4
8. Overbelasting
Stopcontacten, verlengsnoeren of meervoudige contactdozen nooit overbelasten, anders bestaat er gevaar voor
brand of elektrische schokken.
9. Binnendringen van vreemd materiaal en vloeistof
Zorg ervoor dat er nooit vreemd materiaal of vloeistof door de ventilatieopeningen in dit apparaat binnenkomt,
omdat dit anders in contact met componenten onder hoogspanning kan leiden tot brand of een elektrische
schokken. Mors nooit vloeistoffen van welke aard dan ook op dit apparaat.
10. Onderhoud
Probeer nooit zelf onderhoud aan dit apparaat uit te voeren, omdat bij het openen of verwijderingen van
afdekkingen onderdelen die onder spanning staan vrij kunnen komen te liggen, die bij het aanraken gevaarlijk
kunnen zijn. Laat al het onderhoud over aan bevoegd onderhoudspersoneel.
11. Schade die moet worden gerepareerd
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een gekwalificeerde klantendienst worden uitgevoerd.
Onderhoud/reparatie is vere
i
st als het apparaat is beschadigd (bijvoorbeeld het netsnoer of de stekker), als er
vloeistof in het apparaat is gestroomd, als er voorwerpen in het apparaat zijn binnengedrongen, als het apparaat is
blootgesteld aan regen of vocht, als het niet langer goed werkt of als het gevallen is.
12. Reserveonderdelen
Als er reserveonderdelen nodig zijn, controleer dan of de onderhoudsmonteur reserveonderdelen gebruikt, die door
de fabrikant zijn voorgeschreven of dezelfde kenmerken
Hebben als de originele onderdelen. Niet-toegestane reserveonderdelen kunnen brand, elektrische schokken of
andere ongelukken veroorzaken.
13. Veiligheidstest
Vraag de onderhoudsmonteur na het uitvoeren van de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan dit apparaat om
een veiligheidstest uit te voeren om te bepalen of het apparaat goed werkt.
14. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag alleen volgens aanbeveling van de fabrikant aan een wand of op het plafond worden
aangebracht.
15. Warmte
Installeer het apparaat niet in de buurt van warme oppervlakken, zoals radiatoren, luchtverwarmers, kachels of
andere apparaten (inclusief versterkers), die warm kunnen worden. Plaats nooit voorwerpen met open vlammen,
zoals kaarsen of lantaarns, op of in de buurt van het apparaat.
16. Elektrische leidingen
Een buitenantenne mag niet worden geïnstalleerd in de buurt van hoogspanningskabels of op locaties waar deze op
dergelijke elektrische bedrading kan vallen. Bij het installeren van een buitenantenne moet er goed op worden gelet
dat u niet per ongeluk elektrische kabels raakt, omdat dit levensgevaarlijk is.