11
Functies en bediening van de trainingscomputer
NL
Bedieningsaanwijzingen voor de trainingscom-
puter met digitale weergave
(7835-20 / 7878-20)
1. Start zonder voorkennis
U kunt zonder voorkennis met de training beginnen. Op de
display worden de diverse informaties weergegeven. Voor een
efficiënte training en voor het instellen van uw persoonlijke
trainingsprogrammeringen, a.u.b. deze bedieningshandleiding
doorlezen en de instructies opvolgen.
Lees ook de algemene aanwijzingen in de
trainingshandleiding.
Deze bedieningshandleiding geldt voor twee computers met ver-
schillende omhulsels, maar met dezelfde functies. Bij de serie
7878-20 zijn de toetsen als volgt aangebracht:
Bij de serie 7835-20 zijn de toetsen als op deze manier aan-
gebracht:
In de hierna volgende handleiding wordt voor het verklaren van
de toetsen de serie 7835-20 getoond. Voor de serie 7878-20
gelden dezelfde functietoetsen.
2. Functietoetsen
MODE
Kies door kort indrukken van de MODE-toets
tussen de functies [TIME; DISTANCE, CALORIES
of PULSE] zowel voor de weergave, als voor uw
persoonlijke instellingen.
Als u de MODE-toets lang ingedrukt houdt, worden alle waardes
op >0< gezet.
SET
Met de SET-toets worden geprogrammeerde waardes inge-
voerd. Daarvoor moet het apparaat zich in de
ruststand bevinden > weergave links boven in de
display: STOP. Door kort indrukken van de SET-
toets verhoogt u de instelwaardes van de diverse
functies > [TIME; DISTANCE, CALORIES of
PULSE]. Als u de SET-toets langer ingedrukt houdt, versnelt de
telling van de instelwaarde.
RESET
Met de RESET-toets worden de functies op >0<
gezet. Bij de programmering van een wille-
keurige functie wordt alleen de waarde van
deze functie door het kort indrukken van de RESET-toets op >0<
gezet. Als de RESET-toets langer dan 2 seconden ingedrukt wordt,
worden alle waardes op >0< gezet; dit is hetzelfde als een her-
start van de computer.
Bij het verwisselen van de batterijen worden ook alle waardes
op >0< teruggezet.
RECOVERY
Gebruik de RECOVERY-toets voor het activeren
van de herstelpolsfunctie na de training.
3. Funkties – display weergaves
Algemeen:
In de display verschijnt steeds een groot veld en tegelijkertijd
onder in het veld meerdere segmentvelden naast elkaar.
Na het beëindigen van de training worden de trainingsge-
geven opgeslagen en deze kunnen bij een nieuwe training opge-
vraagd worden. De nieuwe gegevens worden dan erbij opgeteld.
Uitzondering: de computer werd met RESET op >0< gezet, in
de persoonlijke trainingsprogrammeringen werd de waarde
op >0< gezet of de batterijen werden verwisseld.
– Bij onderbreking van de training langer dan 4 minuten wordt
de display uitgeschakeld.
– Als de computer ondefinieerbare velden toont, de batterijen
verwijderen, weer terug plaatsen en het nogmaals proberen.
SCAN
Wisselende weergave van alle fun-
cties in het grote veld. Links in de
display verschijnt afwisselend de
omschrijving in afgekorte vorm:
RPM = Round Per Minute = omwen-
telingen per minuut/trapfrequentie
SPD = SPEED = snelheid
TM = TIME = trainingstijd
DST = DISTANCE = afgelegde
afstand
CAL = CALORIES = energie/calorieënverbruik
PLS = PULSE = polsslagfrequentie
Als in het grote veld de betreffende eenheid verschijnt, knippert
in het kleine veld de functieomschrijving.
RPM /SPEED (links)
In dit veld wordt afwisselend (elke 6 seconden)
de trapfrequentie als RPM (= omwentelingen
per minuut) en de snelheid SPEED in km/h
weergegeven. De hoogst mogelijke snelheid
bedraagt 99,9 km/h
TIME (2e links)
In dit veld wordt de trainingstijd gemeten.
De maximale tijd bedraagt 99:99 minuten.
7835-20
7878-20