Hoe data- en faxoproepen gebruiken?
Bijkomende functies
NEDERLANDS
90
Om gebruik te maken van de data- of faxdienst, moet u over de
nodige communicatiesoftware beschikken, zoals een data- of
faxprogramma. Voor u deze functies gebruikt, moet u de telefoon
aan een computer aansluiten of u moet nagaan of uw telefoon
verbonden is met een compatibel toestel.
Data- of faxoproepen verzenden
1. Sluit uw computer op de telefoon aan.
2. Nadat u de communicatiesoftware heeft opgestart, verricht u een
oproep en verzendt u data of een fax.
3. Na de data- of faxtransmissie kan u de oproep beëindigen door
de communicatiesoftware uit te zetten, door op [Einde] te
drukken of door de map te sluiten.
Data- of faxoproepen ontvangen
Indien u verschillende nummers heeft voor spraak-, data- en
faxoproepen, dan zal uw telefoon het type oproep automatisch
herkennen.
Data- of faxoproepen ontvangen – verschillende
nummers
Wanneer u gebruik maakt van een data- of faxservice, wordt er op
het scherm weergegeven welk type oproep u ontvangt.
Om een data- of faxoproep te ontvangen
1. Sluit uw computer op de telefoon aan.
2. Nadat u de communicatiesoftware heeft opgestart, neemt u een
oproep aan en ontvangt u data of een fax (als het niet
automatisch wordt ontvangen).
3. Na de data- of faxontvangst kan u de oproep beëindigen door de
communicatiesoftware uit te zetten, door [Einde] te drukken
of door de klep te sluiten.