726733
5
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/15
Pagina verder
Installatie & gebruik
Itho Daalderop
Booster warmtepomp (BWP)
A+
|
3
Deze handleiding bevat belangrijke informatie over de veilige
en vakkundige installatie en ingebruikname van het product.
De volgende definities worden in deze handleiding gebruikt om
de aandacht te vestigen op gevaren, instructies of aanwijzingen
welke betrekking hebben op personen, toestel, installatie en/of
omgeving.
ä
Gevaar!
Wijst op gevaar dat zwaar lichamelijk tot dodelijk
letsel bij personen kan veroorzaken.
ä
Waarschuwing!
Wijst op gevaar dat zwaar lichamelijk letsel bij
personen en/of zware materiële schade aan product,
installatie of omgeving kan veroorzaken.
ä
Let op!
Instructie welke van belang is voor de installatie,
functioneren, bediening of onderhoud van het product.
Het negeren van deze instructie kan licht lichamelijk
letsel bij personen en/of zware materiële schade aan
product, installatie of omgeving veroorzaken.
Opmerking
Instructie welke van belang is voor de installatie,
functioneren, bediening of onderhoud van het product.
Het negeren van deze instructie kan licht lichamelijk
letsel bij personen en/of zware materiële schade aan
product, installatie of omgeving veroorzaken.
Tip
Aanwijzing welke van belang kan zijn voor de
installatie, functioneren, bediening of onderhoud van
het product, niet gerelateerd aan lichamelijk letsel bij
personen of materiële schade.
ä
Let op!
De Booster warmtepomp (BWP) mag enkel geïnstalleerd,
in bedrijf gesteld en onderhouden worden door een
erkende installateur.
Tip
Vraag de gebruiker om het installatie- en gebruikers voorschrift en
de gebruikershandleiding zorgvuldig te bewaren, bijvoorbeeld
bij het toestel, zodat deze bij de hand zijn indien nodig.
De installateur is aansprakelijk voor de installatie en de
ingebruikname van het product en/of systeem.
De installateur moet de volgende instructies in acht nemen:
Lees de instructies van het toestel in de meegeleverde
handleiding en neem deze in acht.
Installatie overeenkomstig de geldende wetgeving en
normen uitvoeren.
Voer de eerste ingebruikname uit en voer alle benodigde
controlepunten uit.
De installateur moet de gebruiker instructies geven over:
- de werking van het product en/of systeem;
- de bediening;
- het in bedrijf stellen, vullen en ontluchten;
- het buiten bedrijf stellen en aftappen;
- de jaarlijkse inspectie en het onderhoud;
- de storingsafhandeling.
Overhandig alle documenten die met het product en/of
systeem zijn meegeleverd aan de gebruiker.
Door ons continue proces van verbeteren van onze producten
kunnen afbeeldingen in dit document afwijken van het
geleverde toestel.
Indien beschikbaar kunt u de nieuwste versie downloaden via
onze website www.ithodaalderop.nl.
Mocht u na het lezen van dit installatievoorschrift nog vragen
hebben, dan kunt u contact opnemen met Itho Daalderop.
Voorwoord
4
| |
5
Inhoudsopgave 1. Veiligheid en voorschriften
1. Veiligheid en voorschriften 5
1.1. Veiligheid 5
1.2. Voorschriften 5
1.3. Opstellingsruimte 5
2. Productinformatie 6
2.1. Afmetingen en aansluitingen 6
2.2. Technische gegevens 8
2.3 Recyclen 9
2.4 Productkaart informatie 9
2.5. Leveringsprogramma 9
2.6. Uitpakken en inspecteren 9
2.7. Onderdelen 10
2.8. Werking 11
2.9. Tapklassen 11
3. Installatie 12
3.1. Geluidsreductie 12
3.2. Montage adviezen 12
3.3. Basisconcepten 12
3.3.1. Basisconcept 2 12
3.3.2. Basisconcept 3 13
3.3.3. Basisconcept 7 13
3.3.4. Basisconcept 9 14
3.4. Warmtepomp opstellen 14
3.4.1. Muurmontage met muurframe 14
3.4.2. Muurmontage met vloerframe 14
3.5. Warmtepomp aansluiten 15
3.6. Sensoren boilervat aansluiten 15
3.7. Elektrische schema’s 16
4. Bediening 17
4.1. Overzicht regelaar 17
4.2. Beginscherm bedrijfsgegevens 18
4.3. Menu installateursinstellingen 19
4.4. Menu gebruikersinstellingen 21
5. Inbedrijfstellen 22
5.1. Warmtedistributienet 22
5.2. Boilervat 22
6. Storingen 23
7. Service-onderdelen 24
8. Garantie 25
8.1. Geldigheid 25
8.2. Uitsluiting 25
8.3. Garantieverlening 26
9. EG verklaring 27
1.1. Veiligheid
ä
Let op 230V elektrische spanning!
De Booster warmtepomp (BWP) bevat componenten die onder
een spanning van 230V staan. Voordat u werkzaamheden aan
de warmtepomp gaat uitvoeren, dient u de volgende stappen
uit te voeren:
1. Schakel de Booster warmtepomp uit.
2. Verwijder de stekker van de warmtepomp uit
het stopcontact.
Warme leidingen en pijpen
De aan- en afvoerleidingen van de warmtepomp kunnen zeer
heet worden. Wees hierop bedacht als u werkzaamheden aan
of in de buurt van de warmtepomp gaat uitvoeren.
Warm water
De temperatuur van het tapwater is ongeveer 60°C en kan
soms hoger zijn.
1.2. Voorschriften
U dient er als installateur voor te zorgen dat de gehele installatie
voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften zoals die zijn
opgenomen in:
• Deze installatiehandleiding;
NEN1006+A3:2011 Algemene voorschriften voor
drinkwaterinstallaties;
• NEN1010:2007+C1:2008 Veiligheidsbepalingen voor
laagspanningsinstallaties;
NEN 3028 Veiligheidseisen voor centrale verwarmingsinstallaties;
• Plaatselijk geldende voorschriften.
• VEWIN werkbladen
1.3. Opstellingsruimte
Voor de opstellingsruimte voor de Booster warmtepomp gelden
de volgende aanbevelingen en voorschriften:
De opstellingsruimte is vorstvrij.
Opstellingsruimte is voorzien van een lichtpunt.
Opstellingsruimte is voorzien van een waterafvoer.
Indien de opstelling plaats vindt in een woning zal de
opstellingsruimte het geluid van de BWP met ten minste
3dB(A) moeten reduceren.
6
| |
7
2. Productinformatie
2.1. Afmetingen en aansluitingen
Afmetingen en aansluitingen op vloerframe
Afmetingen en aansluitingen op muurframe
section A-A
1
1
0
1
05
485
25
40
afstand tot muur
(positie 2)
20
afstand tot muur
(positie 1)
285
20 20
352
69
AA
BB
4
5
0
3
7
7
1
9
7
23
186
20
495
20
580
244
section B-B
voorverwarmer
retour
voorverwarmer
aanvoer
verdamper
aanvoer
verdamper
retour
A A
537
200700
8
| |
9
2.2. Technische gegevens
Specificaties Eenheid BWP-20 BWP-20-VV
Constructieve informatie
Gewicht kg 33 38
Afmetingen bxhxd mm 580 x 372 x 352 580 x 372 x 352
Aansluiting tapwater mm 2x 15 koper boven aansluiting
Aansluiting thermische voeding inch 2x 3/4 vlakke koppeling met binnendraad (wartel)
Aansluiting voorverwarmer inch 2x 3/4 vlakke koppeling met binnendraad (wartel)
Bedrijfsconditie primair
Omgevingscondities in bedrijf °C 0 - 30 0 - 30
Opslag temperatuur °C 0 - 55 0 - 55
Thermische voeding °C 14 - 40 14 - 40
Flow minimaal l/h 150 150
Tapwatertemperatuur °C 31 - 70 31 - 70
Flow l/min. min. 0,8 - max. 7,5 min. 0,8 - max. 7,5
Koelmiddel gr. R-134a 600 R-134a 600
Relatieve vochtigheid 0 - 95 % niet condenserend 0 - 95 % niet condenserend
Beschermingsklasse IP40 IP40
COP - jaarrendement 2,3 - 5,1 Opwekkingsrendement. Zie ook
de gelijkwaardigheidsverklaringen
2,3 - 9,0 Opwekkingsrendement. Zie ook
de gelijkwaardigheidsverklaringen
Vermogen thermisch kW 1,7 - 2,3 1,7 - 2,3
Elektrisch
Elektrische aansluiting V, watt 230, 500 230, 500
Snoer met RA stekker m Ca. 1,5 Ca. 1,5
Technische parameters* BWP-20
Toegepast voorraadvat
Omschrijving Symbool Eenheid
SVV150 WPV90
Opgegeven capaciteitsprofiel waterverwarming XL M
Energie-efficiëntie van waterverwarming gemiddeld klimaat ηwh % 124 102
Jaarlijkse elektriciteitsverbruik gemiddeld klimaat
AEC
kWh 1384 524
Energie-efficiëntie van waterverwarming kouder klimaat ηwh % 124 102
Energie-efficiëntie van waterverwarming warmer klimaat ηwh % 124 102
Jaarlijkse energieverbruik kouder klimaat AEC kWh 1384 524
Jaarlijkse energieverbruik warmer klimaat
AEC
kWh 1384 524
Opslagvolume V l 150 90
Gemengd water van 40 °C V40 l 217 151
Dagelijks energie verbruik Qelec kWh 6,289 2,383
* Weergegeven gegevens zijn volgens de Ecodesign-richtlijn bepaald bij een brontemperatuur van 10°C. De BWP is echter ontwikkeld voor toepassing in
combinatie met een warmere bron en deze gegevens dienen dus niet voor selectie of systeemontwerp te worden gebruikt.
2.3. Recyclen
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op
verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u hierover informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Deze materialen dient u op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen af te voeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het
symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet
bij het gewone huisvuil mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling
van de gemeente worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van huishoudelijke apparaten voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid
die door een ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat, terug-
gewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
2.4. Productkaart informatie
Itho Daalderop BWP-20
Toegepast voorraadvat
Omschrijving Symbool Eenheid
SVV150 WPV90
Opgegeven capaciteitsprofiel XL M
Energie-efficiëntieklasse waterverwarming gemiddeld klimaat A+ A+
Energie-efficiëntie van waterverwarming gemiddeld klimaat ηwh % 124 102
Jaarlijkse elektriciteitsverbruik gemiddeld klimaat AEC kWh 1384 524
2e capaciteitsprofiel L L
2e Energie-efficiëntieklasse waterverwarming gemiddeld klimaat A A
2e Energie-efficiëntie van waterverwarming gemiddeld klimaat ηwh % 109 107
2e Jaarlijkse elektriciteitsverbruik gemiddeld klimaat AEC kWh 963 981
Temperatuurinstellingen van het toestel * °C 56 59
Geluidsvermogensniveau binnen LWA dB 40 40
Energie-efficiëntie van waterverwarming kouder klimaat * ηwh % 124 102
Energie-efficiëntie van waterverwarming warmer klimaat * ηwh % 124 102
Jaarlijkse energieverbruik kouder klimaat * AEC kWh 1384 524
Jaarlijkse energieverbruik warmer klimaat * AEC kWh 1384 524
* bij eerst opgegeven capaciteitsprofiel
ä
Let op!
De Ecodesign-richtlijn beschrijft geen testmethoden voor water-
water warmtepompen die gebruik maken van een bron die
warmer is dan 10°C.
De in de tabel weergegeven gegevens zijn daarom bepaald bij de
hoogst toegestane brontemperatuur van 10°C.
De BWP is echter ontwikkeld voor toepassing in combinatie
met een warmere bron en deze gegevens dienen dus niet voor
selectie of systeemontwerp te worden gebruikt.
2.5. Leveringsprogramma
• Booster warmtepomp
• Gebruikers- en installatiehandleiding
• Afdichtingsring 24x16x2 EPDM (PC 70SH WRAS 0804523)
• Inbussleutel voor het openen van de kap
De Itho Daalderop Booster warmtepomp is ontworpen voor
het veilig leveren van comfortabel warm tapwater.
Het leveringsprogramma bestaat uit:
• BWP-20:
2 KW verwarmingsvermogen voor tapwater bereiding.
• BWP-20-VV:
2 KW verwarmingsvermogen voor tapwater bereiding
inclusief voorverwarmer.
2.6. Uitpakken en inspecteren
1. Pak de Booster warmtepomp voorzichtig uit.
2. Controleer of alle onderdelen van de leveringsomvang
aanwezig zijn.
3. Inspecteer op eventuele beschadigingen.
4. Meld schade direct aan de leverancier.
10
| |
11
2.8. Werking
De warmtepomp bestaat uit vier hoofdcomponenten (verdamper,
compressor, condensor en expansieventiel) die d.m.v. leidingen
met elkaar verbonden zijn waardoor er een hermetisch gesloten
circuit ontstaat.
In het circuit zit een speciaal voor dit doel samengesteld koude-
middel, dat bij verwarmen verdampt bij een temperatuur die bij
het ontwerp is bepaald.
Verdamper
In de verdamper wordt het koudemiddel opgewarmd door een
warmtebron (bijv. warmte-distributienet) waardoor het verdampt.
De energie (warmte) van de thermische voeding wordt over-
gedragen aan het koudemiddel en het verdampen daarvan.
Compressor
In de compressor wordt de warme damp samengeperst
(gecomprimeerd) waardoor de energie (warmte) van de damp
en de druk in het circuit omhoog gaat. De drukverhoging zorgt
voor een goede doorstroming van het koudemiddel in het
circuit.
Condensor
In de condensor wordt de damp afgekoeld waardoor dit weer
condenseert naar vloeistof en wordt de energie (warmte)
overgedragen van de damp op het tapwater.
Expansieventiel
Het expansieventiel zorgt voor de juiste omloopsnelheid
van het koudemiddel.
Rendement
Het rendement van een warmtepomp wordt uitgedrukt in COP
(coëfficient of performance) en is o.a. afhankelijk van het
temperatuurverschil tussen de verdamper en condensor.
Bijvoorbeeld: een COP van 4 betekent dat met 1 kWh elektra
4 kWh warmte beschikbaar is voor het verwarmen van
het tapwater.
Boilervat
Door het warme tapwater in een boilervat op te slaan ontstaat
een energiezuinige en duurzame warm watervoorziening.
Voor een gemiddeld huishouden zal de warmtepomp 3 á 4 uur
per etmaal in werking zijn.
Voorverwarmer (alleen in BWP-V V )
Door het koude tapwater van 10°C met de thermische voeding
voor te verwarmen ontstaat een nog zuiniger systeem en wordt
de capaciteit met ca. 25% vergroot.
Omdat beide zijden van de warmtepomp tapwater veilig zijn,
zijn er ook andere toepassingen mogelijk. Raadpleeg voor
de verschillende toepassingen www.ithodaalderop.nl.
2.9. Tapklassen
De warmtepomp is getest volgens de richtlijnen van de energie-
prestatienorm NEN 7120, tapklasse 4 bij een buffer van 150 Liter.
Door het toepassen van een voorverwarmer met een grote of
kleine buffer kan voor iedere capaciteit meer warm tapwater
worden gemaakt.
Schematische weergave werking Booster warmtepomp
2.7. Onderdelen
De Booster warmtepomp (BWP) bestaat uit de componenten zoals aangegeven in de tekening hieronder:
Componenten BWP warmtepomp
* Type afhankelijk; alleen in “VV” versies aanwezig.
1. Basisplaat met doorvoeringen (niet getoond)
2. Opstelnokken (niet getoond)
3. Beugel voor regeltechniek (niet getoond)
4. Regelaar met display
5. Condensator
6. Hulprelais
7. Compressor
8. Verdamper
9. Condensor
10. Filter / receiver
11. Expansieventiel
12. Hogedruk sensor
13. Flowswitch
14. Voorverwarmer met dubbele scheiding *
15. Aanvoer voorverwarmer *
¾” wartel vlakke koppeling (optie)
16. Retour voorverwarmer *
¾” wartel vlakke koppeling (optie)
17. Aanvoer verdamper
¾” wartel vlakke koppeling
18. Retour verdamper
¾” wartel vlakke koppeling
19. Tapwater circulatiepomp
20. Koudwater aanvoer Ø 15 mm
21. Warmwater afvoer Ø 15 mm
23. Sensor T11 (laad temperatuur)
24. Sensor T14 (systeem temperatuur)
25. Netsnoer met randaarde
12
| |
13
3.3.2. Basisconcept 3
Warmtapwaterbereider met geregelde en beveiligde aanvoer-
temperatuur (thermische voeding) naar de warmtepomp
Zodra temperatuursensor T12 beneden de ingestelde waarde komt
zal de warmtepomp starten. De regeling zal de mengafsluiter V11
zo aansturen dat de temperatuur van de thermische voeding nooit
boven de ingestelde en maximale waarde komt. Door het instellen
van de gewenste aanvoertemperatuur van de thermische voeding
kan er gekozen worden voor een minimale retourtemperatuur
of een maximale aanvoertemperatuur en een zo hoog mogelijk
rendement. Door de speciale ingebouwde regeling en de toeren-
geregelde pomp wordt er direct en altijd comfortabel warmtapwater
gemaakt. Zodra sensor T13 de ingestelde waarde heeft bereikt
stopt de warmtepomp.
Toepassingen
Voor installaties waarvan de temperatuur van de thermische
voeding hoger kan worden dan de maximaal toegestane
temperatuur van 40°C.
Woningen aangesloten op de retour van een stadsverwarmingsnet.
Weersafhankelijk geregelde collectieve installaties.
Zonthermisch gevoede installaties.
Kenmerken
Thermische voeding direct aangesloten op het warmtenet.
Aanvoertemperatuur mag fluctueren
Retourtemperatuur instelbaar zeer geschikt voor energie-
bedrijven i.v.m. demarcatie-eis
Zeer hoge COP
Minimale aanvoertemperatuur >14°C.
Maximum tapwatertemperatuur 70°C.
3.3.3. Basisconcept 7
Warmtapwaterbereider met voorverwarmer
(enkel voor “VV” typen)
Zodra temperatuursensor T12 beneden de ingestelde waarde
komt start de warmtepomp. Door de ingebouwde regeling en de
toerengeregelde pomp wordt er direct comfortabel warmtapwater
gemaakt. Zodra sensor T13 de ingestelde waarde heeft bereikt
stopt de warmtepomp. Bij het ontwerp van de installatie is
het van belang dat er te allen tijde, wanneer de warmtepomp
in bedrijf is, stroming over de verdampingswisselaar (12) staat
met een minimale temperatuur van 14°C. Bij uitval van de
warmtepomp zal de voorverwarmer worden ingezet als back-up.
Toepassingen
Warmtenetten waarvan de centrale opwekking van warmte
efficiënter plaatsvindt dan de COP van de BWP warmtepomp
(b.v. restwarmte).
Kenmerken
Universele warmtapwaterbereider temperatuur van de
thermische voeding >14 - <40°C.
Opslagcapaciteit naar keuze
Maximum tapwatertemperatuur 65°C.
Voorverwarming van tapwater door warmtenet
Door de voorverwarmer wordt warmtapwater- capaciteit met
20 á 25% vergroot Voorverwarmer is back-up bij storing van de
warmtepomp.
Legenda
1 Warmtepomp
2 Boilervat
11 Compressor
12 Verdamper
13 Condensor
14 Expansieventiel
T11 Tapwater laadtemperatuur
T12 Start sensor
T13 Stop sensor
T14 Temperatuur van de
thermische voeding
P10 Tapwater laadpomp
P11 Circulatiepomp
thermische voeding
V11 Modulerende afsluiter
1a Aanvoer thermische bron
1b Retour thermische bron
KW Koudwaterinlaat
WW Warmtapwater
Legenda
1 Warmtepomp
2 Boilervat
11 Compressor
12 Verdamper
13 Condensor
14 Expansieventiel
15 Voorverwarmer
T11 Tapwater laadtemperatuur
T12 Start sensor
T13 Stop sensor
T15 Temperatuur warmtenet
P10 Tapwater laadpomp
V12 Afsluiter voorverwarmer
1a Aanvoer thermische bron
1b Retour thermische bron
1e Aanvoer warmtenet
1f Retour warmtenet
KW Koudwaterinlaat
WW Warmtapwater
3. Installatie
3.1. Geluidsreductie
Itho Daalderop heeft veel aandacht besteed aan geluidsreductie
van de warmtepomp. Niet alleen de interne constructie maar ook
de externe installatie bepalen het uiteindelijke resultaat.
Stel het toestel met het muurframe BWP (576-9800) alleen
hangend op aan een betonnen of stenen wand (met min.
massa van 200 kg/m
2
), of via het vloerframe BWP (576-9810)
op een betonnen vloer.
Zorg dat bij een vloeropstelling de poten gesteld zijn en alle 4
de vloer raken.
Gebruik voor de primaire aansluiting zo veel mogelijk kunst-
stof leidingen.
Indien de leidingen van het oplaadsysteem moeten worden
gebeugeld aan resonerende wanden sluit dan de warmtepomp
aan met ten minste 20 cm KIWA goedgekeurde flexibele slang.
Indien voldaan moet worden aan de geluidsnorm van 32 dB(A)
moet de boosterwarmtepomp in een afgesloten ruimte worden
opgesteld.
3.2. Montage adviezen
Plaats de buffer dicht bij de warmtepomp; beste erboven.
Plaats de warmtepomp niet in dezelfde ruimte als de water-
meter als de warmtepomp moet worden aangesloten op een
warmtenet.
Plaats de warmtepomp en het boilervat zo dicht mogelijk
bij elkaar. De onderlinge afstand mag, bij Ø15 mm leiding,
maximaal 10 meter enkele leidinglengte bedragen. Grotere
afstanden gaan ten koste van het rendement.
Indien de warmtepomp zijn warmte onttrekt of afgeeft aan
het afgiftesysteem, plaats dan de warmtepomp dan zo dicht
mogelijk bij de verdeler van b.v. de vloerverwarming.
Het boilervat moet worden voorzien van een goedgekeurde
inlaatcombinatie.
Alleen afdichtingsring 24x16x2 EPDM (PC 70SH WRAS 0804523)
morgen worden toegepast. Deze pakkingen zijn altijd grijs.
3.3. Basisconcepten
Met de Booster warmtepomp kan zowel actief gekoeld als
verwarmd worden en omdat beide zijden geschikt zijn voor
tapwater ontstaan er vele toepassingsmogelijkheden. Deze
mogelijkheden zijn uitgewerkt in 10 basisconcepten, waarvan
er hier 4 worden beschreven. Raadpleeg voor de overige
basisconcepten www.ithodaalderop.nl via het BWP blad wordt
link zichtbaar. De basisconcepten zijn in de Booster warmtepomp
voorgeprogrammeerd en uitgewerkt in installatievoorbeelden.
3.3.1. Basisconcept 2
Warmtapwater (na)verwarmer
Zodra temperatuursensor T12 beneden de ingestelde waarde
komt start de warmtepomp. Door de ingebouwde regeling en de
toerengeregelde pomp wordt er direct comfortabel warmtapwater
gemaakt. Zodra sensor T13 de ingestelde waarde heeft bereikt
stopt de warmtepomp. Bij het ontwerp van de installatie is het
van belang dat er te allen tijde, wanneer de warmtepomp in
bedrijf is, stroming over de verdampingswisselaar (12) staat
met een minimale temperatuur van 14°C.
Toepassingen
• Laagtemperatuur warmte- en koudenetten.
• Naverwarmer van tapwater.
• Warmtapwaterbereiding in combinatie met warmteterugwinning.
Kenmerken
• Universele warmtapwaterbereider
• Thermische voeding >14 - <40°C.
• Opslagcapaciteit naar keuze.
• Maximum tapwatertemperatuur 70°C.
Legenda
1 Warmtepomp
2 Boilervat
11 Compressor
12 Verdamper
13 Condensor
14 Expansieventiel
T11 Tapwater laadtemperatuur
T12 Start sensor
T13 Stop sensor
P10 Tapwater laadpomp
1a Aanvoer thermische bron
1b Retour thermische bron
KW Koudwaterinlaat
WW Warmtapwater
14
| |
15
3.3.4. Basisconcept 9
Warmtapwaterbereider met voorverwarmer en geregelde
temperatuur van de thermische voeding naar de warmtepomp
(enkel voor de “VV” typen)
Zodra T12 onder de ingestelde waarde komt is er boilervraag en zal
de voorverwarmer het tapwater zo veel mogelijk voorverwarmen.
Indien de aanvoertemperatuur boven een ingestelde waarde komt
wordt de warmtepomp geblokkeerd en maakt alleen de voorver-
warmer het warmtapwater.
De regeling zal de mengafsluiter V11 zo aansturen dat de
temperatuur van de thermische voeding nooit boven de ingestelde
en maximale waarde komt. Door het instellen van de gewenste
aanvoertemperatuur van de thermische voeding kan er gekozen
worden voor een minimale retourtemperatuur of een maximale
aanvoertemperatuur voor een zo hoog mogelijk rendement. Door
de speciale ingebouwde regeling en de toerengeregelde pomp
wordt er direct en altijd comfortabel warmtapwater gemaakt.
Zodra sensor T13 de ingestelde waarde heeft bereikt stopt
de warmtepomp.
Toepassingen
Voor installaties waarvan de temperatuur van de thermische
voeding hoger kan worden dan de maximaal toegestane
temperatuur van 40°C.
Woningen aangesloten op de retour van een stadsverwarmingsnet.
Weersafhankelijk geregelde collectieve installaties.
Zonthermisch gevoede installaties.
Kenmerken
• Thermische voeding direct aangesloten op het warmtenet.
Aanvoertemperatuur mag fluctueren. Retourtemperatuur
instelbaar. Zeer geschikt voor energiebedrijven i.v.m.
demarcatie-eis. Zeer hoge COP Aanvoertemperatuur min.
>14°C, max 40°C Maximum tapwatertemperatuur 70°C.
3.4. Warmtepomp opstellen
De BWP kan zowel hangend als staand worden opgesteld. In verband
met geluid alleen hangend opstellen indien de massa van de muur
groter is dan 200kg/m2.
3.4.1. Vloermontage met vloerframe (BWP)
Volg onderstaande stappen voor het bevestiging vloerframe:
1. Plaats de warmtepomp met de 4 opstelnokken van de vloerframe.
2. Bevestig de warmtepomp vast op de vloerframe met
de M5 moer in het midden.
3. Optioneel kan de vloerframe aan de achterwand gefixeerd
worden. Door het draaien van de beugel kan de afstand
tussen 10 en 50 mm variëren.
3.4.1.
Muurmontage met muurframe (BWP)
Volg onderstaande stappen voor het bevestiging muurframe:
1. Monteer U-profiel (2 stuks) aan de muur (6 bouten).
2. Hang de liggers (2 stuks) in de U-profiel op de hoogte.
3. Positioneer de BWP op het muurframe.
Legenda
1 Warmtepomp
2 Boilervat
11 Compressor
12 Verdamper
13 Condensor
14 Expansieventiel
15 Voorverwarmer
T11 Tapwater laadtemperatuur
T12 Start sensor
T13 Stop sensor
T14 Temperatuur thermische
voeding
P10 Tapwater laadpomp
P11 Circulatiepomp thermische
voeding
V11 Mengafsluiter thermische
voeding
V12 Afsluiter voorverwarmer
1a/b Thermische voeding
1e Aanvoer warmtenet
1f Retour warmtenet
KW Koudwaterinlaat
WW Warmtapwater
Bevestig de warmtepomp op de muurframe
Opstelnokken in de kokerprofielen
Bevestig de warmtepomp op de vloerframe
3.5. Warmtepomp aansluiten
1. Sluit de aanvoer- [2] en retourleiding [1] van de verdamper
aan inclusief de meegeleverde afdichtingsring 24x16x2
EPDM (PC 70SH WRAS 0804523).
2. Sluit de aanvoer- en retourleiding van de optionele
voorverwarmer aan inclusief de meegeleverde
afdichtingsring 24x16x2 EPDM (PC 70SH WRAS 0804523).
3. Sluit het boilervat aan. Raadpleeg hiervoor de installatie
handleiding van het boilervat. Indien het boilervat zich boven
de warmtepomp bevindt adviseren wij u een mogelijkheid in
te bouwen om het boilervat afsluit- en aftapbaar te maken.
3.6. Sensoren boilervat aansluiten
Sluit de boilervatsensoren aan. Boilerensor met Label T2 = T12
en boilersensor met label T3 = T13. Aan de bovenzijde van de
warmtepomp zijn twee doorvoeropeningen [1] voor de kabels
van de boilervatsensoren. Via de bovenzijde van de beugel [2],
waarop de regelaar is bevestigd, kunnen de sensoren
worden aangesloten op de klemmenstrook. Raadpleeg
het elektrisch aansluitschema (zie hiervoor paragraaf 3.7.).
Bij andere dan de SVV en WPV boilervaten is het ook mogelijk
met 1 sensor te regelen, met een schakeldifferentie van 5K.
ä
Let op!
Verwissel de sensoren T12 en T13 niet!
Aansluiten leidingen voorverwarmer
2
1
Aansluiten sensoren boilervat
Aansluiten leidingen verdamper
ä
Let op!
Enkel afdichtingsring 24x16x2 EPDM (PC 70SH WRAS 0804523)
mogen worden toegepast. Deze pakkingen zijn altijd grijs.
ä
Let op!
Indien de retourleiding van de verdamper condens- gevoelig is,
moet deze dampdicht geïsoleerd worden.
ä
Let op!
Enkel afdichtingsring 24x16x2 EPDM (PC 70SH WRAS 0804523)
mogen worden toegepast. Deze pakkingen zijn altijd grijs.
Andere kleuren zijn voor andere toepassingen.
16
| |
17
3.7. Elektrische schema’s
Sluit de overige bekabeling vanuit de vloerframe of
installatie aan volgens het elektrisch aansluitschema,
indien nodig. Zie hoofdstuk technische specificaties.
Blok A
Storingsmelding:
Aansluitingen 3/4, uitgang 230 V.
Warmtevraag (potentiaal-vrij):
Aansluitingen 11/12. Wanneer de warmtepomp de warmte
voor de verdamper onttrekt aan de vloerverwarming, dan kan
op deze aanluitingen de vloerverwarmingsregelaar worden
aangesloten als bedrijfssignaal. Wanneer bij configuratie 3 en 9
geen modulerende afsluiter wordt gebruikt, kan via deze
aansluitingen een 1/0 afsluiter worden aangestuurd.
Blok C
T15 temp.sensor distributienet:
Voor de systemen 2 t/m 6 kan deze temperatuuringang voor
andere doeleinden worden gebruikt. Voor de overige systemen
moet de sensor op de aansluitingen 10/11 worden aangesloten.
Blokkering waterpomp:
Aansluitingen 14/15. Zie 4.3. Menu installateurs instellingen,
codes i55 en i56 op blz. 12.
Elektrisch aansluitschema
Bedraad van fabriek
Bedraad bij montage
Optie bij montage
(tolerantie ±2°C).
°C kOhm °C kOhm
10 19.90 40 5.32
20 12.49 50 3.60
25 10.00 60 2.45
30 8.06 70 1.75
Basisconcepten Klemmen
2 3 7 9
Zonder
voorver
-
warmer
Met
voorver
-
warmer
Analoge ingangen (Blok C) Blok C
T11 Tapwater laadtemp. 1,2
T12 Boilervat start sernsor 2,3
T13 Boilervat stop sernsor 4,5
T14 Temp. thermische voeding 9,10
T15 Temp. warmtenet 10,11
Digitale ingangen (Blok C) Blok C
Hogedruksensor 5,6
Flow switch 7,8
Blokkering warmtepomp 14,15
Digitale uitgangen (Blok A) Blok A
Compressor (indirect) 1,2
Storingsmelder (230V) opm 3,4
Warmtevraag thermische voeding 11,12
Afsluiter voorverwarmer V12 (230V) 5,6
Afsluiter thermische voeding open V11 (230V) 7,8
Afsluiter thermische voeding dicht V11 (230V) 8,9
Pomp thermische voeding P11 (230V) opm 5,6
Digitale uitgang (Blok C) Blok C
Tapwaterpomp P10 +12,-13
Blok C
Actief verwarmen / koelen
Blokkering warmtepomp
PWM sturing pomp P10
+12, -13
Temp.sensor distributienet
Temp.sensor thermische
voeding
Flow switch
Hogedruk storing
Boilervat stop sensor
Boilervat start sensor
Temp.sensor tapwater
laadtemperatuur
Blok A
c
4. Bediening
4.1. Overzicht regelaar
De Booster warmtepomp warmtepompregelaar
is ontworpen voor het veilig en efficiënt aansturen van
de warmtepomp onder verschillende condities.
De basisregelfuncties zijn:
• Bewaken van condities.
• Aansturen van de warmtepomp.
• Bewaken van de maximale temperatuur thermische voeding.
• Regelen van de optionele voorverwarmer.
• Thermische desinfectie van de buffer.
De menustructuur bestaat uit:
• Beginscherm Bedrijfsgegevens.
• Menu Installateursinstellingen.
• Menu Gebruikersinstellingen.
• Menu Handbediening.
Warmtepompsymbool:
Zichtbaar als de Warmtepomp (compressor) ingeschakeld
is; Knippert als er wel warmtevraag is, maar de wachttijd
van de Warmtepomp is nog niet afgelopen.
Vlamsymbool:
Zichtbaar als er Warmtevraag is.
Symbool voorverwarmer:
Zichtbaar als Afsluiter voorverwarmer (V12) geopend is.
Time out symbool:
Zichtbaar als de Warmtepomp extern geblokkeerd is.
Tapwatersymbool:
Zichtbaar als Thermische desinfectie actief is. Knippert
indien de laatst bepaalde systeem temperatuur T15’ >
minimale systeem Temperatuur voorverwarmen (I5)(50
graden). Hiermee is de gebruiker er zich van bewust dat
niet altijd de maximale tapwater temperatuur kan worden
bereikt.
Pomp 1 symbool:
Zichtbaar als de Tapwateroplaadpomp (P10)
ingeschakeld is.
Pomp 2 symbool:
Zichtbaar als de Pomp thermische voeding (P11)
ingeschakeld is.
Fout symbool:
Zichtbaar in geval van een storing;
knippert in geval van een blokkerende storing.
Code bedrijfsstatus:
Middels een code wordt de actuele bedrijfsstatus
van de warmtepomp weergegeven.
Display Booster warmtepompregelaar
Booster warmtepompregelaar
18
| |
19
4.2. Beginscherm bedrijfsgegevens
Na opstarten toont het display het scherm “bedrijfsgegevens”.
• In de bovenste regel staat door middel van symbolen de status
van de verschillende onderdelen.
• Op de onderste worden de actuele storingen aangegeven,
0 = geen storing.
• Met de + en – toets kunnen de afzonderlijke bedrijfsgegevens
worden uitgelezen.
Sommige systeemafhankelijke items zijn alleen zichtbaar bij
bepaalde configuratie. De kolom geeft aan welke. De in de kolom
aangegeven afkorting wordt getoond in het display.
Nr. Beschrijving Basisconcept Afkorting Opmerking
1 Foutcode 2,3,7,9 C01 Zie foutcode hoofdstuk 6
2 Bedrijfstoestand 2,3,7,9 C02 0: Uit
1: Bepalen Systeem temperatuur
2: Opladen voorverwarmer
3. Voorbereiden opladen
4. Opladen
5: Bepalen Δt Warmtepomp
6: Initialisatie
3 Laadtemperatuur 2,3,7,9 T11 Deze waarde is alleen van belang bij bedrijfstoestand 2 en 4.
4 Starttemperatuur boiler laden 2,3,7,9 T12 Boilervattemperatuur midden
5 Stoptemperatuur boiler laden 2,3,7,9 T13 Boilervattemperatuur onder
6 Aanvoertemperatuur
thermische voeding
2,3,7,9 T14 Deze waarde is alleen van belang zolang de warmtepomp in bedrijf is.
7 Temperatuur thermische voeding 2,3,7,9 T15 In geval van Concept 2 of 3, kan de temperatuur van de thermische
voeding (T15) optioneel aanwezig zijn, indien niet aangesloten, zal er –
in het display staan.
8 Bepaalde Δt Warmtepomp
max mode
2,3,7,9 B11m Aan het einde van iedere laadcyclus bepaalt het systeem de Δt over de
warmtepomp. Een te grote Δt duidt op een te grote weerstand in het
oplaadcircuit en gaat ten koste van het rendement.
9 Bepaalde Δt Warmtepomp
Thermische desinfectie mode
2,3,7,9 B11t Zie Bedrijfsgegeven Nr. 8
10 Bepaalde temperatuur
thermische voeding
7,9 B15 Bij het starten van de laadcyclus wordt de temperatuur van de
thermische voeding bepaald en hier weergegeven.
11 Tapwateroplaadpompsnelheid 2,3,7,9 P10 Opgave in %
12 Modulerende afsluiter 3,9 V11
13 Afsluiter voorverwarmer 7,9 V12 0: dicht
1: open
14 Aantal compressor starts 2,3,7,9 C03 0-999 starts (weergave in 100 tallen)
15 Draaitijd compressor 2,3,7,9 C04 0-999 weken
16 Bedrijfstijd 2,3,7,9 C05 0-999 weken
4.3. Menu installateursinstellingen
Instellingen worden alleen getoond als deze bij de configuratie beho-
ren, getoond in de kolom configuratie. Het menu installateursinstel-
lingen kan als volgt worden geopend:
1. Druk de toets [i] om er zeker van te zijn dat het beginscherm
“bedrijfsgegevens” actief is.
2. Druk de toetsen [Esc], [ ] en [i] gedurende 1 seconde
gelijktijdig in om het menu “installateursinstellingen” te openen.
3. Met de [+] en [–] toets kan door het menu worden gelopen.
4. Druk op de toets [
] om een menu-item te selecteren zodat
de desbetreffende waarde kan worden aangepast.
5. Met de [Esc] toets keert u terug.
6. Met de [i] toets wordt het menu “installateursinstellingen”
afgesloten en keert u terug naar het beginscherm
“bedrijfsgegevens”.
Code
instelling
Omschrijving instelling Fabriek
instelling
Ingesteld Basisconcept
i01
Systeemconfiguratie
Voor de systeemconfiguratie: zie de bijlage “basisconcepten”. Kijk op
www.ithodaalderop.nl voor de bijbehorende installatievoorbeelden.
0 2,3,7,9
i02
Boven- of onderinvoer
0: boveninvoer (SVV- of WPV-VV-boilervaten) - 1: onderinvoer (SVV- of WPV-boilervaten)
Standaard levert Itho Daalderop een boilervat met onderaansluiting. Bij toepassing
van andere vaten met boveninvoer, is het van belang dat het tapwater meteen op
de gewenste temperatuur wordt ingevoerd. (Zie ook i03)
1 2,3__
i03
Gewenste tapwaterlaadtemperatuur
Bij onderinvoer (SVV- of WPV-boilers) is de minimale laadtemperatuur
(SVV- of WPV-VV-boilers) l 32°C. Bij boveninvoer is dat 57°C.
32 / 57 2,3,7,9
i05
Minimale temperatuur thermische voeding voorverwarmen
Indien de gemeten temperatuur van de thermische voeding van het warmtenet hoger is
dan de ingestelde waarde, dan wordt er warmtapwater gemaakt met alleen de voorver-
warmer. Bij een aanvoertemperatuur van de thermische voeding van ten minste 50°C zal
het warmtapwater op ca. 48°C. gebracht kunnen worden.
Thermische desinfectie met de warmtepomp blijft wel actief.
50 __7,9
i08
Minimale aanvoertemperatuur thermische voeding
De thermische voeding van de warmtepomp (bron) moet minimaal de ingestelde waarde
hebben. Bij onderscheiding wordt de warmtepomp afgeschakeld. Vrijgave volgt bij een
temperatuur van 1K boven de minimale waarde.
15 2,3,7,9
i09
Thermische desinfectie temperatuur
Het systeem zorgt er voor dat bij thermische desinfectie het gehele systeem,
inclusief de leidingen, op de ingestelde waarde wordt gebracht.
60 2,3,7,9
i14
Anti kalk temperatuur
Om kalkafzetting te voorkomen kan een temperatuur worden ingesteld waarboven
de pomp op laagtoeren blijft draaien totdat de ingestelde waarde wordt onderschreden.
Standaard staat de waarde zo hoog dat de functie niet actief is. In gebieden met gevaar
voor kalkafzetting op de wisselaar adviseren wij een temperatuur van < 50°C.
70 2,3,7,9
i15
Minimale aantijd compressor
10 2,3,7,9
i25
Minimale opentijd voorverwarmer V12
De opgegeven waarde is de tijd die nodig is vanaf het moment van aansturen van
de voorverwarmingsafsluiter totdat de temperatuur van het warmtenet gemeten
kan worden. Bij lange aanvoerleidingen en lange looptijden moet de waarde verhoogd
worden.
6 __7,9
i26
Afschakelvertraging boiler laden
1 2,3__
20
| |
21
Code
instelling
Omschrijving instelling Fabriek
instelling
Ingesteld Basisconcept
i55
Blokkering warmtepomp
0: relatief - 1: absoluut
Bij een relatieve blokkering wordt de warmtepomp alsnog vrijgeven zodra T12 < 42°C. Het
laden stopt bij 42 + 5K. Bij absolute blokkering wordt de warmtepomp weer vrijgegeven
nadat de blokkering is opgeheven. Thermische desinfectie kan niet worden geblokkeerd.
0 2,3,7,9
i56
Ingang blokkering
0: Normally open (0 - geen blokkering / 1 - blokkering)
1: Normally closed (0 - blokkering / 1 - geen blokkering)
0 2,3,7,9
i57
Blokkeertijd warmtepomp (opnieuw inschakelen na uitschakelen)
Om het inbedrijfstellen te vereenvoudigen is deze wachttijd het eerste uur
na spanningsopkomst niet actief.
10 2,3,7,9
i62
Looptijd Modulerende afsluiter V11
Bij het opstarten van het systeem, ook na spanningsuitval,wordt de afsluiter
2x de opgegeven looptijd dichtgestuurd voordat het oplaadproces kan beginnen.
Bedrijfstoestand 6 (initialisatie)
150 _3,_9
i63
Schakeldiff starttemperatuur (sensor fout)
Indien T12 niet aanwezig is of dat er in één van beide een storing optreedt, dan wordt
er op één sensor verder geregeld met een instelbare schakeldifferentie.
-5 2,3,7,9
i64
Schakeldiff stoptemperatuur (sensor fout)
Indien T12 niet aanwezig is of dat er in één van beide een storing optreedt, dan wordt
er op één sensor verder geregeld met een instelbare schakeldifferentie.
5 2,3,7,9
i65
Offset tapwatertemperatuur
Het laadproces van het boilervat zal stoppen zodra T13 gelijk is aan de minimale
tapwatertemperatuur + de Offset tapwatertemperatuur.
1 2,3,7,9
i66
Schakeldiff tapwatertemperatuur
Het laadproces zal starten zodra de T12 daalt onder de minimale tapwatertemperatuur
+ de Offset tapwatertemperatuur – schakeldifferentie tapwatertemperatuur. (55+3-2=56°C).
1 2,3,7,9
i67
Nadraaitijd tapwateroplaadpomp P10
47 2,3,7,9
Opmerking: in het display wordt de letter i van instelling weergegeven als:
4.4. Menu gebruikersinstellingen
Het menu gebruikersinstellingen kan als volgt worden geopend:
1. Druk de toets [i] om er zeker van te zijn dat het beginscherm
“bedrijfsgegevens” actief is.
2. Druk de toetsen [+] en [-] gedurende 1 seconde gelijktijdig
in om het menu “gebruikersinstellingen” te openen.
3. Met de [+] en [–] toets kan door het menu worden gelopen.
4. Druk op de toets [ ] om een menu-item te selecteren
zodat de desbetreffende waarde kan worden aangepast.
5. Met de [Esc] toets keert u terug.
6. Met de [i] toets wordt het menu “gebruikersinstellingen”
afgesloten en keert u terug naar het beginscherm
“bedrijfsgegevens”.
Code
instelling
Omschrijving instelling Fabriek
instelling
Ingesteld Basisconcept
CON1 0: Eco
1: Max
In Eco mode wordt het boilervat opgeladen totdat T13 de gewenste temperatuur
heeft bereikt. In Max. mode wordt het boilervat opgewarmd totdat T11 de gewenste
temperatuur heeft bereikt. In Eco mode is het rendement van de warmtepomp hoger,
maar de hoeveelheid beschikbaar tapwater minder (afhankelijk van de positie van de
sensor T13). In Max. mode wordt het gehele volume benut, hetgeen echter wel ten koste
gaat van het rendement. Thermische desinfectie gaat altijd volgens de Max. methode.
Dit biedt de zekerheid dat het gehele vat en het leidingnetwerk op de juiste temperatuur
zijn gebracht.
0 2,3,7,9
i04 Minimale tapwatertemperatuur 55 2,3,7,9
i27 Tijdsinterval thermische desinfectie (0 = uit)
De interval is instelbaar tussen 1 en 7 dagen. Het desinfecteren vindt plaats na
de eerste start na verstreken tijd met een maximum van 24 uur.
Opmerking. Itho Daalderop heeft er alles aan gedaan om het systeem zo veilig mogelijk
te maken, maar kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het ontstaan van bacteriële
besmetting in het warmtapwater systeem.”
7 2,3,7,9
Opmerking: in het display wordt de letter i van instelling weergegeven als:
22
| |
23
5. Inbedrijfstellen
5.1. Warmtedistributienet
1. Draai de primaire afsluiters van het warmte distributienet
langzaam open.
2. Controleer de aansluitingen op lekkage, ook in de
warmtepomp.
Onderstaande waarden kunnen globaal worden aangehouden
voor de flow over de verdamper.
Delta T over de
verdamper
Flow in l/min Flow in l/h
2K 13 780
5K 5,2 312
10K 2,6 156
Waterzijdige weerstand over de verdamper
Flow in l/min Flow in l/h Weerstand kPa
5,9 345 1
8,6 516 2
10,6 636 3
13,9 834 5
16,7 1002 7
20,2 1212 10
Indien er een voorverwarmer aanwezig (alleen bij “V V ”-typen) is,
kan de flow eveneens worden begrensd. De volumestroom
is erg afhankelijk van de heersende condities en prioriteiten.
Bijvoorbeeld; bij een tapwatertemperatuur van 10°C. en
een systeem temperatuur van 40°C. is de delta T 21K bij
een volumestroom van 1,2 l/min.
5.2. Boilervat
3. Vul het boilervat totdat er geen lucht meer uit de kraan
komt. Zie de installatiehandleiding van het boilervat voor
het vullen van het vat.
4. Controleer alle aansluitingen op lekkage, ook in de
warmtepomp.
5. Steek de stekker van de BWP in de wandcontactdoos.
6. Configureer de regelaar en stel parameters in
(zie hoofdstuk 4 Bediening).
7. Noteer de aangepaste parameters in de lijst.
• Nadat er een basissysteem is geconfigureerd zal de
warmtepomp meteen aanspringen als er stroming staat
over de verdamper.
• Het duurt ca. 3 uur voordat een 150 vat geheel thermisch is
opgeladen zonder voorverwarmer en ruim 2 uur in combinatie
met een voorverwarmer.
• Het is aan te bevelen tussentijds warmwater te tappen om
resterende lucht uit het systeem te laten.
ä
Let op!
Indien de flow van het distributienet over de verdamper
begrensd moet worden, moet deze worden ingeregeld
d.m.v. de warmtemeter (indien aanwezig).
Zorg er bij inregeling van de warmtemeter voor dat er
geen andere gebruikers open staan.
Als er meer dan één storing aanwezig is, worden deze afwisselend in
het display getoond. Wanneer de regelaar voor de eerste keer wordt
opgestart, verschijnt altijd storing 01 op het display. Dit omdat de
regelaar niet geconfigureerd is. Zie “4.3 menu installateursinstelling”,
item i01 voor het configureren van de regelaar.
De fouten 10 en 11 zijn blokkerende storingen. De blokkering dient
handmatig opgeheven (reset) te worden door het indrukken van
de [Esc] toets gevolgd door het indrukken van de [–] toets.
Fout
code
Oorzaak Gevolg Blokkerend Verhelpen
1 Regelaar niet geconfigureerd. De Regelaar staat uit. Nee Configureer de Regelaar.
2 Pressorstaat contact geopend. De warmtepomp wordt/blijft
afgeschakeld en blokkeertijd gezet,
nadat contact weer gesloten is.
Nee Laat de warmtepomp afkoelen.
De pressorstaat reset vanzelf, maar
kan wel meer dan 30 minuten duren.
3 Tijdens “Voorbereiden opladen” is
er gedurende 10 minuten geen flow
gedetecteerd OF tijdens “Opladen”
is er meer dan 4 seconden geen flow
gedetecteerd.
De warmtepomp gaat uit. Nee Zorg er voor dat er (weer) flow
komt over de verdamper19-12-2012
* afsluiters open
* eventueeluele pomp aan
* filters vervuild?
4 T11 sensor fout. De warmtepomp wordt afgeschakeld. Nee Controleer de bekabelingen en de
aansluiting. Plaats eventueel een
nieuwe sensor.
5 T12 sensor fout. Enkel als sensor ooit
aangesloten is geweest.
T13 sensor plus schakeldiff stop (I64)
wordt gebruikt.
Nee Controleer de bekabelingen en de
aansluiting. Plaats eventueel een
nieuwe sensor.
6 T13 sensor fout. Enkel als sensor
ooit aangesloten is geweest.
T12 sensor plus schakeldiff start (I63)
wordt gebruikt.
Nee Controleer de bekabelingen en de
aansluiting. Plaats eventueel een
nieuwe sensor.
7 T14 sensor fout. De regelaar gaat naar staat Uit . Nee Controleer de bekabelingen en de
aansluiting. Plaats eventueel een
nieuwe sensor.
8 T15 sensor fout. De regelaar functioneert alsof er
geen voorverwarmer aanwezig is.
Nee Controleer de bekabelingen en de
aansluiting. Plaats eventueel een
nieuwe sensor.
9 De compressor is meer dan 4 maal
binnen een periode van één uur
ingeschakeld.
Geen Nee Aanstuurcontact: Te veel weerstand
in het oplaadcircuit. Stromings-
onderbreking over de verdamper.
10 De compressor is meer dan 24 maal
binnen één etmaal ingeschakeld.
De compressor wordt afgeschakeld. Ja De blokkering wordt opgeheven (reset
of handmatig). Reset de warmtepomp
nadat de oorzaak is verholpen.
11 Klep V12 sluit niet: Indien V12 langer
dan 4 uur gesloten is geweest en
er bij het bepalen van de tempera-
tuur van de thermische voeding geen
verschil groter dan 5K wordt gezien
voor het openen van de klep en na het
openen van de klep.
Geen Ja De blokkering wordt opgeheven.
(reset of handmatig).
12 Minimale temperatuur van de thermi-
sche voeding wordt binnen 5 minuten
niet gehaald: T14 < min. aanvoer-
temperatuur warmtenet (I8) (14°C).
De compressor wordt afgeschakeld
en zal het na ca. 30 minuten opnieuw
proberen.
Nee Zorg voor verhoging van de
temperatuur tot minimaal 14°C.
13 Sensoren T12 en T13 zijn beide niet
aanwezig of hebben beide een fout.
De regelaar gaat naar State Uit. Nee Sluit ten minste één van de sensoren
aan.
6. Storingen
24
| |
25
7. Service-onderdelen
Service-onderdelenlijst
1
2
6
7
4
3
5
Nummer Productnaam Omschrijving Artikelnummer
1 Omkasting BWP Metalen behuizing incl. isolatie aan de binnenzijde 576-9020
2 Oplaadpomp BWP Incl. snoer voeding 230V en snoer stuursignaal 576-9030
3 Regeling BWP Geschikt voor wand- en DIN railmontage 576-9040
4 Unit BWP 2kW Afgevuld koudecircuit, excl. Pomp, regeling en aansluitliedingen 576-9060
5 Flowswitch BWP 150 l/h Schakelpunt 150 l/h. contact geschikt voor 230VAC 576-9000
6 Hulprelais BWP 230 VAC 576-9010
7 Sensor 22mm clip 545-2530
Bedankt voor de aankoop van dit Itho Daalderop product.
Veiligheid en kwaliteit hebben de hoogste prioriteit bij
Itho Daalderop. Onze producten worden ontwikkeld en gefabriceerd
volgens moderne productiemethoden en voldoen aan de hoogst
mogelijke kwaliteitseisen. Indien u tóch problemen heeft met de
werking van ons product, adviseren wij u contact op te nemen met
de installateur die het product geïnstalleerd heeft.
Mocht niet (meer) bekend zijn wie het product geïnstalleerd heeft,
adviseren wij u contact op te nemen met één van onze servicepunten
bij u in de buurt. U kunt deze servicepunten vinden op onze website
www.ithodaalderop.nl.
Voor alle Itho Daalderop producten geldt een standaard
fabrieksgarantie van 2 jaar. In deze termijn wordt uw Itho Daalderop
product of de onderdelen daarvan kosteloos gerepareerd of
vervangen met uitsluiting van de onderstaande bepalingen.
De garantietermijn wordt uitgebreid naar 5 jaar op onderdelen
door het product online te registreren via de website
(www.ithodaalderop.nl/garantie).
De garantie geldt als aanvulling op de wettelijke garantie-
verplichtingen van Itho Daalderop. Wij raden u aan deze voorwaarden
en deze handleiding zorgvuldig te lezen, voordat u contact opneemt
met uw installateur.
8.1. Geldigheid
De standaard 2 jaar fabrieksgarantie of verlengde garantie op
onderdelen is uitsluitend geldig als:
- het product geinstalleerd is, gebruikt of onderhouden wordt
in overeenstemming met de installatiehandleiding en/of
gebruikershandleiding.
- er sprake is van materiaal- en constructiefouten , die ter
beoordeling zijn voorgelegd en/of door Itho Daalderop als
zodanig zijn beoordeeld.
- de aankoopnota met vermelding van de aankoopdatum en
het type- en serienummer van het product, bij de
garantieaanvraag wordt overlegd.
- het product is voorzien van het originele typeplaatje.
- het product wordt gebruikt voor normaal gebruik,
gebaseerd op het aantal bedrijfsuren volgens de geldende
product- en installatienormen.
- het product door Itho Daalderop of een door Itho Daalderop
gemachtigde instantie in bedrijf is gesteld (IBS).
Voor de verlengde garantie van 5 jaar op onderdelen dient het
product binnen twee maanden na installatiedatum bij Itho
Daalderop geregistreerd te zijn via de website
www.ithodaalderop.nl/garantie.
Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de
garantietermijn of aanvang van een nieuwe garantietermijn
van het product tot gevolg.
Bij herstellingen geeft Itho Daalderop een garantie van
12 maanden op de herstelling en betreffende onderdelen,
uitsluitend op hetzelfde gebrek.
Voor sommige producten gelden aanvullende
geldigheidstermijnen en voorwaarden; zie daarvoor
www.ithodaalderop.nl/garantie.
8.2. Uitsluiting
De garantie vervalt indien:
- de garantieperiode verstreken is.
- het product niet is geïnstalleerd door een erkend
installateur (*) indien dit door Itho Daalderop nadrukkelijk is
voorgeschreven in de installatie- of gebruikershandleiding.
- het toestel onderhevig is geweest aan overbelasting,
bevriezing of oververhitting.
- het systeem is geïnstalleerd buiten het grensgebied van
het land waarin het product is verkocht.
- het product niet geïnstalleerd is, niet gebruikt of niet
onderhouden wordt in overeenstemming met de
installatiehandleiding en/of gebruikershandleiding.
- de kwaliteit van het verwarmings- en leidingwater niet
voldoet aan de voorwaarden, zoals deze door de World
Health Organisation zijn gesteld.
- er constructiewijzigingen aan het product zijn gedaan
zonder toestemming van Itho Daalderop.
- het product overmatig vervuild is geraakt.
- bij reparaties of onderhoud niet de originele
Itho Daalderop onderdelen zijn toegepast.
- reparaties of onderhoud door onbevoegden zijn verricht
of onoordeelkundig zijn verricht.
- het product in bedrijf is genomen zonder water of
te lage waterdruk.
Itho Daalderop is niet aansprakelijk voor gevolgschade, zoals
bedrijfsschade, waterschade en brandschade.
8. Garantie
WATERKWALITEIT
Zuurgraad (pH) 7 – 8,5
IJzergehalte (Fe) ‹ 0,2 mg/l
Chloorgehalte (Cl) ‹ 150 mg/l
Geleidbaarheid ‹ 125 mS/m
Hardheid ‹ 12°dH
Chemische toevoegingen Niet toegestaan (*)
*) Neem contact op met Itho Daalderop als het toevoegen van
chemische middelen gewenst is.
26
| |
27
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de
aankoopwaarde van het product niet overschrijden, tenzij
wettelijk anders is bepaald.
Niet onder de garantie vallen defecten die het gevolg zijn van:
- nalatigheid.
- ondeskundig gebruik.
- geweld van buitenaf.
- overmacht of externe oorzaken, zoals bliksem inslag,
brand, natuurrampen, mijnbouw, aardgaswinning,
grondwerkzaamheden door derden.
- inwerking van agressieve vloeistoffen, dampen of gassen.
- normale slijtage.
- inwendige of uitwendige corrosie.
- te hoge en/of verkeerde spanning.
- toepassing van onjuist koudemiddel door derden.
- onjuiste ontluchting, beluchting en/of overdrukbeveiliging.
- inwerking van chemische toevoegingen aan het
verwarmings- of drinkwatercircuit.
Niet onder de garantie vallen:
- het vervangen van zekeringen.
- het vervangen van pakkingen.
- het bijvullen van de installatie.
- het programmeren van thermostaten en regelingen.
- schade aan de ommanteling en andere niet functionele
onderdelen indien deze veroorzaakt zijn door het transport,
de installatie of veroudering van het product óf door het
gebruik van schurende of agressieve reinigingsmiddelen.
- ontstane kosten indien de benodigde vrije ruimte rondom
het product niet voldoet aan de installatiehandleiding van
het product en/of het product niet vrij toegankelijk is,
waardoor de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen
samen meer dan 30 minuten bedraagt.
8.3. Garantieverlening
Indien er sprake is van niet (goed) functioneren van één van
onze producten, moet deze op de plek van installatie worden
gerepareerd door een erkende installateur. Indien er sprake is
van garantie worden vervangende onderdelen aan de installateur
geleverd.
Instructies voor de installateur over afhandelen van service en
garantie zijn te vinden op onze website zakelijk.ithodaalderop.nl.
De gebruiker dient een garantieaanvraag direct na constatering
van het defect of de storing te melden bij een erkende
installateur.
*) Een erkend installateur is een installateur werkzaam bij een cv- of
werktuigbouwkundig installatiebedrijf dat is ingeschreven bij de
Kamer van Koophandel en is opgenomen in het SEI-erkennings-
register (Stichting Erkenning Installatiebedrijven) of dat een
Sterkin-erkenning heeft.
9. EG verklaring
EG-Verklaring van overeenstemming
Itho Daalderop
Postbus 7
4000 AA Tiel
Nederland
verklaart dat het product:
Booster warmtepomp - BWP-20 [576-0020]
Booster warmtepomp - BWP-20-VV [576-0021]
voldoet aan de bepalingen gesteld in de richtlijnen:
• Richtlijn laagspanning 2014/35/EG vanaf april 2016
• Richtlijn elektromagnetische compatibiliteit (EMC) 2014/30/EG vanaf april 2016
• Richtlijn drukvaten 97/23/EEG
• Richtlijn RoHS 2011/65/EU
• Ecodesign richtlijn 2009/125/EG en EU verordening 813/2013
• Energy Labelling richtlijn 2010/30/EG en EU verordening 811/2013
• ErP richtlijn 2009/125/EG
voldoet aan de geharmoniseerde Europese normen:
NEN-EN-IEC 60204-1:2006 Veiligheid van machines
- Elektrische uitrusting van machines - Deel 1: Algemene eisen.
NEN-EN-IEC 61000-6-4:2007/A1:2011 Elektromagnetische
compatibiliteit (EMC) - Deel 6-4: Algemene normen
- Emissienorm voor industriële omgevingen.
NEN-EN-IEC 61000-6-2:2005/C11:2005 Elektromagnetische
compatibiliteit (EMC) - Deel 6-2: Algemene normen
- Immuniteit voor industriële omgevingen.
NEN-EN 378-1:2008+A2:2012 Koelsystemen en warmtepompen
- Veiligheids- en milieu-eisen - Deel 1: Basiseisen, definities,
classificatie en selectiecriteria.
NEN-EN-IEC 60335-1:2012 Huishoudelijke en soortgelijke
elektrische toestellen – Veiligheid - Deel 1: Algemene eisen.
NEN-EN-IEC 60335-2-34:2013 Huishoudelijke en soortgelijke
elektrische toestellen - Veiligheid - Deel 2-34: Bijzondere eisen
voor motorcompressoren.
Tiel, 01 oktober 2013.
Bas Korte, Directeur ID Nederland
01-00932-002 | ID 2017-09-13
Nederland
Itho Daalderop
Admiraal de Ruyterstraat 2
3115 HB Schiedam
E info@ithodaalderop.nl
I www.ithodaalderop.nl
Raadpleeg uw installateur bij vragen.
Is de installateur niet bekend,
kijk s.v.p. op www.ithodaalderop.nl/dealerlocater
5

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Itho-Daalderop BWP bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Itho-Daalderop BWP in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,95 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info