Gebruik geen andere laadapparaten – laadt uw batterij slechts met een
apparaat dat hierboven genoemd is!
Als er een fout optreedt, resp. de batterij in de slaapmodus geschakeld heeft, dan
kan het helpen de batterij een minuut in het laadapparaat te plaatsen.
Het batterijmanagement controleert de batterij dan en kan de fout oplossen.
Een foute bediening kan schade aan het apparaat of letsel tot gevolg hebben!
Voordat u het laadapparaat reinigt trekt u altijd eerst de stekker uit het
stopcontact. Anders bestaat risico op kortsluiting en lichamelijk letsel!
Gebruik het laadapparaat uitsluitend in droge ruimten.
Het laadapparaat uitsluitend in een veilige, stabiele positie op een geschikt
oppervlak opstellen.
Laadapparaat niet afdekken of er voorwerpen op leggen. Risico op oververhit-
ting of brand!
7. Problemen oplossen
Daarmee u snel en ongecompliceerd herkennen
kunt wanneer er een probleem of technische
storing optreedt kan het bedienelement u laten
zien als er iets niet in orde is.
De LED’s knipperen in dit geval in een bepaald
patroon en een bepaald ritme wat u laat zien
welke oorzaak er voor het probleem is en hoe u
dit oplossen kunt.
Problemen/oplossingen: knipperpatroon en hun betekenis
1. Beide LED-trios knipperen afwisselend elke twee seconden:
Fout: geen motorondersteuning. Reden: de krachtsensor heeft zich
niet goed kunnen instellen.
Oplossing: de „Power“-toets twee maal indrukken om nieuw op te starten. Het
systeem voert de instelling van de krachtsensoer nog eens uit; ondertussen mag
er gedurende ongeveer twee seconden geen kracht op de pedalen uitgeoefend
worden.
2. Beide LED-trios knipperen in het volgende patroon:
Fout: geen motorondersteuning. Reden: de motor is defect.
Oplossing: de motor moet gerepareerd of vervangen worden. Neem hiervoor
contact op met uw vakhandelaar.
3. Een van de drie „Mode“-LED’s knippert constant twee maal kort:
Fout: de motor schakelt uit. Reden: de motor is overbelast.
Oplossing: laat de motor afkoelen en verlaag met één niveau de ondersteuning
middels het indrukken van de „Mode“-toets.
4. Een van de drie „Mode“-LED’s knippert snel:
Fout: de motor schakelt uit. Reden: de motor is sterk overbelast.
Oplossing: laat de motor afkoelen en verlaag de ondersteuning middels het
indrukken van de „Mode“-toets.
5. De onderste „Power“-LED knippert snel:
Fout: geen motorondersteuning. Reden: de batterij is bijna leeg.
Oplossing: de batterij onmiddelijk opladen.
9
Diodenveld van het bedienelement
etc.
etc.
etc.2x 2x
etc.
etc.