8
Functies en bediening van de trainingscomputer
NL
Bedieningshandleiding voor de trainingscomputer met dig-
itale weergave (ST 7835-20/7878-20)
1.0 Functietoetsen
MODE: druk op „MODE“ voor instellen van TIJD, AFSTAND,
CALORIEËN en POLSSLAG. Geef de gewenste waarde in en
bevestig met de toets “MODE”.
SET: Voor het invoeren van een waarde voor tijd, afstand, calo-
rieën en polsslag. U kunt de toets langer ingedrukt houden om de
waarde snel te verhogen (de computer moet zich in de STOP pos-
tition bevinden).
RESET: De gebruiker kan de toets “RESET” indrukken om de functie
tijd, afstand, calorieën of polsslag terug te zetten of de toets 2 sec-
onden lang indrukken om alles terug te zetten. (Bij het verwisselen
van de batterijen worden alle waardes automatisch op nul
teruggezet).
RECOVERY: Voor het activeren van de herstelpolsfunctie na de
training.
2.0 Functies
SCAN: Weergave van alle functies van RPM – snelheid - afstand
– calorieën – polsslag – RPM ...
RPM: Weergave van de actuele omwentelingen per minuut. De
weergaven van RMP en snelheid wisselen na aanvang van de
training elke 6 seconden.
SPEED: Weergave van de actuele snelheid. De maximale snelheid
bedraagt 99,9 km/h of mijl/h.
DISTANCE: Optellen van de totale afstand van 00,00 tot 99,99
km of mijl. De gebruiker kan de doelafstand door indrukken van
“SET” programmeren. Dit gebeurt in stappen van 0,1 km of mijl.
CALORIE: Optellen van het calorieënverbruik gedurende de training
van 0 tot maximaal 9999 calorieën. (Deze gegevens zijn een ruwe
indicatie voor het vergelijken van diverse trainingseenheden en zijn
niet geschikt voor medische behandelingen).
PULSE: Nadat u beide handsensoren vast heeft gepakt, verschijnt
op de display uw actuele polsslag. U kunt voor de training een
doelpolsslag programmeren. Als uw hartslag de doelhartslag over-
schrijdt, wordt u gewaarschuwd door een geluidssignaal.
SLAAPSTAND: als géén RPM of POLSSLAG gemeten wordt of
géén manuele instelling gedurende 4 minuten in deze modus
plaatsvindt, schakelt de computer naar de SLAAPSTAND.
3.0 Gebruiksaanwijzingen
1. Plaats 2 batterijen 1,5
V UM3/AA. De computer
toont vervolgens het in
afbeelding A
weergegeven veld en u
hoort een pieptoon.
2. De computer geeft afbeelding B weer. U bent in de program-
meermodus. U kunt ook beginnen met trainen zonder waardes in
te voeren.
3. Als u zich in de programmeermodus bevindt, bijvoorbeeld voor
het programmeren van de tijd, knipperen de tijdcijfers en u kunt
op “SET” drukken om de waarde te wijzigen. Druk ter bevestiging
op “MODE” en de computer gaat naar het volgende veld. Het pro-
grammeren van AFSTAND en CALORIEËN gaat op dezelfde
manier als bij TIJD.
4. Bevindt u zich in de POLSSLAG modus, kunt u “SET” indrukken
om een waarde te programmeren. Na de programmering ter
bevestiging “MODE” indrukken en de computer schakelt naar
TIJD.
5. Na het ingeven van waardes voor TIJD, AFSTAND en CALORIEËN
kunt u beginnen met trainen. Daardoor wordt de SCAN modus geac-
tiveerd (afbeelding C). Het veld van
RPM/SNELHEID/TIJD/CALORIEËN/POLSSLAG schakelt elke 6
seconden verder.
6. U kunt met “MODE” ook afzonderlijke functies selecteren,
behalve RPM en snelheid.
7. Als tijdens de training een geprogrammeerde waarde voor
TIJD, AFSTAND, CALORIEËN of DOELPOLSSLAG bereikt is, hoort
u een geluid: vervolgens telt de waarde van 00:00 op.
8. RECOVERY (Herstelpolsslag)
(1) Als u “RECOVERY” indrukt, wordt de herstelpolsfunctie opgestart
als polsslag vooraf gemeten werd. Stop met trainen, maar houd
beide handen op de handsensoren.
Op dit moment is alleen POLSSLAG en TIJD actief.
De TIJD telt van 00:60 terug. Het polssignaal knippert synchroon
met de polsslag van de gebruiker. Na aftellen tot 0 wordt F1 tot
F6 zichtbaar.
F1 is het beste en F6 het slechtste.
(2) Nogmaals indrukken van “RECOVERY” beëindigt de functie.
Opmerkingen
1. Bij onderbreking van de training gedurende 4 minuten wordt
het hoofdscherm uitgeschakeld.
2. Bij computerstoringen, de batterijen verwijderen en herplaatsen
en nogmaals proberen.
3.Batterijspecificaties: 1,5 V UM 3 of AA (2 stuks).
Belangrijk: batterijen vallen niet onder de garantie.
Lege energiecellen mogen niet met het huisvuil mee.
Lever uw bijdrage aan het milieu en lever gebruikte batterijen
apart in bij de daarvoor aangewezen depots, zodat de ingeza-
melde batterijen daarna naar behoren vernietigd en milieuvrien-
delijk gerecycled kunnen worden.
afb. A
afb.. C
afb. . B