513954
11
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/17
Pagina verder
227708 S41
Gebrauchs- und Montageanweisung
Induktions-Glaskeramik-Kochfeld
Instructions for fitting and use
Glass ceramic induction hob
Instructions de montage et d’utilisation
Table de cuisson vitrocéramique à induction
Gebruiks- en montage-instructies
Keramische inductiekookplaat
Istruzioni per uso e montaggio
Piano di cottura ad induzione in vetroceramica
Instrucciones para el uso y montaje
Encimera vitrocerámica per inducción
Instruções de uso e de montagem
Placa de cozinhar de indução em vitrocerâmica
50
NL
Verwijderen van de verpakking
Verwijder de transportverpakking op een zo milieubewust moge-
lijke manier. De recyclage van het verpakkingsmateriaal be-
spaart grondstoffen en vermindert de afvalberg.
Verwijderen van oude apparaten
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval
mag worden behandeld. Het moet naar een
plaats worden gebracht waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte
manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk
voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen
voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer
details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het
best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de
dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Reglementair gebruik
De kookplaat mag alleen voor de bereiding van levensmiddelen
in het huishouden worden gebruikt. Ze mag niet voor een ander
doel en alleen onder toezicht worden gebruikt.
Het apparaat mag niet met een externe schakelklok of een extern
afstandsbesturingssysteem worden gebruikt.
Hier vindt u...
Lees eerst zorgvuldig de informatie in dit boekje door vooraleer u
uw kookplaat in gebruik neemt. Hier vindt u belangrijke richtlijnen
voor uw veiligheid, het gebruik, het schoonmaken en het onder-
houd van het apparaat, zodat u er lang plezier aan beleeft.
Als er een storing optreedt, kijk dan eerst na in het hoofdstuk
„Wat te doen bij problemen?”. Kleinere storingen kunt u vaak zelf
verhelpen en u spaart op die manier onnodige servicekosten.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig. Geef deze gebruiks- en
montagehandleiding ter informatie en veiligheid aan een nieuwe
eigenaar door.
Inhoud
Veiligheidsinstructies............................................................ 51
Voor aansluiting en werking.................................................. 51
Voor de kookplaat................................................................. 51
Voor personen ...................................................................... 51
Beschrijving van het apparaat.............................................. 52
Bediening door sensoren...................................................... 52
Bediening................................................................................ 53
De kookplaat......................................................................... 53
Panherkenning ..................................................................... 53
Gebruiksduurbeperking......................................................... 53
Andere functies..................................................................... 53
Oververhittingsbeveiliging (inductie)..................................... 53
Servies voor inductiekookplaat ............................................. 54
Tips om energie te besparen ................................................ 54
Kookstanden......................................................................... 54
Restwarmteweergave ........................................................... 54
Bediening van de toetsen ..................................................... 55
Kookplaat en kookzone inschakelen..................................... 55
Kookzone uitschakelen ......................................................... 55
Kookplaat uitschakelen......................................................... 55
STOP-functie ....................................................................... 56
Kinderbeveiliging .................................................................. 56
Automatische uitschakeling (timer) ...................................... 57
Kookwekker (eierwekker) .................................................... 57
Automatisch aankoken ......................................................... 58
Warmhoudfunctie ................................................................. 59
Powerstand (kookzones met P)............................................ 59
Powermanagement............................................................... 59
Reiniging en onderhoud........................................................ 60
De keramische kookplaat...................................................... 60
Speciale verontreinigingen.................................................... 60
Wat te doen bij problemen?.................................................. 61
Montagehandleiding .............................................................. 62
Veiligheidsinstructies voor de keukenmeubelmonteur.......... 62
Montage................................................................................ 62
Beluchting ............................................................................. 62
Elektrische aansluiting .......................................................... 64
Technische gegevens ........................................................... 65
Inbedrijfstelling...................................................................... 65
Veiligheidsinstructies
NL
51
Veiligheidsinstructies
Voor aansluiting en werking
De apparaten worden volgens de geldende veiligheidsvoor-
schriften gebouwd.
Aansluiting op het net, onderhoud en reparatie van het appa-
raat mogen alleen door een erkend vakman volgens de
geldende veiligheidsvoorschriften worden uitgevoerd. Ondes-
kundig uitgevoerde werkzaamheden vormen een risico voor
uw veiligheid.
Voor de kookplaat
Wegens de zeer snelle reactie bij een hoog ingestelde
kookstand de inductiekookplaat niet zonder toezicht
gebruiken!
Houd bij het koken rekening met de hoge opwarmsnelheid van
de kookzones. Vermijd het leegkoken van pannen omdat daar-
bij het gevaar bestaat dat de pannen oververhit raken!
Plaats geen lege potten en pannen op de ingeschakelde kook-
zones.
Wees voorzichtig bij het gebruik van bain-marie pannen. Bain-
marie pannen kunnen onbemerkt leegkoken! Dat veroorzaakt
beschadigingen aan de pan en aan de kookplaat. De fabrikant
kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld!
Schakel een kookzone na gebruik altijd met de min-toets uit.
Oververhitte vetstoffen en olie kunnen spontaan ontbranden.
Bij het bereiden van gerechten met vet en olie steeds in de
buurt blijven. Brandend vet of olie nooit met water blussen!
Een deksel op de pan leggen, kookzone uitschakelen.
De keramische plaat is zeer resistent. Zorg er niettemin voor
dat er geen harde voorwerpen op de keramische plaat vallen.
Puntvormige slagbelastingen kunnen de kookplaat doen bre-
ken.
Bij breuken, barsten, scheuren of andere beschadigingen aan
de keramische kookplaat bestaat gevaar voor elektrische
schokken. Het apparaat onmiddellijk buiten gebruik nemen.
Onmiddellijk de zekering in de woning uitschakelen en contact
opnemen met de klantenservice.
Als de kookplaat door een defect in de sensorregeling niet
meer kan worden uitgeschakeld, onmiddellijk de huishoud-
zekering uitschakelen en contact opnemen met de klanten-
service.
Voorzichtig bij het werken met huishoudelijke apparaten! Net-
snoeren mogen niet met de hete kookzones in contact komen.
De keramische kookplaat mag niet worden gebruikt om er
voorwerpen op neer te leggen!
Geen aluminiumfolie of kunststof op de kookzones leggen. Al-
les wat kan smelten uit de buurt van de hete kookzone hou-
den, bijv. kunststof, folie, in het bijzonder suiker en gerechten
met een hoog suikergehalte. Suiker onmiddellijk met een spe-
ciale glasschraper volledig van de keramische kookplaat ver-
wijderen zolang deze nog warm is, om beschadigingen te
vermijden.
Metalen voorwerpen (zoals keukengerei, bestek ...) mogen
niet op de inductiekookplaat worden gelegd omdat ze heet
kunnen worden. Gevaar voor verbranding!
Geen brandgevaarlijke, licht ontvlambare of vervormbare voor-
werpen direct onder de kookplaat leggen.
Metalen voorwerpen die op het lichaam worden gedragen,
kunnen in de onmiddellijke nabijheid van de inductiekookplaat
heet worden. Opgelet, kans op verbranding.
Voor niet-magnetiseerbare voorwerpen (bijv. gouden of zilve-
ren ringen) geldt dit niet.
Nooit gesloten conservenblikken en compoundverpakkingen
op kookzones verwarmen. Door de energietoevoer kunnen
deze uiteenbarsten!
De sensoren schoonhouden omdat verontreinigingen door het
apparaat als vingercontact kunnen worden herkend. Nooit
voorwerpen (pannen, vaatdoeken, enz.) op de sensoren plaat-
sen!
Als pannen tot over de sensoren overkoken, is het aanbevolen
op de UIT-toets te drukken.
Hete potten en pannen mogen de sensoren niet afdekken. In
dat geval wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
Grote pannen zoveel mogelijk op de achterste kookzones
gebruiken, om te vermijden dat de sensoren te warm worden
(oververhitting van de touch-control; foutmelding ER21).
Als er zich in de woning huisdieren bevinden die aan de kook-
plaat kunnen, moet de kinderbeveiliging worden geactiveerd.
Als bij inbouwfornuizen de pyrolysefunctie wordt gebruikt, mag
de inductiekookplaat niet worden gebruikt.
Voor personen
Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door perso-
nen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of
geestelijke mogelijkheden of met gebrek aan ervaring en/of
kennis, tenzij een voor hun veiligheid verantwoordelijke per-
soon erop toezicht houdt of hen aanwijzingen heeft gegeven
hoe het apparaat moet worden gebruikt.
Kinderen moeten onder toezicht worden gehouden om te ver-
hinderen dat ze met het apparaat spelen.
•Let op:
De oppervlakken van verwarmings- en kookzones worden bij
het werken heet. Daarom moeten kleine kinderen principieel
uit de buurt worden gehouden.
Personen met pacemakers of geïmplanteerde insulinepompen
moeten zich ervan verzekeren dat hun implantaten niet door
de inductiekookplaat worden beïnvloed (het frequentiebereik
van de inductiekookplaat bedraagt 20-50 kHz).
52
Beschrijving van het apparaat
NL
B
e
s
c
h
r
i
j
v
i
n
g
v
a
n
h
e
t
a
p
p
a
r
a
a
t
Het decor kan van de afbeeldingen afwijken.
1. Inductiekookzone links voor
2. Inductiekookzone links achter
3. Inductiekookzone rechts achter
4. Inductiekookzone rechts voor
5. Touch-Control-bedieningsveld
6. De keramische kookplaat
7. STOP-toets
8. Power-toets
9. Kookstandweergave
10. Select/Plus-toets
11. Min-toets (verlagen)
12. Timer-toets
13. Aan/Uit-toets
14. Aanwijzing automatische uitschakeling
15. Symbool voor het aanwijzen van de kookzonepositie op de
keramische kookplaat
16. Controlelampje voor het aanwijzen van de kookzonepositie
op de keramische kookplaat
17. Gereedheidspunt van de kookzone
Bediening door sensoren
De bediening van de keramische kookplaat gebeurt door touch-
control-sensoren. De sensoren functioneren als volgt: met de
vingertop een symbool op het keramische oppervlak even aan-
raken. Elke correcte bediening wordt door een signaaltoon
bevestigd. In de rest van de tekst wordt voor de touch-control-
sensoren het woord „toets” gebruikt.
Aan/Uit-toets (13)
Met deze toets wordt de volledige kookplaat in- en uitgeschakeld.
De toets is bij wijze van spreken de hoofdschakelaar.
Select/plus-toets, bijv. links voor (10)
Door op een van de beschikbare select/plus-toetsen te drukken,
wordt een kookzone gekozen en de kookstand verhoogd.
Min-toets (11)
Met de min-toets kan de aangetoonde waarde worden verlaagd.
Kookstandweergave (9)
De kookstandweergave toont de gekozen kookstand, of:
H................ restwarmte
A................ automatisch aankoken
STOP ........ stop-functie
ER03 ......... foutmelding
Als het gereedheidspunt brandt, kan de kookzone worden
ingesteld.
Power-toets
(8)
De powerstand stelt extra vermogen voor de inductiekookzones
ter beschikking.
Stop-toets (7)
Het koken kan met de STOP-toets even worden onderbroken.
Timer-toets (12)
Om de kooktijd te verhogen bij automatische uitschakeling
(timer).
Bediening
NL
53
Bediening
De kookplaat
De kookplaat is met een inductiekookveld uitgerust. Een inductie-
spoel onder de keramische kookplaat wekt een elektromagne-
tisch wisselveld op, dat de vitrokeramiek doordringt en in de
bodem van de pan een warmtevormende stroom induceert.
Bij een inductiekookzone wordt de warmte niet meer door een
verwarmingselement via de pan op de te koken gerechten over-
gedragen; de nodige warmte wordt m.b.v. inductiestromen direct
in de pan gevormd.
Voordelen van het inductiekookveld
Energiebesparend koken door rechtstreekse energieover-
dracht op de pan (aangepaste pannen van magnetiseerbaar
materiaal zijn noodzakelijk),
meer veiligheid, omdat de energie alleen wordt doorgegeven
als er een pan op de kookzone staat,
energieoverdracht tussen inductiekookzone en panbodem met
een hoog rendement,
hoge opwarmsnelheid,
weinig risico op verbrandingen omdat de kookplaat alleen door
de panbodem wordt verwarmd, overkokende gerechten bran-
den niet vast,
snelle, nauwkeurige regeling van de energietoevoer.
Panherkenning
Als er geen of een te kleine pan op de kookzone staat, als de
kookzone is ingeschakeld, dan wordt deze niet van energie voor-
zien. Een knipperende in de kookstandweergave maakt
daarop attent.
Als er een geschikte pan op de kookzone wordt geplaatst, wordt
de ingestelde stand ingeschakeld en de kookstandweergave
brandt. De energietoevoer wordt onderbroken als de pan wordt
verwijderd, in de kookstandweergave verschijnt een knipperende
.
Indien kleinere pannen worden opgezet, waarbij de panherken-
ning toch in werking treedt, wordt slechts zoveel energie toege-
voerd als nodig is.
Panherkenningsgrenzen
De minimum diameter van de panbodem is bij een aantal model-
len als binnenste kring op de kookzone afgebeeld.
Gebruiksduurbeperking
De inductiekookplaat bezit een automatische gebruiksduurbeper-
king.
De ononderbroken gebruiksduur voor elke kookzone is afhanke-
lijk van de gekozen kookstand (zie tabel).
De voorwaarde is dat tijdens de gebruiksduur de instellingen van
de kookzone niet worden veranderd.
Als de gebruiksduurbeperking gereageerd heeft, wordt de kook-
zone uitgeschakeld; er is een kort signaal te horen en in de aan-
wijzing verschijnt een H.
De automatische uitschakeling heeft voorrang op de bedrijfs-
duurbeperking, d.w.z. de kookzone wordt pas uitgeschakeld als
de tijd van de automatische uitschakeling is afgelopen (bijv. auto-
matische uitschakeling met 99 minuten en kookstand 9 is moge-
lijk).
Andere functies
Als één of meer sensoren langer of tegelijk worden bediend (bijv.
door een per ongeluk op de sensoren geplaatste pan) wordt er
niet geschakeld.
U hoort een signaaltoon en ER03 wordt aangetoond. Na een
paar seconden wordt er uitgeschakeld. A.u.b. het voorwerp van
de sensoren verwijderen.
Oververhittingsbeveiliging (inductie)
Als de kookplaat langdurig op vol vermogen wordt gebruikt, kan
bij een hoge kamertemperatuur de elektronica niet meer vol-
doende worden gekoeld.
Om te vermijden dat te hoge temperaturen in de elektronica
optreden, wordt ev. het vermogen van de kookzone automatisch
gereduceerd.
Als bij normaal gebruik van de kookplaat en normale kamertem-
peratuur regelmatig E2 of ER21 verschijnt, is de koeling waar-
schijnlijk onvoldoende.
Ontbrekende koelopeningen in het meubel of een ontbrekende
afscherming kunnen de oorzaak zijn. Eventueel moet de inbouw
worden gecontroleerd.
Kookzonediameter
(mm)
Minimum diameter
panbodem (mm)
160
180
210
230
250
90
90
120
120
160
Ingestelde kookstand
Gebruiksduurbeperking
in uren
1, 2
3, 4
5
6, 7, 8, 9
2
6
5
4
1,5
54
Bediening
NL
Servies voor inductiekookplaat
De pannen die voor de inductiekookplaat worden gebruikt, moe-
ten van metaal zijn, magnetische eigenschappen bezitten en een
voldoende grote bodem hebben.
Gebruik uitsluitend pannen met een bodem die voor inductie
geschikt is.
Zo kunt u vaststellen of uw pan geschikt is:
Voer de hierna beschreven magneettest uit of kijk of de pan het
symbool voor het koken met inductiestroom draagt.
Magneettest:
Ga met een magneet over de bodem van uw pan. Wordt de mag-
neet aangetrokken, dan kunt u de pan op de inductiekookplaat
gebruiken.
Noot:
Bij het gebruik van sommige pannen die geschikt zijn voor induc-
tie, kunnen geluiden optreden, die te wijten zijn aan de bouw-
wijze van deze pannen.
Fout: de panbodem is gewelfd. De temperatuur kan niet correct
worden bepaald door de elektronica.
Correct: goed kookgerei!
Tips om energie te besparen
Hier vindt u enkele belangrijke aanwijzingen om zuinig en effi-
ciënt met uw nieuwe inductiekookplaat en het kookservies om te
gaan.
De panbodemdiameter moet even groot zijn als de kook-
zonediameter.
Bij de aankoop van pannen dient u er rekening mee te houden
dat vaak de bovenste pandiameter wordt vermeld. Die is
meestal groter dan de panbodem.
Snelkookpannen zijn door de gesloten kookruimte en de over-
druk bijzonder tijdbesparend en zuinig. Door de korte berei-
dingsduur blijven vitamines bewaard.
Let erop dat er altijd voldoende vloeistof in de snelkookpan is,
want bij een leeggekookte pan kunnen de kookzone en de pan
door oververhitting worden beschadigd.
Kookpannen indien mogelijk altijd met een passend deksel
sluiten.
Voor elke te bereiden hoeveelheid de passende pan gebrui-
ken. Een grote, nauwelijks gevulde pan verbruikt veel energie.
Kookstanden
Het verwarmingsvermogen van de kookzones kan in meerdere
standen worden ingesteld. In de tabel vindt u toepassingsvoor-
beelden voor de verschillende standen.
Bij kookpannen zonder deksel moet ev. een hogere kookstand
worden gekozen.
Restwarmteweergave
De keramische kookplaat is met een restwarmteweer-
gave H uitgerust.
Zolang de H na het uitschakelen brandt, kan de rest-
warmte worden gebruikt om te smelten en om gerechten warm te
houden.
Na het uitdoven van de letter H kan de kookzone nog heet zijn.
Er bestaat gevaar voor verbranding!
Bij een inductiekookzone wordt de keramiek niet direct, maar al-
leen door de terugstralende warmte van de pan verwarmd.
Geschikte pannen Niet geschikte pannen
Geëmailleerde stalen pannen
met dikke bodem
Pannen van koper, roestvrij
staal, aluminium, vuurvast
glas, hout, keramiek of
terracotta
Gietijzeren pannen met geëmail-
leerde bodem
Pannen van roestvrij gelaagd
staal, roestvrij ferrietstaal of alu-
minium met speciale bodem
fout
fout
optimaal
Kookstand Toepassing
0
1-2
3
4-5
6
7-8
9
P
UIT-stand, benutting van de restwarmte
Warmhoudfunctie
Verder koken van kleine hoeveelheden
(laagste vermogen)
Doorkoken
Gaar koken van grote hoeveelheden, gaar
braden van grote stukken
Braden, bechamelsaus maken
Braden
Aan de kook brengen, aanbraden, braden
Powerstand
(hoogste vermogen)
Bediening
NL
55
Bediening van de toetsen
De hier beschreven besturing verwacht na het bedienen van een (keuze-)
toets
daarna
de bediening van een volgende toets.
De volgende toets moet principieel
binnen 10 seconden
worden bediend,
anders wordt de keuze geannuleerd.
De plus-/min-toetsen kunnen apart worden aangeraakt of ingedrukt gehou-
den worden.
Kookplaat en kookzone inschakelen
1. Zolang op de
Aan/Uit-toets
drukken tot de kookstandweergaven
0 aantonen. De gereedheidspunten knipperen. De besturing is klaar voor
gebruik.
2. Vervolgens op een
select/plus-toets
drukken (bijv. voor links voor).
Het gereedheidspunt van de gekozen kookzone brandt.
3. Met de
select/plus-toets
of de
min-toets
een kookstand kiezen.
Door de select/plus-toets wordt de kookstand 1 ingeschakeld, door de
min-toets de kookstand 9.
4. Meteen daarna
voor inductie geschikt kookservies
op de kookzone
plaatsen. De panherkenning schakelt de inductiespoel in. De pan wordt
verwarmd.
Zolang geen metalen pan op de kookzone wordt geplaatst, wisselt de
aanwijzing tussen de ingestelde kookstand en het symbool .
Zonder pan wordt de kookzone om veiligheidsredenen na 10 minuten uit-
geschakeld. Meer hierover in het hoofdstuk „panherkenning“.
Om tegelijk op andere kookzones te koken de punten 2 tot 4 herhalen.
Kookzone uitschakelen
5. Gereedheidspunt van de gekozen kookzone moet branden. Hiervoor ev.
op de
select/plus-toets
drukken.
6. a) Meermaals op de
min-toets
drukken tot de kookstandweergave
0 aantoont, of
6. b) één keer tegelijk op de
min-toets
en
select/plus-toets
drukken.
De kookzone wordt vanop elke kookstand direct uitgeschakeld, of
6. c) op de
Aan/Uit-toets
drukken. De volledige kookplaat wordt uit-
geschakeld (alle kookzones worden uitgeschakeld).
Kookplaat uitschakelen
7. Op de
Aan/Uit-toets
drukken. De kookplaat wordt onafhankelijk
van de instelling volledig uitgeschakeld.
geschikt voor inductie
Select/Plus-toetsen Gereedheidspunt
56
Bediening
NL
STOP-functie
Het koken kan tijdelijk met de STOP-toets worden onderbroken, bijv. als er
aan de deur wordt gebeld. Om het koken met dezelfde kookstanden voort te
zetten, moet de STOP-functie worden beëindigd. Een ev. ingestelde timer
wordt gestopt en loopt daarna verder.
Om veiligheidsredenen is deze functie slechts 10 minuten beschikbaar.
Daarna wordt de kookplaat uitgeschakeld.
1. Het kookgerei staat op de kookzones en de gewenste kookstanden zijn
ingesteld.
2. Op de
STOP-toets
drukken. In plaats van de gekozen kookstanden
verschijnen na elkaar de letters S-T-O-P.
3. De onderbreking wordt beëindigd door eerst op de
STOP-toets
en
daarna op een
willekeurige andere toets
(behalve de Aan/Uit-toets) te
drukken.
De tweede toets moet binnen 10 seconden worden bediend, anders
wordt de kookplaat uitgeschakeld.
Kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging moet verhinderen dat kinderen de kookplaat per ongeluk
of opzettelijk inschakelen. Hiervoor wordt de bediening geblokkeerd.
Kinderbeveiliging inschakelen
1. Op de
Aan/Uit-toets
drukken om de kookplaat in te schakelen.
2. Meteen daarna tegelijk op de
min-toets
en de
select/plus-toets
rechts voor
drukken.
3. Vervolgens op de
select/plus-toets rechts voor
drukken om de kin-
derbeveiliging te activeren. In de kookstandweergaven verschijnt een L
voor Child-Lock; de bediening is geblokkeerd en de kookplaat wordt uit-
geschakeld.
Kinderbeveiliging uitschakelen
4. Op de
Aan/Uit-toets
drukken.
5. Meteen daarna tegelijk op de
min-toets
en de
select/plus-toets
rechts voor
drukken.
6. Vervolgens op de
min-toets
drukken om de kinderbeveiliging uit te
schakelen. De L verdwijnt.
Kinderbeveiliging slechts voor één kookproces uitschakelen
Voorwaarde: de kinderbeveiliging is volgens punt 1-3 ingeschakeld.
Op de
Aan/Uit-toets
drukken.
Meteen daarna tegelijk op de
min-toets
en de
select/plus-toets
rechts voor
drukken.
Nu kan de gebruiker een kookzone inschakelen (hiervoor kookzone kiezen
en kookstand instellen).
Na het uitschakelen van de kookplaat is de kinderbeveiliging weer actief
(ingeschakeld).
Opmerking
Bij een stroomstoring wordt de ingeschakelde kinderbeveiliging beëin-
digd, d.w.z. gedesactiveerd.
Bediening
NL
57
Automatische uitschakeling (timer)
Door de automatische uitschakeling wordt elke ingeschakelde kookzone na
een instelbare tijd automatisch uitgeschakeld. Er kunnen kooktijden van 01
tot 99 minuten worden ingesteld.
1. De kookplaat inschakelen. Een of meer kookzones inschakelen en
gewenste kookstanden kiezen.
2. Op de
Select/Plus-toets
drukken. Het gereedheidspunt brandt.
3. Meteen daarna met de
timer-toets
(om te verhogen) de kooktijd
invoeren.
Het controlelampje voor het aanwijzen van de kookzonepositie op de
keramische kookplaat brandt.
Om te verlagen, op de
min-toets
drukken.
Belangrijk:
Timer-controlelampjes kunnen alleen knipperen als de kookzones eerst
werden ingeschakeld (kookstand groter dan 0).
Met de timer-toets begint de aangetoonde waarde bij 01, met de min-toets
bij 60.
Door gelijktijdig aanraken van de
timer-toets
en
min-toets
wordt de instelling teruggezet (00).
4. Om de automatische uitschakeling voor nog een kookzone te program-
meren, zo vaak op de
timer-toets
drukken tot het controlelampje
voor het aanwijzen van de kookzonepositie op de keramische kookplaat
brandt.
5. Na afloop van de tijd wordt de kookzone uitgeschakeld. Er is een tijd lang
een signaal te horen, dat kan worden uitgeschakeld door op een wille-
keurige toets (behalve de Aan/Uit-toets) te drukken.
Opmerkingen
Om de afgelopen tijd (automatische uitschakeling) te controleren, zo vaak
op de
timer-toets
drukken tot de timer-controlelamp voor de
gewenste kookzone knippert. De aangetoonde waarde kan afgelezen en
veranderd worden.
Automatische uitschakeling vervroegd wissen: de betreffende kookzone se-
lecteren (timer-controlelampje knippert) en één keer tegelijk op de
timer-
toets
en de
min-toets
drukken.
Kookwekker (eierwekker)
1. De kookplaat inschakelen.
2. Meteen daarna op de
timer-toets
drukken om de kookwekker te
activeren.
3. Met de
min-toets
of de
timer-toets
de tijd in minuten
instellen.
4. Na afloop van de tijd is er een tijd lang een signaal te horen, dat kan
worden uitgeschakeld door op een willekeurige toets (behalve de Uit-
toets) te drukken.
Noot:
De kookwekker blijft ook dan in werking als de keramische kookplaat
uitgeschakeld is.
Als met de
Aan/Uit-toets
wordt uitgeschakeld, wordt ook de timer
uitgeschakeld.
Gereedheidspunt
Controlelamp timer
Select/Plus-toetsen
58
Bediening
NL
Automatisch aankoken
Bij de aankookautomatiek gebeurt het aan de kook brengen met kookstand 9.
Na een bepaalde tijd wordt automatisch naar een lagere doorkookstand (1 tot
8) teruggeschakeld.
Bij het gebruik van de aankookautomatiek moet alleen de doorkookstand
worden gekozen waarmee de bereiding verder moet worden gekookt, omdat
de elektronica automatisch terugschakelt.
De aankookautomatiek is geschikt voor gerechten die koud worden opgezet,
op hoog vermogen worden verwarmd en op de doorkookstand niet perma-
nent in het oog moeten worden gehouden (bijv. het koken van soepvlees).
1. Een kookzone in werking nemen. Het gereedheidspunt van de gekozen
kookzone moet branden. Hiervoor ev. op een
select/plus-toets
drukken.
2. Kookstand 9 instellen. Door de
select/plus-toets
opnieuw aan te raken,
wordt de aankookautomatiek geactiveerd.
De kookstandweergave toont afwisselend A en 9.
3. Meteen daarna met de
min-toets
een lagere kookstand 1 tot 8 kie-
zen.
A en de gekozen doorkookstand knipperen afwisselend.
4. De aankookautomatiek verloopt volgens de programmering. Na een
bepaalde tijd (zie tabel) wordt het kookproces op de doorkookstand voort-
gezet.
Opmerkingen
Tijdens de aankookautomatiek kan met de
select/plus-toets
de doorkook-
stand worden verhoogd. Door op de
min-toets
te drukken, wordt de
aankookautomatiek uitgeschakeld.
Behoudt men na activering van de aankookautomatiek de stand 9 en kiest
men geen lagere kookstand, wordt de aankookautomatiek na 10 sec. auto-
matisch uitgeschakeld en stand 9 blijft behouden.
Ingestelde
kookstand
Aankookautomatiek
tijd (min:sec)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0:48
2:24
3:48
5:12
6:48
2:00
2:48
3:36
-
Bediening
NL
59
Warmhoudfunctie
Met de warmhoudfunctie kunnen gerechten die klaar zijn op een kook-
zone warmgehouden worden. De kookzone wordt met laag vermogen
gebruikt.
1. Kookgerei staat op een kookzone en een kookstand (bijv. 3) is gekozen.
2. Op de
min-toets
blijven drukken
om de kookstanden te verlagen
(... 3, 2, 1, ). Bij wordt gestopt, de warmhoudfunctie is ingescha-
keld.
3. Om uit te schakelen, één keer op de
min-toets
drukken (0).
De warmhoudfunctie staat 120 minuten ter beschikking, daarna wordt de
kookplaat uitgeschakeld.
Powerstand (kookzones met P)
De powerstand stelt extra vermogen voor de inductiekookzones ter beschik-
king. Een grote hoeveelheid water kan snel aan de kook worden gebracht.
De powerstand werkt gedurende 10 minuten, vervolgens wordt automatisch
naar kookstand 9 teruggeschakeld.
1. Een kookzone moet ingeschakeld zijn. Het gereedheidspunt van de
kookzone moet branden. Hiervoor ev. op een
select/plus-toets
drukken.
2. Vervolgens één keer op de
power-toets
drukken om de powerstand
te activeren. In de kookstandweergave verschijnt een P.
3. Na 10 minuten wordt de powerstand automatisch uitgeschakeld. De P
verdwijnt en er wordt naar kookstand 9 teruggeschakeld.
Noot:
Om de powerstand vervroegd uit te schakelen, op de
min-toets
of de
powertoets
drukken.
Powermanagement
Telkens twee kookzones zijn – om technische redenen – tot een module
gecombineerd en beschikken over een maximaal vermogen.
Als deze vermogensgrens bij het inschakelen van een hoge kookstand of de
powerfunctie wordt overschreden, reduceert het powermanagement de kook-
stand van de bijbehorende module-kookzone.
De aanwijzing van deze kookzone knippert eerst; daarna wordt de maximaal
mogelijke kookstand constant aangetoond.
blijven drukken
Modules (powermanagement)
60
Reiniging en onderhoud
NL
Reiniging en onderh oud
Vóór het reinigen de kookplaat uitschakelen en laten afkoelen.
De keramische kookplaat mag in geen geval met een stoom-
reinigingsapparaat of dergelijke worden schoongemaakt!
Bij het reinigen erop letten dat slechts kort over de
Aan/Uit-
toets
wordt geveegd. Op die manier wordt vermeden dat de
kookplaat per ongeluk wordt ingeschakeld!
De keramische kookplaat
Belangrijk!
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen zoals
grove schuurmiddelen, krassende pannenreinigers, roest- en
vlekkenverwijderaar enz.
Reiniging na gebruik
1.
Maak de hele kookplaat altijd schoon als ze vuil is – het beste
telkens na gebruik. Gebruik hiervoor een vochtige doek en wat
afwasmiddel. Daarna wrijft u de kookplaat met een schone doek
droog, zodat er geen resten van afwasmiddel op het oppervlak
achterblijven.
Wekelijks onderhoud
2.
Reinig en verzorg de kookplaat een keer in de week grondig
met gebruikelijke reinigingsproducten voor vitrokeramiek.
Houdt u zich in elk geval aan de instructies van de fabrikant.
De reinigingsproducten vormen bij het aanbrengen een bescher-
mende film, die water en vuil tegenhoudt. Alle verontreinigingen
blijven op de film en kunnen daarna veel gemakkelijker worden
verwijderd. Vervolgens met een schone doek droogwrijven. Er
mogen geen resten van reinigingsmiddelen op het oppervlak
achterblijven, omdat ze bij het opwarmen agressief reageren en
het oppervlak veranderen.
Speciale verontreinigingen
Sterke verontreinigingen
en vlekken (kalkvlekken, parelmoer-
achtig glanzende vlekken) kunt u het best verwijderen als de
kookplaat nog lauwwarm is. Gebruik hiervoor gebruikelijke reini-
gingsmiddelen. Ga daarbij te werk zoals onder punt 2 beschre-
ven.
Overgekookte spijzen
eerst met een natte doek inweken en
vervolgens de vuilresten met een speciale glasschraper voor
keramische kookplaten verwijderen. Daarna de kookplaat reini-
gen zoals onder punt 2 beschreven.
Ingebrande suiker
en gesmolten kunststof verwijdert u meteen
– in nog hete toestand – met een glasschraper. Daarna de kook-
plaat reinigen zoals onder punt 2 beschreven.
Zandkorrels
, die eventueel bij het aardappelen schillen of sla
schoonmaken op de kookplaten vallen, kunnen bij het verschui-
ven van pannen krassen veroorzaken. Let er dus op dat er geen
zandkorrels op het oppervlak blijven liggen.
Kleurveranderingen
van de kookplaat hebben geen invloed op
de werking en de stevigheid van de vitrokeramiek. Het gaat hier-
bij niet om een beschadiging van de kookplaat, maar om niet ver-
wijderde en daarom ingebrande resten.
Glanzende plekken
ontstaan door slijtage van de panbodem, in
het bijzonder bij het gebruik van kookservies met een aluminium-
bodem of door ongeschikte reinigingsmiddelen. Ze kunnen
alleen maar moeizaam met gebruikelijke reinigingsmiddelen wor-
den verwijderd. Eventueel de reiniging meermaals herhalen.
Door het gebruik van agressieve reinigingsmiddelen en door
schurende panbodems wordt het decor in de loop van de tijd
afgeschuurd en er ontstaan donkere vlekken.
Wat te doen bij problemen?
NL
61
Wat te doen b ij problemen?
Ongekwalificeerde ingrepen en reparaties aan het apparaat zijn
gevaarlijk omdat er gevaar voor stroomstoten en kortsluiting be-
staat. Om lichamelijke schade en schade aan het apparaat te
voorkomen, moeten ze worden vermeden. Daarom mogen der-
gelijke werkzaamheden alleen door een elektrotechnicus, bijv.
van de technische klantenservice, worden uitgevoerd.
Denk eraan
Als er aan uw apparaat storingen optreden, controleer dan eerst
aan de hand van deze gebruiksaanwijzing of u de oorzaken niet
zelf kunt verhelpen.
Hierna vindt u tips voor het verhelpen van storingen.
De zekeringen vallen meermaals uit?
Neem contact op met de klantenservice of een elektromonteur!
De inductiekookplaat kan niet worden ingeschakeld?
Heeft de zekering van de huisinstallatie (zekeringenkast) gere-
ageerd?
Is de aansluitingskabel aangesloten?
Is de kinderbeveiliging ingeschakeld, d.w.z. er wordt een L
aangetoond?
Zijn de sensoren gedeeltelijk door een vochtige doek, vloeistof
of een metalen voorwerp bedekt? A.u.b. verwijderen.
Wordt verkeerd servies gebruikt? Zie hoofdstuk „Servies voor
inductiekookplaat”.
De foutcode ER03 wordt aangetoond en er is gedurende een
bepaalde tijd een signaal te horen.
Er is een permanente activering van de touch-control-sensoren
door overgekookte levensmiddelen, kookgerei of andere voor-
werpen.
Oplossing: het oppervlak schoonmaken of het voorwerpen ver-
wijderen.
De foutcode E2 of ER21 wordt getoond?
De elektronica is te heet. De inbouw van de kookplaat controle-
ren, in het bijzonder op goede beluchting letten.
Zie hoofdstuk Oververhittingsbeveiliging.
De foutcode U400 wordt getoond?
De kookplaat is verkeerd aangesloten. De besturing wordt na 1s
uitgeschakeld en er is een continu signaal te horen. De correcte
netspanning aansluiten.
Er wordt een foutcode (ERxx of Ex) getoond?
Er is een technisch defect. A.u.b. contact opnemen met de ser-
vice.
Het pansymbool verschijnt?
Er werd een kookzone ingeschakeld en de kookplaat verwacht
dat er een geschikte pan wordt opgezet (panherkenning). Pas
dan wordt er energie afgegeven.
Het pansymbool blijft verschijnen, hoewel er een pan
werd opgezet?
De pan is niet geschikt voor inductie of heeft een te kleine diame-
ter.
De gebruikte kookpannen maken geluid?
Dat heeft een technische oorzaak; er bestaat geen gevaar voor
de inductiekookplaat of de pan.
De koelventilator blijft na het uitschakelen nog lopen?
Dat is normaal omdat de elektronica wordt afgekoeld.
De kookplaat maakt geluiden (klikgeluiden)?
Dat heeft een technische oorzaak en is niet te vermijden.
De kookplaat heeft barsten of breuken?
Bij breuken, barsten, scheuren of andere beschadigingen aan de
keramische kookplaat bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Het apparaat onmiddellijk buiten gebruik nemen. Onmiddellijk de
zekering in de woning uitschakelen en contact opnemen met de
klantenservice.
Pulserend kookgedrag?
De inductie-elementen kunnen hun vermogen slechts tot op een
bepaalde kookstand reduceren. Onder deze kookstand begint
het verwarmingselement in fasen te werken.
Dat betekent dat het inductie-element naargelang van de geko-
zen kookstand in een bepaald interval in- en weer uitgeschakeld
wordt. Dit ritmisch gedrag is hoorbaar en wordt bij het koken door
het opstijgen en verdwijnen van luchtbellen op de panbodem
zichtbaar.
Het pulserend kookgedrag op bepaalde kookstanden is normaal
en heeft geen negatieve invloed op het kookresultaat.
Oplossing:
Indien mogelijk potten en pannen met een dikke bodem en dus
een goede warmteaccumulatie en -verdeling gebruiken.
Kookpannen indien mogelijk altijd met een passend deksel slui-
ten. Bij het koken zonder deksel gaat zeer veel energie verloren.
62
Montagehandleiding
NL
Montagehandleiding
Veiligheidsinstructies voor de
keukenmeubelmonteur
Het fineer, de lijm of de kunststofbekleding van de aangren-
zende meubels moeten temperatuurbestendig zijn (min.
75°C). Als het fineer en de bekleding onvoldoende tempera-
tuurbestendig zijn, kunnen ze vervormen.
Bij het ingebouwde apparaat mag geen contact mogelijk zijn
met onderdelen die bij het gebruik onder spanning staan.
Het gebruik van muurstrips van massief hout op het werkblad
achter de kookplaat is toegelaten voor zover de minimumaf-
standen volgens de inbouwtekeningen worden gerespecteerd.
De minimumafstanden aan de achterkant van de kookplaatuit-
sparingen moeten volgens de inbouwtekening worden geres-
pecteerd.
Bij het inbouwen naast een hoge kast is een veiligheidsafstand
van minstens 50 mm vereist. De zijkant van de hoge kast moet
met warmtebestendig materiaal worden bekleed. Om goed te
kunnen werken dient de afstand echter ten minste 300 mm te
bedragen.
De afstand tussen kookplaat en afzuigkap moet minstens zo
groot zijn als in de montagehandleiding van de afzuigkap is
voorgeschreven.
Het verpakkingsmateriaal (plastic folie, piepschuim, nagels,
enz.) moet uit de buurt van kinderen worden gehouden omdat
deze delen eventuele risicobronnen vormen. Kleine onderdelen
kunnen worden ingeslikt en bij folie bestaat verstikkingsgevaar.
Montage
Belangrijke opmerkingen
Indien de kookplaat boven meubelgedeelten (zijwanden, laden
e.d.) ligt, moet een tussenbodem met een minimale afstand
van 20 mm t.o.v. de onderkant van de kookplaat worden inge-
bouwd, zodat een toevallig contact niet mogelijk is. De tussen-
bodem mag alleen met gereedschap kunnen worden
verwijderd.
Om brand te vermijden, moet erop worden gelet dat geen
brandgevaarlijke, licht ontvlambare of door warmte vervorm-
bare voorwerpen direct naast de kookplaat worden geplaatst
of gelegd.
Kookplaatafdichting
Vóór het inbouwen moet de meegeleverde kookplaatafdichting
zonder onderbreking worden ingelegd.
U moet verhinderen dat er tussen de rand van de kookplaat en
het werkblad of tussen het werkblad en de muur vloeistoffen in
de daaronder ingebouwde elektrische apparaten kunnen
indringen.
Bij inbouw van de kookplaat in een oneffen werkblad, bijv. met
een keramisch of vergelijkbaar oppervlak (tegels enz.) moet
de pakking, die zich ev. aan de kookplaat bevindt, worden ver-
wijderd. In de plaats daarvan moet de verbinding tussen kook-
plaat en werkblad met plastische afdichtmaterialen (kit)
worden afgedicht.
De kookplaat in geen geval met silicone vastkleven!
Anders is het later niet meer mogelijk de kookplaat weer te
verwijderen zonder ze te vernielen.
Beluchting
De achterwand van de onderkast moet ter hoogte van de uit-
sparing in het werkblad open zijn zodat de lucht kan circuleren.
De voorste dwarslijst van het meubel moet worden verwijderd,
zodat er onder het aanrechtblad over de hele breedte van het
apparaat een opening is waar de lucht door kan.
Eventuele dwarslijsten onder het werkblad moeten tenminste
ter hoogte van de uitsparing in het werkblad worden verwij-
derd.
De afstand tussen de inductiekookplaat en de keukenmeubels
of de ingebouwde apparaten moet groot genoeg zijn zodat de
inductie voldoende geventileerd wordt.
De ventilatieopeningen moeten met de bijliggende afscher-
ming thermisch van elkaar gescheiden worden. Zo wordt ver-
meden dat de verwarmde lucht naar die plaats terugstroomt
waar de koude lucht wordt aangezogen.
Let op!
De afscherming mag de ventilatieopeningen niet
afdekken. Hiertoe moet men eventueel meubelen en appara-
ten korter maken of aanpassen.
Overmatige warmteontwikkeling langs onder, bijv. door een
oven zonder dwarsstroomventilator, moet worden vermeden.
Als bij inbouwfornuizen de pyrolysefunctie wordt gebruikt, mag
de inductiekookplaat niet worden gebruikt.
Uitsparing in het werkblad
De uitsparing in het werkblad moet zo nauwkeurig mogelijk met
een goed, recht zaagblad of een bovenfrees worden uitgezaagd.
De snijvlakken dienen daarna te worden verzegeld zodat er geen
vocht kan binnendringen.
De uitsparing voor de kookplaat wordt volgens de afbeeldingen
uitgezaagd.
De keramische kookplaat moet absoluut horizontaal en op gelijke
hoogte met het werkblad liggen. Eventuele spanningen kunnen
de glazen plaat doen breken. Controleren of de pakking van de
kookplaat correct zit en volledig afsluit.
De keramische kookplaat wordt ofwel met clips of met plaatstrips
bevestigd.
afscherming
afscherming
onderkant kookplaat
voor
Montagehandleiding
NL
63
Clips
De clips op de aangegeven afstanden in
de uitsparing van het aanrechtblad in-
slaan. Door de horizontale aanslag is
geen aanpassing in de hoogte nodig.
Belangrijk: de horizontale aanslag van de
clips moet vlak op het aanrechtblad liggen
(breukgevaar vermijden).
De kookplaat volgens de afbeelding links
inzetten (a), justeren (b) en vastclipsen
(c).
Om de clips te zekeren kunnen schroeven
worden gebruikt.
Belangrijk:
Als de keramische kookplaat scheef zit of
spant, bestaat er verhoogd breukgevaar
bij de montage!
Minimumafstand tot naburige wanden
Uitfreesmaat
Buitenmaat kookplaat
Kabeldoorvoer door de achterwand
Inbouwhoogte
Plaatstrip
De kookplaat inzetten en justeren.
Onderlangs de plaatstrips met schroeven
aan de voorziene bevestigingsgaten inzet-
ten, justeren en vastzetten.
De schroeven alleen met een schroeven-
draaier met de hand vastzetten; geen
elektrische schroevendraaier gebruiken.
Bij dunne aanrechtbladen op de juiste
positie van de plaatstrip letten. Om de af-
stand te compenseren moet een metri-
sche schroef in de plaatstrip worden
ingezet.
Belangrijk:
Als de keramische kookplaat scheef zit of
spant, bestaat er verhoogd breukgevaar
bij de montage!
Minimumafstand tot naburige wanden
Uitfreesmaat
Buitenmaat kookplaat
Kabeldoorvoer door de achterwand
Inbouwhoogte
Afmetingen in mm
Type
Type
64
Montagehandleiding
NL
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend door een
erkend vakman worden uitgevoerd!
De wettelijke voorschriften en aansluitvoorwaarden van de
plaatselijke elektriciteitsmaatschappij moeten strikt worden
nageleefd.
Bij het aansluiten van het apparaat moet een installatie worden
voorzien die het mogelijk maakt het apparaat met een contact-
openingswijdte van ten minste 3 mm met alle polen van het net
te scheiden. Geschikte scheidingsinstallaties zijn LS-schake-
laars, zekeringen en contactoren.
Bij aansluiting en reparatie het apparaat met één van deze
installaties stroomloos maken.
De aardleider moet zo lang zijn dat hij bij het begeven van de
trekontlasting pas na de stroomvoerende aders van de aan-
sluitkabel met trek wordt belast.
De overtollige kabellengte moet uit de inbouwzone onder het
apparaat worden getrokken.
U moet er ook op letten dat de netspanning met de op het
typeplaatje aangegeven netspanning overeenstemt.
Bij het ingebouwde apparaat mag geen contact mogelijk zijn
met onderdelen die bij het gebruik onder spanning staan.
Opgelet: Door een verkeerde aansluiting kan de vermo-
genselektronica worden vernield.
Geen aansluitkabel standaard aanwezig
Om de aansluiting uit te voeren moet het deksel van de aan-
sluitdoos aan de onderkant van het apparaat worden losge-
maakt om zo de aansluitklem te bereiken. Na de aansluiting
moet het deksel weer vastgemaakt en de aansluitleiding met
de snoerklem beveiligd worden.
De aansluitleiding moet minstens van het type H05 RR-F zijn.
Aansluitwaarden
Netspanning: 400-415V 3N~, 50-60 Hz
Nominale componentenspanning: 230 - 240V
Aansluitingsmogelijkheden: 5-polige aansluiting
* Let op! Speciale aansluiting
230 - 240 V 3~ !
Aansluitkabel standaard aanwezig
De kookplaat is bij levering met een temperatuurbestendige
aansluitkabel uitgerust.
De aansluiting op het net wordt volgens het aansluitschema
uitgevoerd, tenzij de aansluitkabel al met een stekker is uitge-
rust.
Als de netaansluitkabel van dit apparaat wordt beschadigd,
moet hij door een speciale aansluitkabel worden vervangen.
Om risico’s te vermijden mag dit alleen door de fabrikant of zijn
klantenservice gebeuren.
Aansluitingsmogelijkheden
* Let op! Speciale aansluiting
230 - 240 V 3~ !
groen-geel
groen-geel
blauw
wit
bruin
zwart
groen-geel
groen-geel
blauw
wit
bruin
zwart
groen-geel
groen-geel
blauw
wit
bruin
zwart
groen-geel
groen-geel
blauw
wit
bruin
zwart
Montagehandleiding
NL
65
Technische gegevens Inbedrijfstelling
Na het inbouwen van de kookplaat en na het inschakelen van de
voedingsspanning (aansluiting op het net) vindt eerst een zelftest
van de besturing plaats en verschijnt er een service-informatie
voor de klantenservice.
Belangrijk: Bij de aansluiting op het net mogen er geen voorwer-
pen op de touch-control sensoren liggen!
Met een sponsje en wat sop even over het oppervlak van de
kookplaat vegen en vervolgens droogwrijven.
Afmetingen kookplaat
hoogte/ breedte/ diepte . . . . . mm 50 x 600 x 520
Kookzones
links voor . . . . . . . . . . .Ø cm / kW
links achter. . . . . . . . . .Ø cm / kW
rechts achter . . . . . . . .Ø cm / kW
rechts voor. . . . . . . . . .Ø cm / kW
16/ 1,4
21/ 2,3
18/ 1,85
18/ 1,85
Kookplaat
totaal . . . . . . . . . . kW 7,4
Afmetingen kookplaat
hoogte/ breedte/ diepte . . . . . mm 50 x 600 x 520
Kookzones
links voor . . . . . . . . . . .Ø cm / kW
links achter. . . . . . . . . .Ø cm / kW
rechts achter . . . . . . . .Ø cm / kW
rechts voor. . . . . . . . . .Ø cm / kW
16/ 1,4
23/ 3,0
18/ 1,85
21/ 2,3
Kookplaat
totaal . . . . . . . . . . kW 7,4
Afmetingen kookplaat
hoogte/ breedte/ diepte . . . . . mm 50 x 800 x 520
Kookzones
links voor . . . . . . . . . . .Ø cm / kW
links achter. . . . . . . . . .Ø cm / kW
rechts achter . . . . . . . .Ø cm / kW
rechts voor. . . . . . . . . .Ø cm / kW
25/ 3,0
16/ 1,4
21/ 2,3
18/ 1,85
Kookplaat
totaal . . . . . . . . . . kW 7,4
11

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Kuppersbusch PCKI 802F bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Kuppersbusch PCKI 802F in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,69 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Kuppersbusch PCKI 802F

Kuppersbusch PCKI 802F Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 17 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info