8. Druk hierna op START/STOP om de MANUAL instelling te starten. Stel de
weerstand bij naar het gewenste inspanningsniveau door op UP of DOWN te
drukken terwijl u fietst.
9. HEARTRATE CONTROL
Als u deze optie heeft gekozen (en op ENTER heeft gedrukt) dan wordt het
voorgestelde aantal hartslagen per minuut op het display getoond. Als u het
ideale aantal hartslagen heeft gekozen begin de oefening door op START/
STOP te drukken. Gedurende de oefening zal het inspanningsniveau per mi-
nuut worden aangepast zodat de hartslag gelijk blijft aan uw instelling.
10.PRESET
Als u deze heeft gekozen dan begint P1 te knipperen op het display. Druk op
UP of DOWN om naar uw keuze te gaan (P1, P2, P3 of P4). Druk op
ENTER om het programmaverloop te zien. Druk op ENTER en begin de oe-
fening.
11.MEMORY
Als u deze functie heeft gekozen dan begint M1 te knipperen op het display.
Druk op UP of DOWN om naar uw keuze te gaan (M1, M2 of M3). Druk op
ENTER om het programma geheugen te zien. Druk nogmaals op ENTER en
gebruik UP of DOWN om uw eigen inspanningsniveau in te stellen. Druk op
ENTER en begin de oefening.
NB: Als u een bestaande geheugeninstelling wilt gebruiken, kies dan M1, M2
of M3 door Op ENTER te drukken. Druk dan niet weer of ENTER maar op
START/STOP.
12.RECOVERY
Na een oefening van (bijvoorbeeld) 30 minuten stopt u met fietsen (Druk niet
op de STOP knop!!) en drukt u op de RECOVERY knop (herstel). De compu-
ter zal dan alle functies behalve de hartslagmeting (u moet natuurlijk wel de
borstband om hebben!!) afsluiten en zal voor de duur van 60 seconden aftel-
len. Als de 60 seconden om zijn ziet u uw herstelwaarde
( niveau van fitheid).