Trainings- en bedieningshandleiding
16
NL
Belastingomvang
Duur van een trainingseenheid en de frequentie per week:
De optimale belastingomvang is gegeven als over een langere tijd
65-75% van het individuele hart- / bloedsomloopvermogen
bereikt wordt.
Vuistregel:
Het wattvermogen dient u zo te kiezen dat u de spierinspan-
ning over een langere tijd kunt volhouden.
Een hoger vermogen (watt) dient door een hogere trapfre-
quentie opgebracht te worden. Een te lage trapfrequentie van
minder dan 60 RPM leidt tot een statische belasting van de
spieren en daardoor tot een snellere vermoeidheid.
Warm-Up
Aan het begin van elke training dient u 3 - 5 minuten met een
langzaam stijgende belasting rustig te fietsen, om uw
hart/bloedsomloop en uw spieren op gang te brengen.
Cool-Down
Evenzo belangrijk is het zogenaamde “afkoelen”. Na elke
training (na/zonder recovery) dient u nog ca. 2-3 minuten
met een lage weerstand verder te trainen.
De belasting voor uw verdere duurtraining dient in principe
eerst via de belastingomvang verhoogt te worden, bijv. dage-
lijks 20 minuten i.p.v. 10 minuten of 3x per week i.p.v. 2x
per week trainen. Naast de individuele planning van uw duur-
training kunt u ook gebruik maken van de in de computer
aanwezige trainingsprogramma's.
Woordenlijst
Alter
Eingabe zur Berechnung des Maximalpulses.
Leeftijd
Invoeren voor het berekenen van de maximale polsslag.
B.M.I.
Body-Mass-Index: waarde in samenhang met gewicht en lengte.
Trainingsintensiteit Trainingsduur
Dagelijks 10 min.
2–3 x per week 20 – 30 min.
1–2 x per week 30 – 60 min.
Berekening van BMI:
Gewicht (kg)
––––––––––– = Body-Maß-Index
Lengte 2(m2)
Voorbeeld: Thomas
Gewicht 86 kg
Lengte 1,86 m
86 (kg)
––––––––– = 24,9
1,862 (m2)
Normen:
Leeftijd BMI
19 - 24 jaar 19 - 24
25 - 34 jaar 20 - 25
35 - 44 jaar 21 - 26
45 - 54 jaar 22 - 27
55 - 64 jaar 23 - 28
> 64 jaar 24 - 29
Het resultaat van Thomas (50 jaar) in ons voorbeeld ligt met
een BMI van 24,9 binnen de normen. Bij afwijkingen van de
normwaardes kan schade aan de gezondheid optreden.
Raadpleeg in dat geval uw huisarts.
Dimensie
Eenheden voor het weergeven van km/h of mph, kjoule of
kcal, uren (h) en vermogen (watt).
Energie (realistisch)
Fietsergometer:
De energieomzetting van het lichaam wordt met een effectivi-
teit van 25% voor het opbrengen van mechanische prestaties
berekend. De overige 75% worden in warmte omgezet.
Crossergometer:
De verhouding is hier 16,7% en 83,3%.
Vetverbrandingspolsslag
Berekende waarde van: 65% maximale polsslag.
Fitnesspolsslag
Berekende waarde van: 75% maximale polsslag.
Manueel -
Berekende waarde van: 40 - 90% maximale polsslag.
Maximale polsslag
Berekende waarde uit 220 - leeftijd
Classificatie M V
Ondergewicht < 20 < 19
Normaal gewicht 20-25 19-24
Overgewicht 25-30 24-30
Obesitas 30-40 30-40
Ernstige obesitas > 40 > 40
Polsslagbewaking
Verschijnt de pijl omlaag is de doelpolsslag 11 slagen te
hoog. Verschijnt de pijl omhoog, is de doelpolsslag 11 slagen
te laag.
Menu
Veld waarin waardes worden getoond of instellingen gewij-
zigd kunnen worden.
Vermogen
Actuele waarde van het mechanische (rem)vermogen in Watt,
die het apparaat in warme omzet.
Profielen
Een balkweergave van vermogens of polsslagen boven de tijd
of de afstand.
Programma's
Trainingsmogelijkheden die manuele of programma bepaalde
vermogens of doelpolsslagen vragen.
Percentage
Vergelijkingsweergave tussen actueel vermogen en ingestelde
maximale vermogen.
Polsslag
Meten van de polsslag per minuut.
Recovery
Herstelpolsmeting aan het einde van een training. Uit begin-
en eindpolsslag van één minuut wordt het verschil en een con-
ditiecijfer berekend. Bij gelijke training is een verbetering van
het cijfer een maatstaf voor de verbetering van uw conditie.
Reset
Wissen van de computer en een nieuwe start.
PC-interface
USB bus voor gegevenswisseling met een PC.
Sturing
De computer regelt het vermogen of de polsslag via handma-
tig ingevoerde of voorgeprogrammeerde waardes.
Doelpolsslag
Manuele of programmabepaalde polsslag die bereikt dient te
worden.