09193-rev-2
6
boiler opgesteld gaat worden. Houd daarbij
rekening met de volgende punten:
voerleidingen bevinden zich in een vorst-
vrije ruimte.
en kan het gewicht van de boiler met in-
tabel van de betreffende boiler ter bepa-
ling van het gevulde gewicht.
worden aangelegd.
voor service en onderhoud.
meest gebruikte warmwater tappunt
(minimale afkoel- en waterverliezen).
mag nooit een afsluiter worden ge-
plaatst.
wordt via de afvoerleiding onder gelijk-
matig afschot naar het riool afgevoerd.
Bij plaatsing van de boiler op zolder wordt
geadviseerd om een lekbak met afvoer naar
het riool onder de boiler te monteren, om
schade te vermijden bij eventuele lekkage
van de boiler.
Aansluiten waterleiding
worden aangesloten goed door (vooral
belangrijk bij nieuwbouwwoningen)
koudwater aansluiting van de boiler
waarts van de inlaatcombinatie wan-
neer de waterleidingdruk hoger is dan
600 kPa (6 bar).
inlaatcombinatie of het reduceerventiel
en de warmwaterleiding met de warm-
wateraansluiting bovenop de boiler
Aansluiten afvoerleiding
trechter in de afvoerleiding
deze direct op het riool wordt aangesloten.
Aansluiting indirecte verwarming
Sluit de verwarmingsunit en regeling aan
volgens opgave van de leverancier.
Installatie (optioneel) elektrisch element
De boilers worden standaard geleverd met
een inspectieflens voorzien van een plug met
isolatie en afdekkap. Bij de montage van een
elektrisch element dienen eerst deze afdek-
kap, isolatie en plug te worden verwijderd.
Vervolgens kan het element in de flensope-
ning worden geschroefd.
Boiler vullen
In bedrijf stellen
de verwarmingsunit(s) en de boilerregeling.
De boiler moet na het installeren en het vullen
met water binnen drie maanden in bedrijf wor-
den gesteld om goede werking te garanderen.
Controle op werking
Na het in bedrijf stellen van het toestel dient
u de volgende punten te controleren:
ontlastklep tijdens opwarmen van de
boiler. Dit is noodzakelijk om te hoge
druk in de boiler tijdens het opwarmen
te voorkomen
minuten na inbedrijfname.
Het element mag pas worden
ingeschakeld na het met water
vullen van de boiler.