40
1. De koelkast werkt niet.
• Is de stroom uitgevallen?
• Zit de stekker goed in het stopcontact?
• Is de tweepolige netschakelaar ingeschakeld?
• Is de zekering doorgebrand?
• Is de voedingskabel beschadigd?
• Staat de thermostaat op de juiste stand
•
(Stop)?
2. De temperatuur in de vakken is te hoog.
• Zit de deur goed dicht?
• Verhindert het voedsel dat de deur gesloten
wordt?
• Staat het apparaat dicht bij een warmtebron?
• Staat de thermostaat in de goede stand?
• Wordt de luchtcirculatie door de
ventilatieopeningen gehinderd?
3. De temperatuur in het koelvak is te laag
• Staat de thermostaat in de goede stand?
4. Het apparaat maakt erg veel lawaai.
• Is het apparaat correct geïnstalleerd?
• Raken de buizen aan de achterkant elkaar of
trillen ze?
5. Er ligt water op de bodem van het koelvak.
• Is de afvoer van het dooiwater misschien
verstopt?
6. Te veel ijsvorming in het
lagetemperatuurvak.
• Zit de deur goed dicht?
• Verhindert het voedsel dat de deur gesloten
wordt?
Opmerkingen:
• Borrelende of sissende geluiden
veroorzaakt door de expansie van het
koelcircuit zijn normaal.
STORINGEN OPSPOREN
Voordat u de klantenservice belt:
1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen
(zie “Storingen opsporen”).
2. Zet het apparaat weer aan om te zien of het
probleem is verholpen. Is dit niet het geval,
schakel het apparaat dan uit en wacht ongeveer
een uur voordat u het weer aanzet.
3. Als ook dat niet helpt, wend u dan tot onze
klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
• de aard van de storing
• het model
• het servicenummer (nummer achter het woord
SERVICE op het typeplaatje binnenin het
apparaat)
• uw volledige adres
• uw telefoonnummer.
Opmerking:
De richting waarin de deur opengaat, kan
worden veranderd.
Als deze verandering verricht wordt door de
Klantenservice, wordt dit niet gedekt door de
garantie.
KLANTENSERVICE