— 117 —— 117 —— 117 —
Vele problemen worden slechts veroorzaakt door een
verkeerde bediening of verkeerde verbindingen.
Kontroleer voordat u uw handelaar raadpleegt eerst de
volgende lijst voor een mogelijke oplossing van uw
probleem.
Algemeen
? Spanning wordt niet ingeschakeld.01
✔ De zekering is doorgebrand.
☞ Nadat u de kabels op kortsluiting heeft gekontroleerd moet u de
zekering door een van hetzelfde type vervangen.
✔ Autokontakt heeft geen ACC stand.02
☞ Verbind dezelfde kabel met het kontakt als de accukabel.
? Als u Standby hebt geselecteerd, wordt het toestel automatisch
uitgeschakeld.03
✔ De Uitschakeltimerfunctie is geactiveerd.
☞ Schakel de Uitschakeltimerfunctie uit als u niet wilt dat het toestel
automatisch wordt uitgeschakeld.
? Er gebeurt niets na het drukken op toetsen.04
✔ De computerchip in het toestel functioneert niet normaal.
☞ Druk op de resettoets van het toestel (blz. 84).
? Er is een geluidsbron waarnaar u niet kunt overschakelen.05
✔ Er is geen cassette geplaatst.
☞ Plaats de geluidsdrager waarnaar u wilt luisteren. Wanneer er in
dit toestel geen geluidsdrager is geplaatst, kunt u niet
overschakelen naar elke geluidsbron.
✔ De diskwisselaar is niet aangesloten.08
☞ Sluit de diskwisselaar aan. Wanneer de diskwisselaar niet op de
ingangsaansluitingen is aangesloten, kunt u niet naar een externe
disk-speler overschakelen.
? De klep opent of sluit niet.09
✔ Het voorpaneel is niet goed bevestigd.
☞ Bevestig het voorpaneel op de juiste wijze. Zie het gedeelte over
<Verwijderen van het voorpaneel>. (blz 90)
Oplossen van problemen
? Het geheugen wordt gewist wanneer het kontakt wordt
uitgeschakeld.10
✔ De accukabel is niet met de juiste aansluiting verbonden.
☞ Sluit de kabels juist aan de hand van het gedeelte <Verbinden van
kabels met aansluitingen> aan.
✔ De kabel van het kontakt en de accu zijn niet juist verbonden.11
☞ Sluit de kabels juist aan de hand van het gedeelte <Verbinden van
kabels met aansluitingen> aan.
? De telefoondempingfunctie werkt niet.15
✔ De telefoondempingkabel is niet juist verbonden.
☞ Sluit de kabels juist aan de hand van het gedeelte <Verbinden van
kabels met aansluitingen> aan.
? De telefoondempingfunctie wordt geaktiveerd maar de
telefoondempingkabel is niet aangesloten.16
✔ De telefoondempingkabel raakt een metalen deel van de auto.
☞ Zorg dat de telefoondempingkabel geen kontakt met een metalen
deel maakt.
? Zelfs als Toonversterking ingeschakeld is, kunnen schelle tonen niet
gecompenseerd worden. 17
✔ De Tuner is als geluidsbron geselecteerd.
☞ Schelle tonen kunnen niet gecompenseerd worden in de functie
met Tuner als geluidsbron.
? De middenfrequentie van de lage tonen, de kwaliteitsfactor van de
lage tonen, de uitbreiding van de lage tonen, de middenfrequentie
van de midden tonen, de kwaliteitsfactor van de midden tonen en
de middenfrequentie van de hoge tonen kunnen niet worden
ingesteld.19
✔ De <System Q> (blz. 107) is uitgeschakeld.
☞ Schakel deze in.
? Geen geluidsweergave of zeer laag volume.20
✔ De instellingen van de Fader of Balans zijn altijd naar één kant
ingesteld.21
☞ Centreer de instellingen van de Fader en de Balans.
✔ De in- en uitgangskabels of bedradingsbundel is/zijn niet juist
verbonden.22
☞ Sluit de in- en uitgangskabels en/of bedradingsbundel opnieuw
juist aan. Zie het gedeelte <Verbinden van kabels met
aansluitingen>.