9
2 Gebruiksklaar maken
2.1 Aansluiten
1 Duw de stekker van het ISDN-aansluitsnoer (RJ45) in de ISDN-aansluiting
van de Duovox.
2 Duw de andere stekker van het snoer in het ISDN-kastje (NT1) dat door uw
ISDN-leverancier is geplaatst.
3 Sluit uw analoge apparaten (telefoon, fax, antwoordapparaat e.d.) aan op
de a/b-poorten van de Duovox. Gebruik hiervoor de meegeleverde
snoeren. Duw de ene stekker van het analoge toestelaansluitsnoer in poort
1a/b of 2a/b, en duw de andere stekker van het toestelaansluitsnoer in het
analoge apparaat.
4 Sluit de 12 volt DC-adapter aan.
> De 2 groene lampjes en het gele lampje lichten kort op. Dit is de zelftest
van de Duovox. In de ruststand brandt alleen het rode lampje. Meer
informatie over de lampjes vindt u in paragraaf 1.3, LED-signaleringen.
2.2 Aansluitingen testen
> Wanneer de 12 volt DC-adapter juist is aangesloten, zal het rode lampje
branden.
1 Neem van een van de 2 analoge toestellen de hoorn op.
> U hoort de kiestoon.
2 Controleer of het groene lampje op de betreffende poort brandt.
3 Kies een telefoonnummer en wacht op beantwoording.
> Wanneer het gesprek is beantwoord, brandt het groene lampje continu.
4 Voer dezelfde handelingen uit bij de andere poort en het andere analoge
toestel.
Opmerking
Als u slechts op 1 poort een telefoon hebt aangesloten, kunt u beide poorten
testen met deze telefoon.