3
Overzicht van de Jan des Bouvrie-telefoon
Handset
!Microfoon
@Deksel batterijvak (achterkant
handset)
#Ingekomen of laatstgekozen tele-
foonnummers in belgeheugen
opvragen, kiestoonpauze invoegen,
programmeren
$Microfoon in- en uitschakelen,
programmeren afbreken, program-
mering wissen, belsignaal handset
uitschakelen (per gesprek)
%aExtern bellen, gesprek aannemen,
verbinding verbreken
^Luidspreker belsignaal
&Display
*Luidspreker
(Keuze bevestigen, intern bellen,
wachtstand in/uitschakelen, intern
doorverbinden
)R Wisselen tussen gesprekken, wacht-
stand inschakelen, doorverbinden
(flashtoets)
INT/OK
`C
"P
&
%
^
$
#
@
!
(
*
)
Display (voorbeeld)
Mogelijke displaysymbolen
Het bereik is optimaal.
Het bereik is minimaal.
+– Brandt: met de handset wordt
getelefoneerd.
– Knippert: de handset gaat over.
Het belgeheugen bevat het telefoon-
nummer van een nieuwe beller.
P– Brandt: u bent in het program-
meermenu.
– Knippert: u kunt een functiecode
intoetsen.
`De microfoon is uitgeschakeld.
– Brandt: de handset staat niet op
het basisstation en de batterijen
zijn volledig opgeladen.
– Knippert: de handset staat niet op
het basisstattion en de status van
de batterijen is onbekend, de hand-
set staat op het basisstation en de
batterijen zijn volledig opgeladen.
/ – Brandt: de batterijen zijn gedeelte-
lijk opgeladen.
– Knippert: de handset staat op het
basisstation en de batterijen wor-
den opgeladen.
– Brandt: de batterijen zijn bijna leeg.
– Knippert: de batterijen zijn leeg.
CHet telefoonnummer in het display is
van iemand door wie u bent gebeld.
-1- Nummer van het basisstation waarop
de handset is aangemeld.
Int 1 Intern handsetnummer (bijvoorbeeld
Int 1 voor handsetnummer 1).
------------
De handset is buiten bereik van het basis-
station, de handset heeft geen contact met het
basisstation.
--------
De toetsbeveiliging is ingeschakeld.