nl
24
Installatie
Om de afwasautomaat goed te laten
functioneren moet hij vakkundig worden
aangesloten. De gegevens van water-
toevoer en waterafvoer en de elektrische
aansluitwaarden moeten met de vereiste
criteria overeenkomen zoals deze in de
volgende alinea’s resp. in het montage-
voorschrift zijn beschreven.
Bij de montage de juiste volgorde van
de handelingen aanhouden:
Bij aflevering controleren
Plaatsen
Aansluiten op de waterafvoer
Aansluiten op de watertoevoer
Elektrische aansluiting
Veiligheidsvoorschriften
Het apparaat volgens het installatie-
en montagevoorschrift plaatsen en
aansluiten.
Tijdens het installeren mag
de afwasautomaat niet op het
elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat het aardings-
systeem van de elektrische
huisinstallatie volgens de elektro-
technische voorschriften is
geïnstalleerd.
De elektrische aansluitvoorwaarden
moeten overeenkomen met de
gegevens op het typeplaatje van
de afwasautomaat.
Als de elektrische aansluitkabel van het
apparaat beschadigd wordt, dan moet
deze door een speciale aansluitkabel
vervangen worden.
Om gevaren te voorkomen mag deze
alleen door de Servicedienst vervangen
worden.
Als de afwasmachine in een hoge kast
moet worden ingebouwd, dan moet
deze volgens de voorschriften
bevestigd worden.
Voor een goede stabiliteit van het
apparaat mogen integreerbare of
onderbouwapparaten alleen onder
een doorlopend werkblad worden
ingebouwd dat aan de kasten ernaast
is vastgeschroefd.
Het apparaat niet in de buurt van een
warmtebron (radiator, boiler, fornuis of
andere apparaten die warmte afgeven)
installeren en niet onder een kook-
plateau inbouwen.
Na het plaatsen van het apparaat moet
de stekker gemakkelijk te bereiken zijn.
Bij sommige modellen:
In de kunststof behuizing aan de water-
aansluiting bevindt zich een elektrisch
ventiel, in de toevoerslang bevinden
zich de aansluitingsleidingen. De slang
niet doorsnijden, de kunststof behuizing
niet in water onderdompelen.