20. Netvoeding. Sluit dit apparaat alleen
aan op een lichtnet als gespecificeerd op
het typeplaatje. Bent u niet zeker van het
juiste type voeding, raadpleeg dan uw
leverancier of uw elektriciteitsbedrijf.
Raadpleeg bij apparatuur die op
batterijen of andere voedingsbronnen
werkt eerst de handleiding.
21. Aarding en polariteit. (alleen in Groot
Brittannië). Het product kan uitgerust zijn
met een gepolariseerde wisselspan-
ningstekker, waarvan de ene pen breder
is dan de andere, en die daardoor slechts
op één manier in het stopcontact kan
worden gestoken. Lukt het niet om de
stekker in te steken, draai deze dan om.
Lukt het dan nog niet, laat de elektricien
het verouderde stopcontact dan vervan-
gen. Verander deze veiligheidsvoorzie-
ning niet.
22. Bescherm het netsnoer. Leg een net-
snoer zodat er niet op getrapt kan wor-
den, of door scherpe voorwerpen of
poten beschadigd kunnen raken. Let
vooral op de plaats waar het snoer het
apparaat of de stekker verlaat. Om
gevaarlijke situaties te voorkomen wordt
aangeraden alleen het bij het apparaat
geleverde snoer te gebruiken. Gebruikt u
een vervanging, zie er dan op toe dat dit
even dik is. Wij raden het gebruik van
verlengsnoeren af. Leg in het algemeen
snoeren nooit onder het tapijt door en
plaats er geen zware meubels op. Laat
beschadigde snoeren direct door een
gekwalificeerde technicus vervangen
door een identiek type. Trek bij het uitne-
men van de stekker uit het stopcontact
altijd aan de stekker en niet aan het
snoer.
23. Afwezigheid. Neem de stekker uit het
stopcontact wanneer het apparaat voor
langere tijd niet zal worden gebruikt.
24. Onweer. Neem de stekker ook uit het
stopcontact – net als de eventuele anten-
nekabel – in geval van onweer. Dat voor-
komt dat er schade aan het apparaat ont-
staat door blikseminslag via het lichtnet
of de kabelverbinding.
25. Overbelasting. Zorg ervoor dat het
stopcontact en/of de groep niet wordt
overbelast, waardoor brand kan
ontstaan.
26. Beschadigingen. Neem de stekker uit
het stopcontact en laat het systeem con-
troleren door een gekwalificeerde techni-
cus in de volgende gevallen:
a. Het netsnoer of de stekker zijn bescha-
digd.
b. Apparatuur is gevallen of er vloeistof in
is gekomen.
c. Apparatuur aan regen of vocht
blootgesteld is geweest.
d. Het apparaat niet normaal werkt
terwijl de aanwijzingen worden op-
gevolgd. Gebruik bedieningsorganen
uitsluitend als aangegeven in de hand-
leiding, daar verkeerd gebruik kan
resulteren in beschadiging en vaak
kostbare reparatie met zich
meebrengt.
e. Het apparaat is gevallen, of de kast is
beschadigd.
f. Wanneer het apparaat merkbaar niet
normaal werkt, of het gedrag duidelijk
is veranderd.
27. Service. Probeer nooit het apparaat
zelf te repareren, daar het openen u kan
blootstellen aan gevaarlijke spanningen.
Laat alle service over aan een gekwalifi-
ceerde technicus.
28. Vreemde voorwerpen en vloeistof.
Zorg ervoor dat er geen vreemde voor-
werpen en/of vloeistof in het apparaat
kan komen daar dit tot ernstige schade
en gevaarlijke situaties kan leiden. Zet
nooit bloempotten, vazen en andere
zaken op elektrische of elektronische
apparatuur: levensgevaarlijk!
29. Warmte. Houd het apparaat altijd uit
de buurt van kachels, ovens en andere
warmtebronnen (zoals versterkers).
Vermijd gebruik in extreem warme en
koude plaatsen en direct zonlicht.
Controleer of het apparaat op de
gekozen plaats aan alle zijden voldoende
ventilatie krijgt.
Netherlands