HOOFDFUNCTIES
22
BELLEN EN GEBELD WORDEN
Een oproep verrichten
1. Controleer of uw telefoon is ingeschakeld.
2. Toets het volledige telefoonnummer in, dus
inclusief het netnummer.
]
Houd de annuleertoets ( ) enige tijd
ingedrukt om het volledige nummer te wissen.
3. Druk op de verzendtoets ( ) om het nummer
dat wordt weergegeven te bellen.
4. Om het gesprek te beëindigen drukt u op ( )
of de rechter.
Bellen via de verzendtoets
1. Als u in de standby-modus op de verzendtoets
( ) drukt worden de telefoonnummers van de
laatste inkomende, uitgaande en gemiste oproepen
weergegeven.
2. Selecteer het gewenste nummer met de
navigatietoetsen.
3. Druk op .
Internationaal bellen
1. Houd de toets ngedrukt om de
internationale toegangscode in te voeren. Het
teken ‘+’ kunt u vervangen door de internationale
toegangscode.
2. Voer de landcode, het netnummer en het
telefoonnummer in.
3. Druk op .
Een oproep beëindigen
Als u een oproep wilt beëindigen, drukt u op de toets
() .
Bellen via het Telefoonboek
U kunt namen en telefoonnummers die u regelmatig
belt opslaan op de Sim-kaart of in het
telefoongeheugen, in de Contacten.
U kunt een nummer bellen door simpelweg de
bijbehorende naam op te zoeken in de Contacten en
vervolgens op ( ) te drukken.
HOOFDFUNCTIES