518540
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/24
Pagina verder
Technische en praktische voorschriften
N
REG 108
Afstandsbediening met ingebouwde sensor en digitale klok
voor condensatie-vloerketels op stookolie Junkers FCX
Deze afstandsbediening draagt het keurmerk:
Een onberispelijke werking kan slechts dan gewaarborgd
worden, wanneer de technische voorschriften strikt opgevolgd
worden. Wijzigingen voorbehouden.
Wij verzoeken U deze voorschriften aandachtig te lezen en ze
aan de gebruiker te overhandigen. Deze laatste dient ze
orgvuldig te bewaren.
z
DE INSTALLATIE, DE INBEDRIJFSTELLING, HET
ONDERHOUD EN DE NAVERKOOPSERVICE MOETEN
DOOR EEN ERKENDE INSTALLATEUR GEBEUREN.
nv SERVICO sa
Kontichsesteenweg 60
2630 AARTSELAAR
TEL: 03 887 20 60
F
AX: 03 877 01 29
Deutsche Fassung auf Anfrage erhältlich
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
INHOUD
blz.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 3
TECHNISCHE GEGEVENS 3
MONTAGE & ELEKTRISCHE AANSLUITING 3
- montage 3
- elektrische aansluiting 4
- demontage 4
INBEDRIJFNAME 5
COMMUNICATIE 5
BEDIENING 6
- normale bediening (door de gebruiker) 6
-
schakelaar bedrijfsstand
6
-
Eco-schakelaar 6
-
comfortschakelaar
6
- wijziging van de ingestelde comforttemperatuur 6
- aanduiding bij normale werking 7
- programmaniveaus 8
- modus programmering 9
- hoofdniveaus 9
- niveau weergeven 9
- niveau gebruiker 10
- niveau tijdprogramma’s 13
- selectie van een tijdprogramma 13
- instelling van de verwarmingscycli 14
- niveau monteur 15
- algemeen niveau 17
- service 17
- datum/uur 17
ALGEMENE INFORMATIE 19
- parameters in te stellen aan de ketel FCX 19
- regeling verwarmingscircuit 19
- functie vorstbeveiliging 19
- test geheugen EEPROM 19
- inschakeling van de pompen 19
- nadraaien van de pompen 19
- blokkeerbeveiliging van de pompen 20
- blokkeerbeveiliging van de mengkranen 20
- snelstartgids 20
- minimum instellingen te doen bij gebruik van de REG 108 als weersafhankelijke regelaar 20
- minimum instellingen te doen bij gebruik van de REG 108 als kamerthermostaat 20
PROCEDURES IN GEVAL VAN PROBLEMEN 21
- terugzetten naar fabrieksinstellingen (reset) 21
- reset gebruiker 21
- reset monteur 21
- reset van de programma’s verwarming en warm water 21
- reset na foutmelding of na vervanging van onderdelen 21
- foutmelding 21
- volledige reset 22
- storingen oplossen 22
- communicatiestoring 22
- pomp schakelt niet uit 22
- pomp schakelt niet in 22
- storingscode 81 22
- andere storingscodes 22
BEDIENING VIA TELEFOON 22
WAARBORG 22
DIENST NA VERKOOP (met techniekers uit Uw regio) 24
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
2
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
3
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montage
f
Dit toestel dient door een bevoegde installateur te worden geplaatst. Hij dient zich te houden aan de geldende nationale en
plaatselijke voorschriften. In geval van twijfel dient hij zich te informeren bij de officiële instanties of bij SERVICO nv.
Onderrichtingen voor de gebruiker
f
De gebruiker op de hoogte brengen van de bediening en de werking van de afstandsbediening.
f
De gebruiker verwittigen dat hij geen enkele wijziging noch herstelling zelf mag uitvoeren.
2. TECHNISCHE GEGEVENS
Functies
De afstandsbediening laat u toe vanuit de woonkamer de parameters van de verwarmingsinstallatie te bekijken en te programmaren
(bvb. uur, ingestelde WW-temperatuur, verwarmingscycli, kamertemperatuur). Zodoende kunt u het rendement van de
verwarmingsinstallatie continu controleren en optimaliseren. De afstandsbediening maakt het tevens mogelijk de regeling te
optimaliseren in functie van de buitentemperatuur en de werkelijke kamertemperatuur.
Spanning V/DC 12 (+/- 15 %)
Stroomverbruik mA ~ 25
Beschermingsgraad (volgens EN 60529) IP 40
Beschermingklasse (volgens EN 60730) III
Gangreserve h > 10
Toegelaten omgevingstemperatuur (tijdens de werking) °C 0 Æ 50
Toegelaten opslagtemperatuur °C - 20 Æ 60
Kamersensor
- meetweerstand NTC
- tolerantie bij 25°C
- temperatuurtolerantie bij 25°C
5 k
+/- 1 %
+/- 0,2 K
Afmetingen mm 147 x 97 x 33
3. MONTAGE & ELEKTRISCHE AANSLUITING
3.1 Montage (zie fig. 2)
f
Monteer de afstandsbediening op een hoogte van ongeveer 1,5 m.
f
De montageplaats (pilootruimte) moet geschikt zijn voor de temperatuurregeling van de volledige verwarmingsinstallatie.
Meestal is dit de woonplaats.
Op de daar aanwezige verwarmingselementen mogen geen thermostatische kranen geplaatst worden.
f
Boven en onder de afstandsbediening moet voldoende plaats zijn opdat de lucht ongehinderd door de luchtopeningen kan
circuleren.
f
De montageplaats mag niet onderhevig zijn aan tocht vanwege vensters, deuren, enz... en evenmin aan warmtestraling door
TV, zon, open haard, enz...
Dit kan leiden tot een onvoldoende verwarming van de andere ruimten.
3.2 Elektrische aansluiting
Gevaar: Door elektrocutie.
f Vooraleer werken uit te voeren moet de stroomtoevoer onderbroken worden.
f
De voorschriften van de plaatselijke elektriciteitsmaatschappij en van het algemene
reglement op de elektrische installaties (A.R.E.I.), moeten strikt opgevolgd worden.
f
In de verpakking vindt u een stekker (B) met 4 aansluitklemmen. Deze stekker moet
op de klemmenblok (C) van de ketel aangesloten worden. Vervolgens worden de
klemmen 1, 2, 3 en 4 aangesloten op de klemmen 1, 2, 3 en 4 van de regelaar (A).
Opgelet: de 4-aderige BUS-kabel moet minstens 30 cm van de voedingskabel 230
V/AC liggen. Het is aangeraden een beschermde domoticakabel te gebruiken.
f
Optioneel, telefoon afstandschakelaar of externe kamersensor aan de klemmen 3 + 6
aansluiten.
A
B
C
regelaar
stekker
klemmenblok van de ketel
Fig. 1
Klem
1 CAN H
Klem
2 CAN L
Klem
3 CAN – (GND)
Klem
4 CAN + (12 V)
*Klem
5 eBus +
*Klem
6 RF/Tel
A
Bevestigingsgaten (voor montage op wandcontactdoos)
B
Opening voor de kabels
C
Klemmenblok (klem 1 is links)
Klemmenblok
Klem 1 CAN H
Klem 2 CAN L
Klem 3 CAN – (GND) / eBUS - / telefoonschakelaar (aarding)
Klem 4 CAN + (12 V)
Klem 5 eBUS +
Fig. 2
Klem 6 externe kamersensor of telefoonschakelaar
f
Regelaar op sokkel klikken, daarbij de bovenkant in het midden inhaken en daarna de onderkant met lichte druk naar onderen
op de sokkel aandrukken.
3.3 Demontage
Het bovendeel wegnemen door met een schroevendraaier in de opening aan de onderzijde van de sokkel te heffen. Aansluitend
met de hand de onderzijde met een draaibeweging naar boven draaien.
Fig. 3
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
4
4. INBEDRIJFNAME
Menu inbedrijfname
Alle parameters van dit niveau moeten opeenvolgende parameters zonder onderbreking zijn.
niveau openen, parameter, opslaan en volgende paramater activeren.
FRANCAIS Kies de taal.
TIJD
Programmeer het uur: 1. minuten Î
Î 2. uren.
JAAR Programmeer het jaar.
MAAND Programmeer de maand.
DAG Programmeer de dag (datum).
BUS ADRES Programmeer het adres van het circuit: 00-15 Î standaard 01.
Sluit de bedieningsklep om het menu te verlaten.
f
Lees deze handleiding voor inbedrijfname aandachtig door.
f
Regelaar monteren, elektriciteit aansluiten en de ketel of de regelaar inschakelen.
f
Wacht tot standaard aanduiding in het display verschijnt.
f
Bedieningsklep openen.
f
Bij het - voor de eerste keer - openen van het klepje voor de eerste keer nadat de spanning ingeschakeld is, verschijnt het
‘‘INSTALLATIE’‘ menu op het display.
f
Met
het niveau ‘‘INSTALLATIE’’ openen.
f
Met
de parameters programmaren.
f
Met
de waarde opslaan en naar de volgende waarde gaan.
f
Bedieningsklep sluiten (einde ‘‘INSTALLATIE’’).
f
Kies de gewenste bedrijfsvorm:
1 automatisch 1 (zie blz. 6).
5. COMMUNICATIE
De REG 108 is geschikt voor het sturen van 1 kring. De fabrieksinstelling is ‘’01’’ (kring 1). De regelaar kan gecombineerd worden
met een tweede REG 108 of REG 103. Deze verschillende regelaars en ketel FCX kunnen met elkaar communiceren via het BUS-
systeem. Zij worden automatisch gedetecteerd via het BUS-systeem en sturen de overeenkomstige kringen.
Er kunnen slechts 2 kringen gestuurd worden. Kring 1 (BUS-adres 01) en kring 2 (BUS-adres 02).
Deze BUS-adressen worden gekozen in de parameter ‘’MONTEUR / INSTALLATIE / BUSADRES’’.
Na het vastleggen van de adressen en afwerken van de installatie moet de ketel FCX spanningsloos gemaakt worden.
Daarna de ketel terug onder spanning brengen.
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
5
6. BEDIENING
6.1 Normale bediening (door de gebruiker)
Schakelaar bedrijfsstand
Eco schakelaar
Comfortschakelaar
Knop voor temperatuurinstelling
Fig. 4
6.1.1
Schakelaar bedrijfsstand
Met deze schakelaar kan de bedrijfsstand gekozen worden.
De geselecteerde bedrijfsstand wordt door een symbool op het display aangeduid. Deze is werkzaam indien de instelling na 5
seconden niet veranderd wordt.
De volgende bedrijfsstanden zijn selecteerbaar:
Stand uit / vorstbeveiliging (verwarming en WW-bereiding gestopt, vorstbeveiliging actief)
1
Automatische werking 1 (verwarming volgens tijdprogramma 1)
2
Automatische werking 2 (verwarming volgens tijdprogramma 2)
Zomerregime (verwarming gestopt en WW-bereiding volgens het WW-programma)
Comfortregime (continu verwarming volgens instelling 1)
Verlaagd regime (continu verwarming volgens instelling ).
6.1.2
Eco-schakelaar
Met
instelling / aanduiding / duur van de onderbreking
instellen.
1 maal drukken = + 1 uur afwijking
1 maal drukken = - 1 uur afwijking
3 seconden ingedrukt houden:
Het verwarmingscircuit wordt gestuurd volgens het
regime
tot de cyclus van de volgende dag.
Het symbool
knippert.
Aanduiding (ongeveer 3 sec) van de geprogrammeerde afwijking
= verwarming volgens instelling ‘’T-AFWEZIG’’.
Fig. 5
6.1.3
Comfortschakelaar
Met
instelling / aanduiding / duur van de onderbreking
instellen.
1 maal drukken = + 1 uur afwijking
1 maal drukken = - 1 uur afwijking
3 seconden ingedrukt houden:
Het verwarmingscircuit wordt de rest van de dag volgens
het comfortregime gestuurd.
Het symbool
knippert.
Aanduiding (ongeveer 3 sec) van de duur van de
geprogrammeerde afwijking Î verwarming volgens
comfortregime 1 [
].
Fig. 6
Met de schakelaar
kunnen deze tijdelijke afwijkingen geannuleerd worden.
6.1.4 Wijziging van ingestelde comforttemperatuur
In de middelste positie wordt rekening gehouden met de actieve
instelling
(standaardregeling 20°C).
Fig. 7
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
6
6.1.5 Aanduiding bij normale werking
A
Uur
B
Werkelijke temperatuur (afgerond in °C)
C
Dag (1=maandag, 2=dinsdag, ..., 7=zondag) (bvb. 3 = woensdag)
D
Communicatiesymbool (indien dit symbool niet verschijnt, controleer
dan de BUS-verbinding)
E
Weergave van het actieve tijdprogramma (bvb. van 6:00 tot 9:00 uur en
van 14:00 tot 23:00 uur
F
Weergave status:
brander AAN
warmtevraag (bvb.
warmtevraag en circulatiepomp
ingeschakeld)
sanitaire warmtevraag (bvb. laadpomp uitgeschakeld)
laadpomp ingeschakeld
niet van toepassing
G
Gekozen werking (hier
1 = verwarming volgens tijdprogramma 1)
H
Actuele cyclus (hier:
II = verwarming volgens instelling 2)
I
Weergave van de actuele kamertemperatuur
Fig. 8
Door de inertie van de kamertemperatuur, zijn afwijkingen van +/- 1°C ten opzichte van de ingestelde temperatuur
normaal. Grotere afwijkingen kunnen optreden tijdens overgangsfases tussen het comfortregime en het verlaagd regime.
Met de manuele schakelaar kan de lopende cyclus
met ± 5°C gewijzigd worden. Deze wijziging heeft geen enkele invloed op de
instelling
(verlaagd regime).
Naar rechts draaien = correctie + (ongeveer 1°C per punt).
Naar links draaien = correctie - (ongeveer 1°C per punt).
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
7
6.2 Programmaniveaus
Fig. 9
* Automatische overgang zonder bedieningstoets te drukken.
Mogelijkheid om het menu achterwaarts te raadplegen met de toets ‘’-‘’.
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
8
6.3 Modus programmering (bedieningsklep geopend)
Programmeertoets
a) niveau selecteren,
b) te wijzigen waarden zoeken,
c) geprogrammeerde waarde opslaan.
Toets + (waarde zoeken of waarde wijzigen).
Toets - (waarde zoeken of waarde wijzigen).
Fig. 10
Door de bedieningsklep te openen krijgt men toegang tot de modi info en programmering.
Bij het openen van de klep, geeft het display kort ‘’WEERGEVEN’’ weer (1 omwenteling van het klokje).
Het display geeft automatisch ‘’INSTALLATIE’’ weer.
Met de toetsen +/- krijgt men toegang tot de verschillende niveaus en tussenniveaus. Bij het overschakelen naar een
ander niveau, wordt dit kort weergegeven (1 omwenteling van het klokje).
Kies een tussenniveau met de programmeertoets.
Raadpleeg vervolgens de parameters met de toetsen +/-.
Open een parameter met de programmeertoets. De rode LED licht op.
Wijzig de waarde van de parameter met de schakelaars +/-.
Bevestig de wijziging met de programmeertoets. De rode LED dooft.
Sluit de bedieningsklep.
O
pmerkingen:
f
Om van het niveau parameter terug te gaan naar het tussenniveau Î selecteer ‘’TERUG’’ met
.
Vervolgens bevestigen met .
f
De waarden worden pas opgeslagen na bevestiging met (zolang de rode LED oplicht). Dus, sluit de bedieningsklep pas
nadat de rode LED gedoofd is).
6.4 Hoofdniveaus
Weergave
Aanduiding van de temperaturen van de installatie (bvb. werkelijke en ingestelde). De weergegeven waarden kunnen enkel
afgelezen worden.
Gebruiker
Samenvatting van de parameters, die door de gebruiker kunnen worden gewijzigd.
Tijdprogramma’s
Samenvatting van de tijdprogramma’s voor het verwarmingscircuit en voor de warmwaterbereiding.
Monteur
Samenvatting van de parameters waarvoor technische kennis vereist is (monteur).
De programma’s in het monteurniveau moeten voorzichtig benaderd worden omdat deze parameters te maken hebben
met de veiligheid van de installatie Î parameters beveiligd met een toegangscode!
Algemeen
Samenvatting van een aantal parameters
- Service Î voor de onderhoudstechnieker
- Datum/Tijd/Vakantie Î voor de gebruiker
6.5 Niveau weergeven
Klep openen Î selecteren met , openen met .
Enkel weergave. Programmaren onmogelijk.
Installatie
Weergaven over ketel of verwarmingsinstallatie.
Kies parameter met
Î tot de waarde wordt weergegeven.
T-BUITEN Buitentemperatuur
T-KETEL GEW Gewenste temperatuur van de ketel
T-KETEL Temperatuur van de ketel
TERUG
Verlaat het niveau met
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
9
T-BUITEN
De actuele buitentemperatuur wordt weergegeven. Door de programmeertoets
in te drukken, wordt de hoogste
buitentemperatuur sinds middernacht weergegeven. Door op de toets
te drukken, wordt de laagste temperatuur weergegeven.
T-KETEL GEW
Komt overeen met hoogst berekende temperatuur in functie van de warmtevraag van de CV-circuits (WW-bereiding inbegrepen) De
vraag van de gemengde circuits wordt verhoogd met de waarde van het temperatuurdifferentieel van ketel – vertrektemperatuur
(niveau monteur).
T-KETEL
Actuele temperatuur van de ketel.
WARM WATER
Weergaven over de warmwaterbereiding.
T-WW GEW Ingestelde warmwatertemperatuur volgens tijdprogramma, stand van de bedrijfskeuzeschakelaar en
vakantieprogramma
T-WARM WATER Actuele warmwatertemperatuur
TERUG
Verlaat het niveau met
KRING 1
Weergaven over de verwarmingscircuits.
T-RUIM GEW A Ingestelde kamertemperatuur (zie blz. 6) volgens tijdprogramma, stand van de
bedrijfskeuzeschakelaar en vakantieprogramma
T-RUIMTE Actuele kamertemperatuur
T-VOORL GEW Ingestelde vertrektemperatuur
T-VOORL Actuele vertrektemperatuur
N-OPT-TIJD Effectieve duur van de laatste optimalisatie
TERUG
Verlaat het niveau met
T-RUIM GEW
De actuele kamertemperatuur wordt weergegeven. Door op de programmeertoets te drukken, wordt de maximale
kampertemperatuur sinds middernacht weergegeven. Door op de toets
te drukken, wordt de laagste kamertemperatuur
eergegeven.
w
Een weergave is alleen mogelijk, wanneer de overeenkomstige sensoren zijn aangesloten (NTC boiler et/of buitenvoeler).
Als er geen sensoren zijn aangesloten, wordt er niets in het display aangegeven of toont het display alleen streepjes
(- - - -).
6.6 Niveau gebruiker
Dit niveau behandelt alle parameters die door de gebruiker kunnen worden gewijzigd.
INSTALLATIE
Parameters in verband met de regelaar.
Algemene instellingen
selecteren, wijzigen en opslaan
Parameters Instelbereik Standaard Individuele instellingen
NEDERLANDS Volgens versie FRANCAIS
CONTRAST (-20) – (20) 0
SCHERMWEERG Zie hierna T-BUITEN
STATUS 0/1 1
TERUG
Verlaat het niveau met
Klep openen Î selecteren met , openen met .
NEDERLANDS Î Taal
Kies de gewenste taal.
CONTRAST
Regel het contrast van de weergave.
SCHERMWEERG
Keuze van een bijkomende weergave.
T-BUITEN = buitentemperatuur (TB)
T-VOORLOOP = vertrektemperatuur circuit 1 (TV)
T-WARM WATER = warmwatertemperatuur (WW)
T-KETEL = temperatuur ketel (TK)
T-RUIM GEW = kamertemperatuur circuit 1* (TR)
VOCHTIGHEID = niet van toepassing
SCHERMWEERG
- - - -
= geen bijkomende weergave
DAG = dag (MA, DI, WO, ....)
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
10
STATUS
Niet van toepassing.
WARM WATER
Parameter over de sanitaire warmwaterbereiding.
Parameters Instelbereik Standaard Individuele instellingen
1 X SWW 00, 01 (OFF/ON) 00 = OFF
TERUG
Verlaat het niveau met
1 X SWW
00 = standaardregeling, boileropwarming; continu of volgens het warmwaterprogramma,
01 = maakt een warmwaterbereiding mogelijk buiten de ingestelde cycli.
Standaardinstelling = 00
KRING 1
Parameters in verband met de verwarmingscircuits.
Parameters Instelbereik Standaard Individuele instellingen
T-RUIM GEW 1 *) 5 – 40°C 20°C
T-RUIM GEW 2 *) 5 – 40°C 20°C
T-RUIM GEW 3 *) 5 – 40°C 20°C
T-NACHT 5 – 40°C 16°C
T-AFWEZIG 5 – 40°C 12°C
WAARDE ZDR B 0 – 20 K 0 K Mag niet gewijzigd worden.
STOOKGR DAG ----, (-5)°C – 40°C 21°C
STOOKGR NACHT ----, (-5)°C – 40°C 14°C
STOOKLIJN 0,00 – 3,00 1,50
ADAPT STKL 00-01 (OFF/ON) 00 = OFF
RUIMTE INVL 00 - 20 5
ADAPT RUIMF (-5,0)K – (5,0)K 0,0 K
START OPT 00, 01, 02 00
M-OPT-TIJD 0:00 – 3:00 (h) 2:00 h
OPT NACHT 0:00 – 3:00 (h) 0:00 h
PC VRIJGAVE 0000 - 9999 0000
TERUG
Verlaat het niveau met
*) ’’T-ZWEMBAD’’ of ‘’T-WARM WATER’’ (volgens instelling van de parameter ‘’CIRCUITFUNC’’ – zie blz. 15).
T-RUIM GEW 1-3
Instelling van de gewenste kamertemperaturen.
T-RUIM GEW 1 = toegewezen aan het 1
e
programma,
T-RUIM GEW 2 = toegewezen aan het 2
e
programma,
T-RUIM GEW 3 = niet van toepassing.
T-NACHT
Instelling van de gewenste kamertemperatuur tijdens de verlaagde cycli.
T-AFWEZIG
Instelling van de gewenste kamertemperatuur tijdens cycli van langere afwezigheid of tijdens de vakantie.
WAARDE ZDR B
Niet van toepassing.
STOOKGR DAG
De ketel en de pomp zijn uitgeschakeld – tijdens het comfortregime – wanneer de buitentemperatuur hoger is dan de ingestelde
uitentemperatuur. De 3-wegkraan sluit.
b
STOOKGR NACHT
De ketel en de pomp zijn uitgeschakeld – tijdens het verlaagd regime - wanneer de buitentemperatuur hoger is dan de ingestelde
buitentemperatuur. De 3-wegkraan sluit.
STOOKGR DAG en STOOKGR NACHT:
f
Deze parameters zijn slechts actief wanneer de functie ‘‘MONTEUR/KRING 1/POMP AAN’’ op waarde 01 ingesteld is.
(zie blz. 16)
f
Indien men deze functie niet wil activeren, dient men ‘’----‘’ in te stellen. De pompen worden niet meer uitgeschakeld in
functie van de buitentemperatuur.
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
11
STOOKLIJN
De steilheid van de verwarmingscurve geeft aan, hoeveel graden de vertrektemperatuur verandert, wanneer de buitentemperatuur ±
1 K stijgt of daalt.
Insteladvies:
Indien de kamertemperatuur daalt wanneer de buitentemperatuur daalt Î verhoog de stooklijn (of omgekeerd).
Indien de kamertemperatuur onvoldoende is bij hogere buitentemperaturen (bvb. 16°C) Î controleer de parameter ‘’RUIMTE INVL’’
nvloed door de kamertemperatuur, zie onderaan deze blz.). (i
buitentemperatuur C°
vertrektemperatuur °C
Fig. 11 Diagram stooklijnen
R
egeling stooklijn ‘’0’’ = regeling uitsluitend in functie van de kamertemperatuur
De stooklijn laat zich het beste instellen bij een buitentemperatuur beneden 5°C.
De verandering van de stooklijn moet in kleine stappen en met tussenpozen van 5 tot 6 uur gebeuren, om de installatie op
de nieuwe regeling te laten reageren.
Richtwaarden:
Vloerverwarming stooklijn = 0,4 tot 0,6
Radiatorenverwarming stooklijn = 1,0 tot 1,5
ADAPT STKL (automatische aanpassing van de stooklijn)
Stel de waarde ‘’01’’ in om deze functie te activeren.
Om ze te deactiveren, stel ‘’02’’ in.
Deze functie zoekt een stooklijn in functie van het gebouw.
Niettemin is het aangeraden beroep te doen op een vakman om de ideale stooklijn te bepalen.
Tijdens de fase van automatische aanpassing, is de warmwaterbereiding uitgeschakeld.
Voorwaarden:
- buitentemperatuur < 8°C,
- kamertemperatuur < 18°C.
RUIMTE INVL (invloed van de kamertemperatuur)
Hoge waarden zorgen voor een snelle regeling maar met grote schommelingen van de vertrektemperatuur.
- - - - Regeling uitsluitend in functie van de buitentemperatuur.
0 Regeling uitsluitend in functie van de buitentemperatuur.
(na een eerste warmtevraag tijdens verlaagd regime, wordt de pomp continu ingeschakeld tot het volgende
comfortregime, zie blz. 16).
20 Regeling hoofdzakelijk in functie van de kamertemperatuur (maar er blijft wel een zwakke invloed door de
buitentemperatuur).
De werkelijke kamertemperatuur kan in de regelberekeningen ingecalculeerd worden.
Het regelbereik ligt tussen 0 (regeling uitsluitend in functie van de buitentemperatuur) en 20 (zwakke invloed van de
buitentemperatuur). Met een instelling ‘’----‘’ wordt de invloed van de kamertemperatuur uitgeschakeld.
De instellingen ‘’----‘’ en ‘’0’’ hebben verschillende invloeden op de werking van de pompen.
ADAPT RUIMF (kalibrage aanduiding kamertemperatuur)
De functie ‘’ADAPT RUIMF’’ laat toe de aanduiding van de kamertemperatuur te kalibreren.
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
12
START OPT (optimalisatie van de comfortcyclus)
Instelling van de functie optimalisatie.
Voorbeeld: tijdprogramma 6:00 – 22:30
.
OFF: De verwarmingscyclus start om à 6:00 uur.
ON: Het opstarten van de verwarming wordt vervroegd in functie van de buitentemperatuur en van de werkelijke kamer-
temperatuur om de ingestelde kamertemperatuur om 6:00 uur te bereiken.
00 = geen enkele optimalisatie
01 = optimalisatie in functie van de buitentemperatuur
0
2 = optimalisatie in functie van de kamertemperatuur
De optimalisatie is enkel mogelijk wanneer het vorige verlaagd regime een duur van minstens 6 uur heeft.
M-OPT-TIJD (duurtijd optimalisatie comfort)
Functie actief wanneer ‘’START OPT’’ = 01 of 02.
Maximale vervroeging van de functie optimalisatie.
OPT NACHT (optimalisatie verlaagd regime)
Automatische optimalisatie van het stoppen van de brander op het einde van de comfortcyclus.
Periode, voor het einde van de comfortcyclus, tijdens welke de brander niet meer opstart (tenzij hij in werking was bij het begin van
de periode).
Deze functie vermijdt hoge vertrektemperaturen op het einde van de comfortcyclus.
PC VRIJGAVE
Niet van toepassing.
6.7 Niveau tijdprogramma’s
Toegang en instelling van de tijdprogramma’s.
Lijst van beschikbare tijdprogramma’s
Ingeval van volledige configuratie van de regelaar.
Met tijdprogramma selecteren, met selectie van het tijdprogramma om het af te lezen of om het in te stellen.
WW-PROGRAMMA Tijdprogramma’s warmwaterbereiding
VERW PROG 1 Tijdprogramma’s 1
VERW PROG 2 Tijdprogramma’s 2
Verlaat het niveau met
TERUG
6.7.1 Selectie van een tijdprogramma
Open de bedieningsklep Î ‘’WEERGEVEN Î INSTALLATIE’‘,
tot:
Î ‘’GEBRUIKER’’ (omwenteling van het klokje)
Î ‘’INSTALLATIE’‘,
tot:
Î ‘’PROGRAMMA’’ (omwenteling van het klokje)
Î ‘’WW-PROGRAMMA’‘
selecteer het gewenste tijdprogramma
Î bvb. ‘’VERW PROG 2’’ = verwarmingsprogramma 2
bevestigen / openen van het verwarmingsprogramma
Î ‘’MAANDAG’‘
In het warmwaterprogramma kunnen enkel de uren ingesteld worden, niet de temperaturen.
De warmwatertemperatuur wordt ingesteld aan de ketel.
Symbolen
I ON
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
13
= Begin cyclus 1
I OFF = Einde cyclus 1
20°C = Gewenste temperatuur voor de gekozen cyclus
Klok = Voorstelling van het programma (hele uren)
= Cyclus circuit 1
2
= Programma 2
1
= Programma 1
I
= Begin 1
I
= Einde 1
II
= Begin 2
II
= Einde 2
III
= Begin 3
III
= Einde 3
Fig. 12
6.7.2 Instelling van de verwarmingscycli
Kies een dag of een blok dagen
(MA-VR Î Maandag-Vrijdag, ZA-ZO Î Zaterdag-Zondag, MA-DI Î Maandag-Zondag)
Dag/blok openen (zie hierboven)
Î ‘‘I ON 20 Begin cyclus 1 – gewenste temperatuur I = 20°C
Programmeer het begin van cyclus 1 Î bvb. 6:00 uur
Begin cyclus 1 opslaan
Î „I OFF= 20
Einde cyclus 1 – gewenste temperatuur I = 20°C
Programmeer het einde van cyclus 1 Î ex. 8:00 uur
Einde cyclus 1 opslaan
Î II ON 20°C Begin cyclus 2– gewenste temperatuur II = 20°C
Op dezelfde manier begin en einde van cycli 2 en 3 programmeren
Kies, indien gewenst, andere dagen/blok, of verlaat met ‘’TERUG’‘ programma 2 en programmeer indien gewenst
andere programma’s.
De cycli worden pas opgeslagen nadat alle begin- en eindtijden van een dag of een blok dagen ingesteld
zijn
‘’- - - -’‘
Voor begin en einde van een cyclus Î de overeenkomstige cyclus zal niet actief zijn
Tijdprogramma’s 1
Fabrieksinstelling:
Ma tot Vr: 06:00 tot 22:00
Za en Zo: 07:00 tot 23:00
cyclus 1 cyclus 2 cyclus 3
Ma
Do
Wo
Do
Vr
Za
Zo
Tijdprogramma’s 2
Fabrieksinstelling
:
Ma tot Vr: 06:00 tot 08:00, 16:00 tot 22:00
Za en Zo: 07:00 tot 23:00
cyclus 1 cyclus 2 cyclus 3
Ma
Do
Wo
Do
Vr
Za
Zo
Warm water
Fabrieksinstelling
:
Ma tot Vr: 05:00 tot 21:00
Za en Zo: 06:00 tot 22:00
cyclus 1 cyclus 2 cyclus 3
Ma
Do
Wo
Do
Vr
Za
Zo
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
14
6.8 Niveau monteur
Het veranderen van deze parameters is alleen mogelijk na het ingeven van de toegangscode.
De instellingen in het niveau monteur moeten zorgvuldig ingegeven worden, omdat deze parameters invloed hebben op
de veiligheid van de CV-installatie.
INSTALLATIE
Parameters in verband met de regelaar
Parameters Instelbereik Standaard Individuele instellingen
CODENUMMER 0000 – 9999
CODENUMMER (wijziging) 0000 – 9999 1234
BUSADRES (00), 01 – 15 01
TIJDMASTER 00-01 (OFF/ON) 00 = OFF
Verlaat het niveau met
TERUG
CODENUMMER
Na het ingeven van de toegangscode kunnen alle parameters van het niveau monteur gewijzigd worden Î ook de toegangscode
zelf (eerste parameter)
(
drukken Î CODENUMMER 0000 Î 1
e
cijfer Î 2
e
cijfer Î 3
e
cijfer Î 4
e
cijfer Î )
BUS ADRES (nummer circuit)
De adressering van het circuit begint met ‘’01’’. De adressen mogen geen 2 keer toegekend worden. Bij verwisselen van de
regelaar, dezelfde adressen programmeren zoals in de vorige regelaar.
TIJDMASTER
00 = geen masterregelaar = elke regelaar werkt autonoom.
01 = masterregelaar = alle regelaars en modules nemen het uur van de masterregelaar over.
Slechts 1 regelaar mag als masterregelaar geprogrammeerd worden.
De functie ‘’TIJDMASTER’’ werkt alleen met 2 geïnstalleerde regelaars REG 108. Het getoonde uur op het display van de
ketel wordt niet automatisch aangepast aan het uur van de REG 108. Dit moet manueel ingesteld worden.
KRING 1
Parameters in verband met de verwarmingscircuits
Parameters Instelbereik Standaard Individuele instellingen
CIRCUITFUNC 00 – 01 00
POMP AAN 00 – 03 00
T-VOORL MAX 20 – 110°C 80°C
T-VOORL MIN 10 – 110°C 10°C
T-VORST BEV ----;
(-15)°C – (5)°C
5°C
B-TEMP-VER 0:00 – 24:00 0:00
VERSCH TK TV 0 – 50 K 5 K
VERP ONTLAST 00, 01 (OFF/ON) 01 = ON
I-REGELAAR OFF
03:00 h – 00:15 H
OFF
Verlaat het niveau met
TERUG
CIRCUITFUNC (werking circuit)
00 = klassiek verwarmingscircuit
01 = constante temperatuurregeling
Tijdens de verwarmingscycli (zie tijdprogramma’s), wordt het circuit gestuurd op basis van de constante temperatuur
‘’MAX-VERT-T’’.
Buiten de verwarmingcycli wordt het circuit gestuurd op basis van de constante temperatuur ‘’MIN-VERT-T’’.
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
15
POMP AAN (werking pomp)
Deze parameter is enkel van toepassing wanneer de ketel alleen in functie van de buitentemperatuur geregeld wordt.
Dus, de parameter ‘’RUIMTE INVL’’ (invloed van de kamertemperatuur – zie blz. 12) moet uitgeschakeld worden door
hem op ‘’0’’ te zetten.
anneer de parameter ‘’RUIMTE INVL’’ uitgeschakeld is, kunnen volgende pompcommando’s ingesteld worden: W
00 Î Standaardwerking van de pompen
Cyclus + RUIMTE INVL = 0:
• T-BUITEN > CONSI AMB + 1 K (Æ pomp uitgeschakeld)
Cyclus
+ RUIMTE INVL = 0:
• Stilstand bij overgang van een cyclus naar een cyclus Î pomp uitgeschakeld.
• T-RUIM GEW < T-RUIM GEW Î pomp wordt ingeschakeld (na inschakeling draait de pomp continu).
Cyclus
+ RUIMTE INVL = ‘’—‘’:
• T-VOORL GEW < 20°C (Î pomp uitgeschakeld).
01 Î Inschakeling volgens verwarmingsgrenzen
(zie blz. 11)
Cyclus :
• T-BUITEN < STOOKGR DAG + 1 K Î pomp wordt ingeschakeld
Cyclus
:
• T-BUITEN < STOOKGR NACHT + 1 K Î pomp wordt ingeschakeld
02 Î Inschakeling volgens tijdprogramma’s
Cyclus :
• Circulatiepomp ON; verwarmingscircuit actief Î de pomp draait continu
Cyclus
:
• Circulatiepomp OFF; verwarmingscircuit staat stil Î de pomp draait wanneer de brander werkt
03 Î Continu werking
• De pomp draait 24h op 24h!
T-VOORL MAX (maximale vertrektemperatuur)
De ingestelde vertrektemperatuur van het circuit is begrensd door de maximale vertrektemperatuur (oververhittingsbeveiliging)
De pomp van het ongemengde circuit wordt uitgeschakeld wanneer de keteltemperatuur de maximale temperatuur van
het directe circuit + 8 K bereikt. De pomp van het directe circuit wordt opnieuw ingeschakeld wanneer de temperatuur van
de ketel lager is dan de maximale temperatuur van het directe circuit + 5 K.
T-VOORL MIN (minimale vertrek)
De ingestelde vertrektemperatuur van het circuit is naar beneden toe begrensd door de minimale vertrektemperatuur (bvb.
oepassing met luchtverwarming).
t
T-VORST BEV (vorstbeveiligingstemperatuur)
De functie vorstbescherming wordt geactiveerd van zodra de buitentemperatuur lager is dan de ingestelde waarde (inschakeling
van de pompen).
‘’----’‘ = Vorstbeveiliging is gedeactiveerd!
B-TEMP-VER (buitentemperatuurvertraging r)
De keuze van de buitentemperatuurvertraging is aan het type van het gebouw aan te passen. Een grote vertraging kan ingesteld
worden voor gebouwen met een massieve constructie (dikke muren) opdat de buitentemperatuur een vertraagde invloed zou
hebben op de kamertemperatuur. Voor gebouwen met een lichte structuur (geringe inertie), is het aanbevolen een vertraging van 0
uur in te stellen (fabrieksinstelling).
VERSCH TK TV (temperatuurverschil ketel/vertrektemperatuur)
De berekende keteltemperatuur is gelijk aan de berekende vertrektemperatuur vermeerderd met de waarde van het
temperatuurverschil ketel/vertrektemperatuur. De parameter ‘’VERSCH TK TV’’ compenseert het temperatuurverlies tot de
mengkraan (belangrijk wanneer de afstand tussen ketel en mengkraan lang is).
VERP ONTLAST (opening van alle mengkranen + werking van alle pompen)
00 = OFF
01 = Deze functie verplicht de warmte-overdracht van de ketel naar een verwarmingscircuit (bvb. oververhittingsbeveiliging;
warmte-overdracht tijdens het serviceregime
). Tijdens deze functie wordt het verwarmingscircuit geregeld op basis van
de parameter ‘’T-VOORL MAX’’.
Enkel voor het circuit mengkraan.
Voor het directe circuit (ketelcircuit), de parameter ‘’VERP ONTLAST’’ is altijd actief.
I-REGELAAR – correctietijd (bvb. 30 min)
Indien tijdens de ingestelde duurtijd, het temperatuurverschil tussen gewenste kamertemperatuur en werkelijke kamertemperatuur
1 K bedraagt, wordt de ingestelde vertrektemperatuur verhoogd met de waarde van de kamertemperatuurcoëfficiënt.
Courant waarde: ‘’30 min’’.
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
16
6.9 Algemeen niveau
6.9.1 Service
Dit niveau behandelt diverse parameters in verband met de service.
Service
Kies parameter met vervolgens parameter aflezen.
SW NO XXX-XX Softwarenummer met index
BRAND TIJD 1
branderlooptijd voor brander 1
BR-STARTS 1
aantal starts voor brander 1
BRAND TIJD 2
branderlooptijd voor brander 2 (niet van toepassing)
BR-STARTS 2
aantal starts voor brander 2 (niet van toepassing)
RESET GEBR 00 Herinnering van de parameters standaard gebruiker
RESET EXPERT 00 (toegang met n°
code)
Herinnering van de parameters standaard monteur
RESET TIJDPRO 00 Herinnering van de parameters standaard tijdprogramma’s
Verlaat het niveau met
TERUG
SW NO XXX-XX
Aanduiding van het softwarenummer met index (te vermelden bij problemen of vragen).
BRAND TIJD en BR-STARTS
Î Aanduiding van een opgeslagen waarde Î terug
ingedrukt houden tot aanduiding ‘’RESET’’ verdwijnt Î terug op nul zetten.
RESET … (zie blz. 20)
Met e functie reset kunnen de standaard parameters van de 3 reset-niveaus opgeroepen worden.
Kies de functie met
, breng de waarde op ‘’01’‘ met en opslaan met .
6.9.2 Datum/Uur
Dit niveau omvat de diverse parameters in verband met het uur:
- uur/datum (actueel),
- vakantieprogramma,
- instelling van het zomeruur.
Uur - Datum Î groep parameters
Instelling van actueel uur en actuele datum
programmeren met
Î en verder gaan met .
TIJD (minuten) De cijfers van de minuten knipperen en kunnen ingesteld worden
TIJD (uren) De cijfers van de uren knipperen en kunnen ingesteld worden (de seconden worden automatisch op
‘’00’’ ingesteld bij het opslaan)
JAAR Jaar instellen
MAAND Maand instellen
DAG Dag instellen
Voor installaties met 2 verwarmingscircuits en 2 regelaars REG 108:
Indien 1 regelaar REG 108 als masterregelaar geprogrammeerd is (in de functie ‘’MONTEUR/INSTALLATIE/
TIJDMASTER’’), dan is de instelling uur/datum in de tweede REG 108 niet mogelijk.
De klok kan een afwijking van ongeveer 2 minuten per maand hebben (indien nodig het juiste uur instellen).
De dag wordt automatisch gekozen in functie van de datum.
Door de datum in te stellen wordt automatische overgeschakeld tussen zomer- en wintertijd.
Vakantie
Instelling van het vakantieprogramma
Programmeren met
Î en verder gaan met .
JAAR START Programmeer het jaar waarin de vakantie begint.
MAAND START Programmeer de maand waarin de vakantie begint.
DAG START Programmeer de dag (datum) van het beging van de vakantie.
JAAR EINDE Programmeer het jaar waarin de vakantie eindigt.
MAANDE EINDE Programmeer de maand waarin de vakantie eindigt.
DAG EINDE Programmeer de dag (datum) van het einde van de vakantie.
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
17
Zomertijd
Instelling van de zomertijd
Programmeren met
Î en verder gaan met .
MAAND START Programmeer de maand wanneer het zomeruur begint.
DAG START Programmeer de dag (datum) wanneer het zomeruur begint.
MAANDE EINDE Programmeer de maand wanneer het winteruur begint.
DAG EINDE Programmeer de dag (datum) wanneer het winteruur begint.
f
Geef niet uw vertrekdag als startdatum in, maar wel de eerste dag van de vakantie. Vanaf die dag wordt de woning
niet meer verwarmd.
f
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
18
Geef niet de dag van terugkomst als einddatum in, maar wel de dag ervoor.
f
Het beëindigen van de cyclus afwezigheid/vakantie Î bvb. indien u eerder terug bent van vakantie, gebeurt door te
drukken op de programmatoets.
f
Deze handeling is enkel nodig voor de masterregelaar en voor de ketel FCX.
f
De standaardinstelling is geldig voor de tijdzone voor België.
f
De te programmeren datum is de datum waarop het zomeruur begint.
f
De regelaar schakelt over op zomeruur de zondag om 02:00 uur en gaat naar 03:00 uur ‘s morgens.
Indien er geen tijdomschakeling gewenst is, stel dan ‘’MAAND EINDE’’ in op dezelfde datum als ‘’MAAND START’’ en
‘’DAG EINDE’’ op dezelfde datum als ‘’DAG START’’.
7. ALGEMENE INFORMATIE
7.1 Parameters in te stellen aan de ketel FCX
Bij verbinding van de REG 108 met de Junkers FCX zal de REG 108 de ‘’master’’ zijn. Dit betekent dat de FCX zal werken in functie
van de parameters die ingesteld zijn in de REG 108, dit ongeacht de instellingen gedaan in de FCX.
Toch dienen volgende parameters die niet in de REG 108 geprogrammeerd kunnen worden, ingesteld te worden in de FCX.
Niveau Parameter Beschrijving zie blz. in
handleiding FCX
TIJD-DATUM Instellen van de tijd en de datum. 68
WARM WATER WW TEMP Instellen van de gewenste warmwatertemperatuur. 70
WARM WATER ZIRKP-WW Activeren indien een sanitaire omlooppomp aangesloten is. 70
CIRC PROGR Programmering van de sanitaire omlooppomp. 74
76
SPEC FUNCTIE Alle parameters in dit niveau dienen (indien nodig) ingesteld te worden!
Belangrijke parameters:
- Taalkeuze,
- ‘’TAPW STRATI’’ (in te stellen bij FCX in combinatie met Module Aqua+ FCX).
7.2 Regeling verwarmingscircuit (stooklijn – zie blz. 12)
Weersafhankelijke regeling
De keteltemperatuur of de vertrektemperatuur wordt bepaald in functie van de ingestelde stooklijn en van de gemeten
buitentemperatuur. Wanneer de installatie correct berekend is, verzekert de keteltemperatuur of de vertrektemperatuur een
kamertemperatuur die overeenkomt met de gevraagde temperatuur.
Î Voor de weersafhankelijke regeling is een exacte instelling van de stooklijn uitzonderlijk belangrijk.
De circulatiepompen worden weersafhankelijke gestuurd. Bij warmtevraag en tijdens vorstbeveiliging worden de pompen
geschakeld.
in
7.3 Functie vorstbeveiliging (T-VORST BEV zie blz. 16)
Deze functie beschermt uw installatie tegen bevriezing.
Vorstbeveiliging: buitentemperatuur
Wanneer de buitentemperatuur lager is dan de ingestelde waarde, wordt de ingestelde kamertemperatuur van het betreffende
circuit automatisch op 5°C ingesteld:
f de pomp(en) wordt (worden) ingeschakeld,
f de warmtevraag wordt naar de ketel gestuurd.
De functie wordt gedeactiveerd wanneer de buitentemperatuur 1 K hoger is dan ‘’T-VORST BEV’’.
-
--- Î vorstbescherming buitentemperatuur niet actief!
Vorstbeveiliging kamertemperatuur
De vorstbeveiliging wordt geactiveerd wanneer de kamertemperatuur lager is als 5°C.
De gewenste kamertemperatuur van het betreffende circuit wordt automatisch op 5°C gebracht:
f de pomp(en) wordt (worden) ingeschakeld,
f de warmtevraag wordt naar de ketel gestuurd.
7.4 Test geheugen EEPROM (zie blz. 21)
Het geheugen ‘’EEPROM’’ wordt om de 10 minuten gecontroleerd.
Er wordt gecontroleerd of de opgeslagen waarden binnen de minimum- en maximumlimieten liggen. Indien een waarde buiten de
limiet ligt, wordt ze automatisch vervangen door de overeenstemmende standaardwaarde. Elke afwijking wordt getoond in het
display met het knipperende symbool
en met foutmelding 81.
Zodoende wordt de installateur geïnformeerd en dient hij een controle uit te voeren. Het symbool
verdwijnt van het display na
een ‘’RESET’’ van de regelaar.
7.5 Inschakeling van de pompen (POMP AAN zie blz. 16)
Inschakeling naargelang de behoeften
De pompen staan stil wanneer de verwarmingscircuits geen warmte vragen. Tegelijkertijd zijn de kranen gesloten.
Voorwaarden voor het stoppen van de pompen:
Regeling in functie van de kamertemperatuur
Van zodra de kamertemperatuur 1 K hoger is dan de actieve gevraagde waarde.
Regeling in functie van de buitentemperatuur
Van zodra de buitentemperatuur 1 K hoger is dan de actieve gevraagde waarde of van zodra de gevraagde vertrektemperatuur
lager is dan 20°C.
Indien de parameter ‘’RUIMTE INVL’’ op ‘’0’’ ingesteld is en wanneer de circulatiepomp ingeschakeld werd tijdens de
cyclus
, blijft de pomp continu draaien.
7.6 Nadraaien van de pompen
De pompen hebben nadraaitijd van 5 minuten, wanneer de brander gedurende 5 minuten van een cyclus werkte.
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
19
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
20
7.7 Blokkeerbeveiliging van de pompen
Deze functie voorkomt het blokkeren van de pompen indien deze langere tijd hebben stil gestaan.
De pompen worden dagelijks om 12:00 h gedurende 5 seconden ingeschakeld als ze de afgelopen 24 h niet gedraaid hebben.
7.8 Blokkeerbeveiliging van de mengkranen
Indien de mengkranen gedurende 24 h niet geactiveerd werden, worden ze rond 03:00 h volledig geopend. Hierbij worden de
pompen gestopt en wordt de vertrektemperatuur gecontroleerd. De functie wordt gestopt van zodra de vertrektemperatuur het
niveau [T-VOORL MAX – 5 K] bereikt.
7.9 Snelstartgids
7.9.1 Minimum instellingen te doen bij gebruik van de REG 108 als weersafhankelijke regelaar
Niveau Tussenniveau Parameter Beschrijving zie blz.
GEBRUIKER KRING 1 T-RUIM GEW 1 De gewenste comforttemperatuur van de
betreffende kring(en) instellen.
11
GEBRUIKER KRING 1 T-NACHT De gewenste spaartemperatuur van de
betreffende kring(en) instellen.
11
GEBRUIKER KRING 1 STOOKLIJN De correcte stooklijn van de betreffende
kring(en) instellen.
12
GEBRUIKER KRING 1 RUIMTE INVL De gewenste ruimte-invloed (invloed van de
kamertemperatuur) van de betreffende
kring(en) instellen.
12
TIJDPROGRAM VERW PROG 1 Verwarmingsprogramma (1) naar wens
instellen.
13
7.9.2 Minimum instellingen te doen bij gebruik van de REG 108 als kamerthermostaat
Niveau Tussenniveau Parameter Beschrijving zie blz.
GEBRUIKER KRING 1 T-RUIM GEW 1 De gewenste comforttemperatuur instellen. 11
GEBRUIKER KRING 1 T-NACHT De gewenste spaartemperatuur instellen. 11
GEBRUIKER KRING 1 STOOKLIJN De weersafhankelijke regeling uitschakelen
door de stooklijn op ‘’0’’ in te stellen.
12
TIJDPROGRAM VERW PROG 1 Verwarmingsprogramma (1) naar wens
instellen.
13
MONTEUR KRING 1 MAX-VERT-T De maximum vertrektemperatuur instellen. 15
8. PROCEDURES IN GEVAL VAN PROBLEMEN
8.1 Terugzetten naar fabrieksinstellingen (reset)
8.1.1 Reset gebruiker (zie blz. 17)
Alle parameters van het niveau gebruiker worden naar de fabriekinstellingen teruggezet.
Voorbeelden:
- taal,
- comforttemperatuur en spaartemperatuur,
- stooklijn,
- invloed van de kamertemperatuur.
8.1.2 Reset monteur (zie blz. 17)
Alle parameters van het niveau monteur worden naar de fabriekinstellingen teruggezet.
Voorbeelden:
- maximale vertrektemperatuur (belangrijk bij vloerverwarming),
- werking van de circulatiepomp.
8.1.3 Reset van de programma’s verwarming en warm water (zie blz. 17)
Alle parameters van het niveau tijdprogramma worden naar de fabriekinstellingen teruggezet.
8
.1.4 Reset na foutmelding of na vervanging van onderdelen
f
Druk op de resetknop (bvb. met een paperclip) of onderbreek de spanning van de ketel om
alle foutmeldingen te wissen.
f
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
21
Na vervanging van onderdelen of toebehoren, eerst de spanning van de ketel onderbreken.
Indien de spanning niet onderbroken wordt, verschijnt een foutmelding en worden de
vervangen onderdelen niet herkend.
Fig. 13
8.2 Foutmelding
Bij onregelmatigheden knippert het symbool
(A) en verschijnt
er een storingscode (B).
De storingscodes staan in de tabel hieronder.
Fig. 14
Nr Storing
Communicatiestoringen
BUS adressen en 1. De adressen 0 en 1 kunnen niet tegelijkertijd gebruikt worden.
E 90
BUS adres al gebruikt. Het gekozen BUS adres wordt al door een ander toestel gebruikt.
E 91
Interne storingen
E 81
Storing in het geheugen EEPROM.
Controleer de waarden van de parameters!
Storing sensoren (verbroken / kortsluiting)
Vertreksensor circuit 2 defect.
E 69
Vertreksensor circuit 1 defect.
E 70
Buitensensor defect.
E 75
Sensor warm water defect.
E 76
Ketelsensor defect.
E 77
Kamertemperatuursensor circuit 1 defect.
E 80
Kamertemperatuursensor circuit 2 / sensor onderin de boiler / sensor zwembad defect.
E 83
8.3 Volledige reset
Druk gelijktijdig op de toets en op de reset-toets, laat vervolgens de reset-toets los terwijl maar blijf toets drukken tot
‘’EEPROM’’ in het display verschijnt.
Alle niveaus worden naar de fabrieksinstellingen teruggezet:
- niveau gebruiker,
- niveau monteur,
- niveau tijdprogramma’s,
- toegangscode monteur.
8.4 Storingen oplossen
8.4.1 Communicatiestoring
f
Controleer de bekabeling en de aansluitingen: de kabel van de sensoren en van de communicatiebus mogen niet in hetzelfde
omhulsel als de voedingskabels 230 V liggen (minimumafstand van 30 cm).
Het is aanbevolen beschermde domoticakabels te gebruiken.
Is de polariteit omgedraaid? Controleer de voeding van de communicatiebus: tussen de klemmen ‘’+’’ en ‘’-‘’ van de
BUS-klemmenblok moet 8 V DC gemeten worden (klemmenblok IX, klemmen 3 + 4).
f
8.4.2 Pomp schakelt niet uit
f
Controleer het actief regime Î standaard ( ?).
Controleer de parameter ‘’POMP AAN’‘ (standaard 00).
f
8.4.3 Pomp schakelt niet in
f
Controleer het actief regime Î standaard (testen op regime ).
Controleer het uur en de tijdprogramma’s Î cyclus verwarming.
f
Controleer de werking van de pomp Î zie: POMP AAN (blz. 16).
f
8.4.4 Storingscode 81
Deze code wijst op een storing van het geheugen ‘’EEPROM’’ van de regelaar (bvb. een elektromagnetische storing).
Controleer alle waarden van de parameters.
8.4.5 Andere storingscodes
Deze kunnen verschijnen in het display.
Raadpleeg de handleiding van de ketel.
9. BEDIENING VIA TELEFOON
Met een telefoonschakelaar is het mogelijk van op afstand de verwarmingsinstallatie op comfortregime
zetten. Wanneer een
boiler aan de ketel aangesloten is, wordt de warmwaterbereiding automatisch geactiveerd.
Aansluiting telefoonschakelaar:
K
lemmen 3 + 6.
Bij een oproep, worden de klemmen 3 en 6 van de regelaar doorverbonden en schakelt het overeenstemmende verwarmingscircuit
over op het comfortregime ‘’T-RUIM GEW 1’’. De warmwaterbereiding wordt automatisch geactiveerd.
Wanneer de doorverbinding onderbroken wordt, stuurt de regelaar de verwarmingsinstallatie volgens het lopende programma.
10. WAARBORG
De toegestane waarborg is slechts geldig indien de installatie nauwkeurig voldoet aan deze voorschriften en indien de volledige
installatie volgens de regels der kunst uitgevoerd werd.
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
22
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
23
DIENST NA VERKOOP (met techniekers uit Uw regio)
S
ERVICO nv heeft een dienst na verkoop ter beschikking van de installateur en de gebruiker.
In geval van moeilijkheden, wendt U tot SERVICO nv (officiële dienst na verkoop van de fabrikant).
nv SERVICO sa
Kontichsesteenweg 60
T30.41435.00 (2010/10 BL-NL)
24
2630 Aartselaar
ALGEMEEN NUMMER
03 887 20 60
FAX
ALGEMEEN NUMMER
03 877 01 29
DIENST NA VERKOOP
onderhoud & herstellingen
078 05 02 10
TECHNISCH ADVIES
03 880 71 02
FAX
DIENST NA VERKOOP
078 05 02 11
COMMERCIELE DIENST
verkoop, documentatie & scholingen
03 880 71 03
FAX
COMMERCIELE DIENST
03 877 01 29
LOGISTIEK
bestellingen & wisselstukken
03 880 71 01
FAX
LOGISTIEK
03 887 01 03
WEB
www.junkers.be
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder
voorafgaande toestemming van de uitgever.
Wijzigingen voorbehouden.
P
VM
nv SERVICO sa
Kontichsesteenweg 60
2630 AARTSELAAR
03 887 20 60
Fax
03 877 01 29
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Junkers REG 108 afstandsbediening bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Junkers REG 108 afstandsbediening in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,04 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Junkers REG 108 afstandsbediening

Junkers REG 108 afstandsbediening Bijvullen ketel - Nederlands - 2 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info