Bij minder dan 10 pedaalomwentelingen/min of indruk-
ken van “RECOVERY” herkent de elektronica een trai-
ningsonderbreking. De bereikte trainingsgegevens worden
weergegeven. Snelheid, belasting, omwentelingen en
polsslag worden als gemiddelde waarde met het Ø -sym-
bool getoond.
Met “+” of “–” wisseling in de actuele weergave. Bijv.
restwaardes. De trainingsgegevens worden 4 minuten
weergegeven. Drukt u in deze tijd geen toetsen in en
traint u niet, schakelt de elektronica in de slaapstand.
Hervatten van de training
Bij voortzetting van de training binnen 4 minuten worden
de laatste waardes verder opgeteld of teruggeteld.
RECOVERY – functie
Herstelpolsmeting
Bij trainingseinde “RECOVERY” indrukken.
De elektronica meet 60 seconden teruglopend uw pols-
slag.
Drukt u op “RECOVERY”, wordt onder “RPM” de actuele
polsslagwaarde opgeslagen; onder “SPEED” wordt de
polsslagwaarde na 60 seconden opgeslagen. Onder
“DISTANCE” wordt het verschil tussen de beide waardes
getoond.
Daaruit wordt een conditiecijfer (voorbeeld F 2.6)
berekend. De weergave wordt na 20 seconden beëin-
digd.
“RECOVERY” of “RESET” onderbreekt deze functie.
Wordt aan het begin of einde van de teruglopende tijd
geen polsslag gemeten, verschijnt er een foutmelding.
Opmerking:
59
NL