50
Reinig de buitenkant van het apparaat en het
bedieningspaneel met een vochtig doekje. In geen geval
agressieve reinigingsmiddelen of schuurmiddelen gebruiken.
Gebruik ook nooit oplosmiddelen (aceton, tri, ecz.).
Maak de deurafdichting, het afwasmiddelbakje en het
glansmiddelreservoir regelmatig schoon met een vochtige
doek.
Laat de machine elke drie maanden een 65°C-programma
afwerken, zonder servies, met afwasmiddel.
Schoonmaken van de zeven
De zeven in de kuipbodem zijn in hoge mate zelfreinigend.
Toch moet u de zeven af en toe controleren en eventueel
schoonmaken. Verontreinigde zeven hebben een nadelige
invloed op het afwasresultaat.
1. Deur openen, onderste
korf uit de machine
nemen.
2. Het zeefsysteem van de
afwasautomaat bestaat uit
een grove/fijne zeef (A/B),
een microfilter (C) en een
vlakke zeef (D).
3. Greep ongeveer een
kwart slag linksom
draaien en uitnemen.
4. Grove/fijne zeef (A/B) aan het oogje pakken en uit het
microfilter (C) trekken.
5. Alle zeven onder stromend water grondig schoonmaken.
6. Vlakke zeef (D) uit de kuipbodem nemen en aan beide
kanten grondig schoonmaken.
7. Vlakke zeef (D) weer in de kuipbodem zetten.
8. Grove/fijne zeef (A/B) in het microfilter (C) zetten en in
elkaar drukken.
9. Zeefcombinatie weer inzetten en door rechtsom draaien van
de greep vergrendelen.
Let erop dat de vlakke zeef niet boven de kuipbodem
uitsteekt.
Belangrijk!
Gebruik de machine nooit zonder de zeven.
Zorg er bovendien voor dat de zeven correct op hun plaats
zitten.
Voor een goede werking
van de afwasmachine
NOOIT de bovenste
sproeiarm demonteren.
Als de sproeigaatjes verstopt
zitten met etensresten, dan
kunt u deze met een
tandenstoker verwijderen.
Als de machine langere tijd buiten
gebruik is
Wordt de machine voor langere tijd niet gebruikt, dan:
1. Kraan dichtdraaien.
2. Stekker uit het stopcontact trekken.
3. Deur op een kier laten staan om het ontstaan van
een onaangename geur te vermijden.
4. Binnenkant en accessoires reinigen.
Bescherming tegen vorst
Plaats de afwasmachine nooit in een ruimte waar de
temperatuur onder het vriespunt kan zakken. Mocht dat toch
het geval zijn, maak de machine dan leeg, draai de kraan
dicht, verwijder de waterafvoerslang en laat deze leeg lopen.
Vervoeren van de machine
Als u de machine gaat vervoeren (bijv. bij verhuizing):
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Waterkraan dichtdraaien.
3. Watertoevoerslang van de waterkraan
losschroeven en leeg laten lopen.
4. De machine samen met de slangen vervoeren.
Zorg ervoor dat de machine tijdens het transport rechtop blijft
staan.
Onderhoud