5. Startscherm
In het startscherm drukt u op de toets [ Menu ] om de opties weer te geven: widgets,
bureaubladen, apps, schermverwerker, bureau-instellingen, systeeminstellingen. Druk op
het gewenste pictogram om de functies te gebruiken.
6. Hoofmenu
In het hoofdmenu kunt u van links naar rechts over het scherm vegen om door de apps te bladeren.
Druk op een app om hem te openen en in te schakelen.
7. Apps verplaatsen
Selecteer een scherm, druk op om het hoofdmenu te openen. Druk op een app en houd de
toets ingedrukt, schuif hem vervolgens naar de gewenste plaats op het scherm om een sneltoets te
creëren. Zo kunt u sneltoetsen creëren naar al uw favoriete apps.
Opmerking: voordat u een sneltoets naar een app maakt, moet u controleren dat het scherm
waarop u deze wilt plaatsen genoeg ruimte heeft.
8. Apps verwijderen
Vanuit het huidige scherm drukt u op het pictogram met de sneltoets van de app en houdt de toets
ingedrukt. U schuift hem naar het teken X boven in het scherm. Zo kunt u de app vanuit het huidige
scherm verwijderen.
9. Meldingenbalk
Vanuit elk scherm veegt u van boven naar onder om de meldingenbalk weer te geven. Om hem te
laten verdwijnen, veegt u van onder naar boven over het scherm.