Druk op .
> De microfoon is uitgeschakeld. Uw gesprekspartner kan u niet
meer horen. Het rode controlelampje brandt.
Schakel de microfoon weer in door nogmaals op te drukken.
Verbinding verbreken
> U voert een telefoongesprek via het basisstation.
Druk op .
> De verbinding wordt verbroken. Het rode controlelampje en
het groene controlelampje zijn gedoofd.
. Gebeld worden
Als u gebeld wordt, gaat zowel de handset als het basisstation over.
Gesprek aannemen met de handset
> De handset is ingeschakeld. De telefoon gaat over. Het groene
controlelampje op het basisstation knippert in het ritme van
het belsignaal. In het display van de handset knippert .
Druk op de handset op , of op een willekeurige cijfertoets,
? of /.
> U bent verbonden met uw gesprekspartner. Het groene controle-
lampje brandt continu. Na enkele seconden verschijnt de
gesprekstijd in het display, tenzij u dit hebt gewijzigd (zie para-
graaf .).
Gesprek aannemen met basisstation
> De telefoon gaat over. Het groene controlelampje op het
basisstation knippert in het ritme van het belsignaal.
Druk op .
> U bent verbonden met uw gesprekspartner. De personen in uw
omgeving kunnen met het gesprek meeluisteren. Het groene
controlelampje brandt continu.
Gesprek automatisch aannemen
Als u automatisch aannemen hebt ingesteld (zie paragraaf .), kunt
u een gesprek aannemen door de handset van het basisstation te
nemen. U staat dan direct in verbinding met uw gesprekspartner en
hoeft niet meer op een toets te drukken.
> De handset is ingeschakeld en ligt op het basisstation. De tele-
foon gaat over.
Pak de handset van het basisstation.
> U bent verbonden met uw gesprekspartner.