– 7
Met de keuzeschakelaar voor de hoeveelheid stoom
wordt de naar buiten stromende hoeveelheid stoom ge-
regeld. De keuzeschakelaar heeft drie standen:
Keuzeschakelaar instellen op de vereiste hoeveel-
heid stoom.
Stoomhendel bedienen en het stoompistool altijd
eerst op een doek richten tot de stoom gelijkmatig
naar buiten komt.
Instructie:
De verwarming van de stoomreiniger schakelt tij-
dens het gebruik steeds weer in, om voldoende
druk in het waterreservoir te behouden. Daarbij
licht het oranje controlelampje op - Verwarming.
Water in het reservoir moet nagevuld worden wanneer
de hoeveelheid stoom tijdens het werk vermindert en er
aan het einde geen stoom meer wordt geproduceerd.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Stoomhendel induwen tot er geen stoom meer naar
buiten komt. Nu heerst in het waterreservoir geen
druk meer.
Veiligheidssluiting van het apparaat losschroeven.
Vul het waterreservoir met maximaal 1 liter schoon
leidingwater.
Veiligheidssluiting opnieuw vast op het apparaat
schroeven.
Netstekker in een stopcontact steken.
Na ca. 8 minuten dooft het oranje controlelampje -
Verwarming.
De stoomreiniger is klaar voor gebruik.
Afbeelding
Trek de stekker uit het stopcontact.
Afbeelding
Stoomhendel induwen tot er geen stoom meer naar
buiten komt. Nu heerst in het waterreservoir geen
druk meer.
Kinderveiligheid naar achteren zetten (stoomhen-
del geblokkeerd).
Afbeelding
Verlengpijpen in de grote houder voor accessoires
steken.
Handsproeier en puntspuitkop telkens op een ver-
lengkabel steken.
Bevestig de grote ronde borstel op de puntstraal-
sproeier.
Steek geen ronde borstel en sproeiers in de mid-
delste houder voor accessoires.
Vloerspuitkop in de parkeerhouder hangen.
Stoomslang rond de verlengpijp wikkelen en
stoompistool in de vloerspuitkop steken.
Er wordt aanbevolen om de bodem te vegen of schoon
te zuigen vooraleer de stoomreiniger gebruikt wordt. Op
die manier wordt de bodem van vuil / losse deeltjes ont-
daan vooraleer hij vochtig gereinigd wordt.
Voor de behandeling met de stoomreiniger altijd op een
onopvallende plaat uitproberen of het textiel de behan-
deling verdraagt: eerst sterk bevochtigen, dan laten dro-
gen en vervolgens controleren op kleur- en vormveran-
deringen.
Bij het reinigen van gelakte of met kunststof gecoate op-
pervlakken zoals bijvoorbeeld keuken- en woonkamer-
meubelen, deuren, parket kunnen was, meubelpolitoer,
kunststof coatings of verf oplossen of kunnen vlekken
ontstaan. Bij de reiniging van die oppervlakken een
doek kort instomen en daarmee het oppervlak schoon-
vegen.
LET OP
Stoom niet richten op verlijmde randen aangezien het
raamwerk zou kunnen loskomen. Het apparaat niet ge-
bruiken voor het reinigen van onverzegelde hout- of
parketvloeren.
Verwarm bij lage buitentemperaturen, vooral in de win-
ter, de vensterruit door het volledige glasoppervlak licht-
jes in te stomen. Zo worden spanningen op het opper-
vlak en de daauit resulterende glasbreuk vermeden.
Vervolgens het venstervlak met de handspuitkop en
overtrek reinigen. Gebruik een raamtrekker om het wa-
ter af te trekken of wrijf de oppervlakken droog.
LET OP
Stoom niet richten op de verzegelde plaatsen van het
vensterraam om beschadigingen te voorkomen.
U kunt het stoompistool zonder accessoire gebruiken,
bijvoorbeeld:
– voor het verwijderen van kleine plooien uit hangen-
de kledingstukken door ze vanop een afstand van
10-20 cm met stoom te behandelen.
– voor het afstoffen van planten. Hierbij een afstand
van 20-40 cm bewaren.
– voor het vochtige afstoffen door een doek kort te
bevochtigen en de meubelen ermee af te stoffen.
Hoeveelheid stoom regelen
maximale hoeveelheid stoom
gereduceerde hoeveelheid stoom
geen stoom - kinderbeveiliging
Instructie:
In die stand kan de stoomhendel niet bediend
worden.
Water bijvullen
Apparaat uitschakelen
Apparaat opslaan
Toepassing van accessoires
Belangrijke aanwijzingen voor gebruik
Vloeren reinigen
Opfrissen van textiel
Reiniging van gecoate of gelakte oppervlakken
Reiniging van glas
Stoompistool