Batterijen leeg
Als de batterijen bijna leeg zijn, verschijnt in het display van de
handset . Als de batterijen helemaal leeg zijn, zal dit symbool
knipperen en hoort u iedere seconden toonsignalen.
Vervolgens wordt de handset automatisch uitgeschakeld.
Als de batterijen tijdens een gesprek bijna leeg zijn, hoort u steeds
toonsignalen. Als de batterijen helemaal leeg zijn, kunt u met de
handset van de Phoenix niet meer telefoneren totdat u de batte-
rijen hebt opgeladen.
. Batterijtype instellen en batterijen vervangen
Gebruik bij voorkeur oplaadbare batterijen van het type Ni-MH. Het
is ook mogelijk om batterijen van het type Ni-Cd te gebruiken.
Andere oplaadbare batterijen kunnen de Phoenix beschadigen.
Deze beschadigingen vallen niet onder de garantie. Batterijen van
het type Ni-Cd hebben een lagere capaciteit.
In de standaardinstelling is de Phoenix ingesteld op batterijen van
het type Ni-MH. Als u batterijen van het type Ni-Cd wilt plaatsen, moet
u de Phoenix eerst op deze batterijen instellen. Als het verkeer-
de batterijtype is ingesteld, kan dit de Phoenix beschadigen.
Batterijtype instellen
Druk op of .
Blader met of naar
Handset instel.
.
Druk op of .
Blader met of naar
Overige instel.
.
Druk op of .
Blader met of naar
Batterij Type
.
Druk op of .
> In het display staat voor het ingestelde batterijtype .
Blader met of naar het batterijtype dat u gaat gebrui-
ken:
Ni-Cd
of
Ni-MH
.
Druk op of .
> U hoort een toonsignaal. De handset keert terug naar het vorige
scherm. Het batterijtype is ingesteld.
Druk op om terug te keren naar de ruststand.
Als u de batterijen uit de handset verwijdert of vervangt, blijven de
telefoonnummers in het telefoonboek bewaard.