Nederlands
N.B.: Als de vloeibare ingrediënten te snel
toegevoegd worden, vormen zij een plasje rond
de deeghaak en vertragen het mixen.
4. Ga door met mengen op stand 2 en tik
zachtjes de achtergehouden bloem van de
zijkant van de kom af, 1/2 kop per keer,
zoveel als nodig is. Ga nog ongeveer
2 minuten door met mixen, totdat het deeg
aan de haak blijft vastzitten en van de
zijkanten van de kom loslaat.
Tips
Mengen en kneden van gistdeeg
R-10
N.B.: Als de ingrediënten op de bodem van
de kom niet geheel zijn gemengd, hangt de
garde niet ver genoeg in de kom. Zie “Speling
tussen garde en kom.”
Cakemix
Wanneer u kant-en-klare cakemix gebruikt,
dient u stand 4 te gebruiken voor de
gemiddelde snelheid en stand 6 voor de hoge
snelheid. Om het beste resultaat te krijgen
dient u zich te houden aan de aanwijzingen op
de verpakking.
Toevoegen van noten, rozijnen of
gekonfijte vruchtjes
Vaste bestanddelen dienen pas op het laatste
moment op roersnelheid toegevoegd te worden.
Het beslag dient zo dik te zijn dat de vruchtjes
of noten niet naar de bodem zakken tijdens het
bakken. Kleverige vruchtjes dienen met bloem
te worden bestoven voor een betere verdeling
in het beslag.
Vloeibaar mengsel
Mengsels waarvan de ingrediënten voor een
groot deel vloeibaar zijn, dienen op de lagere
standen te worden gemengd om spatten te
voorkomen. Verhoog de snelheid pas wanneer
het mengsel dikker is geworden.
Aanpassen van uw recept aan de mixer
De aanwijzingen in dit boekje kunnen worden
gebruikt om uw favoriete recepten aan te passen
voor gebruik met uw KitchenAid
®
mixer. Voor
het bepalen van de juiste werkwijze bij het
mixen moet u zelf ervaring opdoen. Houd het
beslag of deeg in de gaten en meng niet langer
dan totdat het er "glad en romig" uitziet.
Raadpleeg de richtlijnen voor de
snelheidsinstelling om u te helpen bij het
bepalen van de juiste mixerstand.
Toevoegen van ingrediënten
De normale werkwijze voor het mengen van
beslag, vooral voor cakes en koekjes, is het
toevoegen van:
1/3 droge ingrediënten
1/2 vloeistof
1/3 droge ingrediënten
1/2 vloeistof
1/3 droge ingrediënten.
Gebruik de roerstand tot de ingrediënten goed
gemengd zijn. Voer daarna de snelheid
geleidelijk op tot de gewenste snelheid. Het
toevoegen van de ingrediënten dient zo dicht
mogelijk tegen de zijkant van de kom aan te
gebeuren, en niet rechtstreeks in de
ronddraaiende garde. Het schenkschild kan
worden gebruikt om het toevoegen van
ingrediënten makkelijker te maken.
1. Doe alle droge ingrediënten, inclusief de
gist, in de kom maar houd 1 à 2 koppen
bloem achter.
2. bevestig kom en deeghaak. Vergrendel de
kop van de mixer (model 5K45SS) of breng
de kom omhoog (model 5K5SS/5KPM5).
Zet de mixer op stand 2 en meng
gedurende ongeveer 15 seconden of totdat
de ingrediënten vermengd zijn.
3. Ga door met mengen op stand 2 en voeg in
ongeveer 30 seconden à 1 minuut
geleidelijk de vloeibare ingrediënten toe aan
het bloemmengsel. Meng daarna nog
1 minuut.
t. J
.