
❍ als de pook in stand (N) of (R)
stond, moet deze in de middelste
stand gezet worden;
❍ als de pook al in de middelste
stand stond, moet deze in stand
(+) worden gezet;
❍ laat het rempedaal los en trap het
gaspedaal in (als u het pedaal snel
en volledig intrapt en de ASR -in-
dien aanwezig- uitschakelt kan
“sportief” worden weggereden).
Bij pook in de middelste stand en in-
getrapte rempedaal kunt u de 1e of 2e
versnelling inschakelen met de hendel
(+) achter het stuurwiel (waar voor-
zien).
Als de auto stilstaat op een steile hel-
ling is het aanbevolen het rempedaal
te gebruiken als u wilt wegrijden.
Inschakelen 2
e
versnelling
❍ trap het rempedaal in;
❍ als de pook in stand (N) of (R)
stond, moet deze in de middelste
stand gezet worden en dus naar
(+)
❍ als de pook al in de middelste
stand stond, moet deze tweemaal
naar (+) worden geduwd;
❍ laat het rempedaal los en trap het
gaspedaal in.
BIJ pook in de middelste stand en in-
getrapte rempedaal kunt u de 1e of 2e
versnelling inschakelen met de hendel
(+) achter het stuurwiel (waar voor-
zien).
Als de auto stilstaat op een steile hel-
ling is het aanbevolen het rempedaal
te gebruiken als u wilt wegrijden.
Inschakelen achteruit (R)
❍ trap het rempedaal in (de auto
moet volledig stilstaan)
WAARSCHUWING Bij rijdende auto
wordt het verzoek aanvaard en uitge-
voerd als binnen 1,5 seconden na ver-
zoek de snelheid van de auto minder
dan 3 km/h bedraagt: als het verzoek
niet wordt uitgevoerd, behoudt het
systeem de ingeschakelde versnelling
of, als de snelheid van de auto onder
10 km/h zakt, wordt de vrijstand (N)
ingeschakeld en moet het manoeuvre
worden herhaald.
❍ zet de pook in stand (R)
❍ laat het rempedaal los en trap het
gaspedaal in.