18
11 Leg de hoorn neer of programmeer meer nummers door stap 6
en volgende stappen te herhalen.
12 De telefoonnummers zijn geprogrammeerd.
5.2 Buitenlijn of binnenlijn selecteren
U hoort direct de kiestoon van de buitenlijn wanneer u de hoorn
van een aangesloten telefoon opneemt. Dit betekent dat u onmid-
dellijk een extern telefoonnummer kunt intoetsen. Om een tele-
foon op het andere aansluitpunt van de Duovox te bellen, moet u
eerst een binnenlijn selecteren. U kunt een binnenlijn selecteren
door op de flashtoets te drukken.
Flashtoets
U kunt de flashtoets herkennen aan het opschrift , , ,
, , of ,
. Als uw telefoon geen flashtoets heeft,
kunt u voor de betreffende telefoon instellen dat u een binnenlijn
kunt selecteren met het haakcontact (zie paragraaf 5.3).
5.3 Wachtstand instellen met haakcontact
In de standaardinstelling kunt u een gesprekspartner in de wacht
zetten door op de flashtoets te drukken. U kunt de flashtoets herken-
nen aan het opschrift , , , , , of ,.
Als uw telefoon niet over een flashtoets beschikt, kunt u instellen
dat u de wachtstand voor het betreffende aansluitpunt inschakelt
door kort op het haakcontact te drukken.
1 Neem de hoorn op van één van de aangesloten telefoons.
Dit moet een toontoestel zijn.
> U hoort de kiestoon.
2 Druk héél kort op het haakcontact om een binnenlijn te
selecteren.
> U hoort de kiestoon.
3 Toets code in.
4 Toets uw pincode in. De standaardpincode is .
5 Druk op .
> U hoort lange toonsignalen.
6 Toets code in.
7 U hebt 2 mogelijkheden:
– Toets code in wanneer u aansluitpunt
1
wilt
programmeren.
– Toets code in wanneer u aansluitpunt
2
wilt
programmeren.
2
1
28
0000
78
RECLRECALLRRRFLASHF
RECLRECALLR
RRFLASHF