9
NL
verhoogd worden: bij Gereed voor training het hele profiel en
tijdens de training alleen het trainingsgedeelte dat u nog moet
afleggen.
Training
Aan de hand van het trainingsprogramma “Vermogen (manu-
eel) Count Down" wordt het trainingsveld getoond.
Weergave :
Gereed voor training
Als u met meer dan 10 U/min trapt, start de trainingsweer-
gave.
Tijdens de training hebt u de mogelijkheid om meer informatie
in het onderste veld op te roepen.
Door indrukken van “Weergave” wisselt de informatie van
“Actuele training” naar “Programmaprogrammering”, dan
naar “Polsslaginformaties”, dan naar “Gemiddelde waardes”
enz...
Weergave:
actuele training
In het bovenste veld worden de geprogrammeerde waar-
den terugtellend en in het onderste veld de trainingswaar-
den oplopend weergegeven.
Hier in het voorbeeld is het vermogen naar 125 Watt ver-
hoogd en de polsslag naar 90 slagen/min gestegen.
Weergave :
programmaprogrammering
Het actuele programma wordt getoond.
Weergave :
polsslaginformatie
De polsslaginstellingen en -programmeringen worden geto-
ond.
Weergave :
gemiddelde waardes
De gemiddelde waardes worden getoond.
Is een programmering tot "nul" teruggeteld, wordt er verder
optellend doorgeteld. Als de laatste programmering bereikt is,
hoort u een kort signaal en wisselt het programma naar
"Count Up".
Trainingsfuncties
Wisseling van de gebruiksvorm van toerentalonafhan-
kelijk naar toerentalafhankelijk.
Aan het begin van een training werkt het apparaat altijd toe-
rentalonafhankelijk. Trapfrequentie wordt alleen als waarde
getoond.
Door indrukken van “P=vast/var.” wijzigt de gebruiksvorm
van toerentalonafhankelijk in toerentalafhankelijk. En dubbele
pijl in het trapfrequentieveld geeft de gebruiksvorm toeren-
talafhankelijk aan. Wisseling is nog tijdens het training moge-
lijk.
Toerental-/vermogenbewaking
Als in het toerentalonafhankelijke bereik het getoonde vermo-
gen met de trapfrequentie niet bereikt kan worden, verschijnt
een Omhoog- of Omlaagpijl.
Een vermogen van 400 Watt bij 50 U/min en 25 Watt bij
120 U/min is om apparaattechnische redenen bijvoorbeeld
niet mogelijk. De pijlen geven aan dat u sneller of langzamer
moet trappen om het vermogen mogelijk te maken.
Polsslagbewaking (doelpols)
Als u onder Doelpolsslag een bewaking hebt geactiveerd,
wordt uw polsslag voor en tijdens de training bewaakt. Bij het
voorbeeld “Thomas” is een doelpolsslag van 128 actief. De
Aanwijzing