8
Ⅲ De plaats van het apparaat moet zo worden gekozen dat een
goede luchtcirculatie mogelijk is en oververhitting voorkomen
wordt.
3. Voorbereiding van het apparaat
3.1 Controleren van de netspanning
Het apparaat is door de fabriek ingesteld op de juiste netspanning.
Controleer of uw netspanning overeenkomt met de gegevens op het
typeschildje aan de onderkant van het apparaat.
3.2 Controle van de elektrische zekering
Het apparaat is afgestemd op een stroomsterkte van 10 Ampère.
Controleer of uw zekering hiermee overeenstemt.
3.3 Koffiebonenreservoir vullen
om lange tijd plezier van uw apparaat te hebben en uitval
door reparatiewerkzaamheden te voorkomen dient u erop te
letten dat de molen van uw Jura koffiemachine niet geschikt
is voor koffiebonen die tijdens of na het branden zijn
behandeld met additieven (b.v. suiker). Het gebruik van
dergelijke koffiemengsels kan leiden tot beschadigingen aan
de molen. Reparatiekosten die hieruit voortvloeien vallen
niet onder de garantiebepalingen.
Ⅲ Open het deksel van het koffiebonenreservoir (13) en verwijder
het aromadeksel.
Ⅲ Zorg ervoor dat het bonenreservoir schoon is en verwijder even-
tuele ongerechtigheden.
Ⅲ Vul het koffiebonenreservoir (Fig. 1) met koffiebonen, leg het
aromadeksel op zijn plaats en sluit het deksel.
3.4 Instellen koffiemolen
U kunt de instelling van uw koffiemolen aanpassen aan het soort
gebruikte koffiebonen. Wij adviseren u voor:
licht gebrande koffie Ǟ een fijnere instelling
donker gebrande koffie Ǟ een grovere instelling
Ⅲ Open het deksel van het bonenreservoir (13).
Ⅲ Voor het instellen van de maalgraad draait u de knop (Fig. 1) in
de gewenste stand.
Ⅲ U beschikt over de volgende mogelijkheden:
hoe kleiner het stipje, des te fijner wordt het maalsel
hoe groter het stipje, des te grover wordt het maalsel
De maalgraad mag alleen tijdens het malen versteld worden.
4. Het eerste gebruik
4.1 Systeem met water vullen
Ⅲ Schakel het apparaat in met de AAN/UIT toets. Het apparaat
kiest automatisch de startpositie.
Ⅲ A.U.B. WACHTEN
Ⅲ SYSTEEM VULLEN / STOOM DRUKKEN
Ⅲ Druk op de toets .
Ⅲ WATER VULLEN
Ⅲ Verwijder het waterreservoir en spoel deze goed uit met koud
leidingwater.
Ⅲ Vul het waterreservoir met water en plaats deze weer in het
apparaat. Let erop dat het waterreservoir goed aansluit.
Ⅲ SYSTEEM VULLEN / STOOM DRUKKEN
Ⅲ Plaats een kannetje onder het zwenkbare uitlooppijpje (20) en
druk op de toets .
Ⅲ A.U.B. WACHTEN