57084
39
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/50
Pagina verder
RX-D301S / RX-D302B
LVT1321-004A
[E]
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
GEINTEGREERDE AUDIO/VIDEO-VERSTERKER
INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
cover_RX-D301S[E]NL.p65 05.8.26, 9:23 AM3
G-1
Voorzichtig— STANDBY/ON schakelaar!
Om de stroomtoevoer geheel uit te schakelen, trekt u de stekker
uit het stopkontakt. Anders zal er altijd een geringe hoeveelheid
stroom naar het apparaat lopen, ongeacht de stand van de
STANDBY/ON schakelaar. U kunt het apparaat ook met de
afstandsbediening aan- en uitschakelen.
VOORZICHTIG
Ter vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken,
enz.:
1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing.
2. Stel dit toestel niet bloot aan regen of vocht.
Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen
VOORZICHTIG
Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit.
(Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgesloten
door bijvoorbeeld papier of een doek, kan er hitte in het
apparaat worden opgebouwd.)
Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen,
op het apparaat.
Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij het
huishoudelijk afval. Lege batterijen dient u in te leveren met
het KCA of bij een innamepunt voor batterijen.
Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of
spatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een
vloeistof bevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
safe_RX-D301S[E]NL.p65 05.8.26, 9:22 AM1
G-2
Voorschriften
CE-markering
BEVAT R&TTE GEMARKEERDE APPARATUUR
USB draadloze zender [2,4 GHz]
Landen waarvoor dit toestel is ontworpen en mag worden gebruikt
Nationale beperkingen
WAARSCHUWING voor restricties voor bepaalde landen met betrekking tot het
gebruik van een USB draadloze zender
Italië: Voor gebruik buitenshuis buiten eigen terrein is algemene autorisatie
vereist.
Algemene opmerking
Gemaakte veranderingen en modificaties in het product zonder vooraf verkregen
toestemming van JVC, kunnen de gebruiker het recht op gebruik ontzeggen.
LET OP: voor USB draadloze zender,
Ter overeenstemming met R&TTE richtlijnen m.b.t. blootstelling aan RF, dient deze
apparatuur te worden geïnstalleerd en gebruikt met een minimale afstand van 20
cm tussen de zender en het lichaam van de gebruiker.
Deze apparatuur met USB draadloze
zender is ontworpen voor gebruik in
de landen die in de rechterkolom
afgekort worden vermeld.
R&TTE Richtlijn 1999/5/EC
BE
NL
ES
NO
FR
DK
AT
LI
DE
IE
FI
GB
LU
GR
SE
IT
PT
CH
CZ HU
PL SI
SK EE LV
LT CY MT
safe_RX-D301S[E]NL.p65 05.8.26, 4:40 PM2
G-3
Voorzichtig: Zorg Voor Goede Ventilatie
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen,
dient u bij opstelling van het apparaat op de volgende punten te
letten:
Voorkant: Voldoende ruimte vrij houden.
Zijkanten: Minstens 10 cm aan weerszijden vrij houden.
Bovenkant: Niets bovenop plaatsen; 10 cm speling geven.
Achterkant: Minstens 15 cm ruimte achteraan vrij houden.
Onderkant: Opstellen op een egaal horizontaal oppervlak.
Bovendien moet er rondom voldoende luchtdoorstroming zijn,
zoals in de afbeelding aangegeven.
Standard op
minstens 15 cm
van de vloer
Minstens 15 cm tussenruimte
Wand of
meubilair
Vloer
Voorkant
RX-D301S / RX-D302B
safe_RX-D301S[E]NL.p65 05.8.26, 9:22 AM3
1
Inhoudsopgave
Namen van onderdelen ......................................... 2
Starten .................................................................... 4
Voor de installatie .................................................................. 4
Controleren van de bijgeleverde accessoires ........................ 4
Plaatsen van batterijen in de afstandsbediening ................... 4
Aansluiten van de antennes voor FM en AM (MG) ................ 5
Aansluiten van de luidsprekers .............................................. 6
Aansluiten van videocomponenten ........................................ 7
Aansluiten van het netsnoer ................................................. 11
USB-verbinding ................................................................... 12
Basisbediening.................................................... 14
1 Inschakelen van de spanning .......................................... 14
2 Kiezen van de weer te geven bron .................................. 14
3 Instellen van het volume .................................................. 15
Kiezen van de digitale decodeerfunctie ............................... 15
Tijdelijk uitschakelen van het geluid .................................... 15
Veranderen van de displayhelderheid ................................. 16
Uitschakelen van de stroom met de inslaaptimer ................ 16
Voor een natuurgetrouw geluid ............................................ 16
Basisinstellingen................................................. 17
Gemakkelijk instellen van de luidsprekerinformatie
—Quick Speaker Setup ................................................. 17
Instellen basisonderdelen .................................................... 18
Bedieningsprocedure ........................................................... 19
Instellen van de luidsprekers ............................................... 19
Activeren van de EX/ES/PLIIx instelling—EX/ES/PLIIx ....... 20
Kiezen van het hoofd- of subkanaal—DUAL MONO ........... 21
Instellen van de lage tonen .................................................. 21
Gebruik van de nacht-functie—MIDNIGHT MODE .............. 22
Instellen van de digitale (DIGITAL IN) ingangsaansluitingen
—DIGITAL IN 1/2/3 ........................................................ 22
Instellen van de automatische functie—AUTO MODE ........ 22
Kiezen van de componentvideo-ingangsfunctie
—DVD VIDEO IN/VCR VIDEO IN/VIDEO VIDEOIN ..... 23
Omzetten van composietvideosignalen naar
S-videosignalen—Y/C SEPARATE ............................... 23
Vastleggen van het volumeniveau voor iedere bron
—ONE TOUCH OPE ..................................................... 23
Regelen van het geluid ....................................... 24
Instellen basisonderdelen .................................................... 24
Bedieningsprocedure ........................................................... 24
Instellen van het luidsprekeruitgangsniveaus ...................... 25
Instellen van de egalisatiepatronen
—D EQ 63Hz/250Hz/1kHz/4kHz/16kHz ........................ 25
Instellen van de lage tonen .................................................. 26
Instellen van de geluidsparameters voor de Surround-/
DSP-functies ................................................................. 26
Bediening van de tuner ...................................... 28
Handmatig afstemmen op zenders ...................................... 28
Gebruik van voorkeurzenders ............................................. 28
Kiezen van de FM-ontvangstfunctie .................................... 29
Gebruik van RDS (Radio Data System) voor ontvangst
van FM-zenders ............................................................ 30
Opzoeken van een programma aan de hand van
PTY-codes ..................................................................... 31
Tijdelijk overschakelen len naar een ander gewenst
radioprogramma ............................................................ 33
Voor realistische geluidsvelden ........................ 34
Reproductie met een bioscoopeffect ................................... 34
Introductie van de Surround-functie .................................... 34
Introductie van de DSP-functies .......................................... 36
Gebruik van de Surround-/DSP-functies ............................. 37
Activeren van de Surround-/DSP-functies ........................... 38
Bediening van andere JVC toestellen ............... 39
Bediening van componenten van een ander
merk ................................................................ 41
Oplossen van problemen ................................... 44
Technische gegevens ......................................... 45
NL01-05RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:44 AM1
2
Namen van
onderdelen
A/V CONTROL RECEIVER
REMOTE CONTROL
RM-SRXD301R
TV/VIDEO
AUDIO
TV
STB
DVR/DVD
FM/AM
VIDEO
VCR
TV
STB CONT
DVR/DVD
USB
DVD MULTI
VCR
TV VOL
CHANNEL
VOLUME
REC PAUSE
FM MODE MUTING
MEMORY
TUNING/REW
FF/TUNING
TOP MENU MENU
SURROUND
CC
CONVERTER
ANALOG/DIGITAL
EX/ES/PL x
DECODE MODE
MIDNIGHT
D.EQ FREQ
D.EQ LEVEL
C.TONE DIMMER
B.BOOST
TEST
SLEEP
L – FRONT – R
L – SURR – R
CENTER
SUBWFR
L – S. BACK – R
1
2
3
4
5
6
7
89
10
0
10
RETURN
100
DVR
DVD
EFFECT
TA/NEWS/INFO
DISPLAY
PTY
PTY
PTY SEARCH
7
2
3
i
5
6
o
1
4
8
9
w
e
d
s
a
;
u
r
t
y
p
q
f
g
Druk hier en schuif omlaag
om de klep van de
afstandsbediening te openen.
Afstandsbediening
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
1 TV/VIDEO toets (39, 41)
2 Standby/on toetsen (14, 39 – 43)
AUDIO, TV , STB , VCR , DVR/DVD
3 Bronkeuzetoetsen (14, 28, 39 – 43)
TV, STB CONT, VCR, DVR/DVD, FM/AM, USB, VIDEO,
DVD MULTI
4 TV VOL (volume) +/– toets (39, 41)
5 CHANNEL +/– toets (39 – 43)
6
Bedieningstoetsen voor videocomponenten
(39, 40, 42, 43)
REC PAUSE, REW, FF, 3, 4, 7, 8, ¢
Bedieningstoetsen voor tuner (28, 29)
FM MODE, ( TUNING, MEMORY, TUNING 9
7 Bedieningstoetsen voor DVD-recorder of DVD-speler* (40,
43)
TOP MENU, MENU, cursor toetsen (3, 2, 5, ), ENTER
Bedieningstoetsen voor RDS (30, 31, 33)
PTY(, PTY9, TA/NEWS/INFO, DISPLAY, PTY SEARCH
8 SURROUND toets (38)
9 EX/ES/PLIIx toets (20)
p ANALOG/DIGITAL toets (14)
q DECODE MODE toets (15)
w MIDNIGHT toets (21)
e Insteltoetsen voor digitale equalizer (25)
D.EQ FREQ, D.EQ LEVEL +/–
r B (lage tonen).BOOST toets (26)
t Insteltoetsen voor uitgangsniveau luidsprekers en
subwoofer (25)
FRONT L +/–, FRONT R +/–, CENTER +/–, SUBWFR +/–,
SURR L +/–, SURR R +/–, S.BACK L +/–, S.BACK R +/–
y VOLUME +/– toets (15)
u DVR/DVD functieschakelaar (40, 43)
i MUTING toets (15)
o CC CONVERTER toets (16)
; Cijfertoetsen (29, 39 – 43)
1 – 10, 0, +10, 100+
RETURN toets (39)
a C (midden).TONE toets (27)
s EFFECT toets (26)
d DIMMER toets (16)
f SLEEP toets (16)
g TEST toets (25)
* Deze toetsen kunnen worden gebruikt voor het bedienen van
een JVC DVD-recorder of DVD-speler indien de
functiekeuzeschakelaar op “DVR” of “DVD” is gesteld (zie
bladzijde 40).
Gebruik de bij uw DVD-recorder of DVD-speler geleverde
afstandsbediening indien deze toetsen niet normaal
functioneren. Zie tevens de bij uw DVD-recorder of DVD-speler
geleverde gebruiksaanwijzing voor details aangaande
bedieningen.
Voor bediening van een DVD-recorder (ALLEEN JVC
toestellen) moet u de functieschakelaar (u) naar “DVR”
drukken.
Voor bediening van een DVD-speler, moet u de
functieschakelaar (u) naar “DVD” drukken.
NL01-05RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:44 AM2
3
Voorpaneel
Displayvenster
Achterpaneel
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
7 ANTENNA aansluitingen (5)
8 SUBWOOFER OUT aansluitingen (6)
9 VIDEO aansluitingen (10)
VIDEO (composiet video), S-VIDEO
p AUDIO aansluitingen (8 – 10)
VIDEO IN, DVR/DVD IN
q DVD MULTI IN aansluitingen (9)
CENTER, SUBWOOFER, SURR – L, SURR – R
w Luidsprekeraansluitingen (6)
SURROUND BACK SPEAKERS, SURROUND SPEAKERS,
CENTER SPEAKER, FRONT SPEAKERS
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
STANDBY/ON
CC CONVERTER
SETTING ADJUST SURROUND
DVR / DVD VCR VIDEO TV USB FM
SOURCE
SELECTOR
/ MULTI JOG
MASTER
VOLUME
SET / TUNER PRESET
PHONES USB
AM
DVD MULTI
45 6
q
e
78 9
p
321
w
DIGITAL EQ
LINEAR PCM
L
LS
SB
RS
S.WFR
PL
NEO : 6
DSP
3D-PHONIC
LFE
CR
96 / 24
AUTO SURR
C.TONE
VIRTUAL SB
B.BOOST
TUNED
STEREO
SLEEP
AUTO MUTING
INPUT ATT
HEADPHONE
MHz
kHz
x
MIDNIGHT
DIGITAL
DIGITAL AUTO
ANALOG
DUAL MONO
SB
S
SB
RDS TA NEWS
INFO
ONE TOUCH OPERATION
CC CONVERTER 1 2 AUTO MODE
1 2 3 587
^#$!@
=
~%
46 -
09
&* ()_+
VIDEO
IN
DVR/DVD
IN
FRONT
DIGITAL IN
2(VIDEO)
1(DVR/DVD)
LEFTRIGHT LEFTRIGHT
LEFTRIGHT
ANTENNA
COAXIAL
AM LOOP
FM 75
AM EXT
SUBWOOFER
OUT
3(TV)
DIGITAL OUT
PCM/STREAM
SURROUND
SPEAKERS
ANTENNA
USB WIRELESS
CAUTION:SPEAKER
IMPEDANCE 6
-
16
SURROUND BACK
SPEAKERS
DVD
MULTI IN
CENTER
SUBWOOFER
SURR-L
SURR-R
CENTER
SPEAKER
FRONT
SPEAKERS
LEARNING
IDON
VCR
TV
DVR/DVD
AV IN/OUT
VIDEO
IN
VIDEO
S-VIDEO
VIDEO
AUDIO
L
R
1
37
8
9p
w
4
5
Y
PB
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUTDVR/DVD INVIDEO IN
PR
2
6
q
1 STANDBY/ON toets en standby lampje (14)
2 CC CONVERTER toets (16)
3 SETTING toets (17, 19)
4 ADJUST toets (24)
5 SURROUND toets (38)
6 Bronlampjes
DVD MULTI, DVR/DVD, VCR, VIDEO, TV, USB, FM, AM
7 SET toets (17, 19, 24)
TUNER PRESET toets (29)
8 SOURCE SELECTOR (14, 29)
MULTI JOG (17, 19, 24, 29, 38)
9 MASTER VOLUME regelaar (15)
p PHONES aansluiting (15)
q USB aansluiting (12)
w Displayvenster (zie hieronder)
e Afstandsbedieningsensor (4)
1 ANALOG indicator (14)
2 DUAL MONO indicator (21)
3 AUTO SURR (surround) indicator (38)
4 HEADPHONE indicator (15, 35)
5 Indicators voor RDS-bediening (30, 33)
RDS, TA, NEWS, INFO
6 Indicators voor tuner-bediening (28)
TUNED, STEREO
7 DIGITAL EQ indicator (25)
8 AUTO MUTING indicator (29)
9 C.TONE indicator (27)
0 ONE TOUCH OPERATION indicator (23)
- INPUT ATT (demping) indicator (26)
= SLEEP indicator (16)
~ Digitaal signaalformaatindicators (15, 34, 35)
DIGITAL AUTO, LINEAR PCM, , , 96/24
! Signaal- en luidsprekerindicators (16)
@ NEO:6 indicator (35)
# VIRTUAL SB indicator (37)
$ 3D-PHONIC indicator (35, 36)
% DSP indicator (35, 36)
^ en indicator (34 – 36)
& CC CONVERTER 1 2 indicator (16)
* AUTO MODE indicator (22)
( Hoofddisplay
) B (lage tonen).BOOST indicator (26)
_ MIDNIGHT indicator (22)
+ Frequentie-eenheidindicators
MHz (voor FM-zenders), kHz (voor AM (MG)-zenders)
1 Netsnoer (11)
2 COMPONENT VIDEO (Y, PB, PR) aansluitingen (8, 10)
VIDEO IN, DVR/DVD IN, MONITOR OUT
3 AV IN/OUT aansluitingen (7)
TV, VCR, DVR/DVD
4 DIGITAL IN aansluitingen (11)
Coaxiaal: 1(DVR/DVD)
Optisch: 2(VIDEO)
Optisch: 3(TV)
5 DIGITAL OUT aansluitingen (11)
6 USB WIRELES ANTENNA aansluitingen (12)
NL01-05RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:44 AM3
4
Starten
123
Voor de installatie
Algemeen voorzorgen
Zorg dat uw handen droog zijn.
Schakel alle apparatuur uit.
Lees de gebruiksaanwijzing van alle apparaten die u aan wilt
sluiten aandachtig door.
Plaatsing
Plaats de receiver op een vlakke plaats die niet aan vocht en
stof onderhevig is.
De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan –5˚C en niet
hoger worden dan 35˚C.
Zorg voor voldoende ventilatie rond de ontvanger. Bij gebrek
aan ventilatie kan de ontvanger oververhit en beschadigd
raken.
Zorg dat er voldoende afstand tussen de receiver en de TV is.
Veiligheid
Steek geen metalen voorwerpen in de ontvanger.
Laat de ontvanger intact. Verwijder geen schroeven,
beschermplaten of onderdelen.
Stel de ontvanger niet bloot aan vochtigheid zoals regen.
Trek niet aan het netsnoer om de stekker te ontkoppelen. Pak
de stekker beet voor het ontkoppelen zodat het snoer niet kan
worden beschadigd.
Trek de stekker uit het stopcontact indien u het toestel voor
langere tijd niet gaat gebruiken, bijvoorbeeld wanneer u op
vakantie gaat. Met de stekker in het stopcontact gestoken,
wordt er altijd een kleine hoeveelheid stroom verbruikt.
Deze receiver heeft een ingebouwde ventilator die in
werking treedt wanneer het receiver wordt ingeschakeld.
Zorg dat er voldoende vrije ruimte rond de receiver is
zodat deze goed door de ventilator kan worden gekoeld.
LET OP:
Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact nadat
alle andere verbindingen zijn gemaakt.
Controleren van de bijgeleverde
accessoires
Controleer dat u alle hieronder beschreven accessoires heeft.
Neem direct contact op met de plaats van aankoop indien er
accessoires ontbreken.
Afstandsbediening (× 1)
Batterijen (× 2)
Ringantenne voor AM (MG) (× 1)
FM-antenne (× 1)
USB-draadloze antenne (× 1)
USB-draadloze zender (modelnummer: QAL0708-001) (× 1)
USB-verlengkabel (60 cm) (× 1)
Plaatsen van batterijen in de
afstandsbediening
Voor gebruik van de afstandsbediening moet u eerst de twee
bijgeleverde batterijen plaatsen.
1
Druk op de batterij-afdekking op de
achterkant van de afstandsbediening en
schuif open.
2
Plaats de batterijen.
Zorg dat de polen in de juiste
richting wijzen:
(+) naar (+) en (–) naar (–).
3
Plaats de deksel weer terug.
Vervang de batterijen indien het bereik van de afstandsbediening
kleiner wordt of de afstandsbediening niet meer goed werkt.
Gebruik in dat geval twee R6(SUM-3)/AA(15F) droge cel
batterijen.
De bijgeleverde batterijen dienen uitsluitend voor het in gebruik
nemen. Plaats andere batterijen voor langdurig gebruik.
LET OP:
Voorkom het lekken of barsten van batterijen en let daarom op het
volgende:
Plaats batterijen altijd met de polen in de juiste richting in het
vak van de afstandsbediening: (+) naar (+) en (–) naar (–).
Gebruik uitsluitend het gespecificeerde type batterij. Batterijen
van dezelfde afmetingen hebben namelijk mogelijk een ander
voltage.
Vervang altijd beide batterijen tegelijkertijd door nieuwe.
Stel batterijen niet aan hitte of vlammen bloot.
Richt de afstandsbediening bij gebruik recht naar de
afstandsbedieningsensor van de voorpaneel.
Afstandsbedieningsensor
NL01-05RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:44 AM4
5
Druk de lipjes van de ring
in de openingen van de
basis om de ringantenne
voor AM (MG) in elkaar
te zetten.
Aansluiten van de antennes voor FM en AM (MG)
Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact nadat alle andere verbindingen zijn gemaakt.
Ringantenne voor AM (MG)
(bijgeleverd)
Verbind een enkel vinyl-
geïsoleerd buitendraad (niet
bijgeleverd) indien de ontvangst
van AM (MG) slecht is.
FM-antenne (bijgeleverd)
Verbind een FM-buitenantenne (niet
bijgeleverd) indien de ontvangst van
FM slecht is.
Aansluiten van de antenne voor AM (MG)
Verbind de bijgeleverde ringantenne voor AM (MG) met de
AM LOOP aansluitingen.
Verbind het witte snoer met de AM EXT aansluiting en het zwarte
snoer met de H aansluiting.
Richt de ring voor een optimale ontvangst.
Verbind een enkel vinyl-geïsoleerd buitendraad (niet
bijgeleverd) met de AM EXT aansluiting indien de ontvangst
slecht is. Houd in dat geval de ringantenne voor AM (MG) ook
aangesloten.
Aansluiten van de antenne voor FM
Verbind de bijgeleverde FM-antenne met de FM 75 COAXIAL
aansluiting als tijdelijke oplossing.
Rol de FM-antenne in horizontale richting uit.
Verbind een FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) indien de
ontvangst slecht is. Alvorens een 75 coaxkabel met een
stekker (IEC of DIN 45325) aan te sluiten, moet u de
bijgeleverde FM-antenne ontkoppelen.
OPMERKINGEN
Indien het draad van de ringantenne voor
AM (MG) met vinyl is bedekt, moet u het vinyl
van het uiteinde verwijderen door het te draaien
zoals u hier rechts ziet.
Controleer dat de antennegeleiders geen contact
met andere aansluitingen, aansluitsnoeren en het
netsnoer maken. Dit zou namelijk de ontvangst van
zenders verslechteren.
NL01-05RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:44 AM5
6
L
R
LS
RS
SBL
C
SW
SBR
(*SB)
LEFTRIGHT LEFT
RIGHT
LEFTRIGHT
SUBWOOFER
OUT
SURROUND
SPEAKERS
CAUTION:SPEAKER
IMPEDANCE 6
-
16
SURROUND BACK
SPEAKERS
CENTER
SPEAKER
FRONT
SPEAKERS
Aansluiten van de luidsprekers
Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact nadat alle andere verbindingen zijn gemaakt.
Opstelling van de luidsprekers
1
Draai een stukje van de isolatie bij het uiteinde van
ieder luidsprekersnoer en verwijder dat stukje.
2
Open de aansluiting (1), en steek het
luidsprekersnoer (2) in de aansluiting.
Voor iedere luidspreker moet u de (+) en (–) aansluitingen
op het achterpaneel met respectievelijk de met (+) en (–)
gemarkeerde aansluitingen van de luidsprekers verbinden.
3
Sluit de aansluiting.
*Indien u slechts één luidspreker als
surroundachterluidspreker gebruikt
U kunt tevens een surroundgeluid krijgen met slechts één
surroundachterluidspreker. Indien u slechts één
surroundachterluidspreker gebruikt;
– stel “SB OUT” op “<1SPK>” (zie bladzijde 19) en
– verbind de surroundachterluidspreker met de aansluiting
voor de linkersurround-achterluidspreker. (U hoort geen
geluid indien u de luidspreker met de aansluiting voor
de rechtersurround-achterluidspreker heeft verbonden.)
Aansluiten van een subwoofer met stroomcircuit
Met een subwoofer kunt u de lage tonen verbeterd weergeven of
de oorspronkelijke LFE (lage frequentie) signalen van digitale
software reproduceren.
Verbind middels een RCA tulpstekkersnoer (niet
bijgeleverd) de ingangsaansluiting van een subwoofer
met eigen stroomcircuit met de SUBWOOFER OUT
aansluiting op het achterpaneel.
• Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de subwoofer.
Na het aansluiten van alle luidsprekers en/of een subwoofer moet
u de juiste informatie voor de aangesloten luidsprekers instellen
voor een optimaal surroundeffect. Zie bladzijden 17 tot 21 voor
details.
OPMERKING
U kunt de subwoofer op iedere gewenste plaats installeren daar
de lage tonen niet-richtinggevoelig zijn. Plaats normaliter echter
voor de luisterplaats.
Subwoofer
met
stroomcircuit
(SW)
Rechtervoor-
luidspreker (R)
Linkervoor-
luidspreker (L)
Rechtersurround-
luidspreker (RS)
Linkersurround-
luidspreker (LS)
Middenluid-
spreker (C)
Rechtersurround-
achterluidspreker
(SBR)
*Linkersurround-
achterluidspreker
(SBL)
1324
LET OP:
Gebruik luidsprekers met de SPEAKER IMPEDANCE die bij de
luidsprekeraansluitingen (6 – 16 ) is vermeld.
Sluit NIET meer dan één luidspreker op één
luidsprekeraansluiting aan.
Aansluiten van de luidsprekers
Schakel alle apparaten uit alvorens verbindingen te maken.
Aansluiten van de middenluidspreker en voorluidsprekers
1
Draai een stukje van de isolatie bij het uiteinde van
ieder luidsprekersnoer en verwijder dat stukje.
2
Draai het knopje linksom.
3
Steek het luidsprekersnoer in de aansluiting.
Voor iedere luidspreker moet u de (+) en (–) aansluitingen
op het achterpaneel met respectievelijk de met (+) en (–)
gemarkeerde aansluitingen van de luidsprekers verbinden.
4
Draai het knopje rechtsom.
Aansluiten van de surroundluidsperkers en
surroundachterluidsprekers
12 3
+
1
2
+
NL06-08RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:45 AM6
7
VCR
TV
DVR/DVD
AV IN/OUT
OPMERKINGEN
Kies de analoge ingangsfunctie. Zie “Kiezen van de analoge
of digitale ingangsfunctie” op bladzijde 14.
Indien u een SCART verbinding heeft gemaakt, moet u de
video-ingang en video-uitgang van zowel de TV als het
weergavecomponent juist instellen aan de hand van de bij de
apparatuur geleverde gebruiksaanwijzingen.
Indien de TV meerdere SCART aansluitingen heeft, moet u in
de gebruiksaanwijzing van de TV controleren welke
videosignalen voor iedere aansluiting beschikbaar zijn. Sluit
vervolgens de SCART kabel overeenkomstig juist aan.
SCART verbinding
U kunt het beeld bekijken en geluid horen van
weergavecomponenten door eenvoudig een verbinding met de
SCART kabel te maken.
Indien uw videocomponenten een digitale uitgangsaansluiting
hebben, dient u deze tevens met de digitale aansluiting te
verbinden zoals beschreven bij “Digitale verbinding” (zie
bladzijde 11).
LET OP:
Indien u een apparaat voor verbetering van het geluid,
bijvoorbeeld een grafische equalizer, tussen het broncomponent
en dit toestel aansluit, wordt het via dit toestel weergegeven
geluid mogelijk vervormd.
*1 Signalen die van een SCART aansluiting worden ingevoerd,
kunnen niet via dezelfde SCART aansluiting worden
uitgestuurd.
*2 Composiet-videosignalen kunnen naar S-videosignalen
worden omgezet. Zie bladzijde 23 voor details aangaande
de instelling en reproductie van de signalen.
*3 De signalen voor de T-V LINK functie gaan altijd via het
toestel.
Gebruik GEEN TV die via een videorecorder is verbonden
of een TV met ingebouwde videorecorder; het beeld wordt
anders mogelijk vervormd.
Schakel de spanning van alle componenten uit alvorens
verbindingen.
De afbeeldingen van de in- en uitgangsaansluitingen zijn
standaardvoorbeelden. Zie bij het aansluiten van andere
componenten tevens de betreffende gebruiksaanwijzingen
daar de namen van aansluitingen op het achterpaneel per
component verschillend zijn.
VERVOLG OP DE VOLGENDE BLADZIJDE
TV
Videorecorder
DVD-recorder of
DVD-speler
SCART kabel (niet bijgeleverd)
Aansluiten van videocomponenten
Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact nadat alle andere verbindingen zijn gemaakt.
Specificaties van de SCART aansluiting
Naam aansluiting
TV VCR DVR/DVD
Audio L/R
Ingang
Composiet *2 *2 *2
Video
S-video (Y/C)
RGB
Audio L/R
Uitgang
Composiet *1 *1 *1
Video
S-video (Y/C)
−−
RGB −−
T-V LINK *3 *3 *3
: Beschikbaar, –: Niet beschikbaar
NL06-08RX-D301S[E]f.p65 26/8/05, 10:04 AM7
8
Voor een analoge decoder
Voor het bekijken of opnemen van een gecodeerd programma
met uw videorecorder, moet u een analoge decoder met de
videorecorder verbinden en vervolgens het gecodeerde kanaal
van de videorecorder kiezen.
Indien er geen vereiste aansluiting voor de decoder op uw
videorecorder is, verbind dan de decoder met de TV.
Zie tevens de bij de betreffende apparatuur geleverde
gebruiksaanwijzingen.
Voor T-V LINK
U kunt de T-V LINK functie tevens gebruiken indien u een
voor T-V LINK geschikte TV en videorecorder met dit receiver
verbindt middels volledige draad SCART kabels. Zie de bij de
TV en videorecorder geleverde gebruiksaanwijzingen voor
details aangaande T-V LINK.
Verbind de SCART kabel met de EXT-2 aansluiting van uw
met JVC’s T-V LINK compatibele TV voor gebruik van de
T-V LINK functie.
Bepaalde videocomponenten zijn geschikt voor
datacommunicatie, bijvoorbeeld T-V LINK. Zie tevens de bij
deze componenten geleverde gebruiksaanwijzingen voor
details.
Audio-/videoverbinding
Behalve de SCART aansluitingen heeft deze receiver tevens de volgende video-aansluitingen:
Component video-ingang/uitgang: VIDEO IN, DVR/DVD IN, MONITOR OUT
Composiet en S-video-ingang: VIDEO IN
BELANGRIJK
De component videosignalen van de COMPONENT VIDEO aansluitingen worden uitsluitend via de MONITOR OUT
aansluitingen uitgestuurd.
Indien de TV derhalve via de SCART aansluiting (TV) met de receiver is verbonden en een spelend videocomponent via de component
video-aansluitingen (VIDEO IN of DVR/DVD IN) met de receiver is verbonden, kunt u het weergavebeeld niet op de TV bekijken.
7 Verbinden van een DVD-recorder of DVD-speler met de DVR/DVD IN aansluitingen
Voor optimale weergave van Dolby Digital en DTS multikanaal software (inclusief Dual Mono software), moet u de DVD-recorder of
DVD-speler via de digitale ingangsaansluitingen verbinden (zie bladzijde 11).
Indien u een DVD-recorder of DVD-speler met de stereo-uitgangsaansluitingen verbindt:
Schakel de spanning van alle componenten
uit alvorens verbindingen.
VIDEO IN DVR/DVD IN
FRONT
L
R
AUDIO
Å
ı
Y
PB
PR
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUTDVR/DVD INVIDEO IN
DVD-recorder of DVD-speler
Stereo audiokabel (niet bijgeleverd)
Groen
Blauw
Rood
Component videokabel (niet bijgeleverd)
Å Naar component video-uitgang
Sluit Y, P
B en PR juist aan.
ı Naar links/rechts
audiokanaaluitgang
OPMERKINGEN
Verbind geen verschillende componenten met de AUDIO DVR/DVD IN aansluitingen
en AV IN/OUT (SCART) DVR/DVD aansluiting (zie bladzijde 7); geluid van beide
componenten wordt anders tegelijkertijd via de luidsprekers weergegeven.
Kies de analoge ingangsfunctie. Zie “Kiezen van de analoge of digitale
ingangsfunctie” op bladzijde 14.
U kunt digitaal geluid beluisteren indien u een verbinding met een digitale coaxiale of
optische kabel heeft gemaakt. Bij het verlaten van de fabriek is de audio-
ingangsfunctie voor een DVD-recorder en DVD-speler voor de digitale coaxiale
aansluiting (DIGITAL IN 1 (DVR/DVD)). ingesteld. Zie bladzijde 11 voor details
aangaande een digitale verbinding.
Indien u een DVD-recorder of DVD-speler met de componentvideo-
ingangsaansluitingen heeft verbonden, moet u de componentvideo-ingangsfunctie
(DVD VIDEO IN) juist kiezen. Het beeld zal anders niet op de TV kunnen worden
getoond. Zie bladzijde 23 voor details.
Wit
Rood
NL06-08RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:45 AM8
9
Å ı
Î
Ç
DVR/DVD
IN
FRONT
DVD
MULTI IN
CENTER
SUBWOOFER
SURR-L
SURR-R
Wit
Rod
Wit
Rod
Å Naar links/rechts surroundkanaal audio-uitgang
ı Naar middenkanaal audio-uitgang
Ç Naar links/rechts voorkanaal audio-uitgang
Î Naar subwooferuitgang
OPMERKING
Verbind geen verschillende componenten met de DVD MULTI IN
aansluitingen en AV IN/OUT (SCART) DVR/DVD aansluiting (zie
bladzijde 7); geluid van beide componenten wordt anders
tegelijkertijd via de luidsprekers weergegeven.
Indien u een DVD-speler met de analoge gescheiden uitgangsaansluitingen (DVD MULTI IN) verbindt:
Deze verbinding is de beste aansluitmethode voor weergave van geluid van een DVD-Audio. Bij weergave van een DVD-Audio kan het
oorspronkelijke geluid van hoge kwaliteit uitsluitend via deze verbinding worden gereproduceerd.
Schakel de spanning van alle componenten
uit alvorens verbindingen.
Stereo audiokabel (niet bijgeleverd)
Stereo audiokabel
(niet bijgeleverd)
Mono-audiokabel
(niet bijgeleverd)
Mono-audiokabel
(niet bijgeleverd)
Meer over “DVD MULTI”
Indien u “DVD MULTI” als bron kiest (zie bladzijde 14), kunt u het geluid van de analoge gescheiden uitgang (5,1 kanaal weergave)
van het aangesloten component reproduceren.
U moet mogelijk de analoge gescheiden uitgangsfunctie van het component kiezen.
OPMERKINGEN
Bij gebruik van de hoofdtelefoon kunt u uitsluitend het geluid van de voorkanalen beluisteren (links en rechts). De 3D HEADPHONE
functie kan niet worden gebruikt (zie bladzijde 35).
Voor “DVD MULTI” kunt u geen Surround-/DSP-functies gebruiken (zie bladzijden 34 tot 38).
DVD-recorder of
DVD-speler
NL09-10RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:45 AM9
10
Y
P
B
P
R
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUTDVR/DVD INVIDEO IN
Å
ı
ÎÇ
Å
VIDEO
IN
VIDEO
S-VIDEO
VIDEO
VIDEO
IN
DVR/DVD
IN
FRONT
L
R
AUDIO
Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact nadat alle andere verbindingen zijn gemaakt.
7 Verbinden van een ander videocomponent met de VIDEO IN aansluitingen
Indien uw videocomponenten S-video (Y/C-gescheiden) en/of component video (Y, PB, PR) aansluitingen hebben, kunt u deze middels
een S-videokabel (niet bijgeleverd) en/of een component videokabel (niet bijgeleverd) verbinden. Middels deze aansluitingen krijgt u een
betere beeldkwaliteit, op volgorde van:
Component video > S-video > Composiet video
Kies “VIDEO” als bron (zie bladzijde 14) voor weergave van het videocomponent dat met deze aansluitingen is verbonden.
Schakel de spanning van alle componenten
uit alvorens verbindingen.
Stereo audiokabel
(niet bijgeleverd)
Composiet videokabel (niet bijgeleverd)
Composiet videokabel (niet bijgeleverd)
S-videokabel (niet bijgeleverd)
Rood
Groen
Blauw
Videorecorder, enz.
Å Naar component video-uitgang
Sluit Y, P
B en PR juist aan.
ı Naar links/rechts
audiokanaaluitgang
Ç Naar composiet video-uitgang
Î Naar S-video-uitgang
OPMERKINGEN
Kies de analoge ingangsfunctie. Zie “Kiezen van de analoge of digitale
ingangsfunctie” op bladzijde 14.
Indien u video-apparatuur met de component-videoingangsaansluitingen heeft
verbonden, moet u de juiste video-ingangsfunctie kiezen (VIDEO VIDEOIN). U zult
anders het weergavebeeld namelijk niet op de TV kunnen bekijken. Zie bladzijde 23
voor details.
U kunt digitaal geluid beluisteren indien u een verbinding met een digitale coaxiale of
optische kabel heeft gemaakt. Bij het verlaten van de fabriek is de audio-
ingangsfunctie voor andere video-apparatuur dan een DVD-recorder en DVD-speler
voor de digitale optische aansluiting (DIGITAL IN 2 (VIDEO)) ingesteld. Zie bladzijde
11 voor details aangaande een digitale verbinding.
7 Verbinden van een TV met de MONITOR OUT aansluitingen
Schakel de spanning van alle componenten
uit alvorens verbindingen.
Å Naar component video-ingang
Sluit Y, P
B en PR juist aan.
OPMERKINGEN
Kies de analoge ingangsfunctie. Zie “Kiezen van de analoge of digitale ingangsfunctie” op
bladzijde 14.
U kunt digitaal geluid reproduceren indien u een verbinding met een digitale coaxkabel of
optische kabel heeft gemaakt. Bij het verlaten van de fabriek is de “DIGITAL IN 3”
aansluiting voor een TV ingesteld. Zie bladzijde 11 voor details aangaande een digitale
verbinding.
Y
P
B
P
R
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUTDVR/DVD INVIDEO IN
Å
Component videokabel (niet bijgeleverd)
Rood
Groen
Blauw
Wit
Rood
TV
NL09-10RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:45 AM10
11
Digitale verbinding
Deze receiver heeft drie DIGITAL IN aansluitingen––één digitale
coaxiale aansluiting en twee digitale optische aansluitingen––en
één DIGITAL OUT aansluiting.
Voor weergave van digitaal geluid, moet u behalve de analoge
verbinding als beschreven op bladzijden 7 tot 10, ook een digitale
verbinding maken.
Digitale coaxiale kabel (niet bijgeleverd)
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd)
Schakel de spanning van alle componenten uit
alvorens verbindingen.
Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de andere aan te
sluiten apparatuur.
7 Digitale ingangsaansluitingen
DIGITAL IN
2(VIDEO)
1(DVR/DVD)
3(TV)
OPMERKINGEN
Bij het verlaten van de fabriek zijn de DIGITAL IN aansluitingen
voor gebruik met de volgende componenten ingesteld:
1(DVR/DVD): Voor DVD-recorder of DVD-speler
2(VIDEO): Voor andere video-apparatuur dan een
DVD-recorder en DVD-speler.
3(TV): Voor TV
Indien u andere apparatuur heeft aangesloten, moet u de
instelling voor de digitale ingangsaansluitingen (DIGITAL IN)
veranderen. Zie “Instellen van de digitale (DIGITAL IN)
ingangsaansluitingen—DIGITAL IN 1/2/3” op bladzijde 22.
Kies de juiste digitale ingangsfunctie. Zie “Kiezen van de
analoge of digitale ingangsfunctie” op bladzijde 14.
Indien het component een digitale coaxiale
uitgangsaansluiting heeft, moet u deze middels
een digitale coaxiale kabel (niet bijgeleverd) met
de 1(DVR/DVD) aansluiting verbinden.
Indien het component een digitale optische
uitgangsaansluiting heeft, moet u deze middels
een digitale optische kabel (niet bijgeleverd) met
de 2(VIDEO) of 3(TV) aansluiting verbinden.
Verwijder het beschermdopje
alvorens een optisch digitaal
kabel aan te sluiten.
OPMERKING
Het digitale signaalformaat dat via de DIGITAL OUT aansluiting
wordt verstuurd, is hetzelfde als het formaat van het
ingangssignaal. Indien bijvoorbeeld DTS signalen worden
ingevoerd, worden DTS signalen uitgestuurd.
Aansluiten van het netsnoer
Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact nadat alle
audio- en videoverbindingen zijn gemaakt. Controleer dat de
stekkers geheel zijn ingestoken. Het standby lampje licht rood op.
LET OP:
Raak de netspanningskabel niet met natte handen aan.
Breng geen wijzigingen in het netsnoer aan en zorg dat dit niet
wordt verdraaid of verbogen; plaats er ook geen zware
voorwerpen op, om brand, een elektrische schok of
andereongelukken te voorkomen.
Neem contact op met uw leverancier voor een nieuw netsnoer
als het snoer beschadigd is.
OPMERKINGEN
Houd het netsnoer uit de buurt van de andere aansluitsnoeren
en de antenne. Het netsnoer kan anders namelijk ruis of
scherminterferentie veroorzaken.
De voorkeursinstellingen zoals kanaal- en geluidsinstellingen
kunnen in de volgende gevallen na een aantal dagen zijn
gewist:
Wanneer u de stekker eruit haalt.
Wanneer er een stroomstoring optreedt.
De receiver schakelt standby wanneer u de stekker uit het
stopcontact trekt met de receiver ingeschakeld en vervolgens
weer in het stopcontact steekt.
7 Digitale uitgangsaansluitingen
U kunt digitale apparatuur met een optische digitale
ingangsaansluiting verbinden.
Door digitale opname-apparatuur met de
DIGITAL OUT aansluiting te verbinden, kunt u
digitaal-naar-digitaal opnemen.
DIGITAL OUT
PCM/STREAM
NL11-13RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:49 AM11
12
ANTENNA
USB WIRELESS
LEARNING
IDON
USB-verbinding
Deze receiver heeft een USB aansluiting op het voorpaneel en
een USB WIRELESS ANTENNA aansluiting op het achterpaneel.
U kunt het geluid van uw PC met een van de volgende methode
weergeven:
1 door een USB draadloze antenne (bijgeleverd) met de USB
WIRELESS ANTENNA aansluiting te verbinden en een USB
draadloze zender (bijgeleverd) voor uw PC te gebruiken. (USB
WIRELESS)
2 door uw PC middels een USB-kabel met de USB aansluiting te
verbinden. (USB TERMINAL)
Voer de volgende handelingen uit wanneer u voor het eerst uw
PC met dit toestel verbindt.
U kunt geen signalen of data van deze receiver naar uw PC
versturen.
Gebruik een USB-verlengkabel (bijgeleverd) indien u de zender
niet direct met de USB aansluiting kan verbinden of de zender
het gebruik van andere USB aansluitingen stoort.
BELANGRIJK:
Controleer of uw PC met CD-ROM Windows
®
98 SE*, Windows
®
Me*, Windows
®
2000* of Windows
®
XP* gebruikt en zorg dat u de
CD-ROM bij de hand heeft.
Voorbereiding
1 (Voor USB WIRELESS)
Breng de USB WIRELESS communicatie tot stand
alvorens de receiver aan te sluiten en te installeren.
Tijdens de procedure moet u de status van het
lampje op het achterpaneel van de receiver
controleren (opgelicht of knipperend).
1. Verbind de antenne met de USB WIRELESS ANTENNA
aansluiting op het achterpaneel.
Draai het schroefje met de antenne omhoog gericht vast.
2. Schakel uw PC.
Verlaat eventueel andere actieve programma’s indien uw
PC reeds is ingeschakeld.
3. Verbind de USB draadloze zender met de USB aansluiting
van uw PC.
Alvorens de zender met de PC te verbinden, moet u het kapje
van de zender verwijderen.
Nadat u de zender heeft aangesloten, worden de USB-
stuurprogramma’s geïnstalleerd. De POWER en PLAYER
lampjes op de zender lichten op.
USB draadloze
antenne
(bijgeleverd)
USB WIRELESS TRANSMITTER
POWER PLAYERID
USB WIRELESS TRANSMITTER
PC
USB draadloze
zender (bijgeleverd)
4. Schakel de receiver in en schuif vervolgens de USB
WIRELESS schakelaar op het achterpaneel naar “ID
LEARNING” en kies “USB WIRELESS” als bron.
Het lampje op de schakelaar begint te knipperen wanneer u
de schakelaar verschuift.
5. Stel het volume in de minimale stand.
BELANGRIJK:
Stel het volume altijd op 0 alvorens andere apparatuur aan te
sluiten of te ontkoppelen.
6. Houd ID op de zender ingedrukt om de draadloze
communicatie met de receiver tot stand te brengen.
Het ID lampje op de zender knippert wanneer u de toets
indrukt.
Het lampje op het achterpaneel van de receiver stopt te
knipperen en licht continu op wanneer de receiver de zender
heeft herkend.
7. Schuif de schakelaar op de receiver naar “ON”.
Indien u de schakelaar niet verschuift, zal er geen
geluidssignaal naar de receiver kunnen worden verzonden.
OPMERKINGEN
De afstand voor de signalen is ongeveer 30 meter (100 voet),
maar kan echter verschillen afhankelijk van de omstandigheden
en de werking.
Het PLAYER lampje op de zender blijft knipperen tijdens het
reproduceren van het geluid van de PC met de
weergavesoftware.
Indien er gedurende ongeveer 30 minuten geen signalen van
de zender worden verzonden, schakelt de zender sleep. De
L en R indicators op het display zullen nu doven.
De zender wordt mogelijk warm tijdens gebruik. Dit is normaal
en duidt niet op een defect.
2 (Voor USB TERMINAL)
1. Schakel uw PC.
Indien uw PC reeds is ingeschakeld, moet u alle aktieve
programmas stoppen.
2. Schakel de receiver in en kies de “USB TERMINAL”.
3. Stel het volume in de minimale stand.
BELANGRIJK:
Stel het volume altijd op 0 alvorens andere apparatuur aan te
sluiten of te ontkoppelen.
4. Verbind het toestel middels een USB-kabel (niet
bijgeleverd) met uw PC.
Gebruik een USB-serie A-stekker naar B-stekker kabel
voor het verbinden.
USB
PC
USB WIRELESS TRANSMITTER
IDCHANNEL
POWER PLAYERID
USB-kabel
(niet bijgeleverd)
NL11-13RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:49 AM12
13
Voer de volgende punten uit indien er geen geluid via de
luidsprekers wordt gereproduceerd:
(Voor zowel USB WIRELESS als USB TERMINAL)
- controleer of de USB-apparatuur juist werd herkend.
- controleer of de weergave-software van uw PC compatibel met
USB is.
- open Control Panel van uw PC en kies [Sounds and Audio
Devices] = [Audio] toets = [Sound playback] = [Default
device], en controleer of [Default device] op [USB Audio device]
is gesteld.
(Voor USB WIRELESS)
- kies USB WIRELESS als bron.
- verbind de USB draadloze zender juist met de USB WIRELESS
schakelaar van de receiver op ON.
- zorg dat er tussen de receiver en PC een juiste afstand is.
- controleer dat het ID lampje op de zender en de L en R
indicators op het display oplichten.
(Voor USB TERMINAL)
- kies de USB TERMINAL ingangsbron.
- sluit de USB-kabel juist aan.
OPMERKINGEN
Schakel de receiver NIET uit en ontkoppel de zender of de
USB-kabel niet tijdens het installeren van stuurprogrammas en
gedurende de paar seconden dat uw PC de receiver aan het
herkennen is.
Ontkoppel de zender of de USB-kabel indien uw PC de receiver
niet herkent. Sluit vervolgens weer aan. Start Windows opnieuw
indien het nog niet werkt.
De geïnstalleerde stuurprogrammas kunnen alleen worden
herkend wanneer de zender met de PC is verbonden of de
USB-kabel op de receiver en de PC is aangesloten.
De geïnstalleerde drivers kunnen alleen worden herkend
wanneer de USB-kabel is aangesloten op de receiver en uw
PC.
Indien de zender een negatieve invloed op draadloze systemen
(gebaseerd op IEEE 802, 11b/11g, of een draadloze telefoon of
magnetronoven), moet u een van de volgende maatregelen
nemen:
druk op CHANNEL op de zender om een een andere
frequentie op te zoeken. Door iedere druk op CHANNEL
verandert de frequentie een kanaal vanaf CH 1 tot CH 13.
houd CHANNEL langer dan drie seconden ingedrukt om te
controleren dat de zender automatisch de beste frequentie
herkent.
gebruik het bijgeleverde verlengsnoer en zorg dat er
voldoende afstand tussen de zender en de LAN-antenne is.
Gebruik een USB-kabel (versie 1,1 of later). Gebruik bij
voorkeur een kabel van maximaal 1,5 meter.
* Microsoft
®
, Windows
®
98 SE, Windows
®
Me, Windows
®
2000 en
Windows
®
XP zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
Installeren van de USB-drivers
De volgende procedure is gebaseerd op het gebruik van de
Engelse versie van Windows
®
XP. Indien u een andere versie,
besturingssysteem of taal voor uw PC gebruikt, zullen de
schermen die op uw monitor worden getoond verschillen van de
afbeeldingen in de volgende procedure.
De volgende procedure wordt voor zowel USB WIRELESS als
USB TERMINAL gebruikt.
1. De USB-drivers worden automatisch geïnstalleerd.
Indien de USB-drivers niet automatisch worden
geïnstalleerd, moet u de USB-drivers aan de hand van de
aanwijzingen op de monitor van de PC installeren.
2. Controleer of de drivers juist zijn geïnstalleerd.
1. Open Control Panel van uw PC:
Kies [Start] = [Control Panel].
2. Kies [System] = [Hardware] = [Device Manager] =
[Sound, video and game controllers] = [Universal Serial
Bus controllers].
Het volgende venster verschijnt en u kunt controleren of de
drivers werkelijk zijn geïnstalleerd.
Uw PC is nu gereed voor weergave via de USB-verbinding.
Nadat u de installatie heeft voltooid, kunt u uw PC als
weergavebron gebruiken. De PC herkent de receiver automatisch
wanneer de zender met de PC is verbonden of de USB-kabel met
de PC en de receiver is verbonden en de receiver is
ingeschakeld.
Ontkoppel de zender of de USB-kabel wanneer u de PC niet als
weergavebron gebruikt.
Zie voor weergave van het geluid van uw PC, tevens de
gebruiksaanwijzingen van het geluidsprogramma van uw PC.
Start het programma nadat de USB-apparatuur is herkend.
Voor weergave met USB WIRELESS, moet u de zender
verbinden en de zender naar de antenne richten. De weergave
wordt onderbroken of de draadloze communicatie wordt
geannuleerd indien obstakels het signaalpad belemmeren.
In geval van ruis tijdens weergave of wanneer de weergave
wordt onderbroken met gebruik van USB WIRELESS, moet u
een van de volgende maatregelen nemen:
druk op CHANNEL op de zender om een een andere frequentie
op te zoeken. Door iedere druk op CHANNEL verandert de
frequentie een kanaal vanaf CH 1 tot CH 13.
houd CHANNEL langer dan drie seconden ingedrukt om te
controleren dat de zender automatisch de beste frequentie
herkent.
NL11-13RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:49 AM13
14
Basisbediening
Bronlampjes
123
456
789
10
0
10
1
3
2
1
2
3
L
S.WFR
R
AUTO SURR
TUNED
STEREO
AUTO MUTING
MHz
ANALOG
L
S.WFR
R
AUTO SURR
TUNED
STEREO
AUTO MUTING
MHz
ANALOG
DVR/DVD (DGTL)
VCR (DIGITAL)
VIDEO (DIGITAL)
TV (DIGITAL)
FM
AM
USB WIRELESS
USB TERMINAL
DVD MULTI
1
Inschakelen van de spanning
Druk op STANDBY/ON (of AUDIO van de
afstandsbediening).
Het standby lampje dooft en het bronlampje van de huidige
gekozen bron licht rood op.
De naam van de ingestelde bron verschijnt.
Uitschakelen van de spanning (naar standby)
Druk nogmaals op STANDBY/ON (of AUDIO van de
afstandsbediening).
Het standby lampje licht rood op.
OPMERKING
Tijdens standby wordt er nog een kleine hoeveelheid stroom naar
het toestel gestuurd. Om de spanning geheel uit te schakelen,
moet u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken.
2
Kiezen van de weer te geven bron
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Draai SOURCE SELECTOR totdat de naam van
de gewenste bron op het display verschijnt.
Het bronlampje van de gekozen bron licht rood op.
Door SOURCE SELECTOR te draaien, verandert de bron als
volgt:
DVD MULTI: Kiezen van de DVD-speler met gebruik
van de analoge discrete uitgangsfunctie
(5,1-kanaal weergave).
DVR/DVD (DGTL)
*
: Kiest de DVD-recorder of DVD-speler.
VCR (DIGITAL)
*
: Kiest de videorecorder.
VIDEO (DIGITAL)
*
: Kiest het apparaat dat met de VIDEO IN
aansluitingen op het achterpaneel van
de receiver is aangesloten.
TV (DIGITAL)
*
: Kiest de TV.
USB WIRELESS: Kiest de PC met gebruik van draadloze
apparatuur.
USB TERMINAL: Kiezen van de PC.
FM: Kiest een FM-zender.
AM: Kiest een AM (MG)-zender.
Met de afstandsbediening:
Druk op een van de bronkeuzetoetsen.
Voor USB WIRELESS en USB TERMINAL moet u op USB
drukken. Door iedere druk op USB wordt afwisselend USB
WIRELESS en USB TERMINAL gekozen.
Voor de tuner drukt u op FM/AM. Door iedere druk op FM/AM,
wordt afwisselend FM en AM (MG) als golfband gekozen.
* Kiezen van de analoge of digitale ingangsfunctie
U moet de juiste ingangsfunctie kiezen, in overeenstemming met
de gebruikte aansluitmethode (analoog of digitaal) op bladzijde 7
t/m 11.
Indien u een digitale verbinding heeft gemaakt, moet u tevens
de juiste digitale ingangsaansluitingen kiezen. (Zie “Instellen
van de digitale (DIGITAL IN) ingangsaansluitingen—DIGITAL IN
1/2/3” op bladzijde 22.)
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk op ANALOG/DIGITAL om de analoge of
digitale ingangsfunctie te kiezen.
Door iedere druk op de toets, wordt ingangsfunctie afwisselend
de analoge ingang (“ANALOGUE”) en de digitale ingang
(“DGTL AUTO”) ingesteld. Deze instelling wordt voor iedere
bron in het geheugen vastgelegd.
DGTL AUTO (DIGITAL AUTO):
Kies voor de digitale ingangsfunctie. Het
receiver tast automatisch het formaat van
het binnenkomende signaal af,
vervolgens licht de digitale
signaalindicator (LINEAR PCM,
, of 96/24) voor het
afgetaste signaal op.
ANALOGUE: Kies voor de analoge ingangsfunctie. De
ANALOG indicator licht op het display op.
Fabrieksinstelling: DGTL AUTO
NL14-16RX-D301S[E]f.p65 8/18/05, 4:12 PM14
15
OPMERKINGEN
U kunt de digitale ingangsfunctie niet kiezen indien “DVD
MULTI”, “FM” of “AM” als bron is gekozen.
De ingangsfunctie wordt op “DGTL AUTO” vastgesteld indien u
“USB WIRELESS” of “USB TERMINAL” als bron kiest.
3
Instellen van het volume
Voor het verhogen van het volume, draait u
MASTER VOLUME naar rechts (of drukt u op
VOLUME + van de afstandsbediening).
Voor het verlagen van het volume, draait u
MASTER VOLUME naar links (of drukt u op
VOLUME – van de afstandsbediening).
De volumeniveau-aanduiding verschijnt even op het display
wanneer u het volume instelt.
LET OP:
Stel het volume altijd op het minimale niveau alvorens de
weergave van een bron te starten. Indien een hoog volume is
ingesteld, kan een plotseling hard geluid uw gehoor en/of de
luidsprekers beschadigen.
OPMERKING
Het volumeniveau kan vanaf “0” (minimum) tot “50” (maximum)
worden ingesteld.
Luisteren via een hoofdtelefoon
U kunt niet alleen stereo-software maar ook multi-kanaal software
via de hoofdtelefoon beluisteren. (In geval van multi-kanaal
software wordt het geluid teruggemengd tot de voorkanalen).
Verbind een hoofdtelefoon met de PHONES aansluiting op
het voorpaneel om de HEADPHONE functie te activeren.
De HEADPHONE (hoofdtelefoon) indicator licht op het display op.
U kunt ook de Surround/DSP-functies voor weergave via de
hoofdtelefoon gebruiken—3D HEADPHONE functie. Zie
bladzijden 35 voor details.
De HEADPHONE (of 3D HEADPHONE) functie wordt
uitgeschakeld en de luidsprekers worden geactiveerd wanneer
u de hoofdtelefoon weer van de PHONES aansluiting
ontkoppelt.
LET OP:
Verlaag beslist het volume:
Alvorens de hoofdtelefoon aan te sluiten of op te zetten, daar
een hoog volume zowel de hoofdtelefoon als uw gehoor kan
beschadigen.
Alvorens de luidsprekers weer in te schakelen, daar anders
mogelijk een zeer hoog volume via de luidsprekers wordt
weergegeven.
Kiezen van de digitale decodeerfunctie
Voer de volgende stappen uit indien u de volgende problemen
heeft bij weergave van Dolby Digital of DTS software met
“DGTL AUTO” gekozen (zie bladzijde 14):
Geen geluid bij het starten van de weergave.
Ruis tijdens het zoeken of verspringen naar hoofdstukken of
fragmenten.
L
S.WFR
R
AUTO SURR
ANALOG
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk op DECODE MODE om “DOLBY DIGITAL of
“DTS” te kiezen.
Door iedere druk op DECODE MODE verandert de digitale
decodeerfunctie als volgt:
Kies “DOLBY DIGITAL” voor weergave van software die met
Dolby Digital is gecodeerd.
Kies “DTS” voor weergave van software die met DTS is
gecodeerd.
OPMERKING
“DOLBY DIGITAL” of “DTS” wordt in de volgende gevallen
automatisch naar “DGTL AUTO” teruggesteld:
- Wanneer u de receiver inschakelt.
- Wanneer u een andere bron kiest.
- Wanneer u weer “DGTL AUTO” kiest door een druk op
ANALOG/DIGITAL.
De volgende digitale signaalformaatindicators op het display
tonen wat voor een soort signaal door de receiver wordt
ontvangen.
LINEAR PCM: Licht op wanneer Lineair PCM signalen
worden ontvangen.
: Licht op wanneer Dolby Digital signalen
worden ontvangen.
Knippert wanneer “DOLBY DIGITAL” is
gekozen voor software die niet met Dolby
Digital is gecodeerd.
: Licht op indien conventionele DTS-signalen
worden ontvangen.
Knippert indien “DTS” is gekozen voor
andere software dan DTS.
96/24: Licht op wanneer DTS 96/24 signalen
worden ontvangen.
OPMERKING
Indien “DGTL AUTO” het binnenkomende signaal niet kan
herkennen, zal er geen digitaal signaalformaatindicators op het
display oplichten.
Tijdelijk uitschakelen van het geluid
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk op MUTING om het geluid via alle
aangesloten luidsprekers en de aangesloten
hoofdtelefoon te dempen.
“MUTING” verschijnt op het display en het volume wordt geheel
verlaagd.
Voor het weer inschakelen van het geluid, druk weer op MUTING.
Het geluid wordt tevens hersteld door een druk op VOLUME +/–
(of het verdraaien van de MASTER VOLUME regelaar op het
voorpaneel).
L
LS RS
S.WFR LFE
CR
AUTO SURR
DIGITAL
DIGITAL
DGTL AUTO DOLBY DIGITAL
DTS
L
S.WFR
R
AUTO SURR
ANALOG
NL14-16RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:56 AM15
16
Automatisch geheugen voor basisinstellingen
Dit toestel legt de geluidsinstellingen voor iedere bron vast:
wanneer u de spanning uitschakelt, en
wanneer u van bron verandert.
Bij het verande van bron worden de in het geheugen
vastgelegde instellingen voor de nieuwe gekozen bron
automatisch opgeroepen.
De volgende instellingen kunnen voor iedere bron afzonderlijk
worden vastgelegd:
Analoge/digitale ingangsfunctie (zie bladzijde 14)
Versterking van lage tonen (zie bladzijde 26)
Digitale egalisatiepatroon (zie bladzijde 25)
Ingang-verzwakkingsfunctie (zie bladzijde 26)
Middernachtfunctie (zie bladzijde 22)
Luidsprekeruitgangsniveau (zie bladzijde 25)
Surround-/DSP-functiekeuze (zie bladzijde 38)
Volumeniveau voor iedere bron indien One Touch
Operation op ONETOUCH<ON> is gesteld (zie bladzijde
23)
OPMERKING
Indien u FM of AM als bron heeft gekozen, kunnen voor
iedere golfband afzonderlijke instellingen worden vastgelegd.
Signaal- en luidsprekerindicators op het display
Signaalindicators Luidsprekerindicators
De signaalindicators lichten op als volgt:
L: Indien de digitale ingang is gekozen: Licht op
wanneer het linkerkanaal een signaal ontvangt.
Indien de analoge ingang is gekozen: Licht altijd
op.
R: Indien de digitale ingang is gekozen: Licht op
wanneer het rechterkanaal een signaal ontvangt.
Indien de analoge ingang is gekozen: Licht altijd
op.
C: Licht op wanneer het middenkanaal een signaal
ontvangt.
LS: Licht op wanneer het linkersurroundkanaal een signaal
ontvangt.
RS: Licht op wanneer het rechtersurroundkanaal een
signaal ontvangt.
S: Licht op wanneer mono-surroundsignalen worden
ontvangen.
SB: Licht op wanneer het signaal van het
surroundachterkanaal wordt ontvangen.
LFE: Licht op wanneer het LFE-kanaal een signaal ontvangt.
OPMERKING
Met DVD MULTI als bron gekozen, lichten alle
signaalindicators op, uitgezonderd SB, S en LFE.
De luidsprekerindicators lichten als volgt op:
De subwooferindicator (
S.WFR
) licht op wanneer
SUBWOOFER op SUBWFR <YES>. Zie bladzijde 19
voor details.
De andere luidsprekerindicators lichten uitsluitend op
wanneer de overeenkomende luidsprekers op SML (klein)
of LRG (groot), zijn gesteld en tevens voor de huidige
weergavefunctie vereist zijn.
Veranderen van de displayhelderheid
U kunt het display dimmenDimmer.
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk herhaaldelijk op DIMMER.
Door iedere druk op de toets verandert de helderheid van het
display als volgt:
DIMMER 1: Het display wordt gedimd.
DIMMER 2: Het display wordt sterker gedimd dan met
DIMMER 1.
DIMMER 3: Het display wordt uitgeschakeld.
(Bij bediening van de receiver lichten het
display en de verlichting even op).
DIMMER OFF: De dimmer is uitgeschakeld (normaal display).
Uitschakelen van de stroom met de
inslaaptimer
U kunt bijvoorbeeld muziek beluisteren wanneer u naar bed gaat
inslaaptimer.
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk herhaaldelijk op SLEEP.
Door iedere druk op de toets verandert de uitschakeltijd met
stappen van 10 minuten. De SLEEP indicator licht op het
display op.
Wanneer de ingestelde stoptijd is bereikt:
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld.
Controleren of veranderen van de resterende tijd tot de stoptijd
:
Druk éénmaal op SLEEP.
De resterende tijd (in minuten) tot de stoptijd wordt getoond.
Druk herhaaldelijk op SLEEP om de stoptijd te veranderen.
Annuleren van de inslaaptimer:
Druk herhaaldelijk op SLEEP totdat SLEEP OFF op het display
verschijnt. (De SLEEP indicator dooft.)
De inslaaptimer wordt tevens geannuleerd wanneer u de
receiver uitschakelt.
Voor een natuurgetrouw geluid
Met JVC CC (Compressie Compensative) converter worden
trillingen en onregelmatigheden geëlimineerd, waardoor de
digitale vervorming aanzienlijk wordt verminderd, door de digitale
muziekdata met een 24 bit-quantisatie te verwerken en de
bemonsteringsfrequentie naar 176,4 kHz (voor fs 44,1 kHz
signalen)/192 kHz (voor fs 48 kHz signalen) voor de
voorluidsprekers uit te breiden.
Met gebruik van de CC-converter krijgt u een natuurgetrouwer
geluidsveld met zowel digitale als analoge bronnne.
Druk herhaaldelijk op CC CONVERTER.
Door iedere druk op de toets verandert de functie als volgt:
CC CNVRTR 1: Kies voor weergave van een analoge
bron of digitale bron zonder
gecomprimeerd digitaal geluid (lineair
PCM).
De CC CONVERTER 1 indicator licht op
het display op.
CC CNVRTR 2: Kies voor weergave van een met
gecomprimeerd digitaal geluid (Dolby
Digital of DTS).
De CC CONVERTER 2 indicator licht op
het display op.
CC CNVRTR OFF: Kies indien u de CC-converter niet wilt
gebruiken.
L
S.WFR
R
AUTO SURR
SLEEP
ANALOG
LINEAR PCM
L
LS
SB
RS
S.WFR
PL
NEO : 6
DSP
3D-PHONIC
LFE
C
96 / 24
AUTO SURR
VIRTUAL SB
HEADPHONE
x
DIGITAL
DIGITAL AUTO
ANALOG
DUAL MONO
SB
S
SB
R
L
LS
SB
RS
S.WFR LFE
C
SB
S
SB
R
L
LS
SB
RS
S.WFR LFE
C
SB
S
SB
R
OPMERKING
U kunt deze functie niet gebruiken indien DVD MULTI als bron is
gekozen.
SLEEP indicator
NL14-16RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:56 AM16
17
Basisinstellingen
L
S.WFR
R
ANALOG
L
S.WFR
R
ANALOG
3.1ch
4.0ch
6.0ch
6.1ch
4.1ch
2.0ch
2.1ch
5.0ch
5.1ch
7.0ch*
7.1ch
3.0ch
L
S.WFR
R
ANALOG
L
S.WFR
R
ANALOG
L
S.WFR
R
ANALOG
VERVOLG OP DE VOLGENDE BLADZIJDE
1,7
2,4,6
1,3,5
Voor een optimaal geluidseffect met de Surround/DSP-functies
(zie bladzijden 34 tot 38), dient u de juiste informatie voor de
luidsprekers en subwoofer in te stellen nadat alle verbindingen
zijn gemaakt. Vanaf bladzijden 17 tot 23 wordt beschreven hoe u
de instellingen voor de luidsprekers en andere basisonderdelen
voor de receiver moet maken.
Gemakkelijk instellen van de
luidsprekerinformatie—Quick
Speaker Setup
Met “Quick Speaker Setup” kunt u snel en gemakkelijk het
luidsprekerformaat, de luidsprekerafstand en het uitgangsniveau
voor iedere luidspreker in overeenstemming met het
kamerformaat instellen zodat u een optimaal surroundeffect krijgt.
U kunt de diverse informatie voor de luidsprekers ook
handmatig instellen. Zie bladzijden 20 en 25 voor details.
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden
uitgevoerd. U moet weer vanaf stap
1
beginnen indien de
instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
1
Druk op SETTING en draai MULTI JOG totdat
“QUICK SPK SET” op het display verschijnt.
2
Druk op SET.
3
Draai MULTI JOG om het juiste aantal
aangesloten luidsprekers te kiezen (aantal
luidsprekerkanalen).
Door de schijf te draaien, verandert het aantal
luidsprekerkanalen als volgt.
Zie “Aantal luidsprekers (kanalen) en formaat” op bladzijde
18 voor details aangaande het aantal luidsprekers.
* “7.0ch” is de fabrieksinstelling.
4
Druk op SET.
5
Draai MULTI JOG om het juiste kamerformaat,
in overeenstemming met uw luisterruimte, te
kiezen.
Door de schijf te draaien, verandert het kamerformaat als
volgt.
Zie “Kamerformaat en luidsprekerafstand/uitgangsniveau”
op bladzijde 18 voor details aangaande een geschikt
formaat.
* “L” is de fabrieksinstelling.
6
Druk op SET.
“QUICK SPEAKER SETUP” is nu voltooid en het SETTING
menu verschijnt weer op het display.
7
Druk op SETTING.
OPMERKINGEN
De instelling wordt niet vastgelegd indien u de procedure
voortijdig stopt.
Nadat “Quick Speaker Setup” is voltooid, worden de
luidsprekeruitgangsniveaus tevens automatisch op een
passend niveau gesteld (voor alle bronnen hetzelfde). Zie
“Instellen van het luidsprekeruitgangsniveaus” op bladzijde 25
indien u de luidsprekeruitgangniveaus handmatig voor iedere
bron afzonderlijk wilt instellen.
NL17-23RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:58 AM17
18
Aantal luidsprekers (kanalen) en formaat
U kunt met de volgende tabel ieder luidsprekerformaat in
overeenstemming met het gekozen aantal aangesloten
luidsprekers (luidsprekerkanaal “ch” nummer) bepalen.
De subwoofer wordt als het 0.1 kanaal geteld.
Formaat van de aangesloten luidsprekers
CH L/R C LS/RS SB SUBWFR
2.0CH LARGE NONE NONE NONE NO
2.1CH SMALL NONE NONE NONE YES
3.0CH LARGE SMALL NONE NONE NO
3.1CH SMALL SMALL NONE NONE YES
4.0CH LARGE NONE SMALL NONE NO
4.1CH SMALL NONE SMALL NONE YES
5.0CH LARGE SMALL SMALL NONE NO
5.1CH SMALL SMALL SMALL NONE YES
6.0CH LARGE SMALL SMALL NO
6.1CH SMALL SMALL SMALL YES
7.0CH LARGE SMALL SMALL NO
7.1CH SMALL SMALL SMALL YES
Kamerformaat en luidsprekerafstand/uitgangsniveau
Afhankelijk van het gekozen kamerformaat worden de
luidsprekerafstand en het luidsprekeruitgangsniveau voor iedere
geactiveerde luidspreker als volg ingesteld:
L L/R 3.0 m (10 ft) 0 dB
(Groot) C 3.0 m (10 ft) 0 dB
LS/RS 3.0 m (10 ft) 0 dB
SBL(SB)/SBR 3.0 m (10 ft) 0 dB
M L/R 2.7 m (9 ft) 0 dB
(Medium) C 2.4 m (8 ft) –2 dB
LS/RS 2.1 m (7 ft) –3 dB
SBL(SB)/SBR 1.8 m (6 ft) –4 dB
S L/R 2.4 m (8 ft) 0 dB
(Klein) C 2.1 m (7 ft) –2 dB
LS/RS 1.5 m (5 ft) –4 dB
SBL(SB)/SBR 1.2 m (4 ft) –6 dB
OPMERKING
De in de hierboven getoonde tabellen gebruikte afkortingen
hebben de volgende betekenissen voor de luidsprekers en
subwoofer:
- L: Linkervoorluidspreker
- R: Rechtervoorluidspreker
- C: Middenluidspreker
- LS: Linkersurroundluidspreker
- RS: Rechtersurroundluidspreker
- SB: Achtersurroundluidspreker
- SBL: Linkerachter-surroundluidspreker
- SBR: Rechterachter-surroundluidspreker
- SUBWFR: Subwoofer
Instellen basisonderdelen
U kunt de volgende onderdelen instellen. Zie de tussen haakjes
aangegeven bladzijden voor details.
Onderdelen die niet voor een instelling beschikbaar zijn kunnen
niet worden gekozen. Indien het aantal luidsprekers
bijvoorbeeld op “<5.1ch>” met “Quick Speaker Setup” is
ingesteld, kunt u de volgende onderdelen niet kiezen:
S BACK OUT, S BACK DIST, S BACK L DIST, S BACK R DIST
Onderdeel Aktie
QUICK SPK SET Registeren van het aantal aangesloten
luidsprekers en het kamerformaat. (17)
SUBWOOFER* Registreren van uw subwoofer. (19)
FRONT SPK* Registreren van het formaat van uw
voorluidspreker. (19)
CENTER SPK* Registreren van het formaat van uw
middenluidspreker. (19)
SURROUND SPK* Registreren van het formaat van uw
surroundluidspreker. (19)
S BACK SPK* Registreren van het formaat van uw
surroundachterluidspreker. (19)
S BACK OUT* Registeren van het aantal
achtersurroundluidspreker(s). (19)
DIST UNIT Kiezen van de meeteenheid voor de
luidsprekerafstand. (20)
FRONT L DIST* Voor het registeren van de afstand vanaf uw
luisterpositie tot de linkervoorluidspreker. (20)
FRONT R DIST*
Voor het registeren van de afstand vanaf uw
luisterpositie tot de rechtervoorluidspreker. (
20
)
CENTER DIST* Voor het registeren van de afstand vanaf uw
luisterpositie tot de middenluidspreker. (20)
SURR L DIST* Voor het registeren van de afstand vanaf uw
luisterpositie tot de linkersurroundluidspreker.
(20)
SURR R DIST*
Voor het registeren van de afstand vanaf uw
luisterpositie tot de rechtersurroundluidspreker.
(20)
S BACK DIST*
Voor het registeren van de afstand vanaf uw
luisterpositie tot de surroundachterluidspreker.
(20)
S BACK L DIST* Registeren van de afstand vanaf de
linkerachter-surroundluidspreker tot uw
luisterpositie. (20)
S BACK R DIST* Registeren van de afstand vanaf de
rechterachter-surroundluidspreker tot uw
luisterpositie. (20)
EX/ES/PLIIx Voor het kiezen van de EX/ES/PLIIx
reproductiefunctie. (20)
DUAL MONO
Kiezen van het Dual Mono geluidskanaal.
(21)
SUBWOOFER OUT
Kiezen van geluid voor weergave via de
subwoofer. (21)
CROSSOVER Kiezen van de drempelfrequentie voor de
subwoofer. (21)
LFE ATT Verzwakken van de lage tonen
(LFE; lage frequentie-effect). (21)
MIDNIGHT MODE
Voor het reproduceren van een krachtig geluid
’s avond laat. (22)
DIGITAL IN 1 Kiezen van het component dat met de digitale
coaxiale aansluiting is verbonden—1(DVR/
DVD). (22)
DIGITAL IN 2 Kiezen van het component dat met de digitale
optische aansluiting is verbonden—2(VIDEO).
(22)
DIGITAL IN 3
Kiezen van het component dat met de digitale
optische aansluiting is verbonden—3(TV). (22)
AUTO MODEDE Voor het kiezen van de automatisch functie.
(22)
DVD VIDEO IN Kiezen van het soort video-aansluiting dat
voor de DVD-recorder of de DVD-speler
wordt gebruikt. (23)
VCR VIDEO IN Kies het type video-aansluiting dat voor de
videorecorder wordt gebruikt. (23)
VIDEO VIDEOIN Kiezen van het soort video-aansluiting dat
voor het met de VIDEO IN aansluitingen op
het achterpaneel van de receiver verbonden
component wordt gebruikt. (23)
Y/C SEPARATE Kies voor het omzetten van composiet-
videosignalen naar S-videosignalen. (23)
ONE TOUCH OPE
Voor het vastleggen van het volumeniveau
voor iedere bron.
(23)
* U hoeft deze instellingen niet te maken indien u “Quick Speaker
Setup” op bladzijde 17 heeft uitgevoerd.
Luidspreker Afstand
Uitgangs-
niveau
Kamer-
formaat
SMALL
(1SPK)
SMALL
(1SPK)
SMALL
(2SPK)
SMALL
(2SPK)
NL17-23RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:58 AM18
19
Bedieningsprocedure
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden
uitgevoerd. U moet weer vanaf stap
1
beginnen indien de
instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
Bijv.: Instellen voor de DIGITAL IN 1 aansluiting.
1
Druk op SETTING.
MULTI JOG werkt nu voor het instellen.
2
Draai MULTI JOG totdat het gewenste in te
stellen onderdeel op het display verschijnt.
De instelbare onderdelen veranderen als volgt wanneer u
MULTI JOG draait:
3
Druk op SET.
De huidige instelling voor het gekozen onderdeel verschijnt.
4
Draai MULTI JOG om de gewenste instelling
te kiezen.
Uw instelling is nu vastgelegd.
5
Druk op SET.
6
Herhaal indien nodig stappen
2
tot
5
voor het
instellen van andere onderdelen.
7
Druk op SETTING.
De bronaanduiding verschijnt weer op het display.
2,4
1,7
3,5
L
S.WFR
R
ANALOG
DVR/DVD
VIDEO
TV
VCR
L
S.WFR
R
ANALOG
L
S.WFR
R
ANALOG
CENTER SPK
SURROUND SPK
FRONT R DIST
CENTER DIST
S BACK SPK
SUBWOOFER
FRONT SPK
DIST UNIT
FRONT L DIST
SURR L DIST
S BACK DIST
SURR R DIST
DUAL MONO
CROSSOVER
SUBWOOFER OUT
EX/ES/PLIIx
LFE ATT
MIDNIGHT MODE
VIDEO VIDEOIN
DVD VIDEO IN VCR VIDEO IN
DIGITAL IN 1
DIGITAL IN 2
QUICK SPK SET
S BACK OUT
S BACK L DIST
S BACK R DIST
DIGITAL IN 3
ONE TOUCH OPE
AUTO MODE
Y/C SEPARATE
Instellen van de luidsprekers
U verkrijgt de best mogelijke surround-sound met de Surround-
en DSP-functies als u de informatie over de opstelling van de
luidsprekers in het geheugen registreert (opslaat) nadat alle
aansluitingen tot stand zijn gebracht.
U hoeft deze instelling niet te maken indien u Quick Speaker
Setup op bladzijde 17 heeft gebruikt.
Instellen van informatie voor de subwoofer
SUBWOOFER
Kies of u wel of niet een subwoofer heeft aangesloten.
SUBWFR <YES> Kies wanneer u een subwoofer heeft
aangesloten.
De subwoofer indicator (
S.WFR
) licht op
het display op. U kunt het subwoofer-
uitgangsniveau instellen (zie bladzijde 25).
SUBWFR <NO>
Kies indien u de subwoofer heeft
ontkoppeld. Door deze instelling te kiezen,
wordt het formaat voor de voorluidsprekers
op LRG gesteld (zie hieronder).
Fabrieksinstelling: SUBWFR <NO>
Instellen van het formaat van de luidsprekers
FRONT SPK (voorluidspreker), CENTER SPK
(middenluidspreker), SURROUND SPK
(surroundluidsprekers), S BACK SPK
(surroundachterluidspreker)
Leg de formaten van alle aangesloten luidsprekers vast.
<LRG> (groot) Kies indien de hoornvormige unit van de
luidspreker groter dan 12 cm is.
<SML> (klein) Kies indien de hoornvormige unit van de
luidspreker kleiner dan 12 cm is.
<NO> Kies wanneer de betreffende luidspreker niet
is aangesloten. (Niet instelbaar voor de
voorluidsprekers).
Fabrieksinstelling: <LRG> (voor de voorluidsprekers)
<SML> (voor andere luidsprekers)
Instellen van de surroundachterluidspreker(s)
S BACK OUT
Registreer het aantal aangesloten surroundachterluidspreker(s).
SB OUT <1SPK> Kies indien u slechts 1
surroundachterluidspreker gebruikt.
SB OUT <2SPK> Kies indien u slechts 2
surroundachterluidsprekers gebruikt.
Fabrieksinstelling: SB OUT <2SPK>
OPMERKINGEN
Met SML (klein) voor het formaat voor de voorluidspreker
gekozen, kunt u LRG (groot) niet voor de andere luidsprekers
kiezen.
Indien SUBWOOFER op SUBWFR <NO> is gesteld, wordt
het formaat voor de voorluidsprekers op LRG gesteld (en kunt
u SML niet kiezen).
Indien SURROUND SPK op SML (klein) gesteld, kunt u niet
LRG (groot) voor de surroundachterluidspreker kiezen.
Indien SURROUND SPK op NO is gesteld, wordt NO voor
de surroundachterluidspreker ingesteld.
U kunt S BACK OUT niet kiezen indien S BACK SPK op
NO is gesteld.
Indien SB OUT op <1SPK> is gesteld, moet de
surroundachterluidspreker met de aansluiting voor de
linkersurround-achterluidspreker worden verbonden
(zie
bladzijde 6)
. U hoort geen geluid indien u de luidspreker met de
aansluiting voor de rechtersurround-achterluidspreker heeft
verbonden.
NL17-23RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:58 AM19
20
Stel in dit geval de afstand als volgt in:
Linkervoorluidspreker (L): FRONT L <3.0m> (10ft)
Rechtervoorluidspreker (R): FRONT R <3.0m> (10ft)
Middenluidspreker (C): CENTER <3.0m> (10ft)
Linkersurroundluidspreker (LS): SURR L <2.7m> (9ft)
Rechtersurroundluidspreker (RS): SURR R <2.7m> (9ft)
Linkersurround-achterluidspreker (SBL):
SBACK L <2.4m> (8ft)
Rechtersurround-achterluidspreker (SBR):
SBACK R <2.4m> (8ft)
OPMERKINGEN
U kunt geen afstand instellen voor een luidspreker waarvoor u
NO.
Indien u <1SPK> voor S BACK OUT heeft gekozen (zie
bladzijde 19), verschijnt S BACK DIST in plaats van S BACK
L DIST en S BACK R DIST.
Activeren van de EX/ES/PLIIx
instellingEX/ES/PLIIx
Afhankelijk van deze instelling verschillen de beschikbare
surroundfuncties voor digitale multikanaal softwareEX/ES/PLIIx
(7,1-kanaal) reproductie of 5,1-kanaal reproductie. Kies voor de
weergave de geschikte instelling.
Zie bladzijde 37 voor details aangaande de relaties tussen de
EX/ES/PLIIx instelling en de beschikbare surroundfunctie.
Zie bladzijde 38 voor het activeren van de surroundfunctie.
<AUTO> In overeenstemming met het binnenkomende
signaal wordt een passende surroundfunctie
gekozen.
Voor Dolby Digital Surround EX en DTS-ES
software wordt de EX/ES (6,1-kanaal)
reproductie geactiveerd*.
Voor andere multikanaal (meer dan 4
kanalen) gecodeerde software, wordt 5,1-
kanaal reproductie geactiveerd.
<ON> Kies voor 6,1-kanaal reproductie van zowel
5,1-kanaal als 6,1-kanaal gecodeerde software.
<PLIIx MOVIE> Kies voor gebruik van PLIIx MOVIE (7,1-
kanaal) reproductie voor zowel 5,1-kanaal als
6,1-kanaal gecodeerde software.
<PLIIx MUSIC> Kies voor gebruik van PLIIx MUSIC (7,1-
kanaal) reproductie voor zowel 5,1-kanaal als
6,1-kanaal gecodeerde software.
<OFF> Kies voor het annuleren van EX/ES/PLIIx
(7,1-kanaal) reproductie.
Fabrieksinstelling: <AUTO>
* Voor bepaalde Dolby Digital Surround EX software wordt Dolby
Digital 5,1-kanaal reproductie gebruikt (DOLBY DIGITAL) ook
al heeft u <AUTO> gekozen. Kies in dat geval <ON>
indien u DOLBY D EX wilt gebruiken.
Met de afstandsbediening:
Druk herhaaldelijk op EX/ES/PLIIx om de gewenste
instelling te kiezen.
OPMERKINGEN
Deze functie is niet beschikbaar
- indien SURROUND SPK op NO is gesteld (zie bladzijde
19) of
- indien DVD MULTI als bron is gekozen.
Met S BACK SPK op NO gesteld (zie bladzijde 19) wordt
Virtual Surround Back (zie bladzijde 37) voor EX/ES/PLIIx
(6,1-kanaal) reproductie gebruikt.
123
456
789
10
0
10
Instellen van de luidsprekerafstand
De afstand vanaf uw luisterpositie tot de luidsprekers is een van
de belangrijkste factoren voor een optimaal geluidseffect met
gebruik van de surround-/DSP-functies.
Aan de hand van de luidsprekerafstand stelt de receiver
automatisch de vertragingstijd voor het geluid via iedere
luidspreker in zodat het geluid van alle luidsprekers u tegelijkertijd
bereikt.
7 MeeteenheidDIST UNIT
Kies de gewenste meeteenheid.
UNIT <meter> Kies voor het instellen van de afstand in
meters.
UNIT <feet> Kies voor het instellen van de afstand in
voet.
Fabrieksinstelling: UNIT <meter>
7 Luidsprekerafstand
FRONT L DIST (voor de linkervoorluidspreker),
FRONT R DIST (voor de rechtervoorluidspreker),
CENTER DIST (voor de middenluidspreker),
SURR L DIST (voor de linkersurroundluidspreker),
SURR R DIST (voor de rechtersurroundluidspreker),
S BACK L DIST (
voor de linkersurround-achterluidspreker
),
S BACK R DIST (
voor de rechtersurround-achterluidspreker
)
Instelbereik: 0,3 m tot 9,0 m met stappen van 0,3 m
(1 voet tot 30 voet met stappen van 1 voet)
Fabrieksinstelling: 3.0 m (10 ft) voor alle luidsprekers
NL17-23RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:58 AM20
21
Kiezen van het hoofd- of subkanaal
—DUAL MONO
U kunt het weergavegeluid (kanaal) kiezen voor weergave van
digitale software die met de Dual Mono functie (zie bladzijde 35)
is opgenomen (of wordt uitgezonden) en dus twee gescheiden
monokanalen heeft. De DUAL MONO indicator licht op het display
op wanneer de receiver Dual Mono signalen herkent.
D MONO <MAIN>
Kies voor weergave van het hoofdkanaal (Ch 1).
*
De “L” signaalindicator licht op bij weergave
van dit kanaal.
D MONO <SUB>
Kies voor weergave van het subkanaal (Ch 2).
*
De “R” signaalindicator licht op bij weergave
van dit kanaal.
D MONO <ALL> Kies voor weergave van zowel het
hoofdkanaal als het subkanaal (Ch 1/Ch 2).*
De “L” en “R” indicators lichten op bij
weergave van deze kanalen.
Fabrieksinstelling: D MONO <MAIN>
* Dual Mono signalen kunnen via de volgende luidsprekers
worden weergegeven—L (linkervoorluidspreker), R (rechter
voorluidspreker) en C (middenluidspreker)—in
overeenstemming de huidige surroundinstelling:
OPMERKING
Het Dual Mono formaat is niet identiek aan het formaat van
tweetalige uitzendingen van TV-uitzendingen. Deze instelling
heeft derhalve geen effect voor de weergave van dergelijke
tweetalige programma’s.
Instellen van de drempelfrequentie—CROSSOVER
Kleine luidsprekers kunnen de lage tonen niet efficiënt
reproduceren. Indien u een kleine luidspreker op een willekeurige
positie gebruikt, worden met dit toestel automatisch de elementen
van de lage tonen voor de kleine luidspreker naar de grote
luidsprekers gestuurd.
Voor een juist gebruik van deze functie moet u dit
drempelfrequentieniveau in overeenstemming met het formaat
van de aangesloten kleine luidspreker instellen.
Deze functie heeft geen effect indien u “LRG (groot)” voor alle
luidsprekers (zie bladzijde 19) heeft ingesteld (“CROSS OFF”
verschijnt).
CROSS <80Hz> Kies deze frequentie indien de hoornvormige
luidsprekerunit van de luidspreker ongeveer
12 cm is.
CROSS <100Hz> Kies deze frequentie indien de hoornvormige
luidsprekerunit van de luidspreker ongeveer
10 cm is.
CROSS <120Hz> Kies deze frequentie indien de hoornvormige
luidsprekerunit van de luidspreker ongeveer
8 cm is.
CROSS <150Hz> Kies deze frequentie indien de hoornvormige
luidsprekerunit van de luidspreker ongeveer
6 cm is.
CROSS <200Hz> Kies deze frequentie indien de in de
luidspreker ingebouwde hoornvormige
luidsprekerunit kleiner dan 5 cm is.
Fabrieksinstelling: CROSS <100Hz>
OPMERKING
De drempelfrequentie heeft geen effect op de HEADPHONE en
3D HEADPHONE functies.
Instellen van de verzwakking voor het lage
frequentie-effect—LFE ATT
Stel het LFE-niveau in indien de lage tonen vervormd klinken bij
weergave van met Dolby Digital of DTS gecodeerde software.
Deze functie heeft uitsluitend effect indien LFE signalen worden
ontvangen.
LFE <0dB> Kies normaliter deze instelling.
LFE <–10dB>Kies dit niveau indien de lage tonen vervormd
klinken.
Fabrieksinstelling: LFE <0dB>
DUAL MONO
instelling
Ch 1
Ch 2
Ch 1
Ch 2
Ch 1 Ch 1
SUB
Ch 1 Ch 2
Ch 2 Ch 2
Ch 2
Ch1
Ch 1+Ch 2Ch 1+Ch 2Ch 1+Ch 2
LRL RCLR
MAIN
ALL
SURROUND
OFF
Met Surround geactiveerd
Instelling voor CENTER SPK
SML/LRG NO
Instellen van de lage tonen
Instellen van de subwooferuitgang
SUBWOOFER OUT
De subwoofer reproduceert LFE-signalen* en de lage tonen van
iedere luidspreker die op “SML” is gesteld.
U kunt de lage tonen van de voorluidsprekers (MAIN) via de
subwoofer reproduceren.
SW <LFE> Kies voor het reproduceren van de LFE-
signalen en de lage tonen van iedere
luidspreker die op “SML” is gesteld.
SW <LFE+MAIN> Kies voor het reproduceren van de lage
tonen van de voorluidsprekers (MAIN)
indien de lage tonen niet met “SW <LFE>
via de subwoofer worden weergegeven.
Fabrieksinstelling: SW <LFE>
OPMERKING
Deze functie kan niet worden gebruikt indien “SUBWOOFER”
op “SUBWFR <NO>” is gesteld (zie bladzijde 19).
* De LFE-signalen worden uitsluitend gereproduceerd bij
weergave van de volgende software met LFE-signalen:
-Dolby Digital multikanaal software
-DTS multikanaal software
Er worden geen LFE-signalen weergegeven tijdens weergave
van een analoge bron of lineaire PCM software.
NL17-23RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 11:22 AM21
22
OPMERKINGEN
U kunt hetzelfde component niet aan verschillende
aansluitingen toewijzen. De voorkeurvolgorde voor het
toewijzen is als volgt:
DIGITAL IN 1 > DIGITAL IN 2 > DIGITAL IN 3.
Bijv.: Met DIGITAL IN 1 op DVR/DVD gesteld
Voor DIGITAL IN 2 kunt u VIDEO, VCR en TV
kiezen.
In dit voorbeeld is VCR gekozen.
Voor DIGITAL IN 3 kunt u VIDEO en TV kiezen.
: Kiesbaar : Niet kiesbaar
De DIGITAL IN 1 instelling heeft effect op de instellingen voor
DIGITAL IN 2 en DIGITAL IN 3. Indien u de instelling voor
DIGITAL IN 1 verandert, moet u derhalve de instelling voor de
aan DIGITAL IN 2 en DIGITAL IN 3 toegewezen
componenten controleren.
Instellen van de automatische functie
AUTO MODE
De bron wordt automatisch gekozen door eenvoudigweg het
gewenste videocomponent in te schakelen.
Deze functie werkt voor de videocomponenten die middels de
SCART kabel met de receiver zijn verbondenDVR/DVD en
VCR.
De automatische functie werkt als volgt:
Indien een videocomponent wordt ingeschakeld, kiest de
receiver het videocomponent als bron (en wordt de TV-ingang
automatisch veranderd).
Indien het videocomponent dat als bron is gekozen wordt
uitgeschakeld, kiest de receiver weer de hiervoor gekozen
bronDVR/DVD, VCR of VIDEO.
MODE <AUTO1> De automatische functie werkt wanneer
de receiver is ingeschakeld.
MODE <AUTO2> De automatische functie werkt ongeacht
de receiver wel of niet is ingeschakeld.
Indien de receiver is uitgeschakeld,
wordt door het inschakelen van een
videocomponent de receiver automatisch
ingeschakeld en het videocomponent als
bron gekozen.
MODE <MANUAL> U moet de bron zelf handmatig kiezen.
Fabrieksinstelling: MODE <MANUAL>
De AUTO MODE indicator licht op het display op wanneer MODE
<AUTO1> of MODE <AUTO2> is gekozen.
OPMERKING
Met VCR als bron gekozen, werkt MODE <AUTO1> mogelijk
niet wanneer u uitsluitend de videorecorder inschakelt. U moet in
dat geval mogelijk de weergave starten om de automatische
functie te activeren.
Gebruik van de nacht-functie
MIDNIGHT MODE
U kunt ook s avonds laat zonder andere te storen met de nacht-
functie een krachtig geluid krijgen. De MIDNIGHT indicator licht
op het display op wanneer de middernachtfunctie is geactiveerd.
MIDNIGHT <OFF> Kies voor surround-weergave met het
volledige dynamische bereik. (Geen
compressie).
MIDNIGHT <1> Kies wanneer u het dynamisch bereik
slechts iets wilt comprimeren.
MIDNIGHT <2> Kies wanneer u het geluid maximaal wilt
comprimeren. (Handig voors avonds
laat).
Fabrieksinstelling: MIDNIGHT
<OFF>
Met de afstandsbediening:
Druk herhaaldelijk op MIDNIGHT om de gewenste
instelling te kiezen.
OPMERKING
U kunt deze functie niet gebruiken indien DVD MULTI als bron is
gekozen.
Instellen van de digitale (DIGITAL IN)
ingangsaansluitingen
DIGITAL IN 1/2/3
Bij gebruik van de digitale ingangsaansluitingen moet u
vastleggen welke componenten met welke aansluitingen
DIGITAL IN 1/2/3 (zie bladzijde 11) zijn verbonden zodat de juiste
naam van de bron verschijnt wanneer u een digitale bron kiest.
Kies een van de volgende componenten voor iedere aansluiting:
DVR/DVD Voor de DVD-speler (of DVD-recorder).
VIDEO Voor het apparaat dat met de VIDEO IN aansluitingen
op het achterpaneel van de receiver is verbonden.
VCR Voor de videorecorder.
TV Voor de TV.
Fabrieksinstelling: DVR/DVD (voor DIGITAL IN 1)
VIDEO (voor DIGITAL IN 2)
TV (voor DIGITAL IN 3)
123
456
789
10
0
10
DVR/DVD
DIGITAL IN 1 VIDEO VCR TV
DIGITAL IN 2
DVR/DVD
VIDEO VCR TV
DIGITAL IN 3
DVR/DVD
VIDEO VCR TV
NL17-23RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:58 AM22
23
Kiezen van de componentvideo-
ingangsfunctieDVD VIDEO IN/VCR
VIDEO IN/ VIDEO VIDEOIN
Indien u de component-videoingangen gebruikt voor een DVD-
recorder (of DVD-speler), videorecorder of andere video-
apparatuur (bijvoorbeeld STB), moet u het soort video-
ingangsaansluitingen registreren.
Er zal geen beeld op de TV verschijnen indien u niet de juiste
video-ingangsaansluitingen heeft gekozen.
Voor de DVD-recorder of DVD-speler (DVD VIDEO IN):
<RGB/C> Kies indien u een DVD-recorder (of
DVD-speler) heeft verbonden met de
SCART aansluiting die RGB-signalen of
composietvideosignalen ontvangt.
<RGB/C/CMPNT>
Kies indien u een DVD-recorder (of
DVD-speler) heeft verbonden met de
SCART aansluiting die RGB-signalen of
composietvideosignalen ontvangt.
Kies indien u een DVD-recorder (of
DVD-speler) met de componentvideo-
ingang heeft verbonden.
<S> Kies indien u een DVD-recorder (of
DVD-speler) heeft verbonden met de
SCART aansluiting die S-videosignalen
ontvangt.
<S/CMPNT> Kies indien u een DVD-recorder (of
DVD-speler) heeft verbonden met de
SCART aansluiting die S-videosignalen
ontvangt.
Kies indien u een DVD-recorder (of
DVD-speler) met de componentvideo-
ingang heeft verbonden.
Fabrieksinstelling: <RGB/C>
Voor een videorecorder (VCR VIDEO IN):
VCR <RGB/C> Kies indien u een videorecorder heeft
verbonden met de SCART aansluiting die
RGB-signalen of composietvideosignalen
ontvangt.
VCR <S> Kies indien u een videorecorder heeft
verbonden met de SCART aansluiting die
S-videosignalen ontvangt.
Fabrieksinstelling: VCR <RGB/C>
Voor apparatuur die met de VIDEO IN aansluitingen op het
achterpaneel van de receiver is verbonden (VIDEO VIDEOIN):
VIDEO <S/C> Kies indien u video-apparatuur met de
composietvideo-ingang of S-videoingang
heeft verbonden.
VIDEO <CMPNT> Kies indien u video-apparatuur met de
componentvideo-ingang heeft verbonden.
Fabrieksinstelling: VIDEO <S/C>
OPMERKING
De instellingen hierboven zijn afhankelijk van uw video-
apparatuur. Zie tevens de bij uw video-apparatuur geleverde
gebruiksaanwijzingen.
Omzetten van
composietvideosignalen naar
S-videosignalenY/C SEPARATE
U kunt kiezen of u wel of niet de composietvideosignalen van
video-apparatuur naar S-videosignalen wilt omzetten.
Y/C SEP <ON> Kies voor het omzetten van
composietvideosignalen naar
S-videosignalen.
Y/C SEP <OFF> Kies indien u de signalen niet wilt omzetten.
Fabrieksinstelling: Y/C SEP
<OFF>
OPMERKINGEN
Deze functie kan worden gebruikt indien aan de volgende
vereisten is voldaan:
Indien video-apparatuur met deze receiver is verbonden met
gebruik van tenminste één van de aansluitingen voor het
ontvangen van composietvideosignalen.
Indien een TV met deze receiver is verbonden met gebruik
van tenminste één AV IN/OUT (SCART) aansluiting voor het
uitsturen van S-videosignalen.
DVD VIDEO IN of VCR VIDEO IN is op RGB/C of RGB/C/
CMPNT gesteld (zie de linkerkolom).
In geval van RGB-ingangssignalen, moet u Y/C SEPARATE
op Y/C SEP <OFF> stellen; het beeld zal anders namelijk
wazig zijn.
Voor gebruik van deze functie moet u de juiste ingangsfunctie
van de TV kiezen. (Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de
TV.)
Vastleggen van het volumeniveau
voor iedere bronONE TOUCH OPE
Deze receiver legt bepaalde instellingen afzonderlijk voor iedere
bron in het geheugen vast. U kunt daarbij het volumeniveau voor
iedere afzonderlijke bron met de andere vastgelegde instellingen
in het geheugen registreren. (zie bladzijde 16)
Deze receiver legt het volumeniveau vast
wanneer u de stroom uitschakelt, en
wanneer u van bron verandert.
ONETOUCH<ON> Kies voor het afzonderlijk vastleggen van
het volumeniveau voor iedere bron. (De
ONE TOUCH OPERATION indicator licht
op het display op.)
ONETOUCH<OFF> Kies indien u het volumeniveau niet wilt
vastleggen.
Fabrieksinstelling: ONETOUCH<OFF>
Oproepen van het vastgelegde volumeniveau
Indien de ONE TOUCH OPERATION indicator is opgelicht, wordt
het volumeniveau voor de betreffende bron opgeroepen wanneer
u deze bron kiest.
Annuleren van One Touch Operation
Stel One Touch Operation op ONETOUCH<OFF> zodat de
ONE TOUCH OPERATION indicator op het display dooft.
NL17-23RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:58 AM23
24
Regelen van het
geluid
U kunt na het maken van de basisinstellingen de
geluidsparameters naar wens instellen.
Instellen basisonderdelen
U kunt de volgende onderdelen instellen. Zie de tussen haakjes
aangegeven bladzijden voor details.
Onderdelen die niet voor een instelling beschikbaar zijn kunnen
niet worden gekozen.
Onderdeel Aktie
SUBWFR LVL*
1
Instellen van het subwooferuitgangsniveau. (25)
FRONT L LVL*
1
*
2
Instellen van het uitgangsniveau van de
linkervoorluidspreker. (25)
FRONT R LVL*
1
*
2
Instellen van het uitgangsniveau van de
rechtervoorluidspreker. (25)
CENTER LVL*
1
*
2
Instellen van het uitgangsniveau van de
middenluidspreker. (25)
SURR L LVL*
1
*
2
Instellen van het uitgangsniveau van de
linkersurroundluidspreker. (25)
SURR R LVL*
1
*
2
Instellen van het uitgangsniveau van de
rechtersurroundluidspreker. (25)
S BACK LVL*
1
*
2
Instellen van het uitgangsniveau van de
surroundachterluidspreker. (25)
S BACK L LVL*
1
*
2
Instellen van het uitgangsniveau van de
linkersurround-achterluidspreker. (25)
S BACK R LVL*
1
*
2
Instellen van het uitgangsniveau van de
rechtersurround-achterluidspreker. (25)
D EQ 63Hz*
1
Voor het instellen van het egalisatiepatroon
D EQ 250Hz*
1
voor iedere band. (25)
D EQ 1kHz*
1
D EQ 4kHz*
1
D EQ 16kHz*
1
BASS BOOST Voor het versterken van de lage tonen. (26)
INPUT ATT Voor het dempen van het ingangsniveau
van een analoge bron. (26)
EFFECT*
1
Instellen van het effectniveau. (26)
ROOM SIZE Kiezen van het kamerformaat voor uw
virtuele luisterruimte. (26)
LIVENESS Kiezen van het levendigheidsniveau
voor uw virtuele luisterruimte. (26)
PANORAMA Toevoegen van een “omringend” effect met
gesimuleerde zijmuren. (26)
CENTER WIDTH Instellen van de lokalisatie van het
middenkanaal tussen de middenluidspreker
en de linker-/rechtervoorluidsprekers. (27)
DIMENSION Instellen van de positie voor de
geluidslokalisatie. (27)
CENTER GAIN Instellen van de geluidslokalisatie van
het middenkanaal. (27)
CENTER TONE*
1
Voor een zachtere of scherpe midden-toon. (27)
CENTER ALIGN Instellen van de vertikale lokalisatie van de
signalen van het middenkanaal. (27)
*
1
U kunt de instelling tevens met gebruik van de
afstandsbediening maken.
*
2
U hoeft deze instellingen niet te maken indien u “Quick Speaker
Setup” op bladzijde 17 heeft uitgevoerd.
Bedieningsprocedure
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden
uitgevoerd. U moet weer vanaf stap
1
beginnen indien de
instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
Bijv.: Instellen van het uitgangsniveau voor de subwoofer.
1
Druk op ADJUST.
MULTI JOG werkt nu voor het instellen.
2
Draai MULTI JOG totdat het gewenste in te
stellen onderdeel op het display wordt
getoond.
De instelbare onderdelen veranderen als volgt wanneer u
MULTI JOG draait:
3
Druk op SET.
De huidige instelling voor het gekozen onderdeel verschijnt.
4
Draai MULTI JOG om het gekozen onderdeel
in te stellen.
Uw instelling wordt nu vastgelegd.
5
Druk op SET.
6
Herhaal indien nodig stappen
2
tot
5
voor het
instellen van andere onderdelen.
7
Druk op ADJUST.
De bronaanduiding verschijnt weer op het display.
L
S.WFR
R
ANALOG
L
S.WFR
R
ANALOG
–10
0 +10
L
S.WFR
R
ANALOG
CENTER LVL
SURR L LVL
D EQ 63Hz
D EQ 250Hz
SURR R LVL
FRONT L LVL
FRONT R LVL
S BACK L LVL
S BACK R LVL
D EQ 4kHz
BASS BOOST
D EQ 16kHz
LIVENESS
CENTER WIDTH
PANORAMA
ROOM SIZE
DIMENSION
CENTER GAIN CENTER TONE
CENTER ALIGN
SUBWFR LVL
S BACK LVL
INPUT ATT
EFFECT
D EQ 1kHz
2,4
1,7
3,5
NL24-27RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:58 AM24
25
Instellen van het
luidsprekeruitgangsniveaus
SUBWFR LVL (uitgangsniveau subwoofer),
FRONT L LVL (uitgangsniveau linkervoorluidspreker),
FRONT R LVL (uitgangsniveau rechtervoorluidspreker),
CENTER LVL (uitgangsniveau middenluidspreker),
SURR L LVL (uitgangsniveau linkersurroundluidspreker),
SURR R LVL (uitgangsniveau rechtersurroundluidspreker),
S BACK L LVL (uitgangsniveau linkersurround-
achterluidspreker),
S BACK R LVL (uitgangsniveau rechtersurround-
achterluidspreker)
U kunt de uitgangsniveaus voor de luidsprekers instellen.
Stel de uitgangsniveaus voor alle luidsprekers zodanig in dat u
het geluid via alle luidsprekers met hetzelfde niveau hoort.
De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het geheugen
vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt.
Instelbereik: 10 (dB) tot +10 (dB) (met stappen van 1)
Fabrieksinstelling: 0 (dB) voor alle luidsprekers
OPMERKINGEN
U kunt het uitgangsniveau niet instellen voor luidsprekers
waarvoor u NO heeft gekozen (zie bladzijde 19).
•“S BACK LVL, S BACK L LVL en S BACK R LVL kunnen
niet niet worden ingesteld wanneer u DVD MULTI als bron
heeft gekozen.
Indien u <1SPK> voor S BACK OUT heeft gekozen (zie
bladzijde 19), verschijnt S BACK LVL in plaats van
S BACK L LVL en S BACK R LVL.
Bij gebruik van een hoofdtelefoon kunt u uitsluitend het
uitgangsniveau van de linker- en rechtervoorluidsprekers instellen.
Met de afstandsbediening:
1
Druk op TEST om het uitgangsbalans van de
luidsprekers te controleren.
TEST: FRONT L begint op het display te knipperen en de
testtoon wordt op volgorde via de luidsprekers uitgestuurd.
U kunt de uitgangsniveaus voor de luidsprekers tevens
zonder gebruik van de testtoon instellen.
2
Stel de luidsprekeruitgangniveaus in.
Druk op de + of – toets in overeenstemming met de in
te stellen luidspreker.
3
Druk nogmaals op TEST om de testtoon te stoppen.
OPMERKINGEN
Er wordt geen testtoon gereproduceerd via de luidsprekers
waarvoor u NO heeft gekozen (zie bladzijde 19).
Er wordt geen testtoon gereproduceerd wanneer de
hoofdtelefoon is aangesloten en wanneer DVD MULTI als
bron is gekozen.
Indien u <1SPK> voor S BACK OUT heeft gekozen (zie
bladzijde 19), moet u op de + of toets drukken om het
uitgangsniveau voor L S. BACK in te stellen.
123
456
789
10
0
10
2
1,3
123
456
789
10
0
10
2
1
Instellen van de egalisatiepatronen
—D EQ 63Hz/250Hz/1kHz/4kHz/16kHz
U kunt de egalisatiepatronen in vijf frequentiebanden instellen
(middenfrequentie: 63 Hz, 250 Hz, 1 kHz, 4 kHz, 16 kHz) voor de
voorluidsprekers.
De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het
geheugen vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft
gemaakt.
Instebereik: 8 (dB) tot +8 (dB) (met stappen van 2 dB)
Fabrieksinstelling: 0 (dB) voor alle banden
De DIGITAL EQ indicator licht op het display op wanneer u
deze instelling maakt.
Stel alle frequentiebanden op 0 (dB) indien u geen
instellingen hoeft te maken.
De DIGITAL EQ indicator dooft van het display.
OPMERKING
U kunt deze functie niet gebruiken indien DVD MULTI als bron is
gekozen.
Met de afstandsbediening:
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden
uitgevoerd. U moet weer vanaf stap
1
beginnen indien de
instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
1
Druk herhaaldelijk op D. EQ FREQ
om de gewenste in te stellen band
te kiezen.
2
Druk op D. EQ LEVEL + of – om het
egalisatiepatroon van de gekozen
band in te stellen.
3
Herhaal stappen
1
en
2
voor het
instellen van de andere banden.
NL24-27RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:58 AM25
26
123
456
789
10
0
10
Instellen van de lage tonen
Versterken van de lage tonen—BASS BOOST
U kunt het niveau van de lage tonen versterkenBass Boost.
De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het geheugen
vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt.
B BOOST <ON>
Kies deze stand om het niveau van de lage
tonen te versterken.
De B.BOOST indicator licht op het display op.
B BOOST <OFF> Kies deze stand wanneer u geen gebruik
van Bass Boost wilt maken.
Fabrieksinstelling: B BOOST <OFF>
OPMERKING
Deze functie heeft uitsluitend effect op het geluid dat via de
voorluidsprekers wordt weergegeven.
Met de afstandsbediening:
Druk op B.BOOST om een van de instellingen hierboven te
kiezen.
Verzwakken van het ingangssignaal—INPUT ATT
Het geluid wordt vervormd indien het ingangsniveau van de
analoge bron te hoog is. U moet in dat geval het niveau van het
ingangssignaal verzwakken zodat het geluid niet langer wordt
vervormd.
De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het geheugen
vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt.
Deze instelling kan niet met de afstandsbediening worden gemaakt.
ATT <ON> Kies voor het verzwakken van het
ingangssignaalniveau.
De INPUT ATT indicator licht op het display
op.
ATT <NORMAL>
Kies indien u het signaal niet wilt verzwakken.
Fabrieksinstelling: ATT <NORMAL>
OPMERKING
U kunt deze functie niet gebruiken indien DVD MULTI als bron is
gekozen.
Instellen van de geluidsparameters
voor de Surround-/DSP-functies
U kunt de geluidsparameters voor de Surround-/DSP-functies
naar wens instellen.
Zie bladzijden 34 tot 38 voor details aangaande de Surround-/
DSP-functies.
Instellen van het effectniveau voor de
DSP-functies—EFFECT
Deze instelling kan uitsluitend worden gemaakt indien een van de
DSP-functies (uitgezonderd ALL CH STEREO) is geactiveerd.
Zie bladzijde 38 voor het activeren van een DSP-functie.
Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere DSP-functie in het geheugen vastgelegd.
Instelbereik: 1 t/m 5 (met stappen van 1)
Fabrieksinstelling: EFFECT <3>
Het effect wordt sterker wanneer u een hoger nummer kiest.
Kies normaliter 3.
Met de afstandsbediening:
Druk herhaaldelijk op EFFECT om het in te stellen niveau te
kiezen.
Instellen van het virtuele kamerformaat voor de
DSP-functies—ROOM SIZE
Deze instelling kan uitsluitend worden gemaakt indien een van de
DSP-functies (uitgezonderd ALL CH STEREO) is geactiveerd. Zie
bladzijde 38 voor het activeren van een DSP-functie.
U kunt deze instelling niet maken indien SURROUND SPK op
<NO> is gesteld (zie bladzijde 19).
Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere DSP-functie in het geheugen vastgelegd.
Deze instelling kan niet met de afstandsbediening worden
gemaakt.
Instelbereik: 1 t/m 5 (met stappen van 1)
Fabrieksinstelling: ROOM SIZE <3>
Met een hoger nummer wordt het interval tussen de reflecties
langer zodat het lijkt alsof u in een ruimere kamer bent.
Kies normaliter 3.
Instellen van het live-effect voor de DSP-functies—
LIVENESS
Deze instelling kan uitsluitend worden gemaakt indien een van de
DSP-functies (uitgezonderd ALL CH STEREO) is geactiveerd. Zie
bladzijde 38 voor het activeren van een DSP-functie.
U kunt deze instelling niet maken indien SURROUND SPK op
<NO> is gesteld (zie bladzijde 19).
Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere DSP-functie in het geheugen vastgelegd.
Deze instelling kan niet met de afstandsbediening worden
gemaakt.
Instelbereik: 1 t/m 5 (met stappen van 1)
Fabrieksinstelling: LIVENESS <3>
Met een hoger nummer wordt het dempingsniveau van de
reflecties met tijd verlaagd zodat de akoestiek van Dead naar
Live verandert.
Kies normaliter 3.
Instellen van de panoramaregeling voor Pro Logic
IIx Music en Pro Logic II Music—PANORAMA
Deze instelling kan worden gemaakt wanneer Pro Logic IIx Music
of Pro Logic II Music is geactiveerd voor analoge of digitale
2-kanaal geluidssignalen. Zie bladzijde 38 voor het activeren van
Pro Logic IIx Music of Pro Logic II Music.
Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, blijft deze in het
geheugen vastgelegd totdat u de instelling weer verandert.
Deze instelling kan niet met de afstandsbediening worden
gemaakt.
PANORAMA <ON> Kies voor een omringend geluid met het
effect van zijmuren.
PANORAMA <OFF> Kies indien u het oorspronkelijk
opgenomen geluid wilt beluisteren.
Fabrieksinstelling: PANORAMA <OFF>
123
456
789
10
0
10
NL24-27RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:58 AM26
27
Instellen van de middentoon—CENTER TONE
Deze instelling kan uitsluitend worden gemaakt indien een van de
Surround-/DSP-functies is geactiveerd. Zie bladzijde 38 voor het
activeren van de surroundfuncties/DSP-functies.
U kunt deze instelling niet maken indien CENTER SPK op
NO is gesteld (zie bladzijde 19).
Deze instelling is voor alle surroundfuncties hetzelfde, en wordt
afzonderlijk voor de DSP-modus vastgelegd.
Instelbereik: 1 t/m 5 (met stappen van 1)
Fabrieksinstelling: C TONE <3>
De dialoog wordt duidelijker hoorbaar wanneer u een hoger
nummer kiest.
Kies normaliter 3.
Indien de middentoon op een andere instelling dan C TONE
<3>, is gesteld, licht de C.TONE indicator op het display op.
Met de afstandsbediening:
Druk herhaaldelijk op C.TONE om het in te stellen niveau te
kiezen.
Instellen van de vertikale lokalisatie van het
middenkanaal voor de surroundfuncties en de
DSP-functies—CENTER ALIGN
Deze instelling kan worden gemaakt indien een van de
surroundfuncties/DSP-functies (uitgezonderd Pro Logic llx Music,
Pro Logic ll Music, NEO:6 Music en ALL CH STEREO) is
geactiveerd. Zie bladzijde 38 voor het activeren van de
surroundfuncties/DSP-functies.
U kunt deze instelling niet maken indien CENTER SPK op
NO is gesteld (zie bladzijde 19).
Na het maken van deze instelling blijft deze voor iedere
surroundfunctie/DSP-functie in het geheugen vastgelegd.
Deze instelling kan niet met de afstandsbediening worden
gemaakt.
C ALIGN <ON> Kies indien het lijkt alsof het geluid van de
acteurs of zangers niet van het scherm
komt.
C ALIGN <OFF> De functie voor de lokalisatie van het geluid
wordt geannuleerd.
Fabrieksinstelling: C ALIGN <OFF>
123
456
789
10
0
10
Instellen van de lokalisatie van het middenkanaal
voor Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music—
CENTER WIDTH
Deze instelling kan worden gemaakt indien Pro Logic IIx Music of
Pro Logic II Music voor analoge of digitale 2-kanaal
geluidsignalen is geactiveerd. Zie bladzijde 38 voor het activeren
van Pro Logic IIx Music of Pro Logic II Music.
U kunt deze instelling niet maken indien CENTER SPK op
NO is gesteld (zie bladzijde 19).
Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, blijft deze in het
geheugen vastgelegd totdat u de instelling weer verandert.
Deze instelling kan niet met de afstandsbediening worden
gemaakt.
Instelbereik: OFF en 1 t/m 7 (met stappen van 1)
Fabrieksinstelling: C WIDTH <3>
Met een hoger nummer wordt het geluid van het middenkanaal
meer naar de linker- en rechterluidsprekers verplaatst.
Kies normaliter 3.
Instellen van de geluidspositie voor voor Pro Logic
IIx Music en Pro Logic II Music—DIMENSION
Deze instelling kan worden gemaakt indien Pro Logic IIx Music of
Pro Logic II Music voor analoge of digitale 2-kanaal
geluidsignalen is geactiveerd. Zie bladzijde 38 voor het activeren
van Pro Logic IIx Music of Pro Logic II Music.
Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, blijft deze in het
geheugen vastgelegd totdat u de instelling weer verandert.
Deze instelling kan niet met de afstandsbediening worden
gemaakt.
Instelbereik: 1 t/m 7 (met stappen van 1)
Fabrieksinstelling: DIMENSION <4>
Met een hoger nummer wordt het geluid van achter meer naar
voren verplaatst.
Kies normaliter 4.
Regelen van de geluidslokalisatie van het
middenkanaal—CENTER GAIN
Deze instelling kan uitsluitend worden gemaakt wanneer Neo:6
Music is geactiveerd.
U kunt deze instelling niet maken indien CENTER SPK op
NO is gesteld (zie bladzijde 19).
Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, blijft deze in het
geheugen vastgelegd totdat u de instelling weer verandert.
Deze instelling kan niet met de afstandsbediening worden
gemaakt.
Instelbereik: 0 t/m 1,0 (met stappen van 0,1)
Fabrieksinstelling: C GAIN <0.3>
Het geluid van het middenkanaal wordt duidelijker geplaatst
naarmate u een hoger nummer kiest.
Kies normaliter 0.3.
NL24-27RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:58 AM27
28
Bediening van de
tuner
De bedieningen voor de tuner worden voornamelijk met de
afstandsbediening uitgevoerd.
OPMERKING
Indien u met de SOURCE SELECTOR op het voorpaneel “FM”
of “AM” heeft gekozen, werkt de afstandbediening mogelijk niet
voor het bedienen van de tuner. Voor het gebruik van de
afstandsbediening voor de tuner moet u eerst “FM” of “AM”
met de FM/AM toets op de afstandsbediening kiezen.
FM/AM
FM MODE
MEMORY
TUNING/REW
FF/TUNING
1
2
3
4
5
6
7
89
10
0
10
L
S.WFR
R
TUNED
STEREO
AUTO MUTING
MHz
ANALOG
L
S.WFR
R
TUNED
STEREO
AUTO MUTING
MHz
ANALOG
L
S.WFR
R
TUNED
STEREO
AUTO MUTING
MHz
ANALOG
Handmatig afstemmen op zenders
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
Druk op FM/AM om de golfband te kiezen.
Er wordt op de laatst ontvangen zender van de gekozen
golfband afgestemd.
Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de FM
en AM (MG) golfband ingesteld.
2
Druk herhaaldelijk op TUNING 9 of
( TUNING of houd ingedrukt, totdat op de
gewenste zender is afgestemd.
Door een druk (of ingedrukt houden) op TUNING 9
wordt de frequentie verhoogd.
Door een druk (of ingedrukt houden) op ( TUNING
wordt de frequentie verlaagd.
OPMERKINGEN
Wanneer u TUNING 9 of ( TUNING ingedrukt houdt en
vervolgens loslaat, zal de frequentie blijven veranderen
totdat op een zender is afgestemd.
De TUNED indicator licht op het display op wanneer een
zender van voldoende sterkte is gevonden.
De STEREO indicator licht tevens op wanneer een stereo
FM-programma wordt ontvangen.
Gebruik van voorkeurzenders
Nadat u eenmaal een zender onder een kanaalnummer heeft
vastgelegd, kunt u snel op die zender afstemmen door het
overeenkomende nummer te kiezen. U kunt maximaal 30
zenders voor FM en 15 zenders voor AM (MG) vastleggen.
Vastleggen van voorkeurzenders
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden
uitgevoerd. U moet weer vanaf stap
2
beginnen indien de
instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
Stem op de zender die u wilt vastleggen af
(zie “Handmatig afstemmen op zenders”
van de hierboven).
Kies de gewenste FM-ontvangstfunctie indien u tevens
de FM-ontvangstfunctie voor de zender wilt vastleggen.
Zie Kiezen van de FM-ontvangstfunctie op bladzijde 29.
2
Druk op MEMORY.
De plaats voor het kanaalnummer knippert ongeveer 5
seconden op het display.
NL28-33RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:59 AM28
29
3
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om het
kanaalnummer te kiezen terwijl de plaats
knippert.
Voor kanaalnummer 5, druk op 5.
Voor kanaalnummer 15, druk op +10 en dan op 5.
Voor kanaalnummer 30, druk op +10, +10 en dan op 10.
4
Druk nogmaals op MEMORY terwijl het
gekozen kanaalnummer op het display
knippert.
Het gekozen kanaalnummer stopt te knipperen.
De zender wordt nu als voorkeurzender op dit gekozen
kanaalnummer vastgelegd.
5
Herhaal stappen
1
tot
4
totdat alle gewenste
zenders zijn vastgelegd.
Wissen van een vastgelegde voorkeurzender
Door een nieuwe zender op een reeds bezet kanaalnummer vast
te leggen, wordt de eerst vastgelegde zender gewist.
Afstemmen op een voorkeurzender
Met de afstandsbediening:
1
Druk op FM/AM om de golfband te kiezen.
Er wordt op de laatst ontvangen zender van de laatst gekozen
golfband afgestemd en de cijfertoetsen werken nu voor
bediening van de tuner.
Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de FM en
AM (MG) golfband ingesteld.
2
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om een
voorkeurkanaalnummer te kiezen.
Voor kanaalnummer 5, druk op 5.
Voor kanaalnummer 15, druk op +10 en dan op 5.
Voor kanaalnummer 30, druk op +10, +10 en dan op 10.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden
uitgevoerd. U moet weer vanaf stap
2
beginnen indien de
instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
1
Draai SOURCE SELECTOR om “FM” of “AM”
te kiezen.
Er wordt op de laatst ontvangen zender van de gekozen
golfband afgestemd.
2
Druk op TUNER PRESET.
P verschijnt op het display en MULTI JOG werkt nu voor het
kiezen van voorkeurkanalen.
3
Draai MULTI JOG om een
voorkeurkanaalnummer te kiezen.
Draai MULTI JOG naar rechts om het
voorkeurkanaalnummer te verhogen.
Draai MULTI JOG naar links om het
voorkeurkanaalnummer te verlagen.
Kiezen van de FM-ontvangstfunctie
U kunt tijdens ontvangst van een FM-uitzending de FM-
ontvangstfunctie veranderen wanneer een stereo FM-uitzending
moeilijk te ontvangen is of veel ruis bevat.
U kunt de FM-ontvangstfunctie voor iedere voorkeurzender
vastleggen (zie bladzijde 28).
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender op
FM MODE.
Door iedere druk op de toets wordt de FM-ontvangstfunctie
afwisselend op AUTO MUTING en MONO gesteld.
AUTO MUTING Kies normaliter deze instelling.
Indien een programma stereo wordt
uitgezonden, zult u het programma stereo
kunnen beluisteren, wordt het mono
uitgezonden, dan hoort u het mono. Deze
functie is tevens handig voor het
onderdrukken van statische ruis tussen
zenders. De AUTO MUTING indicator
licht op het display op.
MONO Kies deze stand voor een betere
ontvangst (maar het stereo-effect wordt
nu uitgeschakeld).
Met deze functie hoort u ruis tijdens het
afstemmen op zenders. De AUTO
MUTING indicator dooft van het display.
(De STEREO indicator dooft tevens).
Fabrieksinstelling: AUTO MUTING
2
1,3
L
S.WFR
R
TUNED
STEREO
AUTO MUTING
MHz
ANALOG
L
S.WFR
R
TUNED
STEREO
AUTO MUTING
MHz
ANALOG
L
S.WFR
R
TUNED
STEREO
AUTO MUTING
MHz
ANALOG
NL28-33RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:59 AM29
30
Met dit toestel kunt u de volgende typen RDS-signalen
ontvangen:
PS (Stationsnaam): Toont de algemeen bekende
zendernamen.
PTY (Programmatype): Toont het programmatype dat
wordt uitgezonden.
RT (Radiotekst): Toont textmededelingen die door
de zender wordt uitgezonden.
Enhanced Other Networks: Zie bladzijde 33.
OPMERKINGEN
RDS is niet beschikbaar voor AM (MG) uitzendingen.
RDS werkt mogelijk niet goed indien de zender waarop is
afgestemd de RDS-signalen niet juist uitstuurt of de signalen te
zwak zijn.
Wat voor een informatie leveren RDS-signalen?
U kunt op het display zien welke RDS-signalen door de zender
worden uitgestuurd.
Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender op
DISPLAY.
Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding op het
display en toont u de volgende informatie:
PS (Stationsnaam):
Tijdens het zoeken verschijnt PS en worden de zendernamen
getoond. NO PS zal verschijnen indien er geen signaal wordt
ontvangen.
PTY (Programmatype):
Tijdens het zoeken verschijnt PTY en vervolgens het type van
het programma dat wordt uitgezonden. NO PTY zal
verschijnen indien er geen signaal wordt ontvangen.
RT (Radiotekst):
Tijdens het zoeken verschijnt RT en wordt de textmededeling
getoond die door de zender wordt uitgezonden. NO RT zal
verschijnen indien er geen signaal wordt ontvangen.
Frequentie:
De zenderfrequentie (geen RDS-service).
Meer over de tekens die op het display worden getoond
De volgende tekens worden op het display gebruikt bij ontvangst
van PS, PTY of RT signalen:
Het display kan geen accenten tonen. A wordt bijvoorbeeld
voor alle As met accenten, zoals “Å, Ä, Ã, Á, À, Â, å, ä, ã, á, à
en â”.
OPMERKING
Indien het zoeken direct stopt, zullen PS, PTY en RT niet op
het display verschijnen.
Met gebruik van RDS sturen FM-zenders extra signalen samen
met de normale programmasignalen uit. De zenders sturen
bijvoorbeeld de zendernaam en tevens informatie over het type
programma dat ze uitzenden, bijvoorbeeld sport of muziek.
De RDS indicator licht op het display op wanneer u op een
FM-zender heeft afgestemd die tevens RDS-signalen levert.
RDS indicator
L
S.WFR
R
TUNED
STEREO
AUTO MUTING
MHz
ANALOG
RDS
TA/NEWS/INFO
DISPLAY
PTY
PTY
FM/AM
1
2
3
4
5
6
7
89
10
0
10
PTY SEARCH
Gebruik van RDS (Radio Data System)
voor ontvangst van FM-zenders
Voor de bediening van RDS worden voornamelijk de toetsen van
de afstandsbediening gebruikt.
NL28-33RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:59 AM30
31
PTY-codes
Opzoeken van een programma aan de
hand van PTY-codes
Een voordeel van RDS is dat u eenvoudig en snel een bepaald
soort programma kunt opzoeken dat door een van de
voorkeurzenders (zie bladzijden 28 en 29) wordt uitgezonden
door de overeenkomende PTY-code in te voeren.
Zoeken van een programma met gebruik van de
PTY-codes
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden
uitgevoerd. U moet weer vanaf stap
1
beginnen indien de
instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
1
Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender
op PTY SEARCH.
PTY SELECT knippert op het display.
2
Druk terwijl “PTY SELECT” knippert op
PTY 9 of ( PTY totdat de gewenste
PTY-code op het display verschijnt.
3
Druk nogmaals op PTY SEARCH terwijl de in
de vorige stap gekozen PTY-code nog steeds
op het display wordt getoond.
Tijdens het zoeken worden SEARCH en de gekozen
PTY-code afwisselend op het display getoond.
Het toestel zoekt de 30 FM-voorkeurzenders af en stopt zodra
een zender is gevonden die een programma van het gekozen
type uitzendt.
Druk tijdens het zoeken op PTY SEARCH om het zoeken
voortijdig te stoppen.
•“NOT FOUND zal verschijnen indien er geen
overeenkomend programma wordt gevonden.
Verder zoeken nadat de eerste zender is gevonden
Druk nogmaals op PTY SEARCH terwijl de aanduidingen op het
display knipperen.
Travel
Affairs
Rock M (Rockmuziek)
Religion
Easy M (Easy Listening muziek)
Children
Classics
Finance
Weather
Other M (Andersoortige muziek)
Social
Phone In
Light M (Lichte muziek)
Info (Informatief)
Sport
Educate (Educatief)
Folk M (Volksmuziek)
Oldies
Drama
Nation M (Nationale muziek)
Culture
Jazz
Varied
Pop M (Popmuziek)
Country
Science
Leisure
Alarm !
TEST
Document
None
News
Zie Beschrijving van PTY-codes op bladzijde 32 voor
details aangaande iedere code.
NL28-33RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:59 AM31
32
Beschrijving van PTY-codes:
News: Nieuws.
Affairs: Programmas met een thema waarin dieper op
het nieuws wordt ingegaandebat of analyse.
Info (Informatief): Programmas die in een brede zin meer
informatie en advies geven.
Sport: Programmas over sport en sportwedstrijden.
Educate (Educatief): Educatieve programmas.
Drama: Radiohoorspelen en series.
Culture: Programmas over nationale of regionale
cultuur, met inbegrip van taal, theater, enz.
Science: Programmas over natuurwetenschappen en
techniek.
Varied: Voornamelijk praat-programmas, bijvoorbeeld
quizzen, spelletjes en interviews met
beroemdheden.
Pop M (Popmuziek): Commerciële, hedendaagse muziek.
Rock M (Rockmuziek): Rockmuziek.
Easy M (Easy Listening muziek):
Huidige muziek die ookwel easy listening wordt
genoemd.
Light M (Lichte muziek):
Lichte instrumentale muziek, zang of koormuziek.
Classics: Uitvoeringen van orkesten, symfonieën,
kamermuziek, enz.
Other M (Andersoortige muziek):
Muziek die niet bij een van de andere categorieën
hoort.
Weather: Weerberichten.
Finance: Verslagen van de beurs, handel en commercie,
enz.
Children: Programmas voor kinderen.
Social: Programmas over sociologie, geschiedenis,
geografie, psychologie en sociale vraagstukken.
Religion: Religieuze programmas.
Phone In: Luisteraars die hun mening via de telefoon of
forums duidelijk maken.
Travel: Reisinformatie.
Leisure: Programmas over recreatie en activiteiten.
Jazz: Jazzmuziek.
Country: Programmas met muziek van oorspronkelijk het
zuiden van Amerika.
Nation M (Nationale muziek): Huidige populaire, nationale of
regionale muziek in de taal van het land.
Oldies: Muziek uit de golden age, oftewel gouwe
ouwe.
Folk M (Volksmuziek): Muziek die uit een bepaalde cultuur komt.
Document: Programmas die dieper op gebeurtenissen
ingaan of bepaalde feiten verder onderzoeken.
TEST: Uitzendingen voor het testen van onder andere
noodberichten en waarschuwingen.
Alarm !: Waarschuwingen en noodberichten.
None: Geen programmatype, ongedefinieerd
programma of programmas die niet gemakkelijk
in een van de andere groepen passen.
De inhoud van programma’s met een bepaalde PTY-code kan
met sommige FM-zenders afwijken van de hierboven
gegeven beschrijving.
NL28-33RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:59 AM32
33
Stoppen van het programma dat door Enhanced Other
Networks werd gekozen
Druk herhaaldelijk nogmaals op TA/NEWS/INFO zodat de
indicator van het programmatype (TA/NEWS/INFO) van het
display dooft. De Enhanced Other Networks standbyfunctie wordt
uitgeschakeld en het toestel stemt op de hiervoor gekozen zender
af.
Indien een noodbericht (Alarm ! signaal) door een FM-zender
wordt uitgezonden
Het toestel stemt behalve in de volgende gevallen automatisch op
de betreffende zender af:
Bij het luisteren naar niet-RDS Networksalle AM (MG)
zenders, bepaalde FM-zenders en andere bronnen.
Indien de receiver standby is geschakeld.
Tijdens ontvangst van een noodbericht verschijnt Alarm ! op het
display.
Het TEST signaal dient voor het testen––en controleert of het
Alarm ! signaal goed kan worden ontvangen
Het TEST signaal laat het toestel op dezelfde manier werken als
het Alarm ! signaal. Bij ontvangst van een TEST signaal schakelt
het toestel automatisch over naar de zender die het TEST signaal
uitzendt.
Tijdens ontvangst van het TEST signaal verschijnt TEST op het
display.
OPMERKINGEN
Sommige stations zenden Enhanced Other Networks-gegevens
uit waar deze toestel niet mee overweg kan.
Enhanced Other Networks functioneert niet met bepaalde RDS
FM-zenders.
Als u naar een programma luistert waarop door de functie
Enhanced Other Networks is afgestemd, blijft de eenheid dat
station ontvangen, ook als een ander station een programma
met dezelfde Enhanced Other Networks-gegevens gaat
uitzenden.
U kunt uitsluitend de TA/NEWS/INFO en DISPLAY toetsen
gebruiken tijdens het luisteren naar een programma dat door de
Enhanced Other Networks functie werd gekozen.
LET OP:
Als de eenheid steeds heen en weer schakelt tussen het station
waarop de eenheid staat afgestemd en het station waarop de
functie Enhanced Other Networks wil afstemmen, is het
raadzaam om herhaaldelijk op de toets TA/NEWS/INFO te
drukken zodat de functie Enhanced Other Networks wordt
uitgeschakeld.
Als u niet op de toets drukt, wordt uiteindelijk het station weer
ontvangen waarop de ontvanger op dat moment al was
afgestemd en de knipperende vermelding van het Enhanced
Other Networks-gegevenstype verdwijnt weer van de display.
Tijdelijk overschakelen len naar een
ander gewenst radioprogramma
Een andere handige functie met RDS is het zogenaamde
Enhanced Other Networks.
Met deze functie kunt u tijdelijk naar een ander gewenst
radioprogramma (TA, NEWS en/of INFO) van een andere zender
overschakelen. Het overschakelen is echter niet mogelijk in de
volgende gevallen:
De Enhanced Other Networks functie werkt uitsluitend tijdens
ontvangst van FM-zenders die de Enhanced Other Networks
code hebben.
Voordat u start, vergeet niet...
De Enhanced Other Networks functie kan uitsluitend voor
voorkeurzenders worden gebruikt.
Druk herhaaldelijk op TA/NEWS/INFO totdat het
gewenste programmatype op het display
verschijnt.
Door iedere druk op de toets verandert het (de)
programmatype(s) en licht(en) de overeenkomende indicator(s)
als volgt op:
TA: Verkeersinformatie in uw regio.
NEWS: Nieuws.
INFO: Programmas die informatie en advies in de breedste
zin van het woord geven.
Werking van de Enhanced Other Networks functie:
Indien een andere FM-zender van hetzelfde netwerk een
uitzending van het door u gekozen programmatype start
tijdens het luisteren naar een FM-zender
De receiver schakelt automatisch naar deze andere zender
over. De indicator van de ontvangen programmatype begint te
knipperen.
Na het programma schakelt de receiver terug op de zender
waarop hiervoor was afgestemd, maar blijft de Enhanced
Other Networks functie standby geschakeld. De indicator van
de ontvangen programmatype stopt te knipperen en blijft
opgelicht.
Indien de zender waarop is afgestemd een uitzending van
het door u gekozen programmatype start
De receiver blijft op deze zender afgestemd, maar de indicator
van de ontvangen programmatype begint te knipperen.
Na het programma stopt de indicator van de ontvangen
programmatype te knipperen en blijft opgelicht, maar de
receiver blijft in de Enhanced Other Networks standbyfunctie
geschakeld.
NL28-33RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:59 AM33
34
Voor realistische
geluidsvelden
Reproductie met een bioscoopeffect
In een bioscoop zijn veel luidsprekers aan de muren opgehangen
om een imponerend, multi-surroundgeluid te reproduceren dat u
via alle richtingen ontvangt.
Met gebruik van veel luidsprekers kan de richting en verplaatsing
van het geluid goed worden uitgedrukt.
De in deze receiver ingebouwde Surround-/DSP-functies kunnen
bijna dezelfde surroundgeluiden als in een echte bioscoop
reproduceren.
Introductie van de Surround-functie
Dolby Digital*
Dolby Digital is een digitale signaalcompressiemethode,
ontwikkeld door Dolby Laboratories, voor multikanaal codering en
decodering.
De indicator licht op het display op wanneer een
Dolby Digital signaal via de digitale ingang wordt ontvangen.
Dolby Digital 5.1CH
Bij codering met Dolby Digital 5.1CH (DOLBY DIGITAL) worden
de signalen van het linkervoorkanaal, rechtervoorkanaal,
middenkanaal, linkersurroundkanaal, rechtersurroundkanaal en
het LFE-kanaal opgenomen en gecomprimeerd. (Er zijn in totaal
dus 6 kanalen, maar het LFE-kanaal wordt als het 0,1 kanaal
geteld. Vandaar de term “5,1 kanaal”).
Daarbij kan Dolby Digital ook het surroundgeluid via de
achterluidsprekers stereo reproduceren en wordt de
drempelfrequentie voor de hoge surroundtonen, in vergelijking
met 7 kHz voor Dolby Pro Logic, op 20 kHz gesteld. Deze feiten
versterken de verplaatsing van het geluid en het
“aanwezigheidsgevoel” veel meer dan in vergelijking met Dolby
Pro Logic.
Dolby Digital EX
Dolby Digital EX (DOLBY D EX) is een nieuw digitaal surround-
coderingsformaat dat de derde surroundkanalen toevoegt, oftewel
“surroundachter”.
In vergelijking met het conventionele Dolby Digital 5.1CH kunnen
deze nieuw toegevoegde surroundachterkanalen de beweging
achter u tijdens weergave van videosoftware met meer details
reproduceren. Daarbij wordt de lokalisatie en richting van het
surroundgeluid stabieler.
Dolby Surround
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II heeft een nieuw ontwikkeld multikanaal
weergaveformaat voor het omzetten van 2-kanaal software in
5-kanalen (plus subwoofer). De matrix-gebaseerde
conversiemethode die voor Dolby Pro Logic II wordt gebruikt,
heeft geen limiet voor de drempelfrequentie van de surround
hoge tonen en levert stereo surroundgeluid.
Deze receiver heeft twee verschillende Dolby Pro Logic II
functies Pro Logic II Movie (PLII MOVIE) en Pro Logic II
Music (PLII MUSIC).
De indicator licht op wanneer Dolby Pro Logic II wordt
geactiveerd.
PLII MOVIE Geschikt voor weergave van software die met
Dolby Surround is gecodeerd. U krijgt met gebruik
van deze functie een geluidsveld dat zeer dicht bij
het discrete 5,1 kanaal geluid ligt.
PLII MUSIC Geschikt voor weergave van 2-kanaal stereo
software. U krijgt met deze functie een breed en
diep geluid.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”,
“Pro Logic” en het symbool double-D zijn handelsmerken
van Dolby Laboratories.
L
R
LS
RS
SBL
C
SW
SBR
(SB)
NL34-38RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:59 AM34
35
DTS Neo:6
DTS Neo:6 is een andere conversiemethode voor het creëren
van 6-kanaal (plus subwoofer) geluid van analoog/digitaal 2-
kanaal software met gebruik van een uitermate nauwkeurige
digitale matrix-decoder die voor DTS-ES Matrix 6,1ch wordt
gebruikt.
Deze receiver heeft de volgende DTS Neo:6 modusNeo:6
Cinema (NEO:6 CINEMA) en Neo:6 Music (NEO:6 MUSIC).
De NEO:6 indicator licht op het display op indien een van deze
functies wordt geactiveerd.
NEO:6 CINEMA Geschikt voor weergave van films. U krijgt met
2-kanaal software dezelfde sfeer als met 6,1
kanaal software. Deze functie is tevens effectief
voor het afspelen van software die met
conventionele surroundformaten is gecodeerd.
NEO:6 MUSIC Geschikt voor weergave van muzieksoftware.
De signalen voor de voorkanalen worden niet
via de decoder gestuurd (zodat er geen
kwaliteitsverlies in het geluid is) en de
surroundsignalen worden via de andere
luidsprekers gestuurd zodat het geluidsveld op
natuurlijke wijze wordt verbreed.
** DTS, DTS-ES, Neo:6 en DTS 96/24 zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
Bij gebruik van de Surround-functie wordt het geluid
weergegeven via de geactiveerde luidsprekers die voor de
Surround functie vereist zijn.
Indien “SURROUND SPK” of “CENTER SPK” op <NO>
voor de luidspreker is gesteld (zie bladzijde 19), worden de
signalen voor deze overeenkomende kanalen naar de
voorluidsprekers gestuurd en via de voorluidsprekers
weergegeven.
Indien zowel “SURROUND SPK” en “CENTER SPK” op
<NO> voor de luidsprekers zijn gesteld (zie bladzijde
19), worden de signalen met het originele JVC 3D-PHONIC
systeem (dat werd ontwikkeld voor het reproduceren van het
surroundeffect via uitsluitend voorluidsprekers) verwerkt. De
3D-PHONIC indicator licht op het display op.
3D HEADPHONE functie
Indien u een hoofdtelefoon aansluit terwijl een van de
Surround-functies is geactiveerd, wordt ongeacht het type
software dat u afspeelt de 3D HEADPHONE functie
geactiveerd.
3D HEADPHONE verschijnt op het display en de DSP en
HEADPHONE indicators lichten op.
Meer over andere digitale signalen
Lineair PCM
Dit zijn de niet-gecomprimeerde digitale audiodata die voor
DVDs, CDs en Video-CDs worden gebruikt.
DVDs hebben 2 kanalen met een bemonsteringswaarde van
48/96 kHz en een kwantisatie van 16/20/24 bits. CDs en
Video-CDs daarentegen blijven beperkt tot 2 kanalen met
44,1 kHz en 16 bits.
De LINEAR PCM indicator licht op wanneer Lineaire PCM
signalen worden ontvangen.
Dual Mono
Dual Mono is zeer vergelijkbaar met tweetalige uitzendingen
van TV-programmas die twee gescheiden kanalen voor de
geluidssporen hebben (Het Dual Mono formaat is echter niet
identiek aan dergelijk analoge formaten).
Dit formaat wordt nu gebruikt voor Dolby Digital, DTS, enz. Dit
formaat maakt het mogelijk om twee afzonderlijke kanalen
(ook het hoofdkanaal en subkanaal genoemd) gescheiden op
te nemen.
U kunt nu het gewenste, te beluisteren kanaal kiezen (zie
bladzijde 21).
Dolby Pro Logic IIx
Dolby Pro Logic IIx is een uit Dolby Pro Logic II voortkomend,
nieuw multikanaal weergaveformaat waarmee niet alleen
multikanaal software, maar ook 2-kanaal software naar 7,1 kanaal
(of 6,1 kanaal) wordt omgezet. De matrix-gebaseerde
conversiemethode die voor Dolby Pro Logic IIx wordt gebruikt,
heeft geen beperking voor de drempelfrequentie van de surround
hoge tonen.
Deze receiver heeft twee Dolby Pro Logic IIx functiesPro
Logic IIx Movie (PLIIx MOVIE) en Pro Logic IIx Music (PLIIx
MUSIC).
PLIIx MOVIE of PLIIx MUSIC verschijnt en de
indicator licht op het display op wanneer Dolby Pro Logic IIx
wordt geactiveerd.
PLIIx MOVIE Geschikt voor weergave van software die met
Dolby Surround is gecodeerd. U krijgt een breed
geluidsveld met een natuurgetrouw omringend
geluidseffect.
PLIIx MUSIC Geschikt voor weergave van 2-kanaal
stereosoftware. U krijgt een breed en diep
7,1-kanaal geluid.
Voor weergave van de met Dolby Digital gecodeerde software
moet het broncomponent middels de digitale aansluitingen op
het achterpaneel van deze receiver zijn verbonden. (Zie
bladzijde 11.)
DTS**
DTS is een ander digitale signaalcompressiemethode, ontwikkeld
door Digital Theater Systems, Inc., en levert multikanaal codering
en decodering (1 kanaal tot 6,1 kanalen).
De indicator licht op wanneer een DTS signaal door de
digitale ingang wordt ontvangen en herkend.
DTS Digital Surround
DTS Digital Surround (DTS) is een ander discreet 5,1 kanaal
digitaal audioformaat voor CD, LD en DVD software.
In vergelijking met Dolby Digital heeft het DTS Digital Surround
formaat een lagere audiocompressieverhouding. Hierdoor geeft
DTS Digital Surround extra diepte en breedte aan het geluid. U
zult merken dat het geluid natuurgetrouw, overtuigend en
gashelder overkomt.
DTS Extended Surround (DTS-ES)
DTS-ES is een ander nieuw multikanaal digitaal coderingsformaat.
Het verbetert aanzienlijk het 360-graden surroundbeeld en de
ruimtelijke expressie door het derde surroundkanaal toe te
voegensurroundachterkanaal.
DTS-ES bestaat uit twee signaalformaten met verschillende
surroundsignaal-opnamemethodesDTS-ES Discrete 6.1ch (ES
DISCRETE) en DTS-ES Matrix 6.1ch (ES MATRIX).
DTS-ES Discrete 6.1ch is ontworpen voor het gescheiden
coderen (en decoderen) van 6,1 kanaal signalen zodat
interferentie tussen de diverse kanalen wordt voorkomen.
DTS-ES Matrix 6.1ch
is ontworpen voor het toevoegen van een
extra surroundkanaal aan DTS Digital Surround 5,1 kanaal. Met
gebruik van een matrix codering/decoderingmethode, wordt een
extra surroundachter kanaalsignaal gecodeerd (en gedecodeerd)
in zowel de linker- als rechtersurroundkanaalsignalen.
DTS 96/24
De laatste jaren is er steeds meer interesse in een hogere
bemonsteringswaarde voor zowel opname en reproductie in de
huiskamer. Hogere bemonsteringswaarden geven een breder
frequentiebereik en hogere bitdiepten leveren een breder
dynamisch bereik.
DTS 96/24 is een multikanaal digitaal signaalformaat (fs 96 kHz/
24 bits) dat door Digital Theater Systems, Inc. werd
geïntroduceerd, voor een betere geluidskwaliteit dan CD in uw
huiskamer.
De en 96/24 indicators lichten op wanneer DTS 96/24
signalen worden ontvangen. U kunt het 5,1-kanaalgeluid met de
volledige kwaliteit beluisteren.
NL34-38RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:59 AM35
36
Bij gebruik van de DAP-functie wordt er geluid via alle
aangesloten en geactiveerde luidsprekers weergegeven.
Indien “SURROUND SPK” op
<NO> voor de
luidsprekers is gesteld (zie bladzijde 19), worden de
signalen met het originele JVC 3D-PHONIC systeem (dat
werd ontwikkeld voor het reproduceren van het surroundeffect
via uitsluitend voorluidsprekers) verwerkt.
De 3D-PHONIC licht op het display op.
MONO FILM
Voor een betere akoestisch geluidsveld in uw luisterruimte tijdens
weergave van videosoftware met monogeluid (analoge en
2-kanaal digitale signalen, inclusief het Dual Mono signaal) kunt u
deze functie gebruiken.
Er wordt met deze functie een surroundeffect toegevoegd en de
geluidslokalisatie van bijvoorbeeld de acteurs/actrices wordt
aanzienlijk verbeterd.
Deze functie kan niet voor multikanaal digitale signalen
worden gebruikt.
Met MONO FILM geactiveerd wordt het geluid via alle
aangesloten (en geactiveerde) luidsprekers uitgestuurd.
Indien “SURROUND SPK” op <NO> voor de luidsprekers
is gesteld (zie bladzijde 19), worden de signalen met het
originele JVC 3D-PHONIC systeem (dat werd ontwikkeld voor
het reproduceren van het surroundeffect via uitsluitend
voorluidsprekers) verwerkt.
De 3D-PHONIC licht op het display op.
Indien de binnenkomende signalen van het 2-kanaal digitale
signaal naar een ander digitaal signaalformaat veranderen,
wordt MONO FILM uitgeschakeld en een passende
surroundfunctie geactiveerd.
Stereofunctie voor alle kanalen (ALL CH STEREO)
Deze functie kan een gro ter stereo-geluidsveld reproduceren met
gebruik van alle aangesloten (en geactiveerde) luidsprekers.
Deze functie kan niet worden gebruikt indien “SURROUND
SPK” op <NO> voor de luidsprekers is gesteld (zie
bladzijde 19).
Geluid dat met normale
stereo wordt
gereproduceerd
Geluid dat met All Channel
Stereo wordt
gereproduceerd
Introductie van de DSP-functies
Het geluid wat u hoort in een concertzaal, kerk, enz. bestaat uit
het directe geluid en het indirecte geluidde snelle reflecties en
reflecties via de achterkant en achtermuren. Het directe geluid
bereikt uw gehoor zonder reflecties, dus direct. De indirecte
geluiden daarentegen worden vertraagd door de afstand tot het
plafond en de muren. Deze directe en indirecte geluiden zijn de
belangrijkste elementen van de akoestische surroundeffecten.
De DSP-functie kan deze belangrijke elementen aan het geluid
toevoegen zodat u het gevoel krijgt dat u werkelijk bij de live-
uitvoering aanwezig bent.
De DSP-functies biedt u de volgende functies:
Digital Acoustic Processor (DAP) functiesHALL1, HALL2,
LIVE CLUB, DANCE CLUB, PAVILION, THEATRE1,
THEATRE2
MONO FILMWordt gebruikt voor alle soorten 2-kanaal
signalen (inclusief het Dual Mono signaal)
Stereofunctie voor alle kanalen (ALL CH STEREO)
De DSP indicator licht op het display op wanneer een van de
DSP-functies wordt geactiveerd.
Digital Acoustic Processor (DAP) functies
U kunt de volgende DAP-functies gebruiken voor een weergave
met een akoestisch geluidsveld in uw huiskamer.
HALL1 Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een
grote, schoenendoos-vormige zaal die
voornamelijk voor klassieke concerten is
ontworpen. (Het aantal stoelen is ongeveer
2000).
HALL2 Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een grote
wijngaard-vormige zaal die voornamelijk voor
klassieke concerten is ontworpen. (Het aantal
stoelen is ongeveer 2000).
LIVE CLUB Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een live
muziekclub met een laag plafond.
DANCE CLUB Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een
swingende discotheque.
PAVILION Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een hal
met een hoog plafond voor bijvoorbeeld
tentoonstellingen.
THEATRE1 Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een groot
theater met ongeveer 600 stoelen.
THEATRE2 Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een klein
theater met ongeveer 300 stoelen.
OPMERKING
Indien THEATRE1 of THEATRE2 wordt geactiveerd tijdens
weergave van een 2-kanaal analoge of digitale bron, wordt de
ingebouwde Dolby Pro Logic II decoder ingeschakeld en licht de
indicator op.
Snelle reflecties
Directe geluiden
Reflecties via achterkant
NL34-38RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:59 AM36
37
EX/ES/PLIIx instelling
AUTO ON PLIIx MOVIE PLIIx MUSIC OFF
Dolby Digital Surround EX DOLBY D EX*
3,5
DOLBY D EX*
3
D+PLIIx MOVIE*
2,3
D+PLIIx MUSIC*
3
DOLBY DIGITAL
Dolby Digital (3/2, 2/2) DOLBY DIGITAL DOLBY D EX*
3
D+PLIIx MOVIE*
2,3
D+PLIIx MUSIC*
3
DOLBY DIGITAL
Dolby Digital (3/1, 2/1, 3/0, 1/0) DOLBY DIGITAL
Dolby Digital (Dual Mono) DUAL MONO
DTS-ES Discrete*
1
DTS-ES DSCRT*
3
DTS-ES DSCRT*
3
DTS+PLIIx MOVIE*
2,3
DTS+PLIIx MUSIC*
3
DTS SURROUND
DTS-ES Matrix*
1
DTS-ES MATRIX*
3
DTS-ES MATRIX*
3
DTS+PLIIx MOVIE*
2,3
DTS+PLIIx MUSIC*
3
DTS SURROUND
DTS (3/2, 2/2)*
1
DTS SURROUND DTS+NEO:6*
3
DTS+PLIIx MOVIE*
2,3
DTS+PLIIx MUSIC*
3
DTS SURROUND
DTS (3/1, 2/1, 3/0, 1/0) DTS
DTS (Dual Mono)
DUAL MONO
Type binnenkomend signaal
PLIIx MOVIE*
4
/PLIIx MUSIC*
4
/NEO:6 CINEMA/NEO:6 MUSIC
Analogue/LINEAR PCM
Dolby Digital (2/0)
Dolby Digital
DTS
*
1
DTS 96/24 functioneert niet wanneer EX/ES/PLIIx is geactiveerd. Kies OFF voor de EX/ES/PLIIx instelling (zie bladzijde 20) indien
u DTS 96/24 wilt gebruiken.
*
2
Indien S BACK OUT op <1SPK> is gesteld, verandert D+PLIIx MOVIE naar DOLBY D EX en DTS+PLIIx MOVIE naar
DTS+ EX.
*
3
Indien S BACK SPK op <NO> is gesteld, wordt Virtual Surround Back voor de functies geactiveerd en licht de VIRTUAL SB
indicator op het display op.
*
4
Indien S BACK SPK op <NO> is gesteld, verandert PLllx MOVIE naar PLll MOVIE en PLllx MUSIC naar PLll MUSIC.
*
5
Voor bepaalde Dolby Digital Surround EX software wordt Dolby Digital 5.1-kanaal reproductie gebruikt (DOLBY DIGITAL), ook al
heeft u <AUTO> gekozen. Kies in dat geval <NO> indien u DOLBY D EX wilt gebruiken.
Virtual Surround Back
Met dit surroundformaat worden de signalen voor het surroundachterkanaal via de normale surroundluidsprekers weergegeven
zodat u toch zonder gebruik van surroundachterluidsprekers een goed surroundachtereffect krijgt. De VIRTUAL SB (
Surroundachter
)
indicator licht op het display op.
Indien u de normale surroundluidsprekers heeft aangesloten (en geactiveerd), kunt u Virtual Surround Back gebruiken zonder dat
een surroundachterluidspreker is aangesloten.
Virtual Surround Back wordt geactiveerd indien EX/ES/PLIIx op een andere instelling dan <OFF> is gesteld voor weergave van
software met de volgende signalen:
-Dolby Digital Surround EX
-DTS-ES
-Dolby Digital of DTS met meer dan 4-kanalen
Meer over de DSP-functies
De volgende DSP-functies zijn, ongeacht het binnenkomende signaaltype, beschikbaar.
HALL1, HALL2, LIVE CLUB, DANCE CLUB, PAVILION, THEATRE1, THEATRE2
•“MONO FILM kan niet worden gebruikt indien het binnenkomende signaal een multikanaal signaal (meer dan twee kanalen) is.
•“ALL CH STEREO kan niet worden gebruikt indien SURROUND SPK op <NO> is gesteld.
Gebruik van de Surround-/DSP-functies
De beschikbare Surround-/DSP-functies zijn afhankelijk van de luidsprekerinstellingen en de binnenkomende signalen. Zie de tabel
hieronder.
Het tussen haakjes aangegeven cijfer na het soort binnenkomende signaal toont het aantal voorkanalen en surroundkanalen. (3/2)
betekent bijvoorbeeld dat de signalen met drie voorsignalen (links/rechts/midden) en twee (stereo) surroundsignalen zijn gecodeerd.
Zie bladzijde 20 voor details aangaande EX/ES/PLIIx.
PLII MOVIE/
PLII MUSIC/
NEO:6 CINEMA/
NEO:6 MUSIC
NL34-38RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:59 AM37
38
Activeren van de Surround-/DSP-functies
De beschikbare Surround-/DSP-functies zijn afhankelijk van de
luidsprekerinstellingen en de binnenkomende signalen. Zie
bladzijde 37 voor details.
Door een van de Surround-/DSP-functies te activeren,
worden automatisch de vastgelegde instellingen en
keuzes opgeroepen.
Voor het instellen van het luidsprekeruitgangsniveau, zie
bladzijde 25.
Indien een van de Surround-/DSP-functies is
geactiveerd, kunt u CENTER TONE instellen. (zie bladzijde
27)
Indien een van de Surround-/DSP-functies (uitgezonderd
Pro Logic IIx Music, Pro Logic II Music, NEO:6 Music en
ALL CH STEREO) is geactiveerd, kunt u CENTER ALIGN
instellen. (zie bladzijde 27)
Indien NEO:6 MUSIC is geactiveerd, kunt u CENTER
GAIN instellen. (zie bladzijde 27)
Indien een van de DSP-functies (uitgezonderd All
Channel Stereo) is geactiveerd, kunt u de volgende
instellingen maken:
EFFECT (zie bladzijde 26)
LIVENESS (zie bladzijde 26)
ROOM SIZE (zie bladzijde 26)
Indien “PLIIx MUSIC” en “PLII MUSIC” is geactiveerd,
kunt u de volgende instellingen maken:
CENTER WIDTH (zie bladzijde 27)
DIMENSION (zie bladzijde 27)
PANORAMA (zie bladzijde 26)
Kiezen van de Surround-/DSP-functies
Met de afstandsbediening:
1
Kies een bron en start de weergave DVD
MULTI.
Controleer dat u de juiste ingangsfunctie (analoog of
digitaal) heeft gekozen.
2
Druk herhaaldelijk op SURROUND om de
gewenste Surround-/DSP-functie te kiezen.
Bijv.: Met “DOLBY DIGITAL” gekozen voor Dolby Digital
multikanaal software:
*
1
AUTO SURROUND is de fabrieksinstelling.
*
2
De beschikbare Surround-functies zijn afhankelijk van de
luidsprekerinstellingen en de binnenkomende signalen. Zie
bladzijde 37 voor details.
*
3
MONO FILM kan niet worden gebruikt indien het
binnenkomende signaal een multikanaal signaal (meer dan
twee kanalen) is.
*
4
ALL CH STEREO kan niet worden gebruikt indien
SURROUND SPK op <NO> is gesteld.
Annuleren van Surround-/DSP-functies
Druk herhaaldelijk op SURROUND zodat SURROUND OFF op
het display verschijnt.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden
uitgevoerd. U moet weer vanaf stap
2
beginnen indien de
instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
1
Kies een bron en start de weergave DVD
MULTI.
Controleer dat u de juiste ingangsfunctie (analoog of
digitaal) heeft gekozen.
2
Druk op SURROUND.
MULTI JOG werkt nu voor het kiezen van Surround-/DSP-
functies.
3
Draai MULTI JOG om de gewenste Surround-/
DSP-functie te kiezen.
Bijv.: Met “DOLBY DIGITAL gekozen voor Dolby Digital
multikanaal software:
*
1
AUTO SURROUND is de fabrieksinstelling.
*
2
De beschikbare Surround-functies zijn afhankelijk van de
luidsprekerinstellingen en de binnenkomende signalen. Zie
bladzijde 37 voor details.
*
3
MONO FILM kan niet worden gebruikt indien het
binnenkomende signaal een multikanaal signaal (meer dan
twee kanalen) is.
*
4
ALL CH STEREO kan niet worden gebruikt indien
SURROUND SPK op <NO> is gesteld.
Annuleren van Surround-/DSP-functies
Draai MULTI JOG zodat SURROUND OFF op het display
verschijnt.
Indien u “AUTO SURROUND” heeft gekozen
U kunt de surroundfuncties nu gemakkelijk gebruiken.
Zie bladzijde 37 voor details aangaande de surroundfuncties.
De AUTO SURR indicator licht op het display op indien AUTO
SURROUND is geactiveerd.
Hoe werkt “AUTO SURROUND”?
Indien een multikanaal signaal wordt ontvangen, wordt
automatisch een passende surroundfunctie gekozen.
Indien een Dolby Digital 2-kanaal signaal met surround wordt
ontvangen, wordt PLIIx MOVIE of PLII MOVIE gekozen.
Indien een Dolby Digital 2-kanaal signaal zonder surround
wordt ontvangen, wordt SURROUND OFF (stereo)
gekozen.
Indien een lineair PCM-signaal wordt ontvangen, wordt
SURROUND OFF (stereo) gekozen.
OPMERKING
AUTO SURROUND werkt niet in de volgende gevallen:
Bij weergave van een analoge bron,
Indien een van de vastgestelde digitale decoderingsfuncties is
gekozen—“DOLBY DIGITAL of DTS (zie bladzijde 15).
1
2
L
LS RS
S.WFR LFE
CR
DIGITAL
DIGITAL AUTO
SURROUND OFF
Surround-functie
*
2
AUTO SURROUND
*
1
HALL1 HALL2 LIVE CLUB DANCE CLUB
PAVILION THEATRE1 THEATRE2
MONO FILM
*
3
ALL CH STEREO
*
4
L
LS RS
S.WFR LFE
CR
DIGITAL
DIGITAL AUTO
SURROUND OFF
AUTO SURROUND
*
1
HALL1 HALL2 LIVE CLUB DANCE CLUB
PAVILION THEATRE1 THEATRE2
MONO FILM
*
3
ALL CH STEREO
*
4
Surround-functie
*
2
1,32
NL34-38RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:59 AM38
39
Bediening van
andere JVC
toestellen
123
456
789
10
0
10
123
456
789
10
0
10
U kunt de bijgeleverde afstandsbediening behalve voor de
receiver ook voor het bedienen van andere JVC apparaten
gebruiken.
Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de andere toestellen.
Bepaalde JVC videorecorders accepteren twee soorten
bedieningssignalen—afstandsbedieningssignalen “A” en “B”.
Deze afstandsbediening is geschikt voor videorecorders
waarvan “A” voor de bedieningssignalen is ingesteld.
Bepaalde JVC DVD-recorders kunnen vier verschillende
soorten afstandsbedieningssignalen accepteren. Deze
afstandsbediening kan worden gebruikt voor een DVD-
recorder waarvoor de basiscode als afstandsbedieningscode
is ingesteld. Zie de bij de DVD-recorder geleverde
gebruiksaanwijzing voor details.
Richt de afstandsbediening voor het bedienen van andere
componenten naar de afstandsbedieningssensor op het te
bedienen component.
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
VCR : Voor het in- en uitschakelen van de
videorecorder.
Na een druk op VCR kunt u de volgende bedieningen voor de
videorecorder uitvoeren.
CHANNEL +/–: Voor het veranderen van kanaalnummer
van de videorecorder.
1 – 9, 0: Voor het kiezen van kanaalnummers van
de videorecorder.
3: Voor het starten van de weergave.
7: Voor het stoppen van de weergave.
8: Voor het pauzeren van de weergave. Druk
op 3 om de weergave weer voort te
zetten.
FF: Voor het snel doorspoelen van een
videoband.
REW: Voor het terugspoelen van een videoband.
REC PAUSE: Voor het pauzeren van de opname. Druk
nogmaals op deze toets en vervolgens op
3 om de opname weer te starten.
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
TV : Voor het in- en uitschakelen van de TV.
TV VOL +/–: Voor het instellen van het volume van de
TV.
TV/VIDEO: Voor het veranderen van de
ingangsfunctie (video-ingang en TV-tuner)
van de TV.
Na een druk op TV kunt u de volgende bedieningen voor de TV
uitvoeren.
CHANNEL +/–: Voor het veranderen van kanaalnummer.
1 – 9, 0, 100+ (+10): Voor het kiezen van kanaalnummers.
RETURN (10): Voor het afwisselend kiezen van het vorige
kanaal en het huidige kanaal.
7 Videorecorder
7 TV
NL39-43RX-D301S[E]f.p65 8/18/05, 4:13 PM39
40
123
456
789
10
0
10
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
DVR/DVD : Voor het in- en uitschakelen van de
DVD-recorder of DVD-speler.
Na een druk op DVR/DVD kunt u de volgende bedieningen voor
de DVD-recorder en DVD-speler uitvoeren.
3: Voor het starten van de weergave.
7: Voor het stoppen van de weergave.
8: Voor het pauzeren van de weergave.
Druk op 3 om de weergave weer voort
te zetten.
¢: Voor het verspringen naar het begin van
het volgende hoofdstuk.
4: Voor het terugkeren naar het begin van
het huidige (of voorgaande) hoofdstuk.
TOP MENU/MENU: Voor het tonen van het op de disc
opgenomen menu.
5//3/2: Voor het kiezen van een onderdeel van
het menuscherm.
ENTER: Invoeren van het gekozen onderdeel,
kanaalnummer, hoofdstuk-/titelnummer
of fragmentnummer (indien vereist).
Alleen voor bediening van een DVD-recorder:
CHANNEL +/–: Veranderen van kanaalnummers.
1 – 9, 0: Kiezen van een kanaalnummer (wanneer
gestopt) of een nummer van een
hoofdstuk/titel, fragmentnummer (tijdens
weergave). Druk op ENTER om het
nummer in te voeren.
REC PAUSE: Voor het activeren van opnamepauze.
Druk op 3 om de opname voort te zetten.
Alleen voor bediening van een DVD-speler:
1 – 10, 0, +10: Kiezen van een nummer van een
hoofdstuk/titel, fragmentnummer, menu-
onderdeel, enz.
Gebruik de bij uw DVD-recorder of DVD-speler geleverde
afstandsbediening indien deze toetsen niet normaal
functioneren. Zie tevens de bij uw DVD-recorder of DVD-
speler geleverde gebruiksaanwijzing voor details
aangaande bedieningen.
7 DVD-recorder of DVD-speler
Nadat de functieschakelaar in de juiste stand is gedrukt, kunt
u de volgende bedieningen voor de DVD-recorder of DVD-speler
uitvoeren.
Zie tevens de bij de DVD-recorder of DVD-speler geleverde
gebruiksaanwijzing voor details.
7 Veranderen van de afstandsbedieningscode voor
een DVD-recorder
Bepaalde JVC DVD-recorders accepteren vier soorten
bedieningssignalen. U kunt een van de vier codes invoeren
voor de bij deze receiver geleverde afstandsbediening zodat
u de DVD-recorder met deze afstandsbediening kunt
bedienen. Zie de bij de DVD-recorder geleverde
gebruiksaanwijzing voor details.
Fabrieksinstelling: 03
1
Druk de functieschakelaar naar “DVR”.
2
Houd DVR/DVD ingedrukt.
3
Druk op DVR/DVD.
4
Voer de gewenste afstandsbedieningscode
met de 1 – 4 en 0 cijfertoetsen in.
Bijv.: Druk op 0 en vervolgens op 2 voor het invoeren van 2
als code.
Code voor DVR
In te voeren nummer
101
202
303
404
5
Laat DVR/DVD los.
De afstandsbedieningscode is nu vastgelegd.
Voor bediening van de
DVD-recorder drukt u de
functieschakelaar naar
“DVR”.
Voor bediening van de
DVD-speler drukt u de
functieschakelaar naar
“DVD”.
NL39-43RX-D301S[E]f.p65 8/18/05, 4:13 PM40
41
Bediening van
componenten van
een ander merk
U kunt de bijgeleverde afstandsbediening ook voor het
bedienen van apparatuur van andere merken gebruiken door
de afstandsbedieningssignalen te veranderen.
Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de andere betreffende
componenten.
Voor bediening van deze componenten met de
afstandsbediening, moet u eerst de merkcodes of
fabrikantcodes voor de TV, videorecorder, STB en DVD-speler
instellen.
Na het vervangen van de batterijen van de afstandsbediening
moet u de merkcode opnieuw instellen.
Voor bepaalde apparatuur kunnen mogelijk niet alle functies
met de toetsen worden geactiveerd.
Veranderen van de zendbare signalen voor
bediening van een TV
1
Houd TV ingedrukt.
2
Druk op TV.
3
Voer de merkcode met de 1 – 9 en 0
cijfertoetsen in.
Zie Merkcodes voor TV hier rechts.
4
Laat TV los.
U kunt altijd de volgende bedieningen voor de TV uitvoeren.
TV : Voor het in- en uitschakelen van de
TV.
TV VOL +/–: Voor het instellen van het volume
van de TV.
TV/VIDEO: Voor het veranderen van de
ingangsfunctie (TV of VIDEO).
Na een druk op TV kunt u de volgende bedieningen voor de
TV uitvoeren.
CHANNEL +/–: Voor het veranderen van
kanaalnummer.
1 – 9, 0, 100+ (+10): Voor het kiezen van
kanaalnummers.
Zie de bij uw TV geleverde gebruiksaanwijzing voor details.
5
Probeer de TV te bedienen door op TV te
drukken.
U heeft de juiste code ingevoerd indien de TV nu wordt in- of
uitgeschakeld.
Indien er meerdere codes voor het merk van uw TV worden
gegeven, moet u de diverse codes proberen totdat u de juiste
heeft gevonden.
Merk Codes
JVC 01
Akai 02, 05
Blaupankt 03
Daewoo 09, 30, 31
Fenner 04, 30, 31
Fisher 05
Grundig 06
Hitachi 07, 08
Irradio 02, 05
Magnavox 09
Mitsubishi 10, 32
Mivar 03
Nokia 11, 33
Nordmende 12, 13, 17, 25, 26, 27
Orion 14
Panasonic 15, 16
Philips 09
Saba 12, 13, 17, 25, 26, 27
Samsung 09, 18, 31
Sanyo 05
Schneider 02, 05
Sharp 19
Sony 20, 21, 22, 23, 24
Telefunken 12, 13, 17, 25, 26, 27
Thomson 12, 13, 17, 25, 26, 27, 29
Toshiba 28
Fabrieksinstelling: 01
Merkcodes voor TV
De merkcodes kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
worden veranderd. Indien de codes werden veranderd, is
het mogelijk dat u het betreffende component niet met
deze afstandsbediening kunt bedienen.
NL39-43RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:59 AM41
42
Veranderen van de zendbare signalen voor
bediening van een videorecorder
1
Houd VCR ingedrukt.
2
Druk op VCR.
3
Voer de merkcode met de 1 – 9 en 0
cijfertoetsen in.
Zie Merkcodes voor videorecorder hier rechts.
4
Laat VCR los.
U kunt altijd de volgende bedieningen voor de videorecorder
uitvoeren.
VCR : Voor het in- en uitschakelen van de
videorecorder.
Na een druk op VCR kunt u de volgende bedieningen voor de
videorecorder uitvoeren.
CHANNEL +/–: Voor het veranderen van kanaalnummer
van de videorecorder.
1 – 10, 0, +10: Voor het kiezen van kanaalnummers van
de videorecorder.
3: Voor het starten van de weergave.
7: Voor het stoppen van de weergave.
8: Voor het pauzeren van de weergave.
FF: Voor het snel doorspoelen van een
videoband.
REW: Voor het terugspoelen van een
videoband.
REC PAUSE: Voor het pauzeren van de opname.
Druk nogmaals op deze toets en
vervolgens op 3 om de opname weer te
starten.
Zie de bij uw videorecorder geleverde gebruiksaanwijzing
voor details.
5
Probeer de videorecorder te bedienen door op
VCR te drukken.
U heeft de juiste code ingevoerd indien de videorecorder nu
wordt in- of uitgeschakeld.
Indien er meerdere codes voor het merk van uw
videorecorder worden gegeven, moet u de diverse codes
proberen totdat u de juiste heeft gevonden.
Merk Codes
JVC 01
Akai 02, 36
Bell+Howell 03, 16
Blaupankt 04
CGM 03, 05, 16
Daewoo 34
DIGITAL 05
Fisher 03, 16
G.E. 06
Grundig 07
Hitachi 08, 09
Loewe 05, 10, 11
Magnavox 04, 05
Mitsubishi 12, 13, 14, 15
Nokia 16
Nordmende 17, 18, 19, 31
Orion 20
Panasonic 21
Philips 05, 22
Phonola 05
Saba 17, 18, 19, 23, 31
Samsung 24, 25
Sanyo 03, 16
Sharp 26, 27
Siemens 07
Sony 28, 29, 30, 35
Telefunken 17, 18, 19, 31, 32
Toshiba 33
Fabrieksinstelling: 01
Merkcodes voor videorecorder
De merkcodes kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
worden veranderd. Indien de codes werden veranderd, is
het mogelijk dat u het betreffende component niet met
deze afstandsbediening kunt bedienen.
NL39-43RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 10:59 AM42
43
Merk Codes
JVC 01
Kenwood 02, 03
Mitsubishi 06
Panasonic 07
Philips 05
Pioneer 08
Sony 09
Toshiba 04
Yamaha 10
Fabrieksinstelling: 01
De merkcodes kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
worden veranderd. Indien de codes werden veranderd, is
het mogelijk dat u het betreffende component niet met
deze afstandsbediening kunt bedienen.
Veranderen van de afstandbedieningssignalen
voor bediening van een DVD-speler
1
Druk de functieschakelaar naar “DVD”.
2
Houd DVR/DVD ingedrukt.
3
Druk op DVR/DVD.
4
Voer de fabrikantcode met de 1 – 9 en 0
cijfertoetsen in.
Zie “Merkcodes voor DVD-speler” hieronder.
5
Laat DVR/DVD los.
U kunt nu de volgende bedieningen voor uw DVD-speler
uitvoeren.
DVR/DVD
: Voor het in- en uitschakelen van de
DVD-speler.
3: Voor het starten van de weergave.
4: Terugkeren naar het begin van het
huidige hoofdstuk (of snel voorwaarts
voor bepaalde modellen).
¢: Verspringen naar het begin van het
volgende hoofdstuk (of snel
achterwaarts voor bepaalde modellen).
7: Voor het stoppen van de weergave.
8: Voor het pauzeren van de weergave.
TOP MENU/MENU
: Oproepen van het op de DVD VIDEO
opgenomen menu.
5//3/2: Voor het kiezen van een onderdeel van
het menuscherm.
ENTER
: Invoeren van het gekozen onderdeel.
1 – 9, 0, +10: Kiezen van een hoofdstuknummer.
Zie tevens de bij de DVD-speler geleverde
gebruiksaanwijzing voor details.
6
Probeer uw DVD-speler te bedienen door op
DVR/DVD te drukken.
De code is juist vastgelegd indien uw DVD-speler nu wordt in-
of uitgeschakeld.
Merkcodes voor DVD-speler
Indien er meerdere codes voor het merk van uw DVD-speler
worden gegeven, moet u de diverse codes proberen totdat u de
juiste heeft gevonden.
OPMERKING
U kunt deze afstandsbediening niet gebruiken voor het bedienen
van DVD-recorders van een ander merk.
Veranderen van de zendbare signalen voor
bediening van een STB
1
Houd STB ingedrukt.
2
Druk op STB CONT.
3
Voer de merkcode met de 1 – 9 en 0
cijfertoetsen in.
Zie “Merkcodes voor STB” hieronder.
4
Laat STB los.
U kunt altijd de volgende bedieningen voor de STB uitvoeren.
STB :
Voor het in- en uitschakelen van de STB.
Na een druk op STB CONT kunt u de volgende bedieningen
voor de STB uitvoeren.
CHANNEL +/–: Voor het veranderen van
kanaalnummer van de STB.
1 – 10, 0: Voor het kiezen van kanaalnummers
van de STB.
Zie de bij uw STB geleverde gebruiksaanwijzing voor details.
5
Probeer de STB te bedienen door op STB
te drukken.
U heeft de juiste code ingevoerd indien de STB nu wordt in-
of uitgeschakeld.
Indien er meerdere codes voor het merk van uw STB worden
gegeven, moet u de diverse codes proberen totdat u de juiste
heeft gevonden.
Merk Codes
JVC 01, 02
Amstrad 03, 04, 05, 06, 31
BT 01
Canal Satellite 20
Canal+ 20
D-Box 24
Echostar 17, 18, 19, 21
Finlux 11
Force 28
Galaxis 27
Grundig 07, 08
Hirschmann 07, 17, 37
ITT Nokia 11
Jerrold 16
Kathrein 13, 14, 34
Luxor 11
Mascom 32
Maspro 13
Nokia 24, 26, 33
Pace 10, 25, 31
Panasonic 15
Philips 09, 23
RFT 12
Saba 35
Sagem 22, 29
Salora 11
Selector 29
Skymaster 12, 36
Thomson 35
TPS 22
Triax 30
Wisi 07
Fabrieksinstelling: 01
Merkcodes voor STB
NL39-43RX-D301S[E]f.p65 26/8/05, 3:01 PM43
44
Oplossen van
problemen
Gebruik deze tabel voor het oplossen van mogelijke
problemen. Neem contact op met een JVC-onderhoudsdienst
indien u het probleem niet op kunt lossen.
PROBLEEM
De spanning kan niet worden
ingeschakeld.
De receiver wordt uitgeschakeld (en
de standbyfunctie wordt geactiveerd).
“OVER HEAT” knippert op het display
en vevolgens wordt de receiver
uitgeschakeld.
Geen geluid via de luidsprekers.
Uitsluitend geluid via één luidspreker.
Geluid wordt afwisselend vervormd
door externe storing, bijvoorbeeld
onweer of lichtflitsen.
Beeld is wazig.
Afstandsbediening werkt niet naar
behoren.
Afstandsbediening werkt niet.
Voortdurend gesis of ruis tijdens FM-
ontvangst.
Af en toe krakende ruis tijdens FM-
ontvangst.
MOGELIJKE OORZAAK
De stekker van het netsnoer is niet
aangesloten.
De luidsprekers zijn overbelast door een te
hoog volume.
De luidsprekers zijn overbelast vanwege
kortsluiting bij de luidsprekeraansluitingen.
De receiver is door een hoog voltage
overbelast.
De receiver is door een hoog volume of
langdurig gebruik oververhit.
De luidsprekersnoeren zijn niet
aangesloten.
De verbindingen zijn verkeerd.
Een verkeerde bron is gekozen.
Het geluid wordt gedempt.
Een verkeerde ingangsfunctie (analoog of
digitaal) is gekozen.
De luidsprekersnoeren zijn juist niet
aangesloten.
Indien u een digitale coaxiale verbinding
heeft gemaakt, wordt het geluid mogelijk af
en toe vervormd door storing van buiten,
bijvoorbeeld een lichtflits, maar het geluid
wordt weer automatisch hersteld.
RGB-signalen worden ontvangen met Y/C
SEPARATE geactiveerd.
De afstandsbediening is niet voor de
gewenste functie geactiveerd.
Er is een obstakel waardoor de
afstandsbedieningssensor op het receiver
geen signalen ontvangt.
De batterijen zijn bijna leeg.
De functieschakelaar is in de verkeerde
stand gesteld.
Het signaal dat wordt ontvangen is te zwak.
De zender ligt te ver weg.
U gebruikt een verkeerde antenne.
De antennes zijn niet goed aangesloten.
De ruis wordt veroorzaakt door
langsrijdende auto’s.
OPLOSSING
Steek de stekker in een stopcontact.
1. Stop de weergave van de bron.
2. Schakel het toestel weer in en stel het
volume in.
Controleer vervolgens de
luidsprekeraansluitingen. Raadpleeg de
plaats van aankoop indien de
luidsprekersnoeren geen kortsluiting maken.
Trek de stekker uit het stopcontact en
raadpleeg vervolgens de plaats van
aankoop.
Verlaag het volume van de receiver of
schakel de receiver even uit en dan weer
in. Indien de receiver vervolgens na het
uitvoeren van de hiervoor beschreven
handeling weer direct uitschakelt, moet u
de stekker uit het stopcontact trekken en
de plaats van aankoop raadplegen.
Trek eerst de stekker uit het stopcontact en
controleer vervolgens de verbindingen van
de luidsprekers en sluit opnieuw aan indien
nodig (zie bladzijde 6).
Trek de stekker uit het stopcontact en
controleer vervolgens de
audioverbindingen (zie bladzijden 7 tot 13).
Kies de juiste bron.
Druk op MUTING om weer geluid te horen
(zie bladzijde 15).
Kies de juiste ingangsfunctie (analoog of
digitaal).
Trek eerst de stekker uit het stopcontact en
controleer vervolgens de verbindingen van
de luidsprekers en sluit opnieuw aan indien
nodig (zie bladzijde 6).
Dit duidt niet op een defect.
Annuleer Y/C SEPARATE (zie bladzijde 23).
Druk de functieschakelaar in de juiste stand
en druk vervolgens op de overeenkomende
bronkeuzetoets alvorens de bediening uit te
voeren.
Verwijder het obstakel.
Vervang de batterijen.
Druk de functieschakelaar in de juiste stand.
Verbind een FM-buitenantenne of
raadpleeg de plaats van aankoop.
Kies een andere zender.
Raadpleeg de plaats van aankoop omtrent
een geschikte antenne.
Controleer de verbindingen.
Plaats de antenne uit de buurt van verkeer.
Stroom
Geluid en beeld
Afstandsbediening
Tuner
NL44-45RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 11:00 AM44
45
Ontwerp en technische gegevens zijn zonder
voorafgaande kennisgeving wijzigbaar.
Technische
gegevens
Video
Video-ingangsgevoeligheid/Impedantie:
Composiet video: DVR/DVD, VCR, VIDEO:
1 V(p-p)/75
S-video: DVR/DVD, VCR, VIDEO:
Y (illuminantie): 1 V(p-p)/75
C (chrominantie, burst): 0,3 V(p-p)/75
RGB: DVR/DVD, VCR: 0,7 V(p-p)/75
Componenten: DVR/DVD, VIDEO:
Y (illuminantie): 1 V(p-p)/75
PB, PR: 0,7 V(p-p)/75
Video-uitgangsniveau/Impedantie:
Composiet video: DVR, VCR, TV:
1 V(p-p)/75
S-video: DVR, VCR, TV:
Y (illuminantie): 1 V(p-p)/75
C (chrominantie, burst): 0,3 V(p-p)/75
RGB: TV: 0,7 V(p-p)/75
Componenten: MONITOR OUT:
Y (illuminantie): 1 V(p-p)/75
PB, PR: 0,7 V(p-p)/75
Synchronisatie: Negatief
FM tuner (IHF)
Afstembereik: 87,50 MHz tot 108,00 MHz
Bruikbare gevoeligheid:
Mono: 17,0 dBf (1,9 µV/75 )
50 dB onderdrukkingsgevoeligheid:
Mono: 21,3 dBf (3,2 µV/75 )
Stereo: 41,3 dBf (31,8 µV/75 )
Stereoscheiding bij REC OUT: 35 dB bij 1 kHz
AM (MG) tuner
Afstembereik: 522 kHz tot 1 629 kHz
Algemeen
Spanningsvereisten: AC 230 V , 50 Hz
Stroomverbruik: 180 W (bij werking)
0,9 W (tijdens standby)
Afmetingen (B x H x D): 435 mm x 91,5 mm x 371 mm
Gewicht: 6,8 kg
USB WIRELESS SYSTEM
De USB draadloze zender die bij deze receiver is geleverd,
ondersteunt Direct Sequence Spreading Spectrum (DSSS) met
gebruik van de 2,4 GHz frequentieband.
Versterker
Uitgangsvermogen
Bij stereo-gebruik:
Voorkanalen: 110 W per kanaal, min. RMS,
aangedreven in 6 bij 1 kHz met niet
meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming. (IEC268-3)
Bij surround-gebruik:
Voorkanalen: 110 W per kanaal, min. RMS,
aangedreven in 6 bij 1 kHz met niet
meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming.
Middenkanaal: 110 W, min. RMS, aangedreven in 6 bij
1 kHz met niet meer dan 0,8% totale
harmonische vervorming.
Surroundkanalen: 110 W per kanaal, min. RMS,
aangedreven in 6 bij 1 kHz met niet
meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming.
Surroundachterkanalen:
110 W per kanaal, min. RMS,
aangedreven in 6 bij 1 kHz met niet
meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming.
Audio
Audio-ingangsgevoeligheid/Impedantie:
DVR/DVD (DVD MULTI), VCR, VIDEO, TV:
270 mV/47 k
Audio-ingang (DIGITAL IN)*:
Coaxiaal: DIGITAL IN 1(DVR/DVD):
0,5 V(p-p)/75
Optisch: DIGITAL IN 2(VIDEO), 3(TV):
–21 dBm tot –15 dBm
(660 nm ±30 nm)
USB: USB WIRELESS
USB TERMINAL
* In overeenstemming met Lineair PCM, Dolby Digital en
DTS (met bemonsteringfrequentie—32 kHz, 44,1 kHz,
48 kHz).
Audio-uitgangsniveau:
DVR, VCR: 270 mV
Signaal-tot-ruis verhouding (’66 IHF/DIN):
80 dB/62 dB
Frequentierespons (6 ): 20 Hz tot 20 kHz (±1 dB)
Bassversterking: +4 dB ±1 dB bij 100 Hz
Egalisatie (bij DSP-gebruik):
Middenfrequentie: 63 Hz, 250 Hz, 1 kHz, 4 kHz, 16 kHz
Instelbereik: ±8 dB
NL44-45RX-D301S[E]f.p65 6/13/05, 11:00 AM45
0805RYMMDWJEIN
NL
© 2005 Victor Company of Japan, Limited
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
RX-D301S / RX-D302B
cover_RX-D301S[E]NL.p65 05.8.26, 9:23 AM2
39

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw JVC RX-D301S bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van JVC RX-D301S in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,65 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info