Bijlage A: Toestelparameters
113
Installatie van een geheugenkaart
De Telefax 359 beschikt over een basisgeheugen waarin 70 pagina’s gemiddelde
tekst opgenomen kunnen worden. Dit aantal is gebaseerd op de ITU-T-testkaart 1
met standaardresolutie. Zie hiervoor bijlage C, pag. 117. Indien er meer informa-
tie op de pagina’s staat dan op deze testkaart, neemt het aantal pagina’s dat in
het geheugen kan worden opgeslagen af. Met een geheugenkaart kunt u het aan-
tal uitbreiden tot 235 pagina’s (2 MB). Zo kunt u meer en/of langere berichten
vanuit het geheugen verzenden.
1 Controleer of er berichten in het
geheugen zijn opgeslagen (zie 2.8,
pag. 59), en wis of verzend deze
alvorens de (nieuwe) geheugenkaart
te plaatsen.
2 Zet de Telefax 359 UIT, en open de
klep van de documentinvoer.
3 De plaats voor de geheugenkaart is
nu zichtbaar. Plaats de geheugenkaart
met de tekstzijde van u af en met de
gaatjes naar beneden in de daartoe
bestemde gleuf. Druk de geheugen-
kaart goed naar beneden.
4 Sluit de klep van de documentinvoer,
en zet de Telefax 359 AAN.
5 Controleer nu toestelparameter 99
(bijlage A, pag. 108).
Installeert u een 2 MB-geheugenkaart
dan moet hier staan:
99 GEHEUGENCAPACITEIT
1 MB + 2 MB