Trainings- en bedieningshandleiding
74
NL
Aan het einde van de trainingsafloop van 12 minuten
geeft het programma aan de hand van de berekende
polsslaggegevens een waardering over het trainings-
succes. Dat wordt analoog aan de recovery instelling
weergegeven met F1 voor de beste waarde en F6 voor
de slechtste waarde.
Als in een kortere tijd dan 12 minuten het conditiecijfer
F1 bereikt wordt, stopt het programma automatisch de
trainingseenheid.
Training > PROGRAM
Voorgeprogrammeerde programma’s voor het trainen
In de trainingmodus PROGRAM kunt u tussen 12 ver-
schillende voorgeprogrammeerde trainingsprogram-
ma’s kiezen:
Door bewegen van de draaiknop in de richting UP of
DOWN schakelt u tussen de programma’s. In de dis-
play verschijnt ca. 1 seconden lang het programma-
nummer (P1-12) dan wordt het afstandsprofiel knippe-
rend weergegeven. Met de toets ENTER bevestigt u de
keuze of kies met UP resp. DOWN een ander pro-
gramma.
Als u een programma gekozen heeft kunt u daarbij
nog een voorgeprogrammeerde waarde [TIME,
DISTANCE, CALORIES of PULSE] invoeren. U komt
steeds in de volgende instelmogelijkheid door indruk-
ken van de ENTER toets.
Trainingsbegin door indrukken van de toets START en
actief trainen. Met de draaiknop UP / DOWN kan
voor het begin of tijdens de training het volledige
afstandsprofiel verhoogd of verlaagd worden. Via de
ingestelde trainingstijd (TIME) toont de computer in het
afstandsprofiel (balkdiagram) van links naar rechts met
de knipperende balk het trainingsverloop. Als de voor-
geprogrammeerde waarde [TIME, DISTANCE, CALO-
RIES of PULSE] bereikt wordt, hoort u 8 seconden lang
een akoestisch signaal. De trainingsgegevens worden
niet verder geteld. U heeft het trainingsdoel bereikt!
Door indrukken van de START-toets kunt u de training
weer voortzetten.