– 2
Bij gebruik van een ¾“ of 1“ slang:
Schroef het pompaansluitingsonderdeel (zie speci-
ale toebehoren) op het aansluitstuk.
Schuif de slang op het pompaansluitingsonderdeel
en bevestig met een slangklem.
Schuif de aansluitopening in de Quick-Connect.
Bij gebruik van een 1¼ “ slang:
Schuif de slang op de aansluitopening en bevestig
met een slangklem.
Schuif de aansluitopening in de Quick-Connect.
Afbeelding
Klap de voeten uit, in (SP 2 flat - zie bedrijf).
Plaats de pomp stabiel op een stevige ondergrond
in de pompvloeistof of dompel ze onder door een
aan de draaggreep bevestigd touw.
OPMERKING
Het aanzuigbereik mag niet door verontreinigingen ge-
blokkeerd zijn.
Plaats de pomp bij modderige ondergrond op een tegel
of iets dergelijks.
Let erop dat de pomp horizontaal staat.
Draag de pomp niet aan de kabel of de slang.
몇 GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok!
Tijdens het bedrijf pompvloeistof, het aan het transport-
handvat bevestigde touw alsook voorwerpen, die met de
de pompvloeistof in contact (bv. in het water oprijzende
buisleidingen, leuningen, etc.) zijn, niet aanraken.
Afbeelding
Bij een geringe vloeistofhoogte ontsnapt eventueel aan-
gezogen lucht of in de pomp voorhanden lucht via de
automatische ontluchtingsinrichting. Tevens kan daarbij
op die plaats vloeistof ontsnappen.
Als de pomp bij een laag vloeistofpeil problemen bij het
aanzuigen heeft, moet de netstekker meermaals uit- en
ingestoken worden om het aanzuigen te ondersteunen.
Afbeelding
Klap voor het pompen indien nodig de voeten uit
(SP 2 flat).
OPMERKING
Het uitklappen van de voeten is niet verplicht, door de
voeten uit te klappen wordt een grotere pompcapaciteit
bereikt.
Afbeelding
OPMERKING
In de automatische werking stuurt de vlotterschakelaar
het pompproces automatisch.
De pomp schakelt in zodra de vlotterschakelaar door
het stijgende vloeistofpeil de inschakelhoogte bereikt
heeft.
De pomp schakelt uit zodra de vlotterschakelaar door
het dalende vloeistofpeil de uitschakelhoogte bereikt
heeft.
De bewegingsvrijheid van de vlotterschakelaar moet
daartoe altijd gegarandeerd zijn.
Inschakelhoogte / uitschakelhoogte zie volgende tabel:
*De schakelhoogte kan variëren in functie van de posi-
tie van de vlotterschakelaar.
Netstekker in het stopcontact steken.
Afbeelding
Klap vóór het pompen de voeten in (SP 2 flat).
OPMERKING
Door de voeten in te klappen, wordt in de manuele wer-
king de vlakafzuiging van de vloeistof tot 1mm restvloei-
stofhoogte mogelijk.
Afbeelding
Bevestig de vlotterschakelaar naar boven wijzend
in de vergrendeling.
OPMERKING
In de manuele werking blijft de pomp constant inge-
schakeld.
Opdat de pomp in de manuele werking zelfstandig zou
aanzuigen, moet het vloeistofpeil minstens 60mm (SP 1
en 3 Dirt) of 7mm (SP 2 flat) bedragen.
De pomp kan tot een restvloeistofpeil van 25mm (SP 1
en 3 Dirt) of 1mm (SP 2 flat) afpompen.
De vermelde restvloeistofhoogte wordt enkel in de ma-
nuele werking bereikt.
Netstekker in het stopcontact steken.
LET OP
Beschadigingsgevaar! Droogloop leidt tot verhoogte
slijtage, laat de pomp in de manuele werking niet zonder
toezicht achter. Schakel de pomp bij droogloop onmid-
dellijk uit.
OPMERKING
Veroontreiniging kan zich vastzetten en functiestorin-
gen veroorzaken.
Pomp na ekl gebruik zuiver water of spoel de pomp
goed uit.
Dat geldt in het bijzonder na het pompen van
chloorhoudend water of andere vloeistoffen die
resten achterlaten.
Stekker uit het stopcontact trekken.
De pomp is onderhoudsvrij.
몇 VOORZICHTIG
Om ongevallen of verwondingen bij het transport te ver-
mijden, moet het gewicht van het apparaat in acht ge-
nomen worden (zie technische gegevens).
Til de pomp op en draag ze aan de handgreep.
Voor het transport op een voertuig moet het appa-
raat tegen verschuiven beveiligd worden.
Gebruik
Automatische ontluchtingsinrichting
Automatisch gebruik
Min / Max SP 1 Dirt SP 2 Flat SP 3 Dirt
Inschakelhoogte
cm*
43 / 50 36 / 44 43 / 50
Uitschakelhoogte
cm*
18 / 30 15 / 24 18 / 30
Handmatig gebruik
De werkzaamheden beëindigen
Onderhoud
Vervoer