2.6 Kabelaansluitingen
Aansluiting op het stroomnet
Het apparaat is voorzien van een 3 meter lange netkabel met stekker. Sluit deze voedingskabel aan
op het stroomnet. Mocht u een alternatieve stekker of stroomkabel nodig hebben, dan dient u de
installatie te laten verrichten door een vakbekwame elektromonteur.
ATTENTIE! De benodigde zekering is een trage 16A-zekering.
Wanneer u een verlengkabel gebruikt, moet de doorsnede daarvan minimaal even groot zijn
als die van de stroomkabel van het apparaat (3 x 1,5 mm²). Wij adviseren u om een 3 x 2,5 mm²
verlengkabel te gebruiken. De maximale lengte van de verlengkabel bedraagt 100 meter.
Het apparaat kan ook worden gebruikt in combinatie met een generator. Het minimale vermogen
van de generator moet 4,2 kVA zijn. Het aanbevolen vermogen bedraagt 8,0 kVA om het apparaat
met de maximale capaciteit te kunnen inzetten.
Werkstukkabel
De werkstukkabel is al aangesloten op het apparaat. Reinig het werkstukoppervlak en bevestig de
werkstukklem aan het werkstuk om een lascircuit tot stand te brengen.
MIGpistool
Het MIGpistool is reeds aangesloten op de machine. De toevoegdraad, het beschermgas en de
elektrische stroom worden naar het laspunt aangevoerd binnen de laspistoolkabel. Als u de
laspistooltrekker indrukt, zal het beschermgas gaan stromen en begint het toevoegdraad te lopen.
De boog zal ontsteken wanneer de toevoegdraad het werkstuk aanraakt. Binnen de pistoolkabel
bevindt zich een op de fabriek geïnstalleerde draadmantel die vooral geschikt is voor laswerk
met stalen en CuSi toevoegdraden. Het product kan tijdelijk worden gebruikt voor roestvrij stalen
en aluminium draden. Dit wordt echter niet aangeraden vanwege de hogere wrijving en de
verminderde lasprestaties. Het kan uiteindelijk tot het falen van de toevoegdraadaanvoer leiden.
Wanneer u hoofdzakelijk aluminium of roestvrij stalen toevoegdraad gebruikt, adviseren wij u
om de draadliner te vervangen door een plastic variant van Kemppi die beter geschikt is voor het
materiaal. Zie voor de instructies voor de vervanging van de draadliner het hoofdstuk Onderhoud
in deze handleiding.
De zwanenhals kan 360° gedraaid worden om verschillende lasposities mogelijk te maken. De
hals is aangesloten via een standaard rechtsdraaiende schroefdraad. Zorg er altijd voor dat de hals
vrijwel volledig contact maakt met de bodem van de schroefdraad. Hierdoor voorkomt u dat de
hals beschadigd of oververhit raakt.
ATTENTIE! Wanneer u van plan bent om een andere draad dan 0,8 mm stalen toevoegdraad te
gebruiken, dient u het draadmondstuk van het laspistool, de draadmantel en de aandrijfrol te
vervangen en deze af te stemmen op het type en de dikte van de gekozen toevoegdraad.
MinarcMig Evo 170, Evo 200
6