• Afhankelijk van het gekozen vleessoort zijn niet alle gaarniveaus beschikbaar
omdat bijvoorbeeld gevogelte altijd goed gebakken gegeten moet
worden. TIP: Wenst u een ander dan het vooringestelde niveau dan kunt
u de kerntemperatuur manueel veranderen (zie Manuele instelling van
de temperatuur)
• De kerntemperatuur „TARGET TEMP“ wordt in het midden van het display
weergegeven. Bij de in de fabriek ingestelde temperaturen gaat het om
richtwaarden.
• Nu steekt u het punt van de metalen voeler tot de helft in het dikste deel
van het braadgoed. In elk geval moet verzekerd worden dat het punt niet
te dicht aan knoken, kraakbeen of een plaats met veel vet zit om een
vervalst resultaat te vermijden.
• De deur van de oven voorzichtig sluiten. Daarbij klemt u de meetkabel
ook in en plaatst u de basis op uw werkblad.
• LET OP: Altijd verzekeren dat de kabel of het basisstation niet met de
verwarmingsslang in de oven eventueel met hete kookplaten en / of hete
kookpannen in aanraking komt!
• De actueel gemeten temperatuur „CURRENT TEMP“ verschijnt in het
midden van het display.
• Zodra de gewenste kerntemperatuur „TARGET TEMP“ in het braadgoed
bereikt is, weerklinkt een alarmsignaal. Door een willekeurige toets in te
drukken schakelt u het alarmsignaal uit.
Manuele instelling van de temperatuur
• Afhankelijk van het vleessoort zijn de betreffende kerntemperaturen
opgeslagen. Deze kunnen echter manueel veranderd worden.
• De toets „MODE“ 3 seconden ingedrukt houden. Er weerklinkt een akoe-
stisch signaal en „TARGET TEMP“ knippert.
• Met de toets „MIN“ verandert u de gewenste kerntemperatuur naar
boven, met de toets „SEC“ naar beneden.
• Nu drukt u opnieuw op de toets „MODE“ om uw selectie te bevestigen.
• De actueel gemeten temperatuur „CURRENT TEMP“ verschijnt in het
midden van het display.
• Zodra de gewenste kerntemperatuur „TARGET TEMP“ in het braadgoed
bereikt is weerklinkt een alarmsignaal. Door een willekeurige toets in te
drukken schakelt u het alarmsignaal uit.
NL
25