Vermogen verhogen Vermogen verlagen
14
Om het vermogensniveau te veranderen (van 1 tot max. 9 of P) drukt u op de -/+ toetsen, zoals te zien is in
de afbeeldingen hieronder.
Als de Flexi cook-functie actief is, kunt u deze uitschakelen door beide toetsen “-” en “+” van de
betreffende zone in te drukken. De functie wordt dan uitgeschakeld.
Het bericht “geen pan” verschijnt op het display van de zone waarop geen pan gedetecteerd kan
worden (omdat er geen pan op staat, of omdat de pan verkeerd geplaatst is of niet geschikt is voor
inductiekookplaten). Dit bericht blijft gedurende 60 seconden actief: in die tijd kunt u, naar wens, pannen
toevoegen of verplaatsen binnen de flexi cookzone.
Als er na 60 seconden geen pan op de zone is gezet, stopt het systeem met het “zoeken” naar pannen op die
zone. Het symbool blijft zichtbaar op het display om aan te geven dat de zone uitgeschakeld is.
Om de Flexi cook-functie weer te activeren drukt u op een van de twee toetsen die aangegeven worden met
de pijl.
De functie Flexi cook kan ook detecteren wanneer er een pan verplaatst wordt van de ene zone naar de
andere binnen het Flexi cook-gebied waarbij het vermogensniveau van de zone waarop de pan
oorspronkelijk stond gehandhaafd wordt (zie het voorbeeld in de afbeelding hieronder: als de pan verplaatst
wordt van de voorste brander naar de achterste brander, wordt het vermogensniveau weergegeven op het
display van de zone waar de pan op geplaatst is).
Het Flexi cook-gebied kan ook als twee onafhankelijke kookzones worden gebruikt, met de
overeenkomstige toetsen van de enkele zone. Plaats de pan in het midden van de enkele zone en stel het
vermogen in met de “+” en “-” toetsen.
Belangrijk: zorg ervoor dat u de pannen gecentreerd op de kookzone zet, zodat het midden van de enkele
kookzone bedekt is.
Bij grote pannen, ovale, rechthoekige en langwerpige pannen moeten de pannen gecentreerd op de
kookzone worden geplaatst.
Voorbeelden van goede en verkeerde plaatsing van pannen:
Gebruiksaanwijzing
