5.3.1 Verplaatsen en installeren
Wees voorzichtig wanneer u het toestel optilt met de band.
Het zwaartepunt bevindt zich niet altijd in het midden.
Pak de inlaat van het buitentoestel niet beet om vervorming te
vermijden.
Raak de ventilator niet aan met de handen of met andere
voorwerpen.
Houd het toestel niet onder een hoek van meer dan 45° en leg
het niet plat op de vloer.
Zorg voor een betonnen fundering om het buitentoestel op
vast te zetten.
Zet de poten van het toestel met bouten stevig vast om te
voorkomen dat het bij harde wind of aardbevingen kan
omvallen
0
0
6
>
Zet met bouten vast
OPMERKING:
De afbeeldingen in deze handleiding zijn uitsluitend bedoeld ter
verduidelijking. De airconditioner die u hebt aangeschaft kan er
enigszins anders uit zien (afhankelijk van het model). Ga altijd uit
van het door u gekochte model.
5.3.2 Wateruitlaat
De condensatiewateruitlaten op de chassis voor de selectie
zoals getoond in onderstaande afbeelding:
5/7kW
Wateruitlaat
10~16kW
Uitlaat reservewater.
(Moet worden opengetikt)
LET OP
Let bij het installeren van het buitentoestel op de plaats van
installatie en het afvoerpatroon.
Als het toestel geïnstalleerd is in een gebied met extreem lage
temperaturen, kan het bevroren condenswater de wateruitlaat
blokkeren. Trek dan de rubberen stop uit de reserve wateruitlaat
(10~16kW). Als dat niet helpt om het water af te voeren, tik dan de
andere wateruitlaten (10~16kW) open en zorg ervoor dat het water
tijdig kan worden afgevoerd.
Let er op dat de reservewateruitlaat van buiten naar binnen moet
worden opengetikt, zodat het later hersteld kan worden. Kies de
installatieplaats waar water geen overlast kan geven.
Zorg ervoor dat er geen motten of andere insecten in het gat
komen, deze kunnen de interne componenten beschadigen.
13