30
NL
Trainings- en bedieningshandleiding
Training
1. Training zonder programmeringen
• Een toets indrukken
STOP wordt weergegeven en TIME knippert voor invoeren
van een trainingstijd en een polsslagwaarde wordt weerge-
geven, als het polsslagsignaal via oorclip, handsensoren of
insteekontvanger herkent wordt.
en / of
• Beginnen met trappen
De trainingstijd en volgende velden worden opgeteld
weergegeven.
De weergavewisseling is actief en wordt door SCAN
weergegeven.
Het weergavebereik wisselen elke 6 seconden.
2. Training met programmeringen
Er kunnen onder tijd, afstand, energie programmeerwaardes
ingegeven worden. Bij trainingsbegin tellen deze waardes
terug. Wordt nul bereikt knippert het veld en een signaalgeluid
is hoorbaar.
Daarna wordt vanaf de geprogrammeerde waarde verder
opgeteld.
Onder polsslag kan een waarde ingegeven worden, die wan-
neer deze overschreden wordt knippert.
• Een toets indrukken
Weergave: Programmering “TIME”
Tijdprogrammering (TIME)
• Met “Plus” of “Min” Waarde invoeren (bijv. 30:00)
• Met “MODE” bevestigen.
Weergave: volgende programmering ”DISTANCE”
Afstandprogrammering (DISTANCE)
• Met “Plus” of “Min” waarde invoeren (bijv. 7,50)
• Met “MODE” bevestigen.
Weergave: volgende programmering “Kjoule of Kcal”
Energieprogrammering (Kjoule of Kcal)
• Met “Plus” of “Min” waarde invoeren (bijv. 780)
• Met “MODE” bevestigen.
Weergave: volgende programmering “Leeftijdprogrammering“
Polsslagbewaking (bij overschrijding knippert het veld)
• Met “Plus” of “Min” waarde invoeren (bijv. 130)
• Met “MODE” bevestigen (programmeermodus beëindigd)
Weergave: Gereed voor training met tijdprogrammering
• Door trappen start de training
Geprogrammeerde waardes worden terugtellend
weergegeven.
Weergavewisseling SCAN is actief