33
NL
Plaatsen
WAARSCHUWING: DIT APPARAAT MOET WORDEN GEAARD
Magnetron werkt niet als de deur open staat. Dit komt omdat er beveiligingen in de deur zijn aangebracht die
de kookfunctie uitschakelen zodra de deur wordt geopend. Als men de magnetron zou gebruiken met de deur
open, zou men worden blootgesteld aan schadelijke microgolven. Het is belangrijk dat u niet aan het
deurmechanisme knoeit.
Plaats voorwerpen nooit tegen de voorkant van de oven en de deur. Ook mogen vuilresten of
reinigingsmiddelen nooit op de afdichtende oppervlakken accumuleren. Een beschadigde oven mag nooit
worden gebruikt. Het is essentieel dat de deur van de oven goed kan sluiten en dat geen beschadiging wordt
geconstateerd van de (1) deur (verbogen), (2) de scharnieren of vergrendelingen (gebroken of los), (3) de
deur-afdichtingen en de afdichtende oppervlakken. Uw magnetron mag uitsluitend worden afgesteld of
gerepareerd door bevoegde onderhoudstechnici.
VOORZORGSMAATREGELEN TENEINDE
BLOOTSTELLING AAN TE HOGE NIVEAUS
MICROGOLF-ENERGIE TE VOORKOMEN
WAARSCHUWING
Als u vloeistoffen in de magnetron verwarmt, zoals soepen, sausen en dranken, kunnen deze spontaan gaan
koken zonder vooraf te borrelen. Als gevolg daarvan kunnen hete vloeistoffen plotseling overkoken. Teneinde
dit te voorkomen, altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht nemen:
1. Gebruik nooit containers met rechte zijkanten en een nauwe hals.
2. Nooit oververhitten.
3. De vloeistof roeren voordat de container in de over wordt geplaatst. Halverwege gedurende het
verwarmingsproces, opnieuw roeren.
4. Laat producten na het koken nog even in de magnetron staan. Vóór gebruik inhoud roeren of schudden
(vooral zuigflessen en babyvoeding) en de temperatuur zorgvuldig controleren.
1. Eerst alle verpakking en accessoires verwijderen.
2. Plaats de magnetron op een vlak oppervlak, minimaal 85cm boven de vloer en met minimaal 30cm vrije ruimte
boven de magnetron en 10cm erachter. Dit is voor de ventilatie. Ook de zijkant van de oven mag niet worden
belemmerd teneinde ventilatie mogelijk te maken. Tussen de voorkant van de oven en de rand van het
ondersteunende oppervlak moet een afstand van minstens 8 cm worden gehandhaafd teneinde kantelen te
voorkomen.
De uitlaat is op de boven- of zijkant van de oven aangebracht. Wordt die verstopt, dan zal de oven worden
beschadigd.
3. Steek de stekker van uw oven in een stopcontact met de normale spanning van 220/240 volt wisselstroom met
een vermogen van minstens 10 amp
OPMERKING: • Dit apparaat mag nooit worden gebruikt voor commerciële doeleinden.
De draden van de hoofdkabel zijn gekleurd in overeenstemming met de volgende code:
Blauw - Neutraal
Bruin - Positief
Groen of Geel - Massa
Een beschadigd snoer is gevaarlijk en dit moet dus worden vervangen door de fabrikant of de distributeur of
een hiertoe bevoegd persoon.